Werkstuk: Oude Egyptenaren
Inleiding.
Wij doen ons werkstuk over de oude Egyptenaren omdat wij het een leuk en boeiend onderwerp vinden.
We willen graag meer te weten komen over het leven in die tijd.
Egypte licht in het continent Afrika.
Door Egypte stroomt de Nijl, deze rivier was heel erg belangrijk voor de Egyptenaren.
Als we nu aan het oude Egypte denken, denken de meeste mensen aan mummies en piramides maar wij gaan in ons werkstuk laten zien dat er in Egypte nog veel meer bijzondere dingen waren.
De Egyptenaren waren een goed ontwikkeld volk, zo hadden ze bijvoorbeeld hun eigen schrift.
Egypte in het Algemeen.
Het is erg warm in Egypte (het is namelijk een woestijn).
Daarom was de Nijl zo belangrijk.
Op dit kaartje zie je de Nijl die door de
woestijn van Egypte stroomt.
De rivier is wel 6600 km lang!
Op sommige stukken is de rivier 1 km breed, maar op andere plekken soms wel 20 km.
Als je goed kijkt zie je dat de belangrijke steden allemaal bij de Nijl zijn ontstaan.
Op de Nijl varen veel boten.
De schepen vervoeren goederen.
De kleine bootjes worden gebruikt om de Nijl mee over te steken.
Vissersheel lichte bootjes van de stengels van de papyrus (dat is een plant die aan de rand van het water groeit).
In de rivier zwemmen veel vissen zoals: karpers, palingen. Meervallen en zeelten.
Maar er zijn ook krokodillen en nijlpaarden.
De schippers moeten dus oppassen dat die dieren hun boot niet omduwen.
Op de oever zit soms een cobra (de beet van die slang is dodelijk).
E?n keer per jaar in augustus, stroomde de rivier over.
Het land dat om de rivier heen lag kwam onder water te staan.
Het water bleef daar ongeveer 6 weken liggen.
De Egyptenaren waren de hemel dankbaar, want nu was de grond langs de rivier vruchtbaar geworden.
Hierdoor konden de mensen daarop wat verbouwen.
Zo hadden de mensen weer te eten.
Egypte bestond uit 2 koninkrijken (Neder-Egypte en Opper-Egypte).
Rond 3100 v.Chr. werden deze rijken 1 groot rijk.
Het rijk werd geregeerd door 1 koning (de farao).
Hier zie je Neder-Egypte en Opper-Egypte.
Het bestuur.
De Egyptenaren dachten dat de farao de zoon van de zon was en dat hij bovennatuurlijke gaven had. Bij de tempels staan grote stenen beelden, die de farao voorstellen.
Vaak heeft hij een rechthoekige doek om zijn hoofd en een valse baard aan zijn kin.
Als je goed naar het plaatje kijkt, zie je een gouden slang op zijn voorhoofd.
Het is een cobra, hij beschermt de farao.
De Egyptenaren waren heel tevreden met hun land.
Ze hadden daarom ook geen zin om te reizen of om andere streken te veroveren (want hun eigen land was rijk).
Maar ze moesten zich wel verdedigen tegen volken uit de woestijn en uit de kuststreken van
de Middellandse Zee, die volkeren wilden namelijk op het Egyptische gebied gaan wonen.
Het leger van de farao was sterk en goed georganiseerd, daardoor kon hij de aanvallers gemakkelijk verdrijven.
Maar op een dag ging het toch mis!
Het leger werd overwonnen door de Perzen (dat is een volk).
Het dagelijkse leven.
De kleding van de Egyptenaren
De mannen droegen een lendendoek en de vrouwen een lange binnen jurk.
De kinderen waren vaak helemaal bloot.
Om de kleding en andere persoonlijkheden te beschermen tegen kruipende dieren bewaarde ze dit in nissen (dat zijn inhammen in een muur) in het huis of bij rijke mensen in grote houten kisten.
Kleding van rijke mensen.
Kleding van arme mensen.
De Egytenaren droegen pruiken, dat deden ze om zich tegen de zon te beschermen.
