Werkstuk: Hongarije
De oudst bekende bewoners van Hongarije waren jagers uit het Stenen Tijdperk. Onder de Romeinen maakte het gebied deel uit van de provincie Pannonia. Daarna werd het o.a. bewoond door de Goten en de Hunnen. Aan het eind van de 9e eeuw trokken de Magyaren onder leiding van ?rp?d de Donauvlakte binnen en onderwierpen de bewoners. Istv?n, een afstammeling van ?rp?d, die in 997 aan het bewind kwam, was de stichter van het koninkrijk Hongarije. Hij werd in 1000 door de paus tot 'Apostolisch koning' gekroond, vestigde een krachtig centraal gezag en voerde het christendom in. In de geschiedenis staat hij bekend als de Stefanus I de Heilige.
Na een pauze aan het begin van de 15de eeuw hervatten de Turken vanaf 1415 hun opmars door de Balkan in de richting van Wenen. Onder het bewind van Matthias Corvinus (M?ty?s Hunyadi), die in 1458 tot koning gekozen werd, was Hongarije een van de machtigste landen van Europa. In 1526 echter werden de Hongaren in de slag bij Moh?cs verpletterend verslagen door de Turken, waarna het land voor een deel onder bestuur van de Osmaanse sultan kwam en voor een deel onder dat van de Habsburgse keizer in Wenen. Het eind van de Turkse periode (1686) is een diepe cesuur in de Hongaarse geschiedenis. De Turkse periode heeft de Csereh?t de mogelijkheid gegeven om op cultureel gebied aan te knopen bij het meest verlichte wat er in die tijd was. Toch is er ook veel schade geweest: van honderden dorpjes en vlekken was na de Turkse nederlaag geen spoor meer over. In 1690 werd het land tenslotte weer verenigd onder de Habsburgers. Hierna begon een langdurige strijd voor de bevrijding van het Oostenrijkse juk. De opstand van 1848 onder leiding van Lajos Kossuth werd snel neergeslagen, maar in 1867 kreeg Hongarije een eigen regering (de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie).
Wist je dat in Hongarije elke dag om 12 uur 's middags de kerkklokken luiden om de overwinning van de Hongaren op de Turken te herdenken (21-22 juli 1456). De toenmalige Hongaarse leider was Hunyadi J?nos, de vader van Koning M?ty?s. Dit vond plaats in N?ndorfeh?rv?r, het huidige Belgrado. Zelfs de Hongaarse televisie zendt dit klokkengelui elke dag om 12 uur uit (in het programmaschema noemt dit D?li harangsz?).
In 1867 ging keizer Frans-Jozef akkoord met een zekere zelfstandigheid van Hongarije. Dit duurde tot 1918 toen na de nederlaag in WO I de Volksrepubliek werd uitgeroepen, met graaf Mih?ly K?rolyi als president. In november 1918 was Hongarije een Volksrepubliek geworden. In maart 1919 had deze republiek plaatsgemaakt voor een Radenrepubliek. Het verdrag van Trianon (1920) met de geallieerden betekende een aanzienlijke gebiedsverkleining: grote gebieden met een Hongaarse bevolking vielen toe aan de omringende landen. In 1921 werd de monarchale regeringsvorm hersteld, nadat een Radenrepubliek onder de communist B?la Kun ineengestort was.
De vrede van Trianon en het experiment van B?la Kun bepaalden het politieke klimaat in de periode tussen de wereldoorlogen. De communistische partij bleef verboden en de activiteiten van de socialistische partij werden beperkt. Kerkelijke leiders kregen meer invloed. Op het gebied van de buitenlandse politiek streefde Hongarije naar een herziening van het verdrag van Trianon. Het zocht aansluiting bij Duitsland en het nationaal-socialisme kreeg steeds meer aanhang. Dank zij de invloed van Duitsland kreeg Hongarije in 1939 gebiedsuitbreiding ten koste van Slowakije.
