Werkstuk: Nederland en de Verenigde Naties
Nederland en de
Verenigde Naties
Nederlands militair ingrijpen onder de naam van de VN vanzelfsprekend?
Inleiding
Als onderwerp voor deze praktische opdracht Maatschappijleer, hebben we gekozen voor nummer 34: Moeten er Nederlandse troepen - onder de vlag van de VN - optreden in andere landen? Deze vraag is natuurlijk nooit volledig te beantwoorden omdat hij een wel erg subjectief antwoord suggereert. Iedereen heeft tenslotte zijn eigen mening over dit onderwerp en wij kunnen natuurlijk nooit spreken voor alle Nederlanders tegelijk. Daarom hebben we een hypothese geformuleerd, die we vervolgens hebben uitgewerkt in drie deelvragen. Onze hypothese luidt als volgt: De Nederlandse troepen zouden - onder de vlag van de VN - niet op moeten treden in conflicten elders in de wereld. Deze hypothese hebben we weer uitgewerkt in de volgende drie deelvragen:
1. Hoe is het gekomen dat Nederlandse troepen optreden in conflicten in het buitenland?
2. Wat houdt dit optreden op het ogenblik in, of wat hield dit in het verleden in?
3. Wat zijn de gevolgen - voor Nederland en voor de rest van de wereld - voor dit optreden?
Deze deelvragen gaan we trachten te beantwoorden in respectievelijk hoofdstuk I, II en III. In hoofdstuk IV zullen we dan vervolgens beschrijven wat de verschillende politieke partijen en andere actoren in Nederland al voor antwoord hebben gegeven op de hoofdvraag, en zullen we trachten zelf met een oplossing te komen. In hoofdstuk V proberen we dan tenslotte tot een algemene conclusie te komen voor zover dat mogelijk blijkt.
De laatste jaren is het onderwerp wat wij met deze opdracht gaan behandelen al vele malen ter sprake gekomen. Denk aan de trieste gebeurtenissen in Sebrenica en de actuele gebeurtenissen in Eritrea. Toen deze gebeurtenissen in het nieuws kwamen, rees er gelijk bij een heleboel mensen de vraag wat de VN nou eigenlijk voor doel heeft, waarom Nederland eraan mee moet doen, enz. Als veel mensen hier over na gaan denken komt het onderwerp via pressiegroepen of sluiswachters automatisch op de politieke agenda terecht. Of dit ook inderdaad gebeurt is en of er zelfs wel pressiegroepen over dit onderwerp bestaan, zullen we later onderzoeken. We gaan dan ook kijken wat de verschillende politieke partijen in Nederland er van vonden en wat Den Haag als oplossing heeft bedacht.
Hoofdstuk 1
Hoe is het optreden van Nederland onder de naam van de VN ontstaan?
Nadat de tweede wereldoorlog was afgelopen waren alle landen het erover eens dat er nooit meer zoiets als een wereldoorlog zou mogen komen. Al in de tweede wereldoorlog waren er tussen de geallieerde landen dingen afgesproken die later tot de Verenigde Naties zouden leiden. In 1941 werd namelijk door de Britse leider Churchill en president Roosevelt van de Verenigde Staten het 'Atlantic Charter' getekend. Dit handvest werd gedurende de oorlog nog door 47 andere landen getekend. Na de oorlog werd er meteen een officiële oprichtingsconferentie gehouden die uiteindelijk leidde tot de Verenigde Naties die wij nu kennen. Op 24 oktober 1945 traden de overeengekomen afspraken in werking. Ook Nederland behoorde tot een van de 50 landen die het verdrag bij oprichting tekenden.
De doelstellingen van de VN zijn:
- ' de internationale vrede en veiligheid handhaven en met het oog daarop gezamenlijke doeltreffende maatregelen nemen ter voorkoming en opheffing van vrede en veiligheid en het beslechten van geschillen met vreedzame middelen
- vriendschappelijke betrekkingen tussen staten tot stand brengen
- met het oog op het scheppen van een sfeer van stabiliteit en welzijn, nodig voor het onderhouden van vreedzame en vriendschappelijke betrekkingen tussen staten, internationale samenwerking tot stand brengen bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele of humanitaire aard, alsmede bij het bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden'
© Encarta 99 Encyclopedie Winkler Prins Editie, 'de Verenigde Naties'
Met het oog op de te behandelen hypothese interesseren wij ons vooral voor het eerste punt. Omdat Nederland dus in 1945 lid is geworden van de VN, heeft het sindsdien ook de plicht militairen te leveren voor het 'vreedzaam' oplossen van gewapende conflicten over de hele wereld. Een goed voorbeeld hiervan is de Balkan oorlog van een paar jaar geleden. Toen een conflict tussen verschillende volkeren daar (waarvan de meeste behoorden tot landen die waren aangesloten bij de Verenigde Naties) uit dreigde te lopen op een oorlog, was het de taak van de VN om daar een stokje voor te steken. Verder op in dit werkstuk zullen we hier nog op terugkomen. Landen die lid zijn van de VN hebben echter niet het recht om zomaar tot de aanval over te gaan. Gewapend geweld is alleen geoorloofd als zelfverdediging of verdediging van een van de lidstaten. Ook is het niet de bedoeling dat de Verenigde Naties zich gaan bemoeien met binnenlandse politiek. Vooral over dit laatste ontstaan vaak veel problemen, omdat de grens tussen binnenlandse politiek en een gevaarlijke situatie voor de wereldvrede vaak moeilijk te trekken is.
Wat vonden de Nederlandse inwoners nou zelf eigenlijk van de toetreding tot de VN? Om op deze vraag een goed antwoord te kunnen geven moet men er rekening mee houden dat men in Nederland in de naoorlogse jaren allemaal vol goede moed zat over de wederopbouw van het land. In de politiek werden weer nieuwe vrije verkiezingen gehouden en veel vooroorlogse partijen kwamen weer terug. Op 24 juni 1945 kwam in Nederland de kabinetsformatie Schermerhorn-Drees tot stand. Tot deze coalitie behoorde de Liberale Staatspartij, de VDB, de CHU, ,de SDAP en de RKSP. Deze coalitie noemde zich ook wel 'het nationaal kabinet voor herstel en vernieuwing'. Zoals deze - zoals later bleek sterk overdreven - term al laat zien, was de Nederlandse regering er hard mee bezig om Nederland niet meer aan de oorlog te laten denken. Twee dagen nadat deze coalitie werd gevormd, werd er in de VS echter een overeenkomst getekend voor internationale vrede - ook daar was men dus erg mee bezig. Misschien omdat de Nederlanders wel wat anders aan hun hoofd hadden, maar misschien ook omdat het een heel vrijblijvend en veilig verdrag was, heeft de Nederlandse regering het Handvest getekend zonder al te veel kritiek van de Nederlandse bevolking.
Hoofdstuk 2
Wat houdt het optreden van de Nederlandse
VN-troepen eigenlijk in?
Nederland heeft in het verleden al vele malen meegedaan aan missies van de VN. Hier volgt een enigszins beperkt overzicht met alleen de grote vredesmissies want er zijn op dit moment zeker tientallen kleinschalige operaties waaraan Nederlandse soldaten deelnemen (en met kleinschalig operaties bedoel ik missies bestaand uit 1 tot 50 man). Het zou dus een te grote opgave zijn om dat allemaal uit te zoeken en te rapporteren. We beperken ons daarom tot de missies onder de vlag van de VN, daar vallen de NAVO-missies in De Golf, Bosnië-Herzegovina en Kosovo dus niet bij.
- Korea
De eerste grote buitenlandse militaire missie van Nederland na de Tweede Wereldoorlog (de acties in Indonesië niet meegerekend) begon eind 1950 in Korea. De missie koste aan 123 Nederlands het leven.
- Midden-Oosten
Tussen 1979 en 1985 nam Nederland deel aan Unifil, een vredesmacht die een bufferzone moest vormen tussen Libanon en Israël. In 1983 vond de regering het te gevaarlijk worden en werden de meeste manschappen teruggetrokken. Alleen een compagnie (Dutchcov) bleef achter. Het Nederlandse optreden kostte negen mensen het leven.
