Werkstuk: Ijsbeer
Inhoud
Pagina 2. Inleiding
Pagina 3. Het rijk, afdeling en groep van de ijsbeer
Pagina 4. Het leefgebied van de ijsbeer
Pagina 5. Voedsel van de ijsbeer
Pagina 6. De vijanden van de ijsbeer
Pagina 7. Jonge ijsberen
Pagina 8. In de dierentuin
Pagina 9. Bronvermelding
Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat de ijsbeer mij wel een interessant dier lijkt. Het lijkt me ook leuk om te weten hoe de ijsbeer jaagt en hoe hij verder leeft. Ik ben er nu achter gekomen dat de ijsbeer weinig vijanden heeft, dat had ik nooit gedacht. Ik heb het onderwerp ook gekozen omdat we best veel informatie hadden over de ijsbeer en we hadden ook best mooie plaatjes van de ijsbeer. Ik hoop dat u mijn werkstuk met veel plezier zult lezen.
Het rijk, afdeling en groep van de ijsbeer.
De ijsbeer kun je indelen bij het rijk van de dieren, want hij heeft geen bladgroenkorrels en geen celwanden. Verder kun je de ijsbeer indelen bij de afdeling van de gewervelden want de ijsbeer is symmetrisch, is geen worm, hij is tweezijdig symmetrisch, hij heeft geen huisje of schelp, hij heeft een inwendig skelet met een wervelkolom. En je kunt de ijsbeer indelen bij de groep van de zoogdieren want de huid van de ijsbeer is niet bedekt met schubben, de huid van de ijsbeer is niet bedekt met slijm, de huid van de ijsbeer is bedekt met haren. De ijsbeer behoort dus tot het rijk van de dieren en tot de afdeling van de gewervelden en tot de groep van de zoogdieren.
Enkele andere dieren die tot de afdeling van de gewervelden en tot de groep van de zoogdieren behoren zijn o.a.: de kat, de hond, de mens, de zebra en de koe.
Het leefgebied van de ijsbeer.
Bij de noordpool denken de meeste mensen aan een verlaten ijzig en duister gebied. Een gebied waar niemand iets te zoeken heeft. Voor een deel van de noordpool is dat inderdaad zo. Daar kan het 's winters 50 graden vriezen en is leven bijna onmogelijk.
Verreweg de meeste beren leven op het noordelijk halfrond, de ijsbeer leeft het noordelijkst van allemaal. Hij bewoont de toendra's en de koude gebieden binnen de poolcircel. Deze poolzee is zelfs in de zomer voor een groot deel bevroren. Op de noordpool is veel ijs. Om niet uit te glijden heeft de ijsbeer haren onder zijn voetzolen, als een soort anti-slipzool. De ijsbeer kan goed tegen de kou, dat komt omdat de ijsbeer een dikke vacht en speklaag heeft.
Voedsel van de ijsbeer
Het lievelingseten van de ijsbeer is de zeehond. De ijsbeer gaat bij een luchtgat staan en zodra de zeehond boven komt om lucht te happen slaat de ijsbeer toe. Hij slaat dan met zijn grote klauw naar de zeehond. De zeehond is geen partij voor de ijsbeer die wel 300 kilo weegt. Voordat de zeehond beseft wat er aan de hand is heeft de ijsbeer hem al tussen zijn tanden. Op zijn gemak eet hij de zeehond op. De restjes laat de ijsbeer liggen voor de meeuwen.
Als het hoog zomer is eet de ijsbeer ook andere dingen. Op de toedra's verzamelt hij insekten, wormen en plantaardig voedsel. Af en toe slaat hij een vis uit het water. Een vogelei vindt hij ook lekker, net als een kuiken. Steeds vaker zoeken ijsberen ook de vuilnisbelten van mensen op.
De vijanden van de ijsbeer
De ijsbeer heeft eigenlijk weinig natuurlijke vijanden.
De mens vormt wel een gevaar voor de ijsbeer. Er wordt op hem gejaagd voor bont.
Andere gevaren voor de ijsbeer zijn: De chemische vervuiling die de voedselketen van de ijsbeer aantast, de mijnbouw en olieboring in de zee die het leefgebied van de ijsberen bedreigen.
En het smeltende ijs op de noordpool. Hier door wordt het leefgebied van de ijsbeer steeds kleiner.
De jonge ijsbeer heeft nog een andere vijand, namelijk z'n vader. Na de geboorte van de jonge ijsberen gaat de moeder alleen met de jongen verder. De mannetjesberen zijn vaak prikkelbaar en hongerig. Ze pakken daarom vaak de kleine ijsbeertjes en bijten ze soms dood.