De pruiken van de vrouwen waren veel langer dan die van de mannen.
Ook droegen ze make-up op de rand van hun oogleden, dat deden ze met zwarte poeder, dit was ook weer tegen de zon
De huizen
De huizen werden gemaakt van baksteen, daarna werd het huis in vrolijke kleuren geschilderd.
Er zijn nauwelijks overblijfselen van meubels gevonden in de huizen.
Een aantal dingen welke in een Egyptisch huis aanwezig waren:
- op de vloer lagen matten van gevlochten plantenvezels, de matten werden soms ook gebruikt als matras.
- in het nieuwe rijk schijnen stoelen gebruikelijke meubels te zijn geweest voor het ambtenarendom.
Er waren veel verschillende stoelen, sommige hadden een eenvoudig laag krukje of een klapstoel, de andere hadden een stoel met rug- en armleuning. De prijs van een eenvoudige stoel lag rond de 4 tot 8 deben koper.
Tafels en kasten maken het huis af. Als materiaal hiervoor gebruikte de Egyptenaren vaak hout of stevig vlechtwerk.
De onderzoekers denken, dat de tafels niet echt groot waren, ze hebben namelijk tekeningen van tafels gevonden in de graven.
Bij grote maaltijden had iedereen een eigen tafeltje of plaat die steunde op een houten onderstel.
Ze sliepen op een verhoging om zich te beschermen tegen wilde dieren.
Op de platte daken werd het graan van de Egyptenaren in silo?s (dat zijn opslagplaatsen voor graan) bewaard.
De keuken
De Egyptenaren aten aan lange tafels.
Ze zaten op de grond of op lage krukjes.
Bier dronken ze uit bekers en borden hadden ze niet.
Iedereen pakte met zijn vingers het eten uit de pan.
Omdat de Egyptenaren vooral op open vuur kookten, was de keuken niet overdekt anders zouden er namelijk branden kunnen ontstaan.
De inrichting van de keuken
In een hoek lag een maalsteen voor het graan en meel. In die hoek stond ook de oven, die werd gebruikt voor het bakken van brood en een gemetselde vuurplaat voor het koken of grillen.
Grote kruiken dienden voor het bewaren van de voorraden (dranken, graan, meel, vet, olie of geconserveerd vlees).
Voor levensmiddelen, die maar even bewaard konden blijven, was er in het huis een kleine lage voorraadkelder, die men via enkele traptreden vanuit de keuken kon bereiken.
Wat was het menu?
De Egyptenaren maakten vooral vis, ui, sla, brood, gevogelte, linzen en komkommer.
Het gezin
De Egyptenaren waren graag met het hele gezin bij elkaar. Ze deden vooral allerlei gezelschapsspelletjes zoals dobbelen, kokkelen, dammen en ook het spel van de slang ?mehen?, dat spel lijkt een beetje op ganzenbord.
Gasten
Als er familie of vrienden waren organiseerden de Egyptenaren vaak een feestmaal.
Een orkestje en danseressen amuseerden dan de gasten. De muzikanten speelden harp, luit en fluit, om de liedjes te begeleiden sloegen de zangeressen met een soort van rammelaars.
Wat deden de kinderen?
De meisjes en jongens deden het liefst sportieve spelletjes: pijltjes schieten, evenwichtsspelletjes, stoeien of een spel dat veel op haasje-over lijkt.
Voor de kleintjes was er leuk speelgoed van hout: tollen, ballen, poppen en dieren op wieltjes.
Deze kinderen spelen een balspel.
Het schrift
In het oude Egypte schreven ze in het beelden schrift. Ieder tekeningetje was een woord. We noemen dit schrift nu hi?rogliefen.
Dat betekent heilige inkrassingen.
De hi?rogliefen lees je van boven naar beneden.
De Egyptenaren noemden het zelf de taal van de goden.
Dit is een steen met de heilige inkrassingen.
Langzamerhand werden de tekens anders, dat duurde wel enkele honderden jaren. Later werd het schrift fonetisch. Dat is dat ieder tekentje een klank is, bijvoorbeeld een slang maakt een FFFF-geluid dus de slang staat voor de F.