In WO II poogde Hongarije een neutrale houding te etaleren, maar de sympathie?n met Duitsland waren overduidelijk. Doordat Duitsland en Itali? in 1940 een deel van het Roemeense Transsylvani? aan Hongarije toewezen was die houding moeilijk vol te houden. In 1941 werd de oorlog verklaard aan de Sovjet-Unie. In 1943 knoopte de regering geheime besprekingen aan met de geallieerden, waarna Duitsland het land bezette en prompt de jodenvervolving inzette. In januari 1945 werd het land van de Duitsers bevrijd door Sovjettroepen. De voorlopige regering begon meteen met de herverdeling van de grond, die nog grotendeels in handen was van de adel en de Kerk. De verkiezingen in dat jaar werden gewonnen door de Partij van Kleine Landeigenaren, maar met steun van de Sovjettroepen verworven de communisten de belangrijkste minstersposten.
Hongarije werd in 1946 een republiek. Bij de verkiezingen van 1947 kregen de communisten het grootste aantal zetels (22% van de stemmen). Deel uitmakend van een coalitieregering begonnen ze met de herverdeling van de grond en het naasten van bedrijven. Na de vrede van Parijs (1947) werd de situatie er niet rooskleuriger op, omdat de Sovjet-Unie een groot deel van de Hongaarse industrie als vorm van herstelbetaling in beslag nam. Bovendien moest Hongarije afzien van de Marshall-hulp.
Begin 1948 kwam er een fusie tot stand tussen de communisten en de socialisten en werd het eenpartijstelsel van kracht. Hierna volgde een periode van zuiveringen en schijnprocessen, waarin ook de r.-k. Kerk het moest ontgelden. Kardinaal J?zsef Mindszenty, die tegen de communisten geprotesteerd had, werd december 1948 tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.
Bij de verkiezingen van 1949 behaalden de communisten een volledige overwinning. Er werd een nieuwe grondwet opgesteld, die een getrouwe kopie van de Russische was. O.l.v. de stalinist M?ty?s R?kosi ging men door met nationalisatie, onteigening en tewerkstelling van boeren op kolchozen. Bij de industrialisatie werd de nadruk gelegd op de ontwikkeling van de zware industrie, hoewel Hongarije daarvoor de grondstoffen miste. Mede hierdoor ontstond er een tekort aan levensmiddelen en consumptiegoederen. Onder druk van de bevolking moest R?kosi na de dood van Stalin in 1953 aftreden ten gunste van de liberalere Imre Nagy. Er werden concessies gedaan aan boeren en consumenten, maar reeds het volgend jaar moest Nagy aftreden op beschuldiging van revisionisme. Na het 20e partijcongres van de CP in de Sovjet-Unie in 1956 konden de Hongaren hun gevoelens van ontevredenheid gemakkelijker uiten. In oktober kwam het tot een volksopstand, die zich over heel Hongarije uitbreidde. Het leger koos de zijde van de opstandelingen.
Een nieuwe regering onder Nagy willigde de eisen van de laatsten in, o.a. terugtrekking van de Sovjet-bezettingstroepen, vrije verkiezingen en afschaffing van de geheime politie. De Sovjet-Unie trok hierop haar troepen uit Boedapest terug. Nadat de Sovjettroepen uit Boedapest waren teruggetrokken, kondigde Nagy aan dat er een eind was gekomen aan het communisme in Hongarije en dat het land uit het Warschaupact trad.
Er werd een nieuwe regering gevormd onder J?nos Kad?r, die van Hongarije weer een Sovjet-satellietsstaat maakte. Ca. 200.000 Hongaren ontvluchtten eind 1956 hun land. Een en ander maakte grote indruk op het Westen en zette een domper op de hooggestemde verwachtingen die men van Sovjetleider Chroesjtsjov had.
Onder K?d?r werd de collectivisatie opnieuw aangepakt. Op de nieuw gevormde bedrijven was de mechanisatiegraad laag en de productiviteit derhalve gering. Als gevolg daarvan werd Hongarije van een graanexporterend een graanimporterend land.
In 1968 werd het Nieuw Economisch Mechanisme ingevoerd, dat afweek van centraal geleide planning door meer ruimte te laren aan de directie van de fabrieken. Datzelfde jaar bewees Hongarije zijn solidariteit met de Sovjet-Unie en het Warschaupact door troepen te sturen om een eind te maken aan de Praagse Lente.
De verhouding met het Vaticaan verbeterde in 1971 toen een overeenkomst gesloten werd, waarbij o.a. de kwestie-Mindszenty geregeld werd. Ook de verhouding met westerse landen werd beter, o.a. met de VS.
