Werkstuk: Nepal
NEPAL
Nepal behoort tot de armste landen. Het gemiddelde jaarinkomen is $ 200 per hoofd. Een grote oor zaak voor de armoede zijn de slechte verbindingen tussen gebieden. Daardoor is er dus een slechte economie. Het land heeft erg vaak te maken met droogtes, overstromingen en misoogsten. Het energieverbruik is waarschijnlijk het laagste ter wereld. 90% van de mensen vindt zijn bestaan in de landbouw, bosbouw of visserij. Er is een tekort aan landbouwgrond. De erosie neemt toe door ontbossing. Aan het begin van de jaren vijftig was 2/3 van het landoppervlak met bos bedekt. In de jaren tachig was dat totaal oppervlak al gedaald tot 17 %. Elk jaar neemt het bosbestand met ongeveer 1% af.
Er is veel te weinig industrie om de groeiende werkloosheid op te vangen. Er is een tekort aan energie, grondstoffen, geschoolde krachten en goede verbindingen. Nepal is erg afhankelijk van Idia in het handelsverkeer aangezien alle import verloopt via de haven van Calcutta.
Van het bruto nationaal product komt ongeveer 44% uit de agrarische sector, 35% uit de dienstensector, 2% uit de industrie en 18% uit ambacht en huisindustrie.
Het landbouwareaal bestaat slechts 17% van de Terai.(een stuk landoppervlak) De meeste boeren hebben niet meer dan 1,2 ha land. De voornaamste producten zijn: rijst, mais, tarwe, gerst en gierst. Van de handelsgewassen zijn suikerriet, aardappelen, oliezaden, jute en tabak de meest voorkomende. Landbouwhervormingen worden bemoeilijkt door ingewikkelde pachtsystemen. Door middel van irrigatieprojecten en herbebossing wordt het areaal vergroot. Dit wordt bevorderd om erosie te voorkomen.
De veehouderij heeft koeien, buffels, jaks, schapen en geiten. Het houden van pluimvee (ook eenden) wordt door de overheid gestimuleerd. Ook het kweken van vis wordt gestimuleerd. Hout is de voornaamste energiebron voor huishoudelijk gebruik. Dit heeft wel een negatief effect op het bosbestand: er wordt ontzettend veel hout gekapt. Dit is dan ook een van de grootste problemen van het land. Herbebossingsprojecten kunnen de achteruitgang hiervan niet stoppen.
De industrie is nog weinig ontwikkeld en is het meest gericht op de verwerking van landbouwproducten. In het zuidoostelijke deel van Nepal staan vooral suiker-, thee-, jute-, lucifer-, sigaretten-, en textielfabrieken. Brouwerijen, schoenfabrieken, tapijtweverijen en textielfabrieken, cementfabrieken, steenbakkerijen en een fabriek voor landbouwmachines staan vooral in het centrale Nepal. Hoewel India als handelspartner een dominerende plaats inneemt heeft Nepal ook goede betrekkingen op China, Noord-Korea, Bangladesh, Egypte, Shri langa en Japan. In 1985 zijn er handelswegen geopend met Tibet. De handelsbalans toont een tekort door de lage landbouwproductie. Het tekort wordt ook veroorzaakt doordat er een sterke importtoename is van zware industrieproducten tbv de uitrusting van buitenlandse hulpprojecten.Jute producten, rijst, hout, thee en medicinale kruiden worden vooral naar de VS en west Europa gevoerd.
Nepal behoort tot de armste landen. Het gemiddelde jaarinkomen is $ 200 per hoofd. Een grote oor zaak voor de armoede zijn de slechte verbindingen tussen gebieden. Daardoor is er dus een slechte economie. Het land heeft erg vaak te maken met droogtes, overstromingen en misoogsten. Het energieverbruik is waarschijnlijk het laagste ter wereld. 90% van de mensen vindt zijn bestaan in de landbouw, bosbouw of visserij. Er is een tekort aan landbouwgrond. De erosie neemt toe door ontbossing. Aan het begin van de jaren vijftig was 2/3 van het landoppervlak met bos bedekt. In de jaren tachig was dat totaal oppervlak al gedaald tot 17 %. Elk jaar neemt het bosbestand met ongeveer 1% af.
Er is veel te weinig industrie om de groeiende werkloosheid op te vangen. Er is een tekort aan energie, grondstoffen, geschoolde krachten en goede verbindingen. Nepal is erg afhankelijk van Idia in het handelsverkeer aangezien alle import verloopt via de haven van Calcutta.
Van het bruto nationaal product komt ongeveer 44% uit de agrarische sector, 35% uit de dienstensector, 2% uit de industrie en 18% uit ambacht en huisindustrie.
Het landbouwareaal bestaat slechts 17% van de Terai.(een stuk landoppervlak) De meeste boeren hebben niet meer dan 1,2 ha land. De voornaamste producten zijn: rijst, mais, tarwe, gerst en gierst. Van de handelsgewassen zijn suikerriet, aardappelen, oliezaden, jute en tabak de meest voorkomende. Landbouwhervormingen worden bemoeilijkt door ingewikkelde pachtsystemen. Door middel van irrigatieprojecten en herbebossing wordt het areaal vergroot. Dit wordt bevorderd om erosie te voorkomen.
De veehouderij heeft koeien, buffels, jaks, schapen en geiten. Het houden van pluimvee (ook eenden) wordt door de overheid gestimuleerd. Ook het kweken van vis wordt gestimuleerd. Hout is de voornaamste energiebron voor huishoudelijk gebruik. Dit heeft wel een negatief effect op het bosbestand: er wordt ontzettend veel hout gekapt. Dit is dan ook een van de grootste problemen van het land. Herbebossingsprojecten kunnen de achteruitgang hiervan niet stoppen.
De industrie is nog weinig ontwikkeld en is het meest gericht op de verwerking van landbouwproducten. In het zuidoostelijke deel van Nepal staan vooral suiker-, thee-, jute-, lucifer-, sigaretten-, en textielfabrieken. Brouwerijen, schoenfabrieken, tapijtweverijen en textielfabrieken, cementfabrieken, steenbakkerijen en een fabriek voor landbouwmachines staan vooral in het centrale Nepal. Hoewel India als handelspartner een dominerende plaats inneemt heeft Nepal ook goede betrekkingen op China, Noord-Korea, Bangladesh, Egypte, Shri langa en Japan. In 1985 zijn er handelswegen geopend met Tibet. De handelsbalans toont een tekort door de lage landbouwproductie. Het tekort wordt ook veroorzaakt doordat er een sterke importtoename is van zware industrieproducten tbv de uitrusting van buitenlandse hulpprojecten.Jute producten, rijst, hout, thee en medicinale kruiden worden vooral naar de VS en west Europa gevoerd.