Werkstuk: Italië
Itali?
Inleiding
Itali? is een land waar veel mensen op vakantie gaan omdat Itali? een land van zon, strand en mooie gebouwen is. Itali? heeft de vorm van een laars en het eiland Sicili? is een bal die door de laars wordt weggeschopt. Itali? is ongeveer 8 keer groter dan Nederland , als je van Amsterdam naar het zuiden van Itali? reist ben je in Milaan pas op de helft. Milaan ligt in het noorden van Itali?.
In mijn hoofdstukken vertel ik over de geschiedenis van Itali? , over het landschap, over het verschil tussen noord en zuid, over Rome, over vulkanen en aardbevingen, over het eten, over de kinderen, beroemde plekjes en de vele feesten.
De geschiedenis van Itali?
Itali? was verdeeld in grote en kleine koninkrijkjes. Voor 1861 was Itali? in de macht van andere landen (Fransen, Spanjaarden, Arabieren,Oostenrijkers). In Sicili? en Napels waren de Noormannen de baas maar later hebben ook Franse,Spaanse en Duitse koningen daar geregeerd. Onder de Duitse koningen werden de mensen die daar woonden steeds aangevallen door Fransen of Spanjaarden. Na een lange strijd naar de vrijheid lukte het de Italianen vrij te komen. Itali? werd ??n land. Toen werd Victor Emmanuel de 2e tot koning uitgeroepen. Met hem voerden ze de Eerste Wereldoorlog samen met Engeland en Frankrijk. Ze vochten tegen de Duitsers maar toen ze zagen dat deze gingen winnen ,deden ze met hen mee. Van 1922 tot 1943 was Mussolini koning. Met hem voerden ze samen met de Duitsers de Tweede Wereldoorlog. In 1948 werd Itali? een republiek met een president aan het hoofd.
Een paar beroemde Italianen (die al dood zijn) zijn Marco Polo, Columbus, Leonardo da Vinci, Michelangelo Buonarroti, Antonia Vivaldi. Marco Polo is een ontdekkingsreiziger die van Europa naar Azi? reisde. Columbus heeft Amerika ontdekt. Leonardo da Vinci heeft het beroemde schilderij de Mona Lisa geschilderd. Michelangelo Buonarroti heeft het beroemde beeld van David gemaakt en Antonio Vivaldi was een musicus die De Vier Jaargetijden heeft gecomponeerd.
Het landschap
Het Italiaanse landschap is heel wisselend. Eenderde van Itali? bestaat uit bergen (hoger dan 500 meter), eenderde uit heuvels (tussen de 200 en 500 meter) en eenderde uit laagland. Dit laagland is het meest geschikt voor de landbouw.
In het noorden zijn er hoge bergen, langs de oostkust zijn er veel stranden, de westkust is een beetje rotsig en van noord naar zuid loopt een soort ruggengraat; dat zijn de Apennijnen. Een paar bergen zijn vulkanen. In het noorden liggen de Alpen, daar kan je niet overheen maar wel er doorheen. Daarvoor hebben ze de Sint Gotthardtunnel aangelegd.
Naast de Apennijnen is een groot stuk vruchtbare grond, de Povlakte. Dat is het belangrijkste landbouwgebied in Itali?. De Povlakte ziet er net zo uit als bij ons in de polder; er staan allemaal boerderijen en veel landbouwmachines. Grote en kleine rivieren nemen slib mee uit de bergen en zo is de Povlakte ontstaan. En dit gaat nog steeds door! Elk jaar breidt de vlakte nog 100 meter uit. Land dat zo ontstaat noem je een delta, een groot deel van ons land is ook zo ontstaan. Dus stukjes van Itali? (zoals de Povlakte) lijken qua landschap veel op Nederland.
Langs de kust en soms zelfs in de bergen zijn er ook nog stukjes vruchtbaar gebied.
Noord en zuid
In veel landen is het verschil tussen noord en zuid niet zo groot maar in Itali? wel;als je kijkt naar het landschap, het klimaat en naar de welvaart. Zuid is arm, noord is rijk. In het noorden is de winter erg koud. De lente en de herfst zijn heel nat en de zomer is heet en droog. In het zuiden is de winter koel. De lente is er zonnig en fris en de zomer is er warm en heel droog.
