Werkstuk: Op welke manier probeert communistisch China zich economisch te ontwikkelen??
Hoofdvraag:
Op welke manier probeert communistisch China zich economisch te ontwikkelen??
Deelvragen:
1. Wat is de topografie van het onderzoeksgebied?
zelf toevoegen
2.Hoe is het aantal en de spreiding van de bevolking en hoe verklaar je de spreiding?
China ligt ingeklemd tussen:
Rusland, Mongoli? en Korea in het noorden.
Pakistan, India, Nepal, Myanmar, Laos en Vietnam in het zuiden.
Verder grenst China aan oceanen.
China is een land met een oppervlakte van 9.571.300 vierkante kilometer en is dus bijna 300
keer zo groot als Nederland.
Het heeft een inwoner aantal van 1.273.111 mensen. Daarmee heeft China een
bevolkingsdichtheid van 133 mensen per vierkante kilometer. De hoofdstad van China
is Beijing oftewel Peking met 6.690.000 inwoners.
Het groeicijfer is 0,87%.
De verstedelijking in de stad is 34% en op het platteland 66%.
De bevolkingssamenstelling is zo: Chinezen (Han) 92%, Zhuang 1,4%, Mantsjoe 0,9%, Hui 0,8%, Miao 0,7%, Oejgoeren 0,6%, Yi 0,6%, Tujia 0,5%, Mongolen 0,4%, Tibetanen 0,4% (in Tibet 4%)
Verder zijn: Beijing, Shanghai, Tianijn de drie grootste steden van het inwoner aantal in China.
China bestaat uit de volgende verschillende landschappen:
Een uitgestrekte laagvlakte in het noordoosten.
Een heuvelachtig landschap en veel water in het zuidoosten.
Een l?ssplateau in Centraal China.
Hoogland en berglandschap in Tibet en Qinghai.
Woestijnen en steppen in Xinjiang en Binnen-Mongoli?.
Klimatologisch gezien kent China grote verschillen vari?rend van tropisch in het zuiden tot sub-arctisch in het noorden. Het noordoostelijk deel en Centraal-China kent een landklimaat met hete zomers en koude winters.
Het zuidoostelijk deel heeft een tropisch klimaat en kent in de zomer een regenseizoen. Aan de kust zorgt een zeeklimaat voor gematigde temperaturen, met in verhouding meer regen in de zomer.
De hooglanden van Tibet en Qinghai kennen een bergklimaat met strenge winters en matig warme zomers
?Uit al deze gegevens kun je een conclusie trekken dat de spreiding van het land zo ligt dat in het oosten en zuid-oosten de meeste mensen wonen en werken omdat daar het landschap er goed voor geschikt is omdat het laaglang is en het dicht bij een zee ligt voor de handel. Ook is het klimaat er niet slecht.
3.Wat is het verschil tussen communisme en kapitalisme?
Eerst even de verklaring wat nou communisme (planeconomie) en kapitalisme (vrijemarkteconomie) is.
Een communistisch land is een land waarin de productie centraal geleid wordt door de staat. Er zijn geen vrije ondernemers. Bedrijven zijn eigendom van de staat.
Een kapitalistisch land is een land waar de producitie word geleid door particuliere ondernemers. Elke ondernemer bepaalt voor zijn eigen onderneming wat er geproduceerd wordt en hoeveel.
Dus je kunt zeggen dat in een kapitalistisch land de mensen op zichzelf werken en ieder zelf bepaald wat hij/zij produceert en hoeveel, terwijl bij een communistisch land de mensen afhankelijk zijn van de staat, en de mensen zijn geen vrije ondernemers zijn.
Kapitalisme en het communisme zijn twee economische systemen. Een economisch systeem is de manier waarop in een staat de productie van goederen geregeld is.
4.Hoe probeert men in China beide systemen toe te passen?
Toen Deng Xiaoping aan de macht kwam besloot hij in 1980 om in China de politiek van het communisme te cobineren met de economie van het kapitalisme.
Om dat te bereiken opende hij de deur voor bedrijven uit kapitalistische landen. Maar die der ging alleen maar op en kier, want kapitalisme betekent immers: meer economische vrijheid.
Deng was bang dat de Chinezen dan ook meer politieke vrijheid zouden willen. Daarom besloot hij de nieuwe economische vrijheid voorlopg alleen maar toe te staan in vijf gebieden, en deze voorlopig af te sluiten van de rest van China.
Zo werden er speciale economische zones (sez?s) aangewezen.
In deze gebieden wordt het voor buitenlandse investeerders heel aantrekkelijk gemaakt.
Na 1980 zijn er behalve de sez?s ook nog een aantal steden ?geopend?.
Ook in die ?open?steden zijn de buitenlandse bedrijven van harte welkom.
5.Van welke economiesector is China het meest afhankelijk en wat kunnen de gevolgen zijn?