Het Egyptische schrift bestond alleen uit medeklinkers.
Dus als je bijvoorbeeld zoals hierboven Emma zou schrijven staan er 2 uilen getekend (de uil betekend een M) en de E en de A werden niet geschreven.
Bij Loes werd er een Leeuwen en een opgevouwen doek getekend dat zijn de L en de S de O en de E werden niet geschreven.
Het is soms wel onhandig dat je geen klinkers hoeft te schijven.
Bijvoorbeeld bij k.t.b. dat kan namelijk katab (hij schreef) kattib (schrijver) en kitb (boek) betekenen.
Tot en met het jaar 1800 begreep niemand wat van het hi?rogliefen schrift.
Maar toen ontdekte een kapitein uit het leger van Napoleon een steen.
Er stonden 3 talen op die steen: Grieks, Demotisch en Egyptisch.
Omdat de steen bij het plaatsje Rosette gevonden werd noemden de mensen de steen ?de steen van Rosette?.
De fransman Champollion wist in 1822 get schrift te ontcijferen.
Ze kwamen er ook achter dat het hi?roglyfen schrift 700 tekens had en ons alfabet bevat er maar 26 sommige tekens betekende voorwerpen klanken op namen.
Ze schreven de hi?roglyfen vooral op muren, tempels, doodskisten, papyrus (papier) en op ostraca (stukken steen en potscherven)
Op de volgende bladzijde zie je het Nederlandse alfabet geschreven in hi?roglyfen
Economie en handel
Eigenlijk ie het moeilijk om een beeld te krijgen van de economie en handel in het oude Egypte, omdat er weinig van bewaard is of soms niet in documenten gezet.
Pas van af het nieuwe rijk kregen we er een goed beeld van.
Dit hebben we te danken aan Deir el-medina dit dorp, lag afgescheiden van het nijl-dal.
In de stad werkten ongeveer 120 families aan graven en tempels die voor de farao?s werden gebouwd.
De arbeiders leefden eigenlijk alleen op de bouwplaats of in het dorp.
De handel werd verschillend vast gelegd.
Bijvoorbeeld in het hi?ratisch, op kalksteen of aardewerk scherven.
Goederen prijzen werden op ostraka geschreven.
Als bijvoorbeeld de huur van de ezels was afgelopen gooiden de mensen deze scherven in een put.
Dit weet men omdat er in het begin van de 20ste eeuw verschillende putten gevonden zijn door archeologen.
Het was in het oude Egypte zo dat je niet kon kiezen wat voor werk je later wou gaan doen.
Als je een jongen was ging je later het beroep doen wat je vader deed.
Dat was erg handig want dan hoefde je niet naar school, maar kon je het beroep van je vader leren.
De kinderen van de ambtenaren werden naar ??n van de weinige scholen gestuurd om daar te leren schrijven en lezen zo konden zij later ook hun vader opvolgen.
Je zult niet denken dat het loon voor iedere arbeider het zelfde was.
Geld kenden ze ook nog niet in die tijd.
In de 7e/8ste eeuw voor Christus gebruikten de Grieken al munten.
Dit werd echter pas in de 4e eeuw voor Christus ge?ntroduceerd bij de oude Egyptenaren.
In de tijd dat er in het oude Egypte nog geen geld was werd de loon van de arbeiders in graan, gerst en spelt uitbetaald.
Met behulp van rekenwaarders konden ze het graan omzetten in zilver en koper. Bijvoorbeeld: 2 voormannen en een schrijver van deir el-medina kregen als loon 2 zakken gerst en 5,20 zakken spelt. Een eenvoudige arbeider ontving 0,5 zak gerst en u zakken spelt.
Een bijna onbelangrijke medewerker ontving nog minder.
Zilver geld van Egypte (zilveren deben).
De rekeneenheid van koper was de deben, 1 deben was 91g het zilver werd in sjenati 7,6g of kite 9,1g afgewogen. Het werd weer oneerlijk want een gemiddelde arbeider kreeg 7 deben koper terwijl een voorman er ongeveer 9,5 deben voor kreeg.