Hier onder zie je een moeder ijsbeer met haar jongen. Waarschijnlijk is een van de ijsbeertjes gebeten door een mannetjesbeer.
Jonge ijsberen.
Een ijsbeervrouwtje zoekt aan het begin van de winter een plekje om jongen te krijgen. Ze graaft een lange gang in de sneeuw met aan het eind een hol. Voordat ze er in kruipt, heeft ze zich moddervet gegeten. Dat is hard nodig want als ze eenmaal in haar hol zit, eet ze niet meer. Als de sneeuw haar hol bedekt en de ijskoude wind om de afgesloten ingang giert, krijgt ze haar jongen. Meestal ??n, soms twee of drie beertjes die niet groter zijn dan een cavia. Ze drinken de hele winter bij hun moeder en ze groeien snel. Al die maanden eet de beer niets en valt ze enorm af
In het vroege voorjaar zijn de jongen zo groot dat ze aan de moedermelk niet meer genoeg hebben (en hun tanden zijn al flink scherp!). De vrouwtjesbeer graaft de tunnel open en gaat uitgehongerd op jacht. Het duurt nog een aantal weken voordat de jongen zelf naar buiten komen. Dan leert de moeder ze om zelf te jagen. De hele zomer en het najaar blijven de jonge beertjes bij hun moeder. Hun vader vader hebben ze al die tijd niet meer gezien, want zo gaat dat bij ijsberen.
In de dierentuin.
In dierentuinen krijgen ijsberen hun jongen, net als in de natuur, in volstrekte rust. Het moet pikkedonker zijn en doodstil.
Niemand mag bij ze in de buurt komen, want dan gaat het mis. Dat wil zeggen: als er iets onverwachts gebeurt, eet de moeder onmiddellijk zelf de jonge beertjes op. Dat lijkt wreed, maar stel dat de moeder iets zou overkomen? Dan zitten de jongen levend begraven onder de sneeuw. Ook de verzorgers in de dierentuin laten zich niet zien. Toch houden ze de beren in de gaten. Dat doen ze met een speciale televisiecamera waarmee je in het donker kunt filmen. Die camera hangt in het winterverblijf, en zo kunnen de verzorgers toch telkens een kijkje nemen.
Bronvermelding
- Tamtam
- Encyclopedie van het dierenrijk
- Grasduinen
- National Geografic
Pagina 2. Inleiding
Pagina 3. Het rijk, afdeling en groep van de ijsbeer
Pagina 4. Het leefgebied van de ijsbeer
Pagina 5. Voedsel van de ijsbeer
Pagina 6. De vijanden van de ijsbeer
Pagina 7. Jonge ijsberen
Pagina 8. In de dierentuin
Pagina 9. Bronvermelding
Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat de ijsbeer mij wel een interessant dier lijkt. Het lijkt me ook leuk om te weten hoe de ijsbeer jaagt en hoe hij verder leeft. Ik ben er nu achter gekomen dat de ijsbeer weinig vijanden heeft, dat had ik nooit gedacht. Ik heb het onderwerp ook gekozen omdat we best veel informatie hadden over de ijsbeer en we hadden ook best mooie plaatjes van de ijsbeer. Ik hoop dat u mijn werkstuk met veel plezier zult lezen.
Het rijk, afdeling en groep van de ijsbeer.
De ijsbeer kun je indelen bij het rijk van de dieren, want hij heeft geen bladgroenkorrels en geen celwanden. Verder kun je de ijsbeer indelen bij de afdeling van de gewervelden want de ijsbeer is symmetrisch, is geen worm, hij is tweezijdig symmetrisch, hij heeft geen huisje of schelp, hij heeft een inwendig skelet met een wervelkolom. En je kunt de ijsbeer indelen bij de groep van de zoogdieren want de huid van de ijsbeer is niet bedekt met schubben, de huid van de ijsbeer is niet bedekt met slijm, de huid van de ijsbeer is bedekt met haren. De ijsbeer behoort dus tot het rijk van de dieren en tot de afdeling van de gewervelden en tot de groep van de zoogdieren.
Enkele andere dieren die tot de afdeling van de gewervelden en tot de groep van de zoogdieren behoren zijn o.a.: de kat, de hond, de mens, de zebra en de koe.
Het leefgebied van de ijsbeer.
Bij de noordpool denken de meeste mensen aan een verlaten ijzig en duister gebied. Een gebied waar niemand iets te zoeken heeft. Voor een deel van de noordpool is dat inderdaad zo. Daar kan het 's winters 50 graden vriezen en is leven bijna onmogelijk.