- Sinaï
In de periode 1982-1995 was Nederland betrokken bij een vredesoperatie in Sinai. Eén militair verloor het leven.
- Golfoorlog
Tijdens de Golfoorlog tussen Irak en geallieerden die Koeweit te hulp kwamen in 1990-1991 zette Nederland de marine in met fregatten en mijnenvegers. De landmacht zorgde voor een medisch team en de luchtmacht stuurde lanceerinstallaties naar oostelijk Turkije en Israël.
- Cambodja
In 1992 deelname aan een vredesmissie in Cambodja. Twee mensen kwamen daarbij om het leven.
- Joegoslavië
In 1992 besloot Nederland tot een bijdrage aan missie Unprofor in Joegoslavië. Aanvankelijk ging het om een speciaal verbindingsbataljon dat in 1994 opgeheven werd. Toen werden twee compagnieën beschikbaar gesteld voor een gezamenlijk Belgisch-Nederlands transportbataljon.
- Srebrenica
De eerste F-16's werden in april 1993 ingezet. In november 1993 besloot de regering tot de uitzending van de luchtmobiele brigade naar Srebrenica en Tuzla. Vijf mensen kwamen om bij deze missie. Srebrenica was één van de zes Bosnische enclaves (stuk van een land, ingesloten door vreemd grondgebied) in het door de Bosnisch-Servische leger bezette gebied van Bosnië, dat veroverd werd door strijdkrachten van generaal Ratko Mladic. De enclaves waren eerder door de Veiligheidsraad van de VN uitgeroepen tot safe areas. Er waren vervolgens VN-troepen gestationeerd. Hun opdracht was om toe te zien op de naleving van het bestand dat dezen safe areas mogelijk had gemaakt. In de enclave Srebrenica was het in 1995 een Nederlands bataljon (Dutchbat3) dat deze taak uitoefende. Ze waren er niet om hun inwoners te beschermen maar om toe te zien op de naleving van het bestand. Militair geweld was hun alleen toegestaan in geval van zelfverdediging. Vandaar dat het Nederlandse bataljon in het geheel niet was voorbereid op, en uitgerust voor gevechtshandelingen. Daarom moesten de Nederlanders met lede ogen toekijken hoe de Bosnische-Serviërs duizenden moslims gevangen namen. Die later allemaal massaal werden afgeslacht.
- Cyprus
Sinds juni neemt Nederland deel aan de vredesmissie op Cyprus met één compagnie.
Tot zover het optreden van Nederlandse troepen - onder de vlag van de VN - in het verleden. Het komende gedeelte gaat over de veelbesproken deelname van Nederland aan de VN-vredesmissie in Eritrea op dit moment. Veelbesproken is misschien een eufemisme want vele commentaren van zowel voor en tegen zijn geleverd. Heftige debatten in de tweede kamer hebben geleid tot veel ophef rond dit onderwerp. En vele krantenartikel krantenartikelen hebben dit onderwerp onder de aandacht gebracht van het Nederlandse volk. Maar over dit probleem hopen we in een volgend hoofdstuk verder uit te weiden. Hieronder volgt dus wat informatie over deze huidige VN-missies.
- Eritrea en Ethiopië
Van 1993-mei 1998 leefden Eritrea en Ethiopië in harmonie met elkaar. Toen de relatie in de loop van deze periode echter verslechterde, brak een conflict uit over de begrenzing van de regio Badme, een nauwelijks bevolkte streek.
Er bestaat tevens onduidelijkheid over de grenzen bij Zalambessa en Bure. Ethiopië beroept zich op de grens zoals die eind jaren '80 werd vastgesteld. Eritrea daarentegen wil terug naar de koloniale grens zoals die werd vastgelegd in een verdrag uit 1902 tussen Italië, Ethiopië en Engeland. Tijdens het conflict braken bloedige gevechten. Op 18 juni 2000 kwamen beide landen in Algiers een wapenstilstand overeen die onder meer voorzag in de aanwezigheid van een VN-vredesmacht. Op 12 december tenslotte tekenden Ethiopië en Eritrea een vredesakkoord.
Op 15 september jl. aanvaardde de Veiligheidsraad unaniem het mandaat (machtiging). United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea, is een controlerende missie, waarbij door de aanwezigheid van blauwhelmen het vredesproces kan worden bevorderd. Het mandaat van UNMEE bestaat uit de volgende onderdelen:
-Het controleren van het staakt-het-vuren;
-Het ondersteunen, waar van toepassing, bij het verzekeren van de naleving van de veiligheidsafspraken van beide landen (het gaat hierbij om technisch advies);
-Het controleren en onderzoek doen naar de echtheid van de terugtrekking van Ethiopische troepen tot de lijn van 6 mei 1998;
-Het controleren van de Ethiopische posities na terugtrekking;
-Het gelijktijdig controleren van de posities van het Eritrese leger, dat zich dient terug te trekken tot 25 kilometer afstand van de Ethiopische troepen;
-Het controleren van de bufferzone ter naleving van het staakt-het-vuren;
-Het voorzitten van het Military Coordination Committee (MCC) dat door VN en Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) zal worden opgericht. (Het MCC vervult ten aanzien van de militaire aangelegenheden in de veiligheidszone een liaisontaak);
-Het coördineren en assisteren van humanitaire in de bufferzone en aansluitende gebieden;
-Het coördineren van de activiteiten van de missie met humanitaire activiteiten van de VN of andere organisaties in de bufferzone.
Hoofdstuk 3
Wat zijn de gevolgen, voor Nederland en voor de rest van de wereld, voor dit optreden?
Nu we weten wat Nederland al zoal gedaan heeft in het verleden onder de vlag van de VN, gaan we kijken wat hier nou eigenlijk de gevolgen van zijn of zijn geweest. Eerst nemen we de gevolgen voor de rest van de wereld door Nederlands ingrijpen onder de loep. Dit houdt in dat we de resultaten tonen van Nederlands ingrijpen in de gebieden of de landen: Midden-Oosten, Sinaï, Koeweit, Cambodja, Joegoslavië, Cyprus en Eritrea. Hierna zullen we kijken wat de gevolgen voor Nederland zelf zijn voor dit optreden.
Overzicht van de behaalde resultaten en de gevolgen voor de rest van de wereld.
- Midden-Oosten
Nederlandse troepen in samenwerking met andere landen zagen en zien toe op het handhaven van de bestandslijnen tussen Israël en haar buurstaten. Ook moest er toegezien worden op het staakt-het-vuren in het gebied rond het Suez-kanaal en de Golanhoogte na de Arabisch-Israëlische oorlog van juni 1967. De bemoeienissen hebben geleid tot voorkoming van gewapende conflicten tussen Israël en de Arabische Staten.
- Sinaï
De verbindingscompagnie verzorgde de verbindingen van de MFO (MFO moest toezien op de terugtrekking van de legers van Israël en Egypte). Verder hadden Nederlandse marechaussees de verantwoordelijkheid voor de politietaken op de locaties. Tevens moest het contacten onderhouden met de lokale politiefunctionarissen. Ook voerden ze grensbewaking uit om Egyptische en Israëlische infiltraties te voorkomen die het verdrag konden schaden. Zo verrichtte de Nederlandse soldaten nuttig werk om zo explosies van gewelddadigheden te voorkomen.
- Koeweit
In 1990 viel Irak het welvarende olierijke straatje Kuweit binnen. Een groot aantal landen stuurde manschappen en materieel naar het gebied om zo Irak tot terugtrekking te dringen. Nederlandse schepen patrouilleerden in de Golf van Oman. Een mobiel noodhospitaal werd opgericht ten behoeve van scheepsbemanningen. Een ander medisch team behandelde Irakese gewonde. Lanceerinstallaties en andere wapens werden gestuurd om zo het massavernietigingswapens producerende Irak terug te dwingen, om zo veel leed te voorkomen. Vervolgens zette Nederland zich in voor de bouw van vluchtelingenkampen om zo de stroom vluchtelingen op te kunnen vangen.