In het noorden zijn de Alpen, die zijn het grootste deel van het jaar bedekt met sneeuw. Er zijn veel skipistes voor de wintervakanties. In de zomer kun je in plaats van ski?n gaan wandelen. In de bergen zijn ook wildreservaten en daar vind je nog dieren zoals herten, lynxen, gemzen en berggeiten. In de bergen zijn ook mooie grote meren die veel toeristen aan trekken. In het noorden liggen de belangrijke plaatsen Veneti?, Milaan, Pisa en Florence.(groen) In het zuiden liggen Rome, Napels en Pompeji.(rood) Het grootste verschil is dat het noorden meer lijkt op landen zoals Zwitserland, Duitsland en Frankrijk, en het zuiden is heel arm zoals Suriname en andere ontwikkelingslanden.
Vulkanen en aardbevingen
Itali? word vaak wakker geschud door vulkanen of aardbevingen. Op het eiland Sicili? ligt de meest actieve vulkaan van Europa, de Etna. De Etna is ongeveer even groot als Utrecht en ongeveer 3300 meter hoog. De uitbarstingen zijn niet zo gevaarlijk maar richten wel veel schade aan, aan huizen en wegen. Op de hellingen van de Etna liggen veel dorpjes omdat de grond daar erg vruchtbaar is. Je kan er goed druiven op verbouwen.
De tweede vulkaan van Itali? is de Vesuvius. De Vesuvius ligt vlakbij Napels maar werkt niet meer. Een van de laatste en ergste uitbarstingen was die van 79 na Christus. Toen werden de steden Pompeji en Hercolano door de as en lava verwoest.
Het gevaar van vulkanen is niet meer zo groot maar het gevaar voor aardbevingen wel. Er zijn veel zware aardbevingen geweest en er zijn duizenden slachtoffers gevallen. Er is meestal grote schade en dorpen worden helemaal vernietigd. Na zo’ n ramp komt er veel hulp uit het buitenland en de regering stuurt ook vaak miljoenen guldens om te helpen bij het opnieuw bouwen van zo’ n dorp. Maar dat geld komt er niet altijd;in Belice op Sicili? wonen de mensen na 15 jaar nog altijd in noodbarakken. Dwars door Sicili? loopt wel een snelweg, die is betaald van het geld wat voor de hulp na de aardbeving was bedoeld. In 1976 en 1980 zijn er ook aardbevingen geweest maar toen kwam de hulp te laat. Soms groeven mensen met blote handen in het puin op zoek naar vrienden, familieleden of bezittingen.
Rome, de hoofdstad
Sinds Itali? bestaat is Rome altijd de hoofdstad geweest. Rome werd in 753 voor Christus gebouwd.
In die tijd lag Rome op zeven heuvels aan de rivier de Tiber.
Lange tijd was de paus, de leider van de Katholieke kerk de heerser over Rome. De pausen regeerden vanuit Vatikaan (zwart). Vatikaan is een klein stukje van Rome dat nog steeds niet bij Itali? hoort. Het is maar 44 hectare groot en het kleinste staatje ter wereld. Er wonen ongeveer 1000 mensen. Er is nog een klein staatje in Itali?, San Marino.(blauw)
Rome is een hele grote stad met ruim 3.000.000 inwoners. Oude gebouwen herinneren nog aan de Romeinse tijd. De Sint Pieterskerk is een groot, oud bouwwerk. De Sint Pieterskerk is door Leonardo da Vinci ,die in die tijd leefde ,gebouwd. Maar het grootste bouwwerk is toch wel het Colosseum, een soort stadion. De mensen uit Rome konden daar van gevechten op leven of dood ‘genieten’. Die gevechten waren tussen mensen (gladiatoren) of tussen mens en dier. Veel Christenen zijn hier door leeuwen verscheurd.
Plaatje
Colosseum
Beroemde plekjes
Courmayeur is een skioord vlak bij de Mont Blanc. Het heeft een Franse naam omdat het heel erg dicht bij Frankrijk ligt.