Verreweg de meeste beren leven op het noordelijk halfrond, de ijsbeer leeft het noordelijkst van allemaal. Hij bewoont de toendra's en de koude gebieden binnen de poolcircel. Deze poolzee is zelfs in de zomer voor een groot deel bevroren. Op de noordpool is veel ijs. Om niet uit te glijden heeft de ijsbeer haren onder zijn voetzolen, als een soort anti-slipzool. De ijsbeer kan goed tegen de kou, dat komt omdat de ijsbeer een dikke vacht en speklaag heeft.
Voedsel van de ijsbeer
Het lievelingseten van de ijsbeer is de zeehond. De ijsbeer gaat bij een luchtgat staan en zodra de zeehond boven komt om lucht te happen slaat de ijsbeer toe. Hij slaat dan met zijn grote klauw naar de zeehond. De zeehond is geen partij voor de ijsbeer die wel 300 kilo weegt. Voordat de zeehond beseft wat er aan de hand is heeft de ijsbeer hem al tussen zijn tanden. Op zijn gemak eet hij de zeehond op. De restjes laat de ijsbeer liggen voor de meeuwen.
Als het hoog zomer is eet de ijsbeer ook andere dingen. Op de toedra's verzamelt hij insekten, wormen en plantaardig voedsel. Af en toe slaat hij een vis uit het water. Een vogelei vindt hij ook lekker, net als een kuiken. Steeds vaker zoeken ijsberen ook de vuilnisbelten van mensen op.
De vijanden van de ijsbeer
De ijsbeer heeft eigenlijk weinig natuurlijke vijanden.
De mens vormt wel een gevaar voor de ijsbeer. Er wordt op hem gejaagd voor bont.
Andere gevaren voor de ijsbeer zijn: De chemische vervuiling die de voedselketen van de ijsbeer aantast, de mijnbouw en olieboring in de zee die het leefgebied van de ijsberen bedreigen.
En het smeltende ijs op de noordpool. Hier door wordt het leefgebied van de ijsbeer steeds kleiner.
De jonge ijsbeer heeft nog een andere vijand, namelijk z'n vader. Na de geboorte van de jonge ijsberen gaat de moeder alleen met de jongen verder. De mannetjesberen zijn vaak prikkelbaar en hongerig. Ze pakken daarom vaak de kleine ijsbeertjes en bijten ze soms dood.
Hier onder zie je een moeder ijsbeer met haar jongen. Waarschijnlijk is een van de ijsbeertjes gebeten door een mannetjesbeer.
Jonge ijsberen.
Een ijsbeervrouwtje zoekt aan het begin van de winter een plekje om jongen te krijgen. Ze graaft een lange gang in de sneeuw met aan het eind een hol. Voordat ze er in kruipt, heeft ze zich moddervet gegeten. Dat is hard nodig want als ze eenmaal in haar hol zit, eet ze niet meer. Als de sneeuw haar hol bedekt en de ijskoude wind om de afgesloten ingang giert, krijgt ze haar jongen. Meestal ??n, soms twee of drie beertjes die niet groter zijn dan een cavia. Ze drinken de hele winter bij hun moeder en ze groeien snel. Al die maanden eet de beer niets en valt ze enorm af
In het vroege voorjaar zijn de jongen zo groot dat ze aan de moedermelk niet meer genoeg hebben (en hun tanden zijn al flink scherp!). De vrouwtjesbeer graaft de tunnel open en gaat uitgehongerd op jacht. Het duurt nog een aantal weken voordat de jongen zelf naar buiten komen. Dan leert de moeder ze om zelf te jagen. De hele zomer en het najaar blijven de jonge beertjes bij hun moeder. Hun vader vader hebben ze al die tijd niet meer gezien, want zo gaat dat bij ijsberen.
In de dierentuin.
In dierentuinen krijgen ijsberen hun jongen, net als in de natuur, in volstrekte rust. Het moet pikkedonker zijn en doodstil.
Niemand mag bij ze in de buurt komen, want dan gaat het mis. Dat wil zeggen: als er iets onverwachts gebeurt, eet de moeder onmiddellijk zelf de jonge beertjes op. Dat lijkt wreed, maar stel dat de moeder iets zou overkomen? Dan zitten de jongen levend begraven onder de sneeuw. Ook de verzorgers in de dierentuin laten zich niet zien. Toch houden ze de beren in de gaten. Dat doen ze met een speciale televisiecamera waarmee je in het donker kunt filmen. Die camera hangt in het winterverblijf, en zo kunnen de verzorgers toch telkens een kijkje nemen.
Bronvermelding
- Tamtam
- Encyclopedie van het dierenrijk
- Grasduinen
- National Geografic