De loon was vastgesteld en daar moest dan ook voor gewerkt worden. als je als arbeider ziek was dan moest je dit weer inhalen anders kreeg je, je loon natuurlijk niet maar dat moest worden bijgehouden Dit werd opgeschreven in lijsten en de lijsten werden naast de planning gelegd om te kijken op iedereen genoeg gewerkt had.
Als je in het oude Egypte iets moest betalen werd dat wast gelegd op zogenaamd astrakan. Met deze informatie kan men nu zien hoeveel alles ongeveer gekost heeft. In die tijd kosten manden en eenvoudige amuletten 1 deb en bedden wel 20 deben. Een stoel koste vaak al 8 deben dat is even veel als 1 varken (die koste 7 deben). Een rund koste je al gauw 140 deben, terwijl een ezel maar 30 deben koste! Je kunt gemakkelijk zeggen dat sommige goederen op afbetaling of gewoon niet gekocht konden worden.
Voor een begrafenis moest ook veel geld worden neergeteld. Een graf voor een arbeider was al snel 25 deben en een versierde grafkist koste al snel 200 deben. Een begrafenis van een simpele arbeider koste al snel 200 deben, dat is omgerekend 30 maandslonen. Voor de begrafenis van een schrijver of een eenvoudige ambtenaar was je al 1000 deben kwijt. Bij een farao moest je alleen al bij de gouden grafkist al 35.000 X de maandsloon van een arbeider rekenen. Dan hebben we nog niet alle voorwerpen in het graf erbij ingegrepen. Het is een te groot bedrag
De eerste vermelding van staking kwam uit Egypte (omdat de organisatie in de economie lang niet goed was) ?1150 voor Christus kwamen alle stakers samen en bezetten de grafkelders waar zij normaalgesproken in werkten. Ze deden dit omdat er een belastingsachterstand was. Door de problemen met de voedselvoorziening. De hoogste ambtenaren en de vizier beloofden beterschap en de arbeiders gingen weer aan het werk. Omdat de lonen nog niet werden uitbetaald gingen de arbeiders weer in staking. Pas toen de burgermeester zelf met de salarissen aankwam gingen ze weer werken.
De goden.
De Egyptenaren geloofden niet in 1 god maar in meerdere goden.
Iedere god had een andere taak en om het nog ingewikkelder te maken hadden ze ook nog in alle gebieden een andere naam.
Iedere grote stad had een eigen beschermgod.
De goden werden ge?erd in tempels met eten en drinken.
Een belangrijke god was Osiris.
Alle Egyptenaren vonden hem een goede koning.
Zijn jaloerse broer Seth, vermoorde hem op een dag, zo hoopte hij koning te worden. Isis, de vrouw van Osiris was ontroostbaar.
Ze zocht naar het lijk van haar man, maar ze vond alleen maar stukken omdat Seth hem in stukken had gesneden.
Toen alle stukken waren gevonden en in elkaar waren gezet.
Werd osiris begraven en werd zo koning van het dodenrijk.
Isis kreeg een zoon Horus.
Zij moest met hem vluchten, omdat Seth Horus ook wou doden.
Als je goed naar Horus kijkt zie je dat zijn linker oog beschadigd is, dat heeft Seth tijdens een gevecht gedaan.
De belangrijkste goden op een rijtje:
1. Horus, hemelgod
2. Seth god van stormen en wanorde
3. Thoth, maangod en schijfgod, het tellen en de wijsheid
4. Chnoem, god die de mensen maakt
5. Hathor, godin van de liefde, geboorte en dood
6. Sobek, krokodillengod
7. Ra (of Re of Amon, de Zonnegod)
9. Ptah (maakt ook mensen en dieren, vaak verbonden met Ra
10. Anoebis, god van het mummificeren
11. Osiris, god van de landbouw en heerser van de onderwereld
12. Isis, vrouw van Osiris, moeder van Horus, bescherm godin met toverkracht
Hierboven ze je de goden nummers 1 t/m 7.