In de jaren zette de liberalisatie zich voort, waarbij men er wel voor zorgde de Sovjet-Unie niet te provoceren. De regering moest enkele bezuinigingen doorvoeren en belastingen verhogen om de inflatie te bestrijden. In 1988 werd de perscensuur deels opgeheven, werden demonstraties en stakingen toegestaan en mochten politieke bewegingen zich openlijk uiten. De realistische aanpak van binnenlandse en buitenlandse zaken was vooral het werk van K?d?r, maar vanwege zijn weigering om het economische beleid aan te passen - ca. een vijfde van de bevolking leefde onder de armoedegrens - werd hij in 1988 afgezet. Na K?d?rs dood in 1989 werd Imre Nagy gerehabiliteerd. De hervormingen gingen snel in dat jaar, o.a. gedeeltelijke 'ontmanteling' van het IJzeren Gordijn (de prikkeldraadversperring op de grens met Oostenrijk), waardoor duizenden Hongaren en Oost-Duitsers naar het Westen konden ontsnappen. De Arbeiderspartij belegde een ronde-tafelconferentie met oppositiebewegingen. Er werd een meerpartijenstelsel ingevoerd en de naam Volksrepubliek Hongarije werd gewijzigd in Republiek Hongarije.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Roemeni? en Tsjecho-Slowakije is de overgang van een marxistisch-leninistisch staatsbestel naar een democratische maatschappij in Hongarije zeer geleidelijk verlopen. Het kende al sinds de jaren zeventig een systeem waarbij centrale planning gecombineerd werd met elementen van een markteconomie. Veel Hongaren hadden hierdoor twee banen: ??n bij een staatsbedrijf en ??n bij een bedrijf in de priv?-sector. Eind jaren tachtig konden dissidenten en andere personen met kritiek op de regering die relatief openlijk uiten. Verdere economische hervormingen werden al in 1987 ingezet. Dit ging gepaard met een achteruitgang in het besteedbaar inkomen van de meeste burgers. De perscensuur werd in 1988 deels opgeheven. In 1989 werd door de regering de Grondwet aangepast, zodat Hongarije een democratische republiek werd met een meerpartijenstelsel en een scheiding van de drie machten.
De eerste vrije verkiezingen sinds 45 jaar, in 1990, werden gewonnen door een coalitie van centrumrechtse partijen geleid door het Hongaars Democratisch Forum (MDF). J?zsef Antall (MDF) werd premier en de schrijver Arp?d G?ncz (SzDSz) werd tot president gekozen. De regering streefde liberalisering van de economie en integratie in het Westen na. In 1992 ontstond een conflict tussen president en regering over inmenging door de regering in de leiding van de staatsradio en -televisie; er werden demonstraties gehouden tegen de beperking van de persvrijheid. In het MDF kregen extreemrechtse elementen steeds meer ruimte. De verkiezingen in 1994 veranderden het politieke landschap doordat de partij van de vm. communisten (MSzP) een absolute meerderheid behaalde. Dit werd algemeen beschouwd als een uiting van ongenoegen over de economische situatie. Onder leiding van de hervormingsgezinde ex-communist Gyula Horn kwam een coalitie van MSzP en de Alliantie van Vrije Democraten (SzDSz) tot stand. Ondanks de vrij gunstige economische ontwikkeling en de internationale acceptatie van Hongarije, verloor de MSzP echter de parlementsverkiezingen van 1998. De FIDESz-MPP werd de grootste partij. In juni 2000 werd de gematigd conservatieve Ferenc Madl gekozen tot nieuwe president. Hij volgde de liberaal Arp?d G?ncz op, die na twee ambtstermijnen noodgedwongen afscheid moest nemen van het presidentschap.