BBP (bruto binnenlands product) per economische sector:
BBP, aandeel landbouw 17,6 procent
BBP, aandeel industrie 49,3 procent
BBP, aandeel dienstensector 33 procent
Je kunt dus zeggen dat China het meest van de industrie- en de dienstensector afhankelijk is.
Het gevolg kan zijn, als er niet meer goed geconsumeerd wordt en de export daalt, stort de industrie van China inelkaar, wat ook weer gevolgen heeft voor de import omdat, als er geen geld wordt binnengehaalt met het verkopen van producten kan het land ook geen nieuwe grondstoffen voor productie of andere producten kopen van het buitenland.
Je krijgt dus een sneeuwbal effect doordat het dan zowel de export als import niet meer goed gaat en dus ook de koersen op de beurs dalen en het geld minder waard wordt.
6.In wat handeld China en met welke landen?
Eigen productie:
Industrie:
IJzer en staal, steenkool, machinebouw, textiel, petroleum, cement, chemische kunstmest, consumptiegoederen, voedselverwerking, auto's, elektronische verbruiksgoederen, telecommunicatie
Landbouw:
Rijst, aardappelen, sorghum, pinda's, thee, gierst, varkensvlees; handelsgewassen zoals katoen, andere vezels, zaadolie; varkens, rundvee, pluimvee
Natuurlijke hulpbronnen:
Steenkool, ijzererts, aardolie, tin, wolfraam, mangaan, magnesium, aluminium, lood, zink, uranium, potentieel een van de grootste waterkracht(centrales) van de wereld
Export:
Textiel, kleding, schoeisel, speelgoed, machines en apparaten, wapensystemen, minerale brandstof, chemical?en
Belangrijkste handelspartners voor export:
Hongkong, Verenigde Staten, Japan, Zuid-Korea, Duitsland, Singapore, Nederland, Verenigd Koninkrijk
Import:
Staal, motorvoertuigen, textiel, machines, olieproducten, vliegtuigen
Belangrijkste handelspartners voor import:
Japan, Taian, Verenigde Staten, Zuid-Korea, Hongkong, Duitsland, Singapore
Conclusie:
China is een groot land in Azi? waarvan Beijin (Peking) de hoofdstad is. De meeste mensen wonen in het oosten of zuid-oosten van china.
Het is een communistisch land met een vrijemarkteconomie (kapitalisme). Het land is het meeste afhankelijk van de industrie sector.Het land zelf heeft meer export als import.
Einde Verslag
Op welke manier probeert communistisch China zich economisch te ontwikkelen??
Deelvragen:
1. Wat is de topografie van het onderzoeksgebied?
zelf toevoegen
2.Hoe is het aantal en de spreiding van de bevolking en hoe verklaar je de spreiding?
China ligt ingeklemd tussen:
Rusland, Mongoli? en Korea in het noorden.
Pakistan, India, Nepal, Myanmar, Laos en Vietnam in het zuiden.
Verder grenst China aan oceanen.
China is een land met een oppervlakte van 9.571.300 vierkante kilometer en is dus bijna 300
keer zo groot als Nederland.
Het heeft een inwoner aantal van 1.273.111 mensen. Daarmee heeft China een
bevolkingsdichtheid van 133 mensen per vierkante kilometer. De hoofdstad van China
is Beijing oftewel Peking met 6.690.000 inwoners.
Het groeicijfer is 0,87%.
De verstedelijking in de stad is 34% en op het platteland 66%.
De bevolkingssamenstelling is zo: Chinezen (Han) 92%, Zhuang 1,4%, Mantsjoe 0,9%, Hui 0,8%, Miao 0,7%, Oejgoeren 0,6%, Yi 0,6%, Tujia 0,5%, Mongolen 0,4%, Tibetanen 0,4% (in Tibet 4%)
Verder zijn: Beijing, Shanghai, Tianijn de drie grootste steden van het inwoner aantal in China.
China bestaat uit de volgende verschillende landschappen:
Een uitgestrekte laagvlakte in het noordoosten.
Een heuvelachtig landschap en veel water in het zuidoosten.
Een l?ssplateau in Centraal China.
Hoogland en berglandschap in Tibet en Qinghai.
Woestijnen en steppen in Xinjiang en Binnen-Mongoli?.
Klimatologisch gezien kent China grote verschillen vari?rend van tropisch in het zuiden tot sub-arctisch in het noorden. Het noordoostelijk deel en Centraal-China kent een landklimaat met hete zomers en koude winters.
Het zuidoostelijk deel heeft een tropisch klimaat en kent in de zomer een regenseizoen. Aan de kust zorgt een zeeklimaat voor gematigde temperaturen, met in verhouding meer regen in de zomer.