Hierboven zie je de goden nummers 9 t/m 12
Wij doen ons werkstuk over de oude Egyptenaren omdat wij het een leuk en boeiend onderwerp vinden.
We willen graag meer te weten komen over het leven in die tijd.
Egypte licht in het continent Afrika.
Door Egypte stroomt de Nijl, deze rivier was heel erg belangrijk voor de Egyptenaren.
Als we nu aan het oude Egypte denken, denken de meeste mensen aan mummies en piramides maar wij gaan in ons werkstuk laten zien dat er in Egypte nog veel meer bijzondere dingen waren.
De Egyptenaren waren een goed ontwikkeld volk, zo hadden ze bijvoorbeeld hun eigen schrift.
Egypte in het Algemeen.
Het is erg warm in Egypte (het is namelijk een woestijn).
Daarom was de Nijl zo belangrijk.
Op dit kaartje zie je de Nijl die door de
woestijn van Egypte stroomt.
De rivier is wel 6600 km lang!
Op sommige stukken is de rivier 1 km breed, maar op andere plekken soms wel 20 km.
Als je goed kijkt zie je dat de belangrijke steden allemaal bij de Nijl zijn ontstaan.
Op de Nijl varen veel boten.
De schepen vervoeren goederen.
De kleine bootjes worden gebruikt om de Nijl mee over te steken.
Vissersheel lichte bootjes van de stengels van de papyrus (dat is een plant die aan de rand van het water groeit).
In de rivier zwemmen veel vissen zoals: karpers, palingen. Meervallen en zeelten.
Maar er zijn ook krokodillen en nijlpaarden.
De schippers moeten dus oppassen dat die dieren hun boot niet omduwen.
Op de oever zit soms een cobra (de beet van die slang is dodelijk).
E?n keer per jaar in augustus, stroomde de rivier over.
Het land dat om de rivier heen lag kwam onder water te staan.
Het water bleef daar ongeveer 6 weken liggen.
De Egyptenaren waren de hemel dankbaar, want nu was de grond langs de rivier vruchtbaar geworden.
Hierdoor konden de mensen daarop wat verbouwen.
Zo hadden de mensen weer te eten.
Egypte bestond uit 2 koninkrijken (Neder-Egypte en Opper-Egypte).
Rond 3100 v.Chr. werden deze rijken 1 groot rijk.
Het rijk werd geregeerd door 1 koning (de farao).
Hier zie je Neder-Egypte en Opper-Egypte.
Het bestuur.
De Egyptenaren dachten dat de farao de zoon van de zon was en dat hij bovennatuurlijke gaven had. Bij de tempels staan grote stenen beelden, die de farao voorstellen.
Vaak heeft hij een rechthoekige doek om zijn hoofd en een valse baard aan zijn kin.
Als je goed naar het plaatje kijkt, zie je een gouden slang op zijn voorhoofd.
Het is een cobra, hij beschermt de farao.
De Egyptenaren waren heel tevreden met hun land.
Ze hadden daarom ook geen zin om te reizen of om andere streken te veroveren (want hun eigen land was rijk).
Maar ze moesten zich wel verdedigen tegen volken uit de woestijn en uit de kuststreken van
de Middellandse Zee, die volkeren wilden namelijk op het Egyptische gebied gaan wonen.
Het leger van de farao was sterk en goed georganiseerd, daardoor kon hij de aanvallers gemakkelijk verdrijven.
Maar op een dag ging het toch mis!
Het leger werd overwonnen door de Perzen (dat is een volk).
Het dagelijkse leven.
De kleding van de Egyptenaren
De mannen droegen een lendendoek en de vrouwen een lange binnen jurk.
De kinderen waren vaak helemaal bloot.
Om de kleding en andere persoonlijkheden te beschermen tegen kruipende dieren bewaarde ze dit in nissen (dat zijn inhammen in een muur) in het huis of bij rijke mensen in grote houten kisten.
Kleding van rijke mensen.
Kleding van arme mensen.
De Egytenaren droegen pruiken, dat deden ze om zich tegen de zon te beschermen.