Veneti? is op heel veel eilandjes gebouwd. Je vind er geen straten maar kanalen en bootjes in plaats van bussen. Er is ook een heel groot plein: het San Marcoplein.
In Florence is een hele grote brug over de rivier de Arno. Aan de zijkanten van de brug staan allemaal winkeltjes. Florence is een stad vol mooie kunstwerken van beeldhouwers en schilders en er zijn ook een heleboel beroemde gebouwen.
Capri (geel) is een klein eilandje tegenover de kust van Napels. Er zijn daar veel toeristen die het uitzicht bewonderen of gaan zwemmen en zonnebaden.
Pompeji.is een Romeinse stad, vlakbij Napels. In 79 jaar na Christus werd de stad door de lava en de as bedolven. Je kan de ru?ne nu nog bezoeken en alles is nog zoals het was. Op de muren zie je soms nog graffiti in het Latijn.
Aan de rotsachtige kust van Sicili? zie je veel sinaasappelbomen en oleanders.Dat zijn altijd groene, giftige sierplanten met rozerode of witte rozen eraan.
In Pisa staat de toren van Pisa. De toren trekt veel toeristen naar Pisa toe maar nu buigt de toren zover naar voren dat je de wenteltrap niet meer mag beklimmen.
Kinderen in Itali?
Kinderen in Itali? beginnen op school om half negen en om ??n uur gaat de bel voor de middagpauze. s’ Middags is er geen school maar de kinderen krijgen wel elke dag veel huiswerk. Veel kinderen moeten op zaterdag ook naar school. De kinderen in Itali? hebben geen herfst- en krokusvakanties maar de zomervakantie duurt daar bijna drie maanden en de kerst- en paasvakantie duren 2 weken. De meeste kinderen gaan samen met hun ouders op vakantie in Itali? maar dan gaan ze bijvoorbeeld naar het strand of naar de bergen. Omdat de zomervakantie zolang duurt moeten ze wel nog wat zomerhuiswerk maken. Dat doen ze omdat de kinderen dan niet vergeten wat ze het vorige jaar geleerd hebben.
Op de basisschool dragen kinderen zwarte of blauwe schortjes over hun gewone kleren omdat die dan niet vuil worden. Kinderen van de middelbare scholen dragen het liefst jeans en een sweater of een joggingpak. Tijd voor sporten is er niet zo veel maar de kinderen die sporten doen het meestal rond 4 uur. Veel jongens voetballen en veel meisjes houden van volley- of basketbal. Zwemmen en tennis doen ze alleen in de zomer omdat het in de winter te koud is voor zulke sporten.
Kinderen worden door veel scholen in januari of februari op skivakantie gestuurd. Zo’ n weekje skivakantie noemen ze dan een witte week. De kinderen krijgen dan wel een heel klein beetje les maar het grootste deel van de tijd besteden ze aan ski?n of slee?n.
De Italiaanse kinderen houden ook veel van stripboeken; vooral van Walt Disney , Garfield, Charlie Brown en Asterix en Obelix .
Het eten in Itali?
In Itali? eten de mensen veel pasta’ s. Pasta betekent deegwaren. Pasta’ s zijn er in veel kleuren en vormen. Ze worden gemaakt van deeg en water. Meestal worden ze als voorgerecht gegeten. Pizza is ook iets typisch Italiaans. Overal in Nederland vind je Italiaanse restaurants. Italianen houden van lekker eten en ze besteden er veel aandacht aan om een maaltijd te bereiden. Italianen maken hun maaltijden het liefst van zo vers mogelijke producten. Iedere streek heeft zijn eigen gerechten. De pizza komt bijvoorbeeld oorspronkelijk uit Napels. Een pizza is een laagje deeg met allerlei dingen er op zoals: paprika, ham, schijfjes salami, champignons of tomaat maar wat er in elk geval bij hoort is pittige kaas.
Het ontbijt bestaat meestal uit een kop koffie en een broodje. De lunch is de belangrijkste maaltijd voor de Italianen. De lunch bestaat meestal uit verschillende gerechten. Een lunch zou er zo uit kunnen zien: als voorgerecht spaghetti of een andere pasta. Dan een gerecht met vlees en groente of salade. Dan nog wat kaas en dan een nagerecht zoals wat fruit. Als tweede nagerecht is er een kopje koffie maar onder de maaltijd word er veel wijn gedronken die meestal uit Itali? zelf komt. De kinderen drinken in plaats van wijn water. Het avondmaal is meestal wat makkelijker.