- Cambodja
Na een dramatische periode waarin Rode Khmer leider Pol Pot de touwtjes in handen had. En een tien jaar durende guerrillastrijd was het tijd geworden voor wederopbouw. De Nederlanders kregen opdracht om mijnen op te sporen en Cambodjaanse teams op te leiden. Ook een veldhospitaal werd opgericht die goede diensten bewees aan de burgerbevolking. Zo verlichte Nederlandse troepen het leven van vele Cambodjanen.
- Joegoslavië
De Nederlandse strijdmachten hebben hier ten doel om af te schrikken en een actieve bijdrage te leveren aan het stabiliseren van de vrede. Ook levert zij steun aan de wederopbouw.
Politietaken en observeren, controleren van het justitiële apparaat horen ook bij het taken pakket. Helaas kon men massale slachtingen onder Bosnische-Serviërs niet voorkomen.
- Cyprus
Belangen van de Griekse en Turks Cypriotische gemeenschap met elkaar in evenwicht brengen is het doel van Nederlandse troepen op Cyprus. Hervatting van de vijandelijkheden te voorkomen en bij te dragen aan het herstel van het rechtssysteem en de openbare orde valt hier ook onder. Dit alles moet lijden tot een duurzame vrede.
- Eritrea en Ethiopië
Een vredesoperatie waarin Nederland sterk bij betrokken is. De resultaten zijn tot zover dat er geen bloedige gevechten meer zijn uitgebroken sinds de aanwezigheid van Nederlandse troepen.
Overzicht van de gevolgen voor Nederland zelf
Tot zover de gevolgen van Nederlands ingrijpen voor de rest van de wereld. Nu gaan we de gevolgen voor Nederland zelf bespreken, op zowel sociaal als economisch gebied. Al deze informatie (alleen dan veel uitgebreider) wordt aangevoerd in de discussie over de vraag of Nederland nu wel of niet moet ingrijpen. Maar hier over hopen we in het volgende hoofdstuk verder uit te weiden.
Sociale gevolgen
Het belangrijkste en meest schokkende gevolg van inzet van Nederlandse militairen in vredesoperaties zijn de omgekomen soldaten in dienst van het vaderland. Tijdens de missies in Korea, Midden-Oosten, Sinaï, Koeweit, Cambodja, Joegoslavië, Cyprus en Eritrea zijn bij elkaar 140 militairen om het leven gekomen. Het aantal gewonden loopt zeker in de duizenden.
Van iets minder schokkende aard, maar toch zeer belangrijk is de forse ingreep in het persoonlijk leven van de militair en dat van zijn of haar omgeving wat een inzet betekent. Geconcludeerd kan worden dat bij iedere operatie psychosociale problemen bij terugkeer kunnen ontstaan. Gemiddeld heeft één op de vijf militairen na een uitzending te maken met psychosociale problemen. Bij gemiddeld ruim twee procent van de militairen is sprake van een post traumatische stress stoornis (PTSS). Hoe vaak wordt er in de Media niet gesproken over een onderzoek naar klachten van militairen die uitgezonden zijn geweest naar bijvoorbeeld Bosnië (mogelijk aanwezigheid van licht radioactieve stralingsbronnen waardoor abnormaal veel mensen geheugenverlies hebben) of naar soldaten die in Cambodja ingezet zijn (psychologische problemen)? En zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen.
De familierelaties bevinden zich vaak in een andersoortige, maar toch even moeilijke positie als de uitgezonden militair. Zij moeten het immers gedurende enkele maanden stellen zonder hun relatie en leven vaak in spanning over de situatie waarin de uitgezonden militair zich bevindt. Uit recent onderzoek onder het thuisfront van uitgezonden militairen werd nog eens bevestigd dat voor partners het afscheid nemen en de eenzaamheid de zwaarste ervaringen zijn. Zodra de militair zich zorgen maakt over de achterban verslechterd het functioneren van de soldaat.
Economische gevolgen
Werkgelegenheid is een belangrijk factor in de economie, aangezien defensie naar schatting 74.500 personeelsleden heeft: globaal 54.500 militairen en 20.000 burgers. Natuurlijk zijn en worden niet alle medewerkers ingezet bij vredesoperaties. Sinds 1990 zijn ongeveer 37.000 militairen uitgezonden geweest. Zodra er veel mensen een baan hebben neemt het draagvlak toe, maar aan de andere kant worden bijna alle uitgaven betaald door belastingen.
De hoogte van de uitgaven voor vredesoperaties werd in 1994 bepaald op 300 miljoen waarin onder meer een ontvangst van de VN was opgenomen van 58 miljoen.
In 1997 werden de uitgaven verlaagd tot 248 miljoen. Maar in 1999 werd er incidenteel 200 miljoen aan toegevoegd. Ook in 2000 moest er een bedrag van zo'n 99 miljoen bij.
Verder is defensie een grote stimulator voor de Nederlandse economie d.m.v. inschakeling van Nederlandse bedrijven voor defensie opdrachten. De defensie begroting voor dit jaar wordt geraamd op 14,5 miljard. Daarvan wordt een groot deel gestoken in materiaal en diensten, geproduceerd en verleend door een groot aantal bedrijven. Defensie bestedingen zijn vaak een redmiddel bij een neergaande conjunctuur: de overheid geeft dan de economie een impuls door het doen van defensie aankopen. In een periode van stijgende conjunctuur zijn dit soort bestedingen remmend, hiermee wordt getracht een constante conjunctuur te krijgen en dus een stabiele economie.
Hoofdstuk 4
Wat zijn er voor eventuele oplossingen voor het probleem?
In dit hoofdstuk komen mogelijke oplossingen inzake deelneming aan VN vredesmissies aan de orde. We zullen beginnen met een beknopt overzicht (anders zou dit werkstuk de dikte van een boek aan kunnen gaan nemen) van de verschillende visies van de politieke partijen in Nederland. Deze visies zijn duidelijk naar voren gekomen in de debatten rond de deelname van een Nederlandse vredesmacht in Eritrea en in commentaren op het rapport van de commissie Bakker. Als laatste zullen wij onze mening geven over het probleem, en zullen we een mogelijke oplossing formuleren.
Visie politieke partijen
- VVD
'Deelname aan vredesoperaties is gerechtvaardigd als de politieke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met de inzet van militaire middelen. Maar er mag alleen deelgenomen worden als het gaat om klassieke peace-keeping operaties. Daar is namelijk de VN de afgelopen 50 jaren erg succesvol in geweest. De operaties waar het de afgelopen jaren grondig misging werden weliswaar 'peace-keeping' missies genoemd, maar waren dat niet, ze voldeden niet aan de basisprincipes. Ook moeten er duidelijke afspraken zijn over: de juiste militaire instrumenten om de taak uit te voeren, de commandostructuur (duidelijke verantwoordelijke), risico, exit-strategie (in geval toestand verslechterd), grondige voorbereiding op risico's voor gezondheid militairen en vluchtelingenproblematiek.'
- PvdA
De PvdA is van mening dat VN-operaties niet uitgesloten moeten worden. Nederland moet een blijvende internationale betrokkenheid en bereidheid tonen om aan internationale vredesoperaties deel te nemen. Internationale tussenkomst zal niet alle problemen oplossen en het zal niet altijd een duurzame stabiliteit en veiligheid creëren, maar het zal in ieder geval het aantal slachtoffers kunnen beperken.
- CDA
Het CDA wil haar verantwoordelijkheid nemen met betrekking tot het herstel van de internationale rechtsorde. 'Wij wensen een geloofwaardige en robuuste VN-macht die in staat is ook onder moeilijker omstandigheden daadwerkelijk een bijdrage te kunnen leveren aan het realiseren van het doel. Dus een vredesafdwingende en geen klassieke vredesbewarende operatie. We willen Nederlandse militairen niet in de positie brengen dat ze machteloos, met de handen op de rug gebonden moeten toekijken als het misloopt. Niks kunnen doen en alleen maar kunnen zorgen dat ze veilig wegkomen, zonder zich te kunnen bekommeren over bijv. vluchtelingen.' Het moet dus altijd gaan om een operatie die beschikt over voldoende vuurkracht om zichzelf te verdedigen en hard terug te slaan.