De pruiken van de vrouwen waren veel langer dan die van de mannen.
Ook droegen ze make-up op de rand van hun oogleden, dat deden ze met zwarte poeder, dit was ook weer tegen de zon
De huizen
De huizen werden gemaakt van baksteen, daarna werd het huis in vrolijke kleuren geschilderd.
Er zijn nauwelijks overblijfselen van meubels gevonden in de huizen.
Een aantal dingen welke in een Egyptisch huis aanwezig waren:
- op de vloer lagen matten van gevlochten plantenvezels, de matten werden soms ook gebruikt als matras.
- in het nieuwe rijk schijnen stoelen gebruikelijke meubels te zijn geweest voor het ambtenarendom.
Er waren veel verschillende stoelen, sommige hadden een eenvoudig laag krukje of een klapstoel, de andere hadden een stoel met rug- en armleuning. De prijs van een eenvoudige stoel lag rond de 4 tot 8 deben koper.
Tafels en kasten maken het huis af. Als materiaal hiervoor gebruikte de Egyptenaren vaak hout of stevig vlechtwerk.
De onderzoekers denken, dat de tafels niet echt groot waren, ze hebben namelijk tekeningen van tafels gevonden in de graven.
Bij grote maaltijden had iedereen een eigen tafeltje of plaat die steunde op een houten onderstel.
Ze sliepen op een verhoging om zich te beschermen tegen wilde dieren.
Op de platte daken werd het graan van de Egyptenaren in silo?s (dat zijn opslagplaatsen voor graan) bewaard.
De keuken
De Egyptenaren aten aan lange tafels.
Ze zaten op de grond of op lage krukjes.
Bier dronken ze uit bekers en borden hadden ze niet.
Iedereen pakte met zijn vingers het eten uit de pan.
Omdat de Egyptenaren vooral op open vuur kookten, was de keuken niet overdekt anders zouden er namelijk branden kunnen ontstaan.
De inrichting van de keuken
In een hoek lag een maalsteen voor het graan en meel. In die hoek stond ook de oven, die werd gebruikt voor het bakken van brood en een gemetselde vuurplaat voor het koken of grillen.
Grote kruiken dienden voor het bewaren van de voorraden (dranken, graan, meel, vet, olie of geconserveerd vlees).
Voor levensmiddelen, die maar even bewaard konden blijven, was er in het huis een kleine lage voorraadkelder, die men via enkele traptreden vanuit de keuken kon bereiken.
Wat was het menu?
De Egyptenaren maakten vooral vis, ui, sla, brood, gevogelte, linzen en komkommer.
Het gezin
De Egyptenaren waren graag met het hele gezin bij elkaar. Ze deden vooral allerlei gezelschapsspelletjes zoals dobbelen, kokkelen, dammen en ook het spel van de slang ?mehen?, dat spel lijkt een beetje op ganzenbord.
Gasten
Als er familie of vrienden waren organiseerden de Egyptenaren vaak een feestmaal.
Een orkestje en danseressen amuseerden dan de gasten. De muzikanten speelden harp, luit en fluit, om de liedjes te begeleiden sloegen de zangeressen met een soort van rammelaars.
Wat deden de kinderen?
De meisjes en jongens deden het liefst sportieve spelletjes: pijltjes schieten, evenwichtsspelletjes, stoeien of een spel dat veel op haasje-over lijkt.
Voor de kleintjes was er leuk speelgoed van hout: tollen, ballen, poppen en dieren op wieltjes.
Deze kinderen spelen een balspel.
Het schrift
In het oude Egypte schreven ze in het beelden schrift. Ieder tekeningetje was een woord. We noemen dit schrift nu hi?rogliefen.
Dat betekent heilige inkrassingen.
De hi?rogliefen lees je van boven naar beneden.
De Egyptenaren noemden het zelf de taal van de goden.
Dit is een steen met de heilige inkrassingen.
Langzamerhand werden de tekens anders, dat duurde wel enkele honderden jaren. Later werd het schrift fonetisch. Dat is dat ieder tekentje een klank is, bijvoorbeeld een slang maakt een FFFF-geluid dus de slang staat voor de F.