Op zondag en op feestdagen gaan veel Italianen in een restaurant eten. Soms wordt er op feestdagen ook thuis wel eens iets klaar gemaakt. Op kerstavond is dat paling in tomatensaus.
Plaatje van pasta’ s
Feesten in Itali?
Italianen houden van feesten en er zijn elk jaar verschillende feesten. Sommige feesten worden alleen in een verschillende streek gevierd maar sommige feesten in het hele land. Net zoals bij ons vieren ze ook carnaval maar dan is het ook kermis op veel plaatsen.
In Veneti? is een heel speciaal carnaval, er zijn veel stoeten met hele mooie kostuums en er is ook een optocht van gondels (een soort kano’ s).
Op 2 juli en 15 augustus zijn er paardenraces die worden gestreden door mensen die verkleed zijn als iemand uit de middeleeuwen. De winnaar krijgt een geborduurd vaandel.
’s Zomers is er in alle dorpen en steden een kermis en er zijn picknicks, barbecues, snoepkramen, openluchtdisco’s, bands, popconcerten en zangers.
De meeste dorpen vieren feest voor hun heilige. Een beeld van de heilige wordt door de straten gedragen en de mensen volgen met kaarsen en bloemen.
Op 7 december wordt in Milaan het feest van de heilige van de stad Sint Ambrosius gevierd met een markt rondom de kerk. Er zijn veel kraampjes met oliebollen, suikerspinnen, speciale worstjes en geschenkjes.
Op nieuwjaarsdag gooien de mensen in Napels het vaatwerk uit de ramen om te laten zien dat ze opnieuw willen beginnen en de schepen in de haven toeteren. Ze steken ook vuurwerk af.
Op 6 januari brengt een soort heks snoep naar de kinderen in Rome. De kinderen die stout zijn geweest krijgen dan een stukje kool.
Inleiding
Itali? is een land waar veel mensen op vakantie gaan omdat Itali? een land van zon, strand en mooie gebouwen is. Itali? heeft de vorm van een laars en het eiland Sicili? is een bal die door de laars wordt weggeschopt. Itali? is ongeveer 8 keer groter dan Nederland , als je van Amsterdam naar het zuiden van Itali? reist ben je in Milaan pas op de helft. Milaan ligt in het noorden van Itali?.
In mijn hoofdstukken vertel ik over de geschiedenis van Itali? , over het landschap, over het verschil tussen noord en zuid, over Rome, over vulkanen en aardbevingen, over het eten, over de kinderen, beroemde plekjes en de vele feesten.
De geschiedenis van Itali?
Itali? was verdeeld in grote en kleine koninkrijkjes. Voor 1861 was Itali? in de macht van andere landen (Fransen, Spanjaarden, Arabieren,Oostenrijkers). In Sicili? en Napels waren de Noormannen de baas maar later hebben ook Franse,Spaanse en Duitse koningen daar geregeerd. Onder de Duitse koningen werden de mensen die daar woonden steeds aangevallen door Fransen of Spanjaarden. Na een lange strijd naar de vrijheid lukte het de Italianen vrij te komen. Itali? werd ??n land. Toen werd Victor Emmanuel de 2e tot koning uitgeroepen. Met hem voerden ze de Eerste Wereldoorlog samen met Engeland en Frankrijk. Ze vochten tegen de Duitsers maar toen ze zagen dat deze gingen winnen ,deden ze met hen mee. Van 1922 tot 1943 was Mussolini koning. Met hem voerden ze samen met de Duitsers de Tweede Wereldoorlog. In 1948 werd Itali? een republiek met een president aan het hoofd.
Een paar beroemde Italianen (die al dood zijn) zijn Marco Polo, Columbus, Leonardo da Vinci, Michelangelo Buonarroti, Antonia Vivaldi. Marco Polo is een ontdekkingsreiziger die van Europa naar Azi? reisde. Columbus heeft Amerika ontdekt. Leonardo da Vinci heeft het beroemde schilderij de Mona Lisa geschilderd. Michelangelo Buonarroti heeft het beroemde beeld van David gemaakt en Antonio Vivaldi was een musicus die De Vier Jaargetijden heeft gecomponeerd.
