Werkstuk: Karten
Het ontstaan:
Karten is ontstaan in de Verenigde Staten in de jaren vijftig en daarna snel populair geworden in Europa. De Amerikanen Art Ingelsen en Lou Borelli ontwierpen in 1956 de eerste skelter, een wagen met de motor van een grasmaaimachine. De Fédération Internationale de l'Automobile, de FIA, heeft eisen opgesteld waaraan skelters en circuits moeten voldoen. Zo zijn de karts in vijf klassen verdeeld, waarbij ze letten op motorinhoud en het daarbij behorende minimumgewicht. De maximale lengte van skelters bedraagt 182 cm. De wielbasis mag liggen tussen 101 en 127 cm. Op de kartbaan moeten de wagens met één pedaal op beide achterwielen geremd kunnen worden. Er bestaan ook voorschriften voor het geluidsvolume.
De eerste kart
De kart:
Je weet vast wel hoe een kart eruit ziet, maar denk bij een wedstrijdkart niet meteen aan de eerste de beste huurkart. In een wedstrijdkart zitten zoveel technische hoogstandjes, dat je een kart gerust een 'kleine Formule1 wagen' kunt noemen. Een wedstrijdkart trekt bijna net zo snel op als een Formule1 wagen, heeft een topsnelheid van maximaal 160 km per uur, en gaat soms sneller door de bocht dan een echte Formule1 wagen zou kunnen. Ook zitten er veel hoogwaardige materialen in een wedstrijdkart en dan moet je denken aan magnesium velgen, carbon fiber stuurtjes, boordcomputers die alles registreren. Een goede wedstrijdkart kost daarom ook een paar centen.
Wedstrijden:
Een wedstrijd bestaat uit: Een kwalificatie, dan hebben de rijders 10 minuten de tijd om een zo snel mogelijk rondje te rijden. Men begint de kwalificatie meestal op compleet nieuwe banden, omdat die het meeste grip geven. Men kan nu ook iets meer van het materiaal vergen, omdat je je nu op een paar rondjes helemaal voluit rijden in plaats van 15 min. Degene die de snelste tijd rijd mag de eerste race helemaal vooraan starten. En de langzaamste helemaal achteraan. Dan hebben we een eerste race, die 15 min. duurt In deze eerste race strijd je al mee voor het klassement. De rijder die eerste wordt krijgt 0 punten, degene die 2e wordt 2 punten, de 3e 3 punten, enz. De uitslag van de eerste race is de startopstelling voor de tweede race. Dus heb je de eerste race gewonnen sta je voor de 2e race helemaal vooraan. En dan de tweede en laatste race, net als de eerste race. Hierin strijd je dus ook voor het klassement. de eerste krijgt weer 0 punten, de 2e 2 punten, de 3e 3 punten, enz. De punten van de beide races worden bij elkaar opgeteld. Wie dan aan het eind van de dag de minste punten heeft, heeft gewonnen. De kwalificatie telt gewoonlijk niet mee, maar als er 2 rijders hetzelfde aantal punten hebben dan heeft de rijder die zich het hoogst gekwalificeerd heeft het voordeel.
De rijder:
Sommigen die zeggen dat karten maar een luie sport is, doordat je alleen maar een beetje hoeft te sturen. De mensen die weleens zelf hebben gekart weten wel beter. Karten is een echte sport waar je een goede conditie voor moet hebben. Vooral het wedstrijdkarten op outdoor banen is zeer zwaar, doordat je heel snel door de bocht gaat en dus met hoge G-krachten te maken krijgt die soms op kunnen lopen tot klappen van 7 á 8 G. Dat wil dus zeggen 7 á 8 x je eigen gewicht tegen je aan gedrukt. Probeer bij zulke krachten je maar eens op andere dingen te concentreren! Ook het sturen is zeer zwaar, doordat de banden zo aan het wegdek kleven. Voor het wedstrijd karten is een goede uitstekende conditie en kracht nodig wil je aan het einde van een race nog 100% bij de les zijn. Dat je na een wedstrijddag 3 kilo lichter bent door het zweten is echt niet overdreven.
Afsluiting:
Karten is een hobby die veel geld kost, maar het is nog steeds 1 van de goedkoopste vormen van autosport. Een goede 2e hands kart koop je al vanaf 3000,- je hebt dan geen superdeluxe kart, maar toch eentje waar je veel lol mee kan beleven.