- D66
'Het trauma van Srebenica speelt nog steeds bij velen door het hoofd. Begrijpelijk, want de gebeurtenissen van 5 jaar geleden hebben ons geloof in goede aflopen en ook in moreel opzicht succesvolle bijdragen aan de internationale rechtsorde behoorlijk doen wankelen. Het is echter belangrijk dat Nederland zich inzet om een concrete bijdrage te leveren aan de internationale rechtsorde. Voor vredesoperaties niet alleen dichtbij huis (in Europa) maar ook waar het elders in de wereld nodig is. Wij vinden het buitengewoon belangrijk om de verantwoordelijkheid die Nederland wil leveren, ook als het gaat om de vredesmissie, te combineren met daadwerkelijke gebaren en stappen om de ontwikkelingsrelatie met beide landen op te bouwen. Echter voor deelname moeten er wel duidelijke afspraken zijn gemaakt over aflossing, materiaal, exit-strategie etc.'
- Groenlinks
'Groenlinks is van mening dat ons we onze ogen niet kunnen en mogen sluiten voor de honger en onderdrukking in de rest van de wereld. Ons welvarende land heeft de verantwoordelijkheid andere landen te ondersteunen en stimuleren in hun ontwikkeling. De Nederlandse krijgsmacht moet worden omgevormd tot een vredesmacht die uitsluitend deelneemt aan internationale vredesoperaties als er sprake is van volkenmoord of om hulpverlening mogelijk te maken.'
- ChristenUnie
Christelijke politiek heeft weet van de christelijke plicht in crisissituaties, aangezien landen een verantwoordelijkheid dragen voor elkaar. Nederlandse deelname aan een VN-vredesmacht mag alleen wanneer die vredesmacht wordt ingezet voor Peace-keeping en niet voor Peace-enforcing (vrede dwingend).
- SP
Volgens de SP moet Nederland zich meer terughoudend tonen bij deelname aan vredesoperaties. De SP noemt het aannemelijk dat Nederlandse aanwezigheid op Cyprus ook voorkomt uit de angst voor bezuiniging op Defensie. Dat Nederland ook om andere motieven dan handhaving van het internationaal recht en verbetering van de humanitaire situatie militairen uitzendt, is volgens de SP onaanvaardbaar. Er mag alleen deelgenomen worden aan een vredesmissie als er duidelijkheid is over de aflossing en als er een vredesakkoord is.
Visie van oud-minister van den Broek
'Nederland heeft de morele plicht een bijdrage te leveren aan het handhaven van de vrede. Die morele plicht, en niet een Nederlands belang, leidde tot deelname aan missies in onder meer Cambodja, Cyprus en de Sinaï en tot een voorhoedepositie van Nederland in de Europese discussie over militair ingrijpen in Bosnië. Er is namelijk een gemeenschappelijk gevoelde plicht om iets te doen.'
Eigen visie
Onze eigen visie is niet iets revolutionairs, iets totaal anders, maar het is een mix van de hierboven genoemde visies.
We mogen onze ogen niet sluiten voor de onderdrukking (in het ergste geval genocide) en voor de honger in de rest van de wereld. Daarom is het onze morele plicht om een bijdrage te leveren aan internationale vredesoperaties. Er mogen geen andere motieven een rol spelen dan handhaving van het internationaal recht en verbetering van de humanitaire situatie. Deelname aan vredesoperaties is alleen gerechtvaardigd als de politieke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met de inzet van militaire middelen, dit moet duidelijk worden nadat men eerst via diplomatieke wegen geprobeerd heeft om tot vrede te komen. De strijdmachten moeten de vorm aannemen van een peace-enforcing ten alle tijden. Dit omdat zo'n robuuste strijdmacht in staat is zowel als vrede bewarend als vrede dwingend op te treden. Mocht er dan een crisis ontstaan dan zijn de Nederlandse militairen in staat om zich te verdedigen en hard terug te slaan. En zo zijn ze dan niet genoodzaakt om net zoals in Srebrenica (waar sommige militairen psychische problemen aan overgehouden hebben) toe te kijken hoe het verkeerd afloopt. Echter moeten er wel duidelijke afspraken gemaakt worden over verantwoordelijkheid, gezondheidsrisico's voor militairen, samenwerking, achterban, etc. Dit om zo de vredesoperaties te optimaliseren.
Hoofdstuk 5
Conclusie & Slotwoord
Zoals we al in de inleiding hadden genoemd, is het bij dit probleem heel erg moeilijk om tot een echte en algemene oplossing te komen. Nu we het probleem wat onder de loep hebben genomen en de mening van de verschillende actoren in het probleem ook hebben bekeken en vergeleken, hebben we - zoals in het vorige hoofdstuk te lezen is - voor ons zelf vastgesteld dat VN-operaties noodzakelijk zijn voor Nederland, maar vooral voor de rest van de wereld natuurlijk. De genoemde nadelen wegen niet af tegen de, toch over het algemeen positieve, gevolgen. Wij denken dat we in het westen verplicht zijn om toch enigszins mee te voelen met de conflicten elders, maar vooral ook dat we moeten doen wat we moeten doen; in dit geval 'onze jongens' naar conflicten in het buitenland sturen, om de vrede koste wat kost te bewaren. Onze hypothese blijkt dus onjuist, en kijkend naar de verschrikkelijke oorlogen over de hele wereld, is dat maar goed ook, denk ik.
Om dat dit ook een van de opdrachten van deze praktische opdracht was, zijn we op zoek gegaan naar eventuele pressiegroepen die zich bezighielden met deze kwestie. Na lang zoeken op internet en in de krant hebben wij echter helemaal niets hierover kunnen vinden. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze niet bestaan, ze waren misschien gewoon erg moeilijk te vinden. Verder hebben we de informatie over het onderwerp vrij gemakkelijk kunnen vinden. Dit komt denk ik ook omdat het gewoon een heel actueel onderwerp is, waar nog regelmatig over gesproken wordt, zij het op de hoek van de straat bij de groenteman, zij het in de Tweede Kamer. Het gericht zoeken naar informatie op internet blijft echter wel altijd moeilijk. Dit komt vooral omdat er zo veel over dit onderwerp te vinden is, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Ook dit probleem hebben we echter wel zonder al te veel problemen weten te overkomen.
Over het algemeen zijn wij, Matthijs en Jidde, erg tevreden over deze praktische opdracht en alles wat er mee samenhing: de werkwijze en werkverdeling, de verdieping in het onderwerp, enz. Ook zijn denk ik de verschillende visies van alle actoren goed naar voren gekomen en hebben we, tegen onze eigen verwachting in, toch nog een redelijke eigen visie op papier kunnen zetten. Wij hopen natuurlijk allebei ook dat de toekomstige VN-vredesacties zo goed mogelijk zullen verlopen zodat beide partijen (helpende land en geholpen land) tevreden zullen zijn. We moeten altijd blijven bedenken dat er een heleboel landen zijn waar mensen het niet zo goed hebben als hier, en als je de mogelijkheid hebt om te helpen, moet je dat natuurlijk nooit laten. Bovendien hebben we laten zien dat Nederland er -buiten de verliezen en verwondingen van onze manschappen natuurlijk - er economisch gezien blij mee mag zijn dat er iets als de Verenigde Staten bestaat.
Hoofdstuk 6
Geraadpleegde bronnen
Het Internet
www.altcom.nl/fsun50.htm
www.cda.nl/articles
www.mindef.nl
www.mindef/links.nl
www.kranten.com
www.vvd.nl
www.pvda.nl
www.cda.nl
www.d66.nl
www.groenlinks.nl
www.christenunie.nl
www.sp.nl
www.un.nl
www.unmee.nl
www.politiekepartijen.nl
www.overheid.nl
Encarta 99 Encyclopedie, Winkler Prins Editie
Artikel 'De Verenigde Naties'
Artikel 'NAVO'
Artikel 'Nederland - geschiedenis'
Verenigde Naties
Nederlands militair ingrijpen onder de naam van de VN vanzelfsprekend?