Het landschap
Het Italiaanse landschap is heel wisselend. Eenderde van Itali? bestaat uit bergen (hoger dan 500 meter), eenderde uit heuvels (tussen de 200 en 500 meter) en eenderde uit laagland. Dit laagland is het meest geschikt voor de landbouw.
In het noorden zijn er hoge bergen, langs de oostkust zijn er veel stranden, de westkust is een beetje rotsig en van noord naar zuid loopt een soort ruggengraat; dat zijn de Apennijnen. Een paar bergen zijn vulkanen. In het noorden liggen de Alpen, daar kan je niet overheen maar wel er doorheen. Daarvoor hebben ze de Sint Gotthardtunnel aangelegd.
Naast de Apennijnen is een groot stuk vruchtbare grond, de Povlakte. Dat is het belangrijkste landbouwgebied in Itali?. De Povlakte ziet er net zo uit als bij ons in de polder; er staan allemaal boerderijen en veel landbouwmachines. Grote en kleine rivieren nemen slib mee uit de bergen en zo is de Povlakte ontstaan. En dit gaat nog steeds door! Elk jaar breidt de vlakte nog 100 meter uit. Land dat zo ontstaat noem je een delta, een groot deel van ons land is ook zo ontstaan. Dus stukjes van Itali? (zoals de Povlakte) lijken qua landschap veel op Nederland.
Langs de kust en soms zelfs in de bergen zijn er ook nog stukjes vruchtbaar gebied.
Noord en zuid
In veel landen is het verschil tussen noord en zuid niet zo groot maar in Itali? wel;als je kijkt naar het landschap, het klimaat en naar de welvaart. Zuid is arm, noord is rijk. In het noorden is de winter erg koud. De lente en de herfst zijn heel nat en de zomer is heet en droog. In het zuiden is de winter koel. De lente is er zonnig en fris en de zomer is er warm en heel droog.
In het noorden zijn de Alpen, die zijn het grootste deel van het jaar bedekt met sneeuw. Er zijn veel skipistes voor de wintervakanties. In de zomer kun je in plaats van ski?n gaan wandelen. In de bergen zijn ook wildreservaten en daar vind je nog dieren zoals herten, lynxen, gemzen en berggeiten. In de bergen zijn ook mooie grote meren die veel toeristen aan trekken. In het noorden liggen de belangrijke plaatsen Veneti?, Milaan, Pisa en Florence.(groen) In het zuiden liggen Rome, Napels en Pompeji.(rood) Het grootste verschil is dat het noorden meer lijkt op landen zoals Zwitserland, Duitsland en Frankrijk, en het zuiden is heel arm zoals Suriname en andere ontwikkelingslanden.
Vulkanen en aardbevingen
Itali? word vaak wakker geschud door vulkanen of aardbevingen. Op het eiland Sicili? ligt de meest actieve vulkaan van Europa, de Etna. De Etna is ongeveer even groot als Utrecht en ongeveer 3300 meter hoog. De uitbarstingen zijn niet zo gevaarlijk maar richten wel veel schade aan, aan huizen en wegen. Op de hellingen van de Etna liggen veel dorpjes omdat de grond daar erg vruchtbaar is. Je kan er goed druiven op verbouwen.
De tweede vulkaan van Itali? is de Vesuvius. De Vesuvius ligt vlakbij Napels maar werkt niet meer. Een van de laatste en ergste uitbarstingen was die van 79 na Christus. Toen werden de steden Pompeji en Hercolano door de as en lava verwoest.
