Werkstuk: Over de ganzen van de Capitoolheuvel
Phoenix, 1ste jaar
Over de ganzen van de capitoolheuvel
Reeds lang belegeren de Galli?rs de reusachtige citadel van de stad Rome. Dagelijks naderen Gallische troepen de poorten van de citadel en ze strijden daar met pijlen, lansen en zwaarden, maar zij kunnen de citadel niet binnengaan en de overwinning behalen. Want de Romeinse soldaten vrezen de vijand niet. Soms durven ze zelfs uit de citadel komen. Buiten de poorten vechten de Romeinen hevig, maar zij kunnen de Galli?rs niet op de vlucht jagen. Maar de Galli?rs, Die de bewapende poorten niet kunnen veroveren, beproeven een list om de poorten binnen te gaan. En zo in het midden van de nacht, beklimmen zij zwijgend het capitool. Op de berg slapen alle Romeinen: vrouwen en meisjes slapen, ook oude mannen en jongens slapen. Weinig bewakers staan op de wallen en kijken rond, maar zij zien de Galli?rs niet, want de nacht is duister. Zij horen de Galli?rs niet, want de Galli?rs beklimmen zwijgend de berg. De overige Romeinse soldaten slapen. Zelfs de honden slapen. Maar de ganzen die gewoon zijn de tempel van Junote te bewaken, slapen niet. Zij horen de Galli?rs. En roepen dadelijk en klepperen met hun vleugels. Op de wallen horen de Romeinse soldaten de ganzen en vragen: “Waarom roepen die ganzen?” De soldaten kijken rond: ze zien geen vijand. Opnieuw roepen de ganzen. Nu wordt Marcus Manlius, een dappere man en een zeer goede soldaat , door het geroep van de ganzen gewekt en springt dadelijk uit zijn bed. Hij rent dadelijk naar de wallen en bemerkt de Galli?rs. Met een luide stem roept hij de overige Romeinen te wapen. Intussen stampt hij een Galli?r van de heuvel , en een tweede, en een derde… Eindelijk komen de overige Romeinse soldaten naar de wallen en werpen de Galli?rs, die het Capitool beklimmen, van de heuvel. De Galli?rs vluchten van de Capitoleinse heuvel en gaan uit Rome weg. Zo is door de waakzaamheid van de ganzen, de burcht van de stad Rome en de vrijheid van het Romeinse volk, gered.
Over de ganzen van de capitoolheuvel
Reeds lang belegeren de Galli?rs de reusachtige citadel van de stad Rome. Dagelijks naderen Gallische troepen de poorten van de citadel en ze strijden daar met pijlen, lansen en zwaarden, maar zij kunnen de citadel niet binnengaan en de overwinning behalen. Want de Romeinse soldaten vrezen de vijand niet. Soms durven ze zelfs uit de citadel komen. Buiten de poorten vechten de Romeinen hevig, maar zij kunnen de Galli?rs niet op de vlucht jagen. Maar de Galli?rs, Die de bewapende poorten niet kunnen veroveren, beproeven een list om de poorten binnen te gaan. En zo in het midden van de nacht, beklimmen zij zwijgend het capitool. Op de berg slapen alle Romeinen: vrouwen en meisjes slapen, ook oude mannen en jongens slapen. Weinig bewakers staan op de wallen en kijken rond, maar zij zien de Galli?rs niet, want de nacht is duister. Zij horen de Galli?rs niet, want de Galli?rs beklimmen zwijgend de berg. De overige Romeinse soldaten slapen. Zelfs de honden slapen. Maar de ganzen die gewoon zijn de tempel van Junote te bewaken, slapen niet. Zij horen de Galli?rs. En roepen dadelijk en klepperen met hun vleugels. Op de wallen horen de Romeinse soldaten de ganzen en vragen: “Waarom roepen die ganzen?” De soldaten kijken rond: ze zien geen vijand. Opnieuw roepen de ganzen. Nu wordt Marcus Manlius, een dappere man en een zeer goede soldaat , door het geroep van de ganzen gewekt en springt dadelijk uit zijn bed. Hij rent dadelijk naar de wallen en bemerkt de Galli?rs. Met een luide stem roept hij de overige Romeinen te wapen. Intussen stampt hij een Galli?r van de heuvel , en een tweede, en een derde… Eindelijk komen de overige Romeinse soldaten naar de wallen en werpen de Galli?rs, die het Capitool beklimmen, van de heuvel. De Galli?rs vluchten van de Capitoleinse heuvel en gaan uit Rome weg. Zo is door de waakzaamheid van de ganzen, de burcht van de stad Rome en de vrijheid van het Romeinse volk, gered.
Handige opties
- Werkstukken over:over de ganzen van de Capitoolheuvel