Het Egyptische schrift bestond alleen uit medeklinkers.
Dus als je bijvoorbeeld zoals hierboven Emma zou schrijven staan er 2 uilen getekend (de uil betekend een M) en de E en de A werden niet geschreven.
Bij Loes werd er een Leeuwen en een opgevouwen doek getekend dat zijn de L en de S de O en de E werden niet geschreven.
Het is soms wel onhandig dat je geen klinkers hoeft te schijven.
Bijvoorbeeld bij k.t.b. dat kan namelijk katab (hij schreef) kattib (schrijver) en kitb (boek) betekenen.
Tot en met het jaar 1800 begreep niemand wat van het hi?rogliefen schrift.
Maar toen ontdekte een kapitein uit het leger van Napoleon een steen.
Er stonden 3 talen op die steen: Grieks, Demotisch en Egyptisch.
Omdat de steen bij het plaatsje Rosette gevonden werd noemden de mensen de steen ?de steen van Rosette?.
De fransman Champollion wist in 1822 get schrift te ontcijferen.
Ze kwamen er ook achter dat het hi?roglyfen schrift 700 tekens had en ons alfabet bevat er maar 26 sommige tekens betekende voorwerpen klanken op namen.
Ze schreven de hi?roglyfen vooral op muren, tempels, doodskisten, papyrus (papier) en op ostraca (stukken steen en potscherven)
Op de volgende bladzijde zie je het Nederlandse alfabet geschreven in hi?roglyfen
Economie en handel
Eigenlijk ie het moeilijk om een beeld te krijgen van de economie en handel in het oude Egypte, omdat er weinig van bewaard is of soms niet in documenten gezet.
Pas van af het nieuwe rijk kregen we er een goed beeld van.
Dit hebben we te danken aan Deir el-medina dit dorp, lag afgescheiden van het nijl-dal.
In de stad werkten ongeveer 120 families aan graven en tempels die voor de farao?s werden gebouwd.
De arbeiders leefden eigenlijk alleen op de bouwplaats of in het dorp.
De handel werd verschillend vast gelegd.
Bijvoorbeeld in het hi?ratisch, op kalksteen of aardewerk scherven.
Goederen prijzen werden op ostraka geschreven.
Als bijvoorbeeld de huur van de ezels was afgelopen gooiden de mensen deze scherven in een put.
Dit weet men omdat er in het begin van de 20ste eeuw verschillende putten gevonden zijn door archeologen.
Het was in het oude Egypte zo dat je niet kon kiezen wat voor werk je later wou gaan doen.
Als je een jongen was ging je later het beroep doen wat je vader deed.
Dat was erg handig want dan hoefde je niet naar school, maar kon je het beroep van je vader leren.
De kinderen van de ambtenaren werden naar ??n van de weinige scholen gestuurd om daar te leren schrijven en lezen zo konden zij later ook hun vader opvolgen.
Je zult niet denken dat het loon voor iedere arbeider het zelfde was.
Geld kenden ze ook nog niet in die tijd.
In de 7e/8ste eeuw voor Christus gebruikten de Grieken al munten.
Dit werd echter pas in de 4e eeuw voor Christus ge?ntroduceerd bij de oude Egyptenaren.
In de tijd dat er in het oude Egypte nog geen geld was werd de loon van de arbeiders in graan, gerst en spelt uitbetaald.
Met behulp van rekenwaarders konden ze het graan omzetten in zilver en koper. Bijvoorbeeld: 2 voormannen en een schrijver van deir el-medina kregen als loon 2 zakken gerst en 5,20 zakken spelt. Een eenvoudige arbeider ontving 0,5 zak gerst en u zakken spelt.
Een bijna onbelangrijke medewerker ontving nog minder.
Zilver geld van Egypte (zilveren deben).
De rekeneenheid van koper was de deben, 1 deben was 91g het zilver werd in sjenati 7,6g of kite 9,1g afgewogen. Het werd weer oneerlijk want een gemiddelde arbeider kreeg 7 deben koper terwijl een voorman er ongeveer 9,5 deben voor kreeg.