Het gevaar van vulkanen is niet meer zo groot maar het gevaar voor aardbevingen wel. Er zijn veel zware aardbevingen geweest en er zijn duizenden slachtoffers gevallen. Er is meestal grote schade en dorpen worden helemaal vernietigd. Na zo’ n ramp komt er veel hulp uit het buitenland en de regering stuurt ook vaak miljoenen guldens om te helpen bij het opnieuw bouwen van zo’ n dorp. Maar dat geld komt er niet altijd;in Belice op Sicili? wonen de mensen na 15 jaar nog altijd in noodbarakken. Dwars door Sicili? loopt wel een snelweg, die is betaald van het geld wat voor de hulp na de aardbeving was bedoeld. In 1976 en 1980 zijn er ook aardbevingen geweest maar toen kwam de hulp te laat. Soms groeven mensen met blote handen in het puin op zoek naar vrienden, familieleden of bezittingen.
Rome, de hoofdstad
Sinds Itali? bestaat is Rome altijd de hoofdstad geweest. Rome werd in 753 voor Christus gebouwd.
In die tijd lag Rome op zeven heuvels aan de rivier de Tiber.
Lange tijd was de paus, de leider van de Katholieke kerk de heerser over Rome. De pausen regeerden vanuit Vatikaan (zwart). Vatikaan is een klein stukje van Rome dat nog steeds niet bij Itali? hoort. Het is maar 44 hectare groot en het kleinste staatje ter wereld. Er wonen ongeveer 1000 mensen. Er is nog een klein staatje in Itali?, San Marino.(blauw)
Rome is een hele grote stad met ruim 3.000.000 inwoners. Oude gebouwen herinneren nog aan de Romeinse tijd. De Sint Pieterskerk is een groot, oud bouwwerk. De Sint Pieterskerk is door Leonardo da Vinci ,die in die tijd leefde ,gebouwd. Maar het grootste bouwwerk is toch wel het Colosseum, een soort stadion. De mensen uit Rome konden daar van gevechten op leven of dood ‘genieten’. Die gevechten waren tussen mensen (gladiatoren) of tussen mens en dier. Veel Christenen zijn hier door leeuwen verscheurd.
Plaatje
Colosseum
Beroemde plekjes
Courmayeur is een skioord vlak bij de Mont Blanc. Het heeft een Franse naam omdat het heel erg dicht bij Frankrijk ligt.
Veneti? is op heel veel eilandjes gebouwd. Je vind er geen straten maar kanalen en bootjes in plaats van bussen. Er is ook een heel groot plein: het San Marcoplein.
In Florence is een hele grote brug over de rivier de Arno. Aan de zijkanten van de brug staan allemaal winkeltjes. Florence is een stad vol mooie kunstwerken van beeldhouwers en schilders en er zijn ook een heleboel beroemde gebouwen.
Capri (geel) is een klein eilandje tegenover de kust van Napels. Er zijn daar veel toeristen die het uitzicht bewonderen of gaan zwemmen en zonnebaden.
Pompeji.is een Romeinse stad, vlakbij Napels. In 79 jaar na Christus werd de stad door de lava en de as bedolven. Je kan de ru?ne nu nog bezoeken en alles is nog zoals het was. Op de muren zie je soms nog graffiti in het Latijn.
Aan de rotsachtige kust van Sicili? zie je veel sinaasappelbomen en oleanders.Dat zijn altijd groene, giftige sierplanten met rozerode of witte rozen eraan.
In Pisa staat de toren van Pisa. De toren trekt veel toeristen naar Pisa toe maar nu buigt de toren zover naar voren dat je de wenteltrap niet meer mag beklimmen.
Kinderen in Itali?
Kinderen in Itali? beginnen op school om half negen en om ??n uur gaat de bel voor de middagpauze. s’ Middags is er geen school maar de kinderen krijgen wel elke dag veel huiswerk. Veel kinderen moeten op zaterdag ook naar school. De kinderen in Itali? hebben geen herfst- en krokusvakanties maar de zomervakantie duurt daar bijna drie maanden en de kerst- en paasvakantie duren 2 weken. De meeste kinderen gaan samen met hun ouders op vakantie in Itali? maar dan gaan ze bijvoorbeeld naar het strand of naar de bergen. Omdat de zomervakantie zolang duurt moeten ze wel nog wat zomerhuiswerk maken. Dat doen ze omdat de kinderen dan niet vergeten wat ze het vorige jaar geleerd hebben.