Inleiding
Als onderwerp voor deze praktische opdracht Maatschappijleer, hebben we gekozen voor nummer 34: Moeten er Nederlandse troepen - onder de vlag van de VN - optreden in andere landen? Deze vraag is natuurlijk nooit volledig te beantwoorden omdat hij een wel erg subjectief antwoord suggereert. Iedereen heeft tenslotte zijn eigen mening over dit onderwerp en wij kunnen natuurlijk nooit spreken voor alle Nederlanders tegelijk. Daarom hebben we een hypothese geformuleerd, die we vervolgens hebben uitgewerkt in drie deelvragen. Onze hypothese luidt als volgt: De Nederlandse troepen zouden - onder de vlag van de VN - niet op moeten treden in conflicten elders in de wereld. Deze hypothese hebben we weer uitgewerkt in de volgende drie deelvragen:
1. Hoe is het gekomen dat Nederlandse troepen optreden in conflicten in het buitenland?
2. Wat houdt dit optreden op het ogenblik in, of wat hield dit in het verleden in?
3. Wat zijn de gevolgen - voor Nederland en voor de rest van de wereld - voor dit optreden?
Deze deelvragen gaan we trachten te beantwoorden in respectievelijk hoofdstuk I, II en III. In hoofdstuk IV zullen we dan vervolgens beschrijven wat de verschillende politieke partijen en andere actoren in Nederland al voor antwoord hebben gegeven op de hoofdvraag, en zullen we trachten zelf met een oplossing te komen. In hoofdstuk V proberen we dan tenslotte tot een algemene conclusie te komen voor zover dat mogelijk blijkt.
De laatste jaren is het onderwerp wat wij met deze opdracht gaan behandelen al vele malen ter sprake gekomen. Denk aan de trieste gebeurtenissen in Sebrenica en de actuele gebeurtenissen in Eritrea. Toen deze gebeurtenissen in het nieuws kwamen, rees er gelijk bij een heleboel mensen de vraag wat de VN nou eigenlijk voor doel heeft, waarom Nederland eraan mee moet doen, enz. Als veel mensen hier over na gaan denken komt het onderwerp via pressiegroepen of sluiswachters automatisch op de politieke agenda terecht. Of dit ook inderdaad gebeurt is en of er zelfs wel pressiegroepen over dit onderwerp bestaan, zullen we later onderzoeken. We gaan dan ook kijken wat de verschillende politieke partijen in Nederland er van vonden en wat Den Haag als oplossing heeft bedacht.
Hoofdstuk 1
Hoe is het optreden van Nederland onder de naam van de VN ontstaan?
Nadat de tweede wereldoorlog was afgelopen waren alle landen het erover eens dat er nooit meer zoiets als een wereldoorlog zou mogen komen. Al in de tweede wereldoorlog waren er tussen de geallieerde landen dingen afgesproken die later tot de Verenigde Naties zouden leiden. In 1941 werd namelijk door de Britse leider Churchill en president Roosevelt van de Verenigde Staten het 'Atlantic Charter' getekend. Dit handvest werd gedurende de oorlog nog door 47 andere landen getekend. Na de oorlog werd er meteen een officiële oprichtingsconferentie gehouden die uiteindelijk leidde tot de Verenigde Naties die wij nu kennen. Op 24 oktober 1945 traden de overeengekomen afspraken in werking. Ook Nederland behoorde tot een van de 50 landen die het verdrag bij oprichting tekenden.
De doelstellingen van de VN zijn:
- ' de internationale vrede en veiligheid handhaven en met het oog daarop gezamenlijke doeltreffende maatregelen nemen ter voorkoming en opheffing van vrede en veiligheid en het beslechten van geschillen met vreedzame middelen
- vriendschappelijke betrekkingen tussen staten tot stand brengen
- met het oog op het scheppen van een sfeer van stabiliteit en welzijn, nodig voor het onderhouden van vreedzame en vriendschappelijke betrekkingen tussen staten, internationale samenwerking tot stand brengen bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele of humanitaire aard, alsmede bij het bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden'
© Encarta 99 Encyclopedie Winkler Prins Editie, 'de Verenigde Naties'
Met het oog op de te behandelen hypothese interesseren wij ons vooral voor het eerste punt. Omdat Nederland dus in 1945 lid is geworden van de VN, heeft het sindsdien ook de plicht militairen te leveren voor het 'vreedzaam' oplossen van gewapende conflicten over de hele wereld. Een goed voorbeeld hiervan is de Balkan oorlog van een paar jaar geleden. Toen een conflict tussen verschillende volkeren daar (waarvan de meeste behoorden tot landen die waren aangesloten bij de Verenigde Naties) uit dreigde te lopen op een oorlog, was het de taak van de VN om daar een stokje voor te steken. Verder op in dit werkstuk zullen we hier nog op terugkomen. Landen die lid zijn van de VN hebben echter niet het recht om zomaar tot de aanval over te gaan. Gewapend geweld is alleen geoorloofd als zelfverdediging of verdediging van een van de lidstaten. Ook is het niet de bedoeling dat de Verenigde Naties zich gaan bemoeien met binnenlandse politiek. Vooral over dit laatste ontstaan vaak veel problemen, omdat de grens tussen binnenlandse politiek en een gevaarlijke situatie voor de wereldvrede vaak moeilijk te trekken is.
Wat vonden de Nederlandse inwoners nou zelf eigenlijk van de toetreding tot de VN? Om op deze vraag een goed antwoord te kunnen geven moet men er rekening mee houden dat men in Nederland in de naoorlogse jaren allemaal vol goede moed zat over de wederopbouw van het land. In de politiek werden weer nieuwe vrije verkiezingen gehouden en veel vooroorlogse partijen kwamen weer terug. Op 24 juni 1945 kwam in Nederland de kabinetsformatie Schermerhorn-Drees tot stand. Tot deze coalitie behoorde de Liberale Staatspartij, de VDB, de CHU, ,de SDAP en de RKSP. Deze coalitie noemde zich ook wel 'het nationaal kabinet voor herstel en vernieuwing'. Zoals deze - zoals later bleek sterk overdreven - term al laat zien, was de Nederlandse regering er hard mee bezig om Nederland niet meer aan de oorlog te laten denken. Twee dagen nadat deze coalitie werd gevormd, werd er in de VS echter een overeenkomst getekend voor internationale vrede - ook daar was men dus erg mee bezig. Misschien omdat de Nederlanders wel wat anders aan hun hoofd hadden, maar misschien ook omdat het een heel vrijblijvend en veilig verdrag was, heeft de Nederlandse regering het Handvest getekend zonder al te veel kritiek van de Nederlandse bevolking.
Hoofdstuk 2
Wat houdt het optreden van de Nederlandse
VN-troepen eigenlijk in?
Nederland heeft in het verleden al vele malen meegedaan aan missies van de VN. Hier volgt een enigszins beperkt overzicht met alleen de grote vredesmissies want er zijn op dit moment zeker tientallen kleinschalige operaties waaraan Nederlandse soldaten deelnemen (en met kleinschalig operaties bedoel ik missies bestaand uit 1 tot 50 man). Het zou dus een te grote opgave zijn om dat allemaal uit te zoeken en te rapporteren. We beperken ons daarom tot de missies onder de vlag van de VN, daar vallen de NAVO-missies in De Golf, Bosnië-Herzegovina en Kosovo dus niet bij.
- Korea
De eerste grote buitenlandse militaire missie van Nederland na de Tweede Wereldoorlog (de acties in Indonesië niet meegerekend) begon eind 1950 in Korea. De missie koste aan 123 Nederlands het leven.
- Midden-Oosten
Tussen 1979 en 1985 nam Nederland deel aan Unifil, een vredesmacht die een bufferzone moest vormen tussen Libanon en Israël. In 1983 vond de regering het te gevaarlijk worden en werden de meeste manschappen teruggetrokken. Alleen een compagnie (Dutchcov) bleef achter. Het Nederlandse optreden kostte negen mensen het leven.