De hooglanden van Tibet en Qinghai kennen een bergklimaat met strenge winters en matig warme zomers
?Uit al deze gegevens kun je een conclusie trekken dat de spreiding van het land zo ligt dat in het oosten en zuid-oosten de meeste mensen wonen en werken omdat daar het landschap er goed voor geschikt is omdat het laaglang is en het dicht bij een zee ligt voor de handel. Ook is het klimaat er niet slecht.
3.Wat is het verschil tussen communisme en kapitalisme?
Eerst even de verklaring wat nou communisme (planeconomie) en kapitalisme (vrijemarkteconomie) is.
Een communistisch land is een land waarin de productie centraal geleid wordt door de staat. Er zijn geen vrije ondernemers. Bedrijven zijn eigendom van de staat.
Een kapitalistisch land is een land waar de producitie word geleid door particuliere ondernemers. Elke ondernemer bepaalt voor zijn eigen onderneming wat er geproduceerd wordt en hoeveel.
Dus je kunt zeggen dat in een kapitalistisch land de mensen op zichzelf werken en ieder zelf bepaald wat hij/zij produceert en hoeveel, terwijl bij een communistisch land de mensen afhankelijk zijn van de staat, en de mensen zijn geen vrije ondernemers zijn.
Kapitalisme en het communisme zijn twee economische systemen. Een economisch systeem is de manier waarop in een staat de productie van goederen geregeld is.
4.Hoe probeert men in China beide systemen toe te passen?
Toen Deng Xiaoping aan de macht kwam besloot hij in 1980 om in China de politiek van het communisme te cobineren met de economie van het kapitalisme.
Om dat te bereiken opende hij de deur voor bedrijven uit kapitalistische landen. Maar die der ging alleen maar op en kier, want kapitalisme betekent immers: meer economische vrijheid.
Deng was bang dat de Chinezen dan ook meer politieke vrijheid zouden willen. Daarom besloot hij de nieuwe economische vrijheid voorlopg alleen maar toe te staan in vijf gebieden, en deze voorlopig af te sluiten van de rest van China.
Zo werden er speciale economische zones (sez?s) aangewezen.
In deze gebieden wordt het voor buitenlandse investeerders heel aantrekkelijk gemaakt.
Na 1980 zijn er behalve de sez?s ook nog een aantal steden ?geopend?.
Ook in die ?open?steden zijn de buitenlandse bedrijven van harte welkom.
5.Van welke economiesector is China het meest afhankelijk en wat kunnen de gevolgen zijn?
BBP (bruto binnenlands product) per economische sector:
BBP, aandeel landbouw 17,6 procent
BBP, aandeel industrie 49,3 procent
BBP, aandeel dienstensector 33 procent
Je kunt dus zeggen dat China het meest van de industrie- en de dienstensector afhankelijk is.
Het gevolg kan zijn, als er niet meer goed geconsumeerd wordt en de export daalt, stort de industrie van China inelkaar, wat ook weer gevolgen heeft voor de import omdat, als er geen geld wordt binnengehaalt met het verkopen van producten kan het land ook geen nieuwe grondstoffen voor productie of andere producten kopen van het buitenland.
Je krijgt dus een sneeuwbal effect doordat het dan zowel de export als import niet meer goed gaat en dus ook de koersen op de beurs dalen en het geld minder waard wordt.
6.In wat handeld China en met welke landen?
Eigen productie:
Industrie:
IJzer en staal, steenkool, machinebouw, textiel, petroleum, cement, chemische kunstmest, consumptiegoederen, voedselverwerking, auto's, elektronische verbruiksgoederen, telecommunicatie
Landbouw:
Rijst, aardappelen, sorghum, pinda's, thee, gierst, varkensvlees; handelsgewassen zoals katoen, andere vezels, zaadolie; varkens, rundvee, pluimvee
Natuurlijke hulpbronnen:
Steenkool, ijzererts, aardolie, tin, wolfraam, mangaan, magnesium, aluminium, lood, zink, uranium, potentieel een van de grootste waterkracht(centrales) van de wereld
Export:
Textiel, kleding, schoeisel, speelgoed, machines en apparaten, wapensystemen, minerale brandstof, chemical?en
Belangrijkste handelspartners voor export:
Hongkong, Verenigde Staten, Japan, Zuid-Korea, Duitsland, Singapore, Nederland, Verenigd Koninkrijk
Import:
Staal, motorvoertuigen, textiel, machines, olieproducten, vliegtuigen
Belangrijkste handelspartners voor import:
Japan, Taian, Verenigde Staten, Zuid-Korea, Hongkong, Duitsland, Singapore
Conclusie:
China is een groot land in Azi? waarvan Beijin (Peking) de hoofdstad is. De meeste mensen wonen in het oosten of zuid-oosten van china.
Het is een communistisch land met een vrijemarkteconomie (kapitalisme). Het land is het meeste afhankelijk van de industrie sector.Het land zelf heeft meer export als import.
Einde Verslag