Werkstuk: Migreren in heel Nederland
BURGERSDAGBLAD
108-ste jaargang Hoofdredactie: Mv. L. de Louw - P. van Zijl vrijdag 19 november 1999
Migreren in heel Nederland.
Van onze Waalwijkse
redactie WAALWIJK, vrijdag
Nederland heeft veel te maken met migratie. Er wordt ge?migreerd, ge?mmigreerd, verhuist naar een andere stad en gereisd om op hun werk te komen. Er vindt dus veel geografische mobiliteit plaats; men denkt elders te vinden wat ze thuis niet hebben. Als die gebieden elkaar aanvullen heb je te maken met complementariteit.
REIZEN VOOR HUN WERK.
Heel veel Nederlanders reizen iedere dag gigantische afstanden naar hun werk. De reden daarvoor is dat men absoluut in hun eigen woonplaats wil blijven wonen, omdat men in een andere stad nog totaal onbekend is. Er vindt dus ook geen arbeidsmigratie plaats. Het nadeel voor de mensen die elke dag op en neer reizen, is dat er heel veel tijd in gaat zitten en het kost veel geld. De mensen zijn bang voor de grote verschillen die er tussen de plaatsen zit en ze vinden het eng, dat ze niet worden geaccepteerd in de samenleving van een andere stad.
ARBEIDSMIGRATIE.
Arbeidsmigratie heeft vroeger veel plaatsgevonden, zoals in de periode dat er veel gastarbeiders (Turken, Marokkanen, Spanjaarden etc.) naar Nederland kwamen omdat hier een tekort was aan ongeschoolde arbeidskrachten. Men dacht dat de gastarbeiders later terug zouden keren naar hun eigen land, maar vele van hen hebben zich hier in Nederland permanent gevestigd.
GEZINSHERENIGENDE MIGRATIE.
Er zijn nu nog steeds mensen die zich in Nederland komen vestigen, bijvoorbeeld gezinsherenigende migratie. Veel Turkse en Marokkaanse vrouwen en kinderen zijn de laatste jaren naar Nederland ge?migreerd om bij hun man te wonen, die hier al een aantal jaren een goede baan heeft, zodat ze met hun hele gezin een goede toekomst op kunnen bouwen.
MIGREREN NAAR EEN ANDERE PLAATS.
Als mensen gaan verhuizen dan denken ze daar te
vinden wat ze thuis missen. Ze doen dat, omdat ze daar een betere baan kunnen krijgen, betere opleiding, dichterbij hun familie willen zijn, het klimaat, betere woonomgeving etc. Soms kan men gedwongen worden om te migreren. Bij al deze vormen kijkt men naar de push- en pullfactoren, dat wil zeggen de afstotings- en aantrekkingsfactoren. Als er meer pullfactoren dan pushfactoren zijn, migreert men. Het kan ook zijn dat het tegenvalt en er remigratie plaatsvindt. De mensen gaan dan weer permanent terug naar een herkomstland. Het kan ook zijn dat er tussenliggende mogelijkheden zijn; als dat zo is dan migreert men niet, maar zoekt men naar een alternatief.
INTEGRATIE.
Al die mensen hebben veel te maken met integratie; het proces van aanpassing van etnische groepen en opname in de samenleving. Integratie is mogelijk met geheel of gedeeltelijk behoud van identiteit. De mensen die in het land van vestiging aankomen moeten zich dus aanpassen aan de mensen die daar al wonen; voorbeelden daarvan zijn dat ze de taal die daar wordt gesproken moeten leren, maar wel in hun eigen godsdienst mogen blijven geloven.
VOLGENS NADER ONDERZOEK.
Uit onderzoek bleek dat er duidelijk veel arbeidsmigratie, gezinsherenigende migratie en andere soorten migratie plaatsvindt. Alle Nederlanders hebben te maken met het integratieproces, nu nog steeds migreren mensen van land naar land, of van stad naar stad. Dat zal waarschijnlijk ook nooit ophouden.