- Sinaï
In de periode 1982-1995 was Nederland betrokken bij een vredesoperatie in Sinai. Eén militair verloor het leven.
- Golfoorlog
Tijdens de Golfoorlog tussen Irak en geallieerden die Koeweit te hulp kwamen in 1990-1991 zette Nederland de marine in met fregatten en mijnenvegers. De landmacht zorgde voor een medisch team en de luchtmacht stuurde lanceerinstallaties naar oostelijk Turkije en Israël.
- Cambodja
In 1992 deelname aan een vredesmissie in Cambodja. Twee mensen kwamen daarbij om het leven.
- Joegoslavië
In 1992 besloot Nederland tot een bijdrage aan missie Unprofor in Joegoslavië. Aanvankelijk ging het om een speciaal verbindingsbataljon dat in 1994 opgeheven werd. Toen werden twee compagnieën beschikbaar gesteld voor een gezamenlijk Belgisch-Nederlands transportbataljon.
- Srebrenica
De eerste F-16's werden in april 1993 ingezet. In november 1993 besloot de regering tot de uitzending van de luchtmobiele brigade naar Srebrenica en Tuzla. Vijf mensen kwamen om bij deze missie. Srebrenica was één van de zes Bosnische enclaves (stuk van een land, ingesloten door vreemd grondgebied) in het door de Bosnisch-Servische leger bezette gebied van Bosnië, dat veroverd werd door strijdkrachten van generaal Ratko Mladic. De enclaves waren eerder door de Veiligheidsraad van de VN uitgeroepen tot safe areas. Er waren vervolgens VN-troepen gestationeerd. Hun opdracht was om toe te zien op de naleving van het bestand dat dezen safe areas mogelijk had gemaakt. In de enclave Srebrenica was het in 1995 een Nederlands bataljon (Dutchbat3) dat deze taak uitoefende. Ze waren er niet om hun inwoners te beschermen maar om toe te zien op de naleving van het bestand. Militair geweld was hun alleen toegestaan in geval van zelfverdediging. Vandaar dat het Nederlandse bataljon in het geheel niet was voorbereid op, en uitgerust voor gevechtshandelingen. Daarom moesten de Nederlanders met lede ogen toekijken hoe de Bosnische-Serviërs duizenden moslims gevangen namen. Die later allemaal massaal werden afgeslacht.
- Cyprus
Sinds juni neemt Nederland deel aan de vredesmissie op Cyprus met één compagnie.
Tot zover het optreden van Nederlandse troepen - onder de vlag van de VN - in het verleden. Het komende gedeelte gaat over de veelbesproken deelname van Nederland aan de VN-vredesmissie in Eritrea op dit moment. Veelbesproken is misschien een eufemisme want vele commentaren van zowel voor en tegen zijn geleverd. Heftige debatten in de tweede kamer hebben geleid tot veel ophef rond dit onderwerp. En vele krantenartikel krantenartikelen hebben dit onderwerp onder de aandacht gebracht van het Nederlandse volk. Maar over dit probleem hopen we in een volgend hoofdstuk verder uit te weiden. Hieronder volgt dus wat informatie over deze huidige VN-missies.
- Eritrea en Ethiopië
Van 1993-mei 1998 leefden Eritrea en Ethiopië in harmonie met elkaar. Toen de relatie in de loop van deze periode echter verslechterde, brak een conflict uit over de begrenzing van de regio Badme, een nauwelijks bevolkte streek.
Er bestaat tevens onduidelijkheid over de grenzen bij Zalambessa en Bure. Ethiopië beroept zich op de grens zoals die eind jaren '80 werd vastgesteld. Eritrea daarentegen wil terug naar de koloniale grens zoals die werd vastgelegd in een verdrag uit 1902 tussen Italië, Ethiopië en Engeland. Tijdens het conflict braken bloedige gevechten. Op 18 juni 2000 kwamen beide landen in Algiers een wapenstilstand overeen die onder meer voorzag in de aanwezigheid van een VN-vredesmacht. Op 12 december tenslotte tekenden Ethiopië en Eritrea een vredesakkoord.
Op 15 september jl. aanvaardde de Veiligheidsraad unaniem het mandaat (machtiging). United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea, is een controlerende missie, waarbij door de aanwezigheid van blauwhelmen het vredesproces kan worden bevorderd. Het mandaat van UNMEE bestaat uit de volgende onderdelen:
-Het controleren van het staakt-het-vuren;
-Het ondersteunen, waar van toepassing, bij het verzekeren van de naleving van de veiligheidsafspraken van beide landen (het gaat hierbij om technisch advies);
-Het controleren en onderzoek doen naar de echtheid van de terugtrekking van Ethiopische troepen tot de lijn van 6 mei 1998;
-Het controleren van de Ethiopische posities na terugtrekking;
-Het gelijktijdig controleren van de posities van het Eritrese leger, dat zich dient terug te trekken tot 25 kilometer afstand van de Ethiopische troepen;
-Het controleren van de bufferzone ter naleving van het staakt-het-vuren;
-Het voorzitten van het Military Coordination Committee (MCC) dat door VN en Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) zal worden opgericht. (Het MCC vervult ten aanzien van de militaire aangelegenheden in de veiligheidszone een liaisontaak);
-Het coördineren en assisteren van humanitaire in de bufferzone en aansluitende gebieden;
-Het coördineren van de activiteiten van de missie met humanitaire activiteiten van de VN of andere organisaties in de bufferzone.
Hoofdstuk 3
Wat zijn de gevolgen, voor Nederland en voor de rest van de wereld, voor dit optreden?
Nu we weten wat Nederland al zoal gedaan heeft in het verleden onder de vlag van de VN, gaan we kijken wat hier nou eigenlijk de gevolgen van zijn of zijn geweest. Eerst nemen we de gevolgen voor de rest van de wereld door Nederlands ingrijpen onder de loep. Dit houdt in dat we de resultaten tonen van Nederlands ingrijpen in de gebieden of de landen: Midden-Oosten, Sinaï, Koeweit, Cambodja, Joegoslavië, Cyprus en Eritrea. Hierna zullen we kijken wat de gevolgen voor Nederland zelf zijn voor dit optreden.
Overzicht van de behaalde resultaten en de gevolgen voor de rest van de wereld.
- Midden-Oosten
Nederlandse troepen in samenwerking met andere landen zagen en zien toe op het handhaven van de bestandslijnen tussen Israël en haar buurstaten. Ook moest er toegezien worden op het staakt-het-vuren in het gebied rond het Suez-kanaal en de Golanhoogte na de Arabisch-Israëlische oorlog van juni 1967. De bemoeienissen hebben geleid tot voorkoming van gewapende conflicten tussen Israël en de Arabische Staten.
- Sinaï
De verbindingscompagnie verzorgde de verbindingen van de MFO (MFO moest toezien op de terugtrekking van de legers van Israël en Egypte). Verder hadden Nederlandse marechaussees de verantwoordelijkheid voor de politietaken op de locaties. Tevens moest het contacten onderhouden met de lokale politiefunctionarissen. Ook voerden ze grensbewaking uit om Egyptische en Israëlische infiltraties te voorkomen die het verdrag konden schaden. Zo verrichtte de Nederlandse soldaten nuttig werk om zo explosies van gewelddadigheden te voorkomen.
- Koeweit
In 1990 viel Irak het welvarende olierijke straatje Kuweit binnen. Een groot aantal landen stuurde manschappen en materieel naar het gebied om zo Irak tot terugtrekking te dringen. Nederlandse schepen patrouilleerden in de Golf van Oman. Een mobiel noodhospitaal werd opgericht ten behoeve van scheepsbemanningen. Een ander medisch team behandelde Irakese gewonde. Lanceerinstallaties en andere wapens werden gestuurd om zo het massavernietigingswapens producerende Irak terug te dwingen, om zo veel leed te voorkomen. Vervolgens zette Nederland zich in voor de bouw van vluchtelingenkampen om zo de stroom vluchtelingen op te kunnen vangen.