De loon was vastgesteld en daar moest dan ook voor gewerkt worden. als je als arbeider ziek was dan moest je dit weer inhalen anders kreeg je, je loon natuurlijk niet maar dat moest worden bijgehouden Dit werd opgeschreven in lijsten en de lijsten werden naast de planning gelegd om te kijken op iedereen genoeg gewerkt had.
Als je in het oude Egypte iets moest betalen werd dat wast gelegd op zogenaamd astrakan. Met deze informatie kan men nu zien hoeveel alles ongeveer gekost heeft. In die tijd kosten manden en eenvoudige amuletten 1 deb en bedden wel 20 deben. Een stoel koste vaak al 8 deben dat is even veel als 1 varken (die koste 7 deben). Een rund koste je al gauw 140 deben, terwijl een ezel maar 30 deben koste! Je kunt gemakkelijk zeggen dat sommige goederen op afbetaling of gewoon niet gekocht konden worden.
Voor een begrafenis moest ook veel geld worden neergeteld. Een graf voor een arbeider was al snel 25 deben en een versierde grafkist koste al snel 200 deben. Een begrafenis van een simpele arbeider koste al snel 200 deben, dat is omgerekend 30 maandslonen. Voor de begrafenis van een schrijver of een eenvoudige ambtenaar was je al 1000 deben kwijt. Bij een farao moest je alleen al bij de gouden grafkist al 35.000 X de maandsloon van een arbeider rekenen. Dan hebben we nog niet alle voorwerpen in het graf erbij ingegrepen. Het is een te groot bedrag
De eerste vermelding van staking kwam uit Egypte (omdat de organisatie in de economie lang niet goed was) ?1150 voor Christus kwamen alle stakers samen en bezetten de grafkelders waar zij normaalgesproken in werkten. Ze deden dit omdat er een belastingsachterstand was. Door de problemen met de voedselvoorziening. De hoogste ambtenaren en de vizier beloofden beterschap en de arbeiders gingen weer aan het werk. Omdat de lonen nog niet werden uitbetaald gingen de arbeiders weer in staking. Pas toen de burgermeester zelf met de salarissen aankwam gingen ze weer werken.
De goden.
De Egyptenaren geloofden niet in 1 god maar in meerdere goden.
Iedere god had een andere taak en om het nog ingewikkelder te maken hadden ze ook nog in alle gebieden een andere naam.
Iedere grote stad had een eigen beschermgod.
De goden werden ge?erd in tempels met eten en drinken.
Een belangrijke god was Osiris.
Alle Egyptenaren vonden hem een goede koning.
Zijn jaloerse broer Seth, vermoorde hem op een dag, zo hoopte hij koning te worden. Isis, de vrouw van Osiris was ontroostbaar.
Ze zocht naar het lijk van haar man, maar ze vond alleen maar stukken omdat Seth hem in stukken had gesneden.
Toen alle stukken waren gevonden en in elkaar waren gezet.
Werd osiris begraven en werd zo koning van het dodenrijk.
Isis kreeg een zoon Horus.
Zij moest met hem vluchten, omdat Seth Horus ook wou doden.
Als je goed naar Horus kijkt zie je dat zijn linker oog beschadigd is, dat heeft Seth tijdens een gevecht gedaan.
De belangrijkste goden op een rijtje:
1. Horus, hemelgod
2. Seth god van stormen en wanorde
3. Thoth, maangod en schijfgod, het tellen en de wijsheid
4. Chnoem, god die de mensen maakt
5. Hathor, godin van de liefde, geboorte en dood
6. Sobek, krokodillengod
7. Ra (of Re of Amon, de Zonnegod)
9. Ptah (maakt ook mensen en dieren, vaak verbonden met Ra
10. Anoebis, god van het mummificeren
11. Osiris, god van de landbouw en heerser van de onderwereld
12. Isis, vrouw van Osiris, moeder van Horus, bescherm godin met toverkracht
Hierboven ze je de goden nummers 1 t/m 7.
Hierboven zie je de goden nummers 9 t/m 12