Op de basisschool dragen kinderen zwarte of blauwe schortjes over hun gewone kleren omdat die dan niet vuil worden. Kinderen van de middelbare scholen dragen het liefst jeans en een sweater of een joggingpak. Tijd voor sporten is er niet zo veel maar de kinderen die sporten doen het meestal rond 4 uur. Veel jongens voetballen en veel meisjes houden van volley- of basketbal. Zwemmen en tennis doen ze alleen in de zomer omdat het in de winter te koud is voor zulke sporten.
Kinderen worden door veel scholen in januari of februari op skivakantie gestuurd. Zo’ n weekje skivakantie noemen ze dan een witte week. De kinderen krijgen dan wel een heel klein beetje les maar het grootste deel van de tijd besteden ze aan ski?n of slee?n.
De Italiaanse kinderen houden ook veel van stripboeken; vooral van Walt Disney , Garfield, Charlie Brown en Asterix en Obelix .
Het eten in Itali?
In Itali? eten de mensen veel pasta’ s. Pasta betekent deegwaren. Pasta’ s zijn er in veel kleuren en vormen. Ze worden gemaakt van deeg en water. Meestal worden ze als voorgerecht gegeten. Pizza is ook iets typisch Italiaans. Overal in Nederland vind je Italiaanse restaurants. Italianen houden van lekker eten en ze besteden er veel aandacht aan om een maaltijd te bereiden. Italianen maken hun maaltijden het liefst van zo vers mogelijke producten. Iedere streek heeft zijn eigen gerechten. De pizza komt bijvoorbeeld oorspronkelijk uit Napels. Een pizza is een laagje deeg met allerlei dingen er op zoals: paprika, ham, schijfjes salami, champignons of tomaat maar wat er in elk geval bij hoort is pittige kaas.
Het ontbijt bestaat meestal uit een kop koffie en een broodje. De lunch is de belangrijkste maaltijd voor de Italianen. De lunch bestaat meestal uit verschillende gerechten. Een lunch zou er zo uit kunnen zien: als voorgerecht spaghetti of een andere pasta. Dan een gerecht met vlees en groente of salade. Dan nog wat kaas en dan een nagerecht zoals wat fruit. Als tweede nagerecht is er een kopje koffie maar onder de maaltijd word er veel wijn gedronken die meestal uit Itali? zelf komt. De kinderen drinken in plaats van wijn water. Het avondmaal is meestal wat makkelijker.
Op zondag en op feestdagen gaan veel Italianen in een restaurant eten. Soms wordt er op feestdagen ook thuis wel eens iets klaar gemaakt. Op kerstavond is dat paling in tomatensaus.
Plaatje van pasta’ s
Feesten in Itali?
Italianen houden van feesten en er zijn elk jaar verschillende feesten. Sommige feesten worden alleen in een verschillende streek gevierd maar sommige feesten in het hele land. Net zoals bij ons vieren ze ook carnaval maar dan is het ook kermis op veel plaatsen.
In Veneti? is een heel speciaal carnaval, er zijn veel stoeten met hele mooie kostuums en er is ook een optocht van gondels (een soort kano’ s).
Op 2 juli en 15 augustus zijn er paardenraces die worden gestreden door mensen die verkleed zijn als iemand uit de middeleeuwen. De winnaar krijgt een geborduurd vaandel.
’s Zomers is er in alle dorpen en steden een kermis en er zijn picknicks, barbecues, snoepkramen, openluchtdisco’s, bands, popconcerten en zangers.
De meeste dorpen vieren feest voor hun heilige. Een beeld van de heilige wordt door de straten gedragen en de mensen volgen met kaarsen en bloemen.
Op 7 december wordt in Milaan het feest van de heilige van de stad Sint Ambrosius gevierd met een markt rondom de kerk. Er zijn veel kraampjes met oliebollen, suikerspinnen, speciale worstjes en geschenkjes.
Op nieuwjaarsdag gooien de mensen in Napels het vaatwerk uit de ramen om te laten zien dat ze opnieuw willen beginnen en de schepen in de haven toeteren. Ze steken ook vuurwerk af.
Op 6 januari brengt een soort heks snoep naar de kinderen in Rome. De kinderen die stout zijn geweest krijgen dan een stukje kool.