- Cambodja
Na een dramatische periode waarin Rode Khmer leider Pol Pot de touwtjes in handen had. En een tien jaar durende guerrillastrijd was het tijd geworden voor wederopbouw. De Nederlanders kregen opdracht om mijnen op te sporen en Cambodjaanse teams op te leiden. Ook een veldhospitaal werd opgericht die goede diensten bewees aan de burgerbevolking. Zo verlichte Nederlandse troepen het leven van vele Cambodjanen.
- Joegoslavië
De Nederlandse strijdmachten hebben hier ten doel om af te schrikken en een actieve bijdrage te leveren aan het stabiliseren van de vrede. Ook levert zij steun aan de wederopbouw.
Politietaken en observeren, controleren van het justitiële apparaat horen ook bij het taken pakket. Helaas kon men massale slachtingen onder Bosnische-Serviërs niet voorkomen.
- Cyprus
Belangen van de Griekse en Turks Cypriotische gemeenschap met elkaar in evenwicht brengen is het doel van Nederlandse troepen op Cyprus. Hervatting van de vijandelijkheden te voorkomen en bij te dragen aan het herstel van het rechtssysteem en de openbare orde valt hier ook onder. Dit alles moet lijden tot een duurzame vrede.
- Eritrea en Ethiopië
Een vredesoperatie waarin Nederland sterk bij betrokken is. De resultaten zijn tot zover dat er geen bloedige gevechten meer zijn uitgebroken sinds de aanwezigheid van Nederlandse troepen.
Overzicht van de gevolgen voor Nederland zelf
Tot zover de gevolgen van Nederlands ingrijpen voor de rest van de wereld. Nu gaan we de gevolgen voor Nederland zelf bespreken, op zowel sociaal als economisch gebied. Al deze informatie (alleen dan veel uitgebreider) wordt aangevoerd in de discussie over de vraag of Nederland nu wel of niet moet ingrijpen. Maar hier over hopen we in het volgende hoofdstuk verder uit te weiden.
Sociale gevolgen
Het belangrijkste en meest schokkende gevolg van inzet van Nederlandse militairen in vredesoperaties zijn de omgekomen soldaten in dienst van het vaderland. Tijdens de missies in Korea, Midden-Oosten, Sinaï, Koeweit, Cambodja, Joegoslavië, Cyprus en Eritrea zijn bij elkaar 140 militairen om het leven gekomen. Het aantal gewonden loopt zeker in de duizenden.
Van iets minder schokkende aard, maar toch zeer belangrijk is de forse ingreep in het persoonlijk leven van de militair en dat van zijn of haar omgeving wat een inzet betekent. Geconcludeerd kan worden dat bij iedere operatie psychosociale problemen bij terugkeer kunnen ontstaan. Gemiddeld heeft één op de vijf militairen na een uitzending te maken met psychosociale problemen. Bij gemiddeld ruim twee procent van de militairen is sprake van een post traumatische stress stoornis (PTSS). Hoe vaak wordt er in de Media niet gesproken over een onderzoek naar klachten van militairen die uitgezonden zijn geweest naar bijvoorbeeld Bosnië (mogelijk aanwezigheid van licht radioactieve stralingsbronnen waardoor abnormaal veel mensen geheugenverlies hebben) of naar soldaten die in Cambodja ingezet zijn (psychologische problemen)? En zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen.
De familierelaties bevinden zich vaak in een andersoortige, maar toch even moeilijke positie als de uitgezonden militair. Zij moeten het immers gedurende enkele maanden stellen zonder hun relatie en leven vaak in spanning over de situatie waarin de uitgezonden militair zich bevindt. Uit recent onderzoek onder het thuisfront van uitgezonden militairen werd nog eens bevestigd dat voor partners het afscheid nemen en de eenzaamheid de zwaarste ervaringen zijn. Zodra de militair zich zorgen maakt over de achterban verslechterd het functioneren van de soldaat.
Economische gevolgen
Werkgelegenheid is een belangrijk factor in de economie, aangezien defensie naar schatting 74.500 personeelsleden heeft: globaal 54.500 militairen en 20.000 burgers. Natuurlijk zijn en worden niet alle medewerkers ingezet bij vredesoperaties. Sinds 1990 zijn ongeveer 37.000 militairen uitgezonden geweest. Zodra er veel mensen een baan hebben neemt het draagvlak toe, maar aan de andere kant worden bijna alle uitgaven betaald door belastingen.
De hoogte van de uitgaven voor vredesoperaties werd in 1994 bepaald op 300 miljoen waarin onder meer een ontvangst van de VN was opgenomen van 58 miljoen.
In 1997 werden de uitgaven verlaagd tot 248 miljoen. Maar in 1999 werd er incidenteel 200 miljoen aan toegevoegd. Ook in 2000 moest er een bedrag van zo'n 99 miljoen bij.
Verder is defensie een grote stimulator voor de Nederlandse economie d.m.v. inschakeling van Nederlandse bedrijven voor defensie opdrachten. De defensie begroting voor dit jaar wordt geraamd op 14,5 miljard. Daarvan wordt een groot deel gestoken in materiaal en diensten, geproduceerd en verleend door een groot aantal bedrijven. Defensie bestedingen zijn vaak een redmiddel bij een neergaande conjunctuur: de overheid geeft dan de economie een impuls door het doen van defensie aankopen. In een periode van stijgende conjunctuur zijn dit soort bestedingen remmend, hiermee wordt getracht een constante conjunctuur te krijgen en dus een stabiele economie.
Hoofdstuk 4
Wat zijn er voor eventuele oplossingen voor het probleem?
In dit hoofdstuk komen mogelijke oplossingen inzake deelneming aan VN vredesmissies aan de orde. We zullen beginnen met een beknopt overzicht (anders zou dit werkstuk de dikte van een boek aan kunnen gaan nemen) van de verschillende visies van de politieke partijen in Nederland. Deze visies zijn duidelijk naar voren gekomen in de debatten rond de deelname van een Nederlandse vredesmacht in Eritrea en in commentaren op het rapport van de commissie Bakker. Als laatste zullen wij onze mening geven over het probleem, en zullen we een mogelijke oplossing formuleren.
Visie politieke partijen
- VVD
'Deelname aan vredesoperaties is gerechtvaardigd als de politieke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met de inzet van militaire middelen. Maar er mag alleen deelgenomen worden als het gaat om klassieke peace-keeping operaties. Daar is namelijk de VN de afgelopen 50 jaren erg succesvol in geweest. De operaties waar het de afgelopen jaren grondig misging werden weliswaar 'peace-keeping' missies genoemd, maar waren dat niet, ze voldeden niet aan de basisprincipes. Ook moeten er duidelijke afspraken zijn over: de juiste militaire instrumenten om de taak uit te voeren, de commandostructuur (duidelijke verantwoordelijke), risico, exit-strategie (in geval toestand verslechterd), grondige voorbereiding op risico's voor gezondheid militairen en vluchtelingenproblematiek.'
- PvdA
De PvdA is van mening dat VN-operaties niet uitgesloten moeten worden. Nederland moet een blijvende internationale betrokkenheid en bereidheid tonen om aan internationale vredesoperaties deel te nemen. Internationale tussenkomst zal niet alle problemen oplossen en het zal niet altijd een duurzame stabiliteit en veiligheid creëren, maar het zal in ieder geval het aantal slachtoffers kunnen beperken.
- CDA
Het CDA wil haar verantwoordelijkheid nemen met betrekking tot het herstel van de internationale rechtsorde. 'Wij wensen een geloofwaardige en robuuste VN-macht die in staat is ook onder moeilijker omstandigheden daadwerkelijk een bijdrage te kunnen leveren aan het realiseren van het doel. Dus een vredesafdwingende en geen klassieke vredesbewarende operatie. We willen Nederlandse militairen niet in de positie brengen dat ze machteloos, met de handen op de rug gebonden moeten toekijken als het misloopt. Niks kunnen doen en alleen maar kunnen zorgen dat ze veilig wegkomen, zonder zich te kunnen bekommeren over bijv. vluchtelingen.' Het moet dus altijd gaan om een operatie die beschikt over voldoende vuurkracht om zichzelf te verdedigen en hard terug te slaan.