Karten is ontstaan in de Verenigde Staten in de jaren vijftig en daarna snel populair geworden in Europa. De Amerikanen Art Ingelsen en Lou Borelli ontwierpen in 1956 de eerste skelter, een wagen met de motor van een grasmaaimachine. De Fédération Internationale de l'Automobile, de FIA, heeft eisen opgesteld waaraan skelters en circuits moeten voldoen. Zo zijn de karts in vijf klassen verdeeld, waarbij ze letten op motorinhoud en het daarbij behorende minimumgewicht. De maximale lengte van skelters bedraagt 182 cm. De wielbasis mag liggen tussen 101 en 127 cm. Op de kartbaan moeten de wagens met één pedaal op beide achterwielen geremd kunnen worden. Er bestaan ook voorschriften voor het geluidsvolume.
De eerste kart
De kart:
Je weet vast wel hoe een kart eruit ziet, maar denk bij een wedstrijdkart niet meteen aan de eerste de beste huurkart. In een wedstrijdkart zitten zoveel technische hoogstandjes, dat je een kart gerust een 'kleine Formule1 wagen' kunt noemen. Een wedstrijdkart trekt bijna net zo snel op als een Formule1 wagen, heeft een topsnelheid van maximaal 160 km per uur, en gaat soms sneller door de bocht dan een echte Formule1 wagen zou kunnen. Ook zitten er veel hoogwaardige materialen in een wedstrijdkart en dan moet je denken aan magnesium velgen, carbon fiber stuurtjes, boordcomputers die alles registreren. Een goede wedstrijdkart kost daarom ook een paar centen.
Wedstrijden:
Een wedstrijd bestaat uit: Een kwalificatie, dan hebben de rijders 10 minuten de tijd om een zo snel mogelijk rondje te rijden. Men begint de kwalificatie meestal op compleet nieuwe banden, omdat die het meeste grip geven. Men kan nu ook iets meer van het materiaal vergen, omdat je je nu op een paar rondjes helemaal voluit rijden in plaats van 15 min. Degene die de snelste tijd rijd mag de eerste race helemaal vooraan starten. En de langzaamste helemaal achteraan. Dan hebben we een eerste race, die 15 min. duurt In deze eerste race strijd je al mee voor het klassement. De rijder die eerste wordt krijgt 0 punten, degene die 2e wordt 2 punten, de 3e 3 punten, enz. De uitslag van de eerste race is de startopstelling voor de tweede race. Dus heb je de eerste race gewonnen sta je voor de 2e race helemaal vooraan. En dan de tweede en laatste race, net als de eerste race. Hierin strijd je dus ook voor het klassement. de eerste krijgt weer 0 punten, de 2e 2 punten, de 3e 3 punten, enz. De punten van de beide races worden bij elkaar opgeteld. Wie dan aan het eind van de dag de minste punten heeft, heeft gewonnen. De kwalificatie telt gewoonlijk niet mee, maar als er 2 rijders hetzelfde aantal punten hebben dan heeft de rijder die zich het hoogst gekwalificeerd heeft het voordeel.
De rijder:
Sommigen die zeggen dat karten maar een luie sport is, doordat je alleen maar een beetje hoeft te sturen. De mensen die weleens zelf hebben gekart weten wel beter. Karten is een echte sport waar je een goede conditie voor moet hebben. Vooral het wedstrijdkarten op outdoor banen is zeer zwaar, doordat je heel snel door de bocht gaat en dus met hoge G-krachten te maken krijgt die soms op kunnen lopen tot klappen van 7 á 8 G. Dat wil dus zeggen 7 á 8 x je eigen gewicht tegen je aan gedrukt. Probeer bij zulke krachten je maar eens op andere dingen te concentreren! Ook het sturen is zeer zwaar, doordat de banden zo aan het wegdek kleven. Voor het wedstrijd karten is een goede uitstekende conditie en kracht nodig wil je aan het einde van een race nog 100% bij de les zijn. Dat je na een wedstrijddag 3 kilo lichter bent door het zweten is echt niet overdreven.
Afsluiting:
Karten is een hobby die veel geld kost, maar het is nog steeds 1 van de goedkoopste vormen van autosport. Een goede 2e hands kart koop je al vanaf 3000,- je hebt dan geen superdeluxe kart, maar toch eentje waar je veel lol mee kan beleven.