- D66
'Het trauma van Srebenica speelt nog steeds bij velen door het hoofd. Begrijpelijk, want de gebeurtenissen van 5 jaar geleden hebben ons geloof in goede aflopen en ook in moreel opzicht succesvolle bijdragen aan de internationale rechtsorde behoorlijk doen wankelen. Het is echter belangrijk dat Nederland zich inzet om een concrete bijdrage te leveren aan de internationale rechtsorde. Voor vredesoperaties niet alleen dichtbij huis (in Europa) maar ook waar het elders in de wereld nodig is. Wij vinden het buitengewoon belangrijk om de verantwoordelijkheid die Nederland wil leveren, ook als het gaat om de vredesmissie, te combineren met daadwerkelijke gebaren en stappen om de ontwikkelingsrelatie met beide landen op te bouwen. Echter voor deelname moeten er wel duidelijke afspraken zijn gemaakt over aflossing, materiaal, exit-strategie etc.'
- Groenlinks
'Groenlinks is van mening dat ons we onze ogen niet kunnen en mogen sluiten voor de honger en onderdrukking in de rest van de wereld. Ons welvarende land heeft de verantwoordelijkheid andere landen te ondersteunen en stimuleren in hun ontwikkeling. De Nederlandse krijgsmacht moet worden omgevormd tot een vredesmacht die uitsluitend deelneemt aan internationale vredesoperaties als er sprake is van volkenmoord of om hulpverlening mogelijk te maken.'
- ChristenUnie
Christelijke politiek heeft weet van de christelijke plicht in crisissituaties, aangezien landen een verantwoordelijkheid dragen voor elkaar. Nederlandse deelname aan een VN-vredesmacht mag alleen wanneer die vredesmacht wordt ingezet voor Peace-keeping en niet voor Peace-enforcing (vrede dwingend).
- SP
Volgens de SP moet Nederland zich meer terughoudend tonen bij deelname aan vredesoperaties. De SP noemt het aannemelijk dat Nederlandse aanwezigheid op Cyprus ook voorkomt uit de angst voor bezuiniging op Defensie. Dat Nederland ook om andere motieven dan handhaving van het internationaal recht en verbetering van de humanitaire situatie militairen uitzendt, is volgens de SP onaanvaardbaar. Er mag alleen deelgenomen worden aan een vredesmissie als er duidelijkheid is over de aflossing en als er een vredesakkoord is.
Visie van oud-minister van den Broek
'Nederland heeft de morele plicht een bijdrage te leveren aan het handhaven van de vrede. Die morele plicht, en niet een Nederlands belang, leidde tot deelname aan missies in onder meer Cambodja, Cyprus en de Sinaï en tot een voorhoedepositie van Nederland in de Europese discussie over militair ingrijpen in Bosnië. Er is namelijk een gemeenschappelijk gevoelde plicht om iets te doen.'
Eigen visie
Onze eigen visie is niet iets revolutionairs, iets totaal anders, maar het is een mix van de hierboven genoemde visies.
We mogen onze ogen niet sluiten voor de onderdrukking (in het ergste geval genocide) en voor de honger in de rest van de wereld. Daarom is het onze morele plicht om een bijdrage te leveren aan internationale vredesoperaties. Er mogen geen andere motieven een rol spelen dan handhaving van het internationaal recht en verbetering van de humanitaire situatie. Deelname aan vredesoperaties is alleen gerechtvaardigd als de politieke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met de inzet van militaire middelen, dit moet duidelijk worden nadat men eerst via diplomatieke wegen geprobeerd heeft om tot vrede te komen. De strijdmachten moeten de vorm aannemen van een peace-enforcing ten alle tijden. Dit omdat zo'n robuuste strijdmacht in staat is zowel als vrede bewarend als vrede dwingend op te treden. Mocht er dan een crisis ontstaan dan zijn de Nederlandse militairen in staat om zich te verdedigen en hard terug te slaan. En zo zijn ze dan niet genoodzaakt om net zoals in Srebrenica (waar sommige militairen psychische problemen aan overgehouden hebben) toe te kijken hoe het verkeerd afloopt. Echter moeten er wel duidelijke afspraken gemaakt worden over verantwoordelijkheid, gezondheidsrisico's voor militairen, samenwerking, achterban, etc. Dit om zo de vredesoperaties te optimaliseren.
Hoofdstuk 5
Conclusie & Slotwoord
Zoals we al in de inleiding hadden genoemd, is het bij dit probleem heel erg moeilijk om tot een echte en algemene oplossing te komen. Nu we het probleem wat onder de loep hebben genomen en de mening van de verschillende actoren in het probleem ook hebben bekeken en vergeleken, hebben we - zoals in het vorige hoofdstuk te lezen is - voor ons zelf vastgesteld dat VN-operaties noodzakelijk zijn voor Nederland, maar vooral voor de rest van de wereld natuurlijk. De genoemde nadelen wegen niet af tegen de, toch over het algemeen positieve, gevolgen. Wij denken dat we in het westen verplicht zijn om toch enigszins mee te voelen met de conflicten elders, maar vooral ook dat we moeten doen wat we moeten doen; in dit geval 'onze jongens' naar conflicten in het buitenland sturen, om de vrede koste wat kost te bewaren. Onze hypothese blijkt dus onjuist, en kijkend naar de verschrikkelijke oorlogen over de hele wereld, is dat maar goed ook, denk ik.
Om dat dit ook een van de opdrachten van deze praktische opdracht was, zijn we op zoek gegaan naar eventuele pressiegroepen die zich bezighielden met deze kwestie. Na lang zoeken op internet en in de krant hebben wij echter helemaal niets hierover kunnen vinden. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze niet bestaan, ze waren misschien gewoon erg moeilijk te vinden. Verder hebben we de informatie over het onderwerp vrij gemakkelijk kunnen vinden. Dit komt denk ik ook omdat het gewoon een heel actueel onderwerp is, waar nog regelmatig over gesproken wordt, zij het op de hoek van de straat bij de groenteman, zij het in de Tweede Kamer. Het gericht zoeken naar informatie op internet blijft echter wel altijd moeilijk. Dit komt vooral omdat er zo veel over dit onderwerp te vinden is, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Ook dit probleem hebben we echter wel zonder al te veel problemen weten te overkomen.
Over het algemeen zijn wij, Matthijs en Jidde, erg tevreden over deze praktische opdracht en alles wat er mee samenhing: de werkwijze en werkverdeling, de verdieping in het onderwerp, enz. Ook zijn denk ik de verschillende visies van alle actoren goed naar voren gekomen en hebben we, tegen onze eigen verwachting in, toch nog een redelijke eigen visie op papier kunnen zetten. Wij hopen natuurlijk allebei ook dat de toekomstige VN-vredesacties zo goed mogelijk zullen verlopen zodat beide partijen (helpende land en geholpen land) tevreden zullen zijn. We moeten altijd blijven bedenken dat er een heleboel landen zijn waar mensen het niet zo goed hebben als hier, en als je de mogelijkheid hebt om te helpen, moet je dat natuurlijk nooit laten. Bovendien hebben we laten zien dat Nederland er -buiten de verliezen en verwondingen van onze manschappen natuurlijk - er economisch gezien blij mee mag zijn dat er iets als de Verenigde Staten bestaat.
Hoofdstuk 6
Geraadpleegde bronnen
Het Internet
www.altcom.nl/fsun50.htm
www.cda.nl/articles
www.mindef.nl
www.mindef/links.nl
www.kranten.com
www.vvd.nl
www.pvda.nl
www.cda.nl
www.d66.nl
www.groenlinks.nl
www.christenunie.nl
www.sp.nl
www.un.nl
www.unmee.nl
www.politiekepartijen.nl
www.overheid.nl
Encarta 99 Encyclopedie, Winkler Prins Editie
Artikel 'De Verenigde Naties'
Artikel 'NAVO'
Artikel 'Nederland - geschiedenis'
Handige opties
- Werkstukken over:Nederland en de Verenigde Naties