In 1991 trad Hongarije uit het Warschaupact. Met Duitsland werd in 1992 een vriendschapsverdrag gesloten. De relatie met de buurlanden Joegoslavi? (Servi?), Slowakije en Roemeni? werd in de eerste helft van de jaren negentig beheerst door discussies over de positie van de Hongaarse minderheden in die landen en over het erkennen van de grenzen. Met Slowakije werd hierover in 1995 een akkoord bereikt. In 1992 werd door de zgn. Visegrad-Vier (Hongarije, Polen, Tsjechi? en Slowakije) overeengekomen uiterlijk in het jaar 2001 een gezamenlijke markt te vormen, samen met de EG. In 1994 werd als resultaat hiervan een associatieverdrag met de EU van kracht (Europa-akkoord), waardoor Hongaarse producten makkelijker op de Europese markt verkocht kunnen worden. In dat jaar werd ook het EU-lidmaatschap aangevraagd en werd met de NAVO een Partnerschap voor Vrede overeengekomen.
In 1997 werd Hongarije samen met Polen en Tsjechi? door de NAVO uitgenodigd toe te treden tot het bondgenootschap. Ook zat het land in de groep waarmee de EU besloot verdere stappen naar toetreding te nemen.
Na een pauze aan het begin van de 15de eeuw hervatten de Turken vanaf 1415 hun opmars door de Balkan in de richting van Wenen. Onder het bewind van Matthias Corvinus (M?ty?s Hunyadi), die in 1458 tot koning gekozen werd, was Hongarije een van de machtigste landen van Europa. In 1526 echter werden de Hongaren in de slag bij Moh?cs verpletterend verslagen door de Turken, waarna het land voor een deel onder bestuur van de Osmaanse sultan kwam en voor een deel onder dat van de Habsburgse keizer in Wenen. Het eind van de Turkse periode (1686) is een diepe cesuur in de Hongaarse geschiedenis. De Turkse periode heeft de Csereh?t de mogelijkheid gegeven om op cultureel gebied aan te knopen bij het meest verlichte wat er in die tijd was. Toch is er ook veel schade geweest: van honderden dorpjes en vlekken was na de Turkse nederlaag geen spoor meer over. In 1690 werd het land tenslotte weer verenigd onder de Habsburgers. Hierna begon een langdurige strijd voor de bevrijding van het Oostenrijkse juk. De opstand van 1848 onder leiding van Lajos Kossuth werd snel neergeslagen, maar in 1867 kreeg Hongarije een eigen regering (de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie).
Wist je dat in Hongarije elke dag om 12 uur 's middags de kerkklokken luiden om de overwinning van de Hongaren op de Turken te herdenken (21-22 juli 1456). De toenmalige Hongaarse leider was Hunyadi J?nos, de vader van Koning M?ty?s. Dit vond plaats in N?ndorfeh?rv?r, het huidige Belgrado. Zelfs de Hongaarse televisie zendt dit klokkengelui elke dag om 12 uur uit (in het programmaschema noemt dit D?li harangsz?).
In 1867 ging keizer Frans-Jozef akkoord met een zekere zelfstandigheid van Hongarije. Dit duurde tot 1918 toen na de nederlaag in WO I de Volksrepubliek werd uitgeroepen, met graaf Mih?ly K?rolyi als president. In november 1918 was Hongarije een Volksrepubliek geworden. In maart 1919 had deze republiek plaatsgemaakt voor een Radenrepubliek. Het verdrag van Trianon (1920) met de geallieerden betekende een aanzienlijke gebiedsverkleining: grote gebieden met een Hongaarse bevolking vielen toe aan de omringende landen. In 1921 werd de monarchale regeringsvorm hersteld, nadat een Radenrepubliek onder de communist B?la Kun ineengestort was.
De vrede van Trianon en het experiment van B?la Kun bepaalden het politieke klimaat in de periode tussen de wereldoorlogen. De communistische partij bleef verboden en de activiteiten van de socialistische partij werden beperkt. Kerkelijke leiders kregen meer invloed. Op het gebied van de buitenlandse politiek streefde Hongarije naar een herziening van het verdrag van Trianon. Het zocht aansluiting bij Duitsland en het nationaal-socialisme kreeg steeds meer aanhang. Dank zij de invloed van Duitsland kreeg Hongarije in 1939 gebiedsuitbreiding ten koste van Slowakije.
In WO II poogde Hongarije een neutrale houding te etaleren, maar de sympathie?n met Duitsland waren overduidelijk. Doordat Duitsland en Itali? in 1940 een deel van het Roemeense Transsylvani? aan Hongarije toewezen was die houding moeilijk vol te houden. In 1941 werd de oorlog verklaard aan de Sovjet-Unie. In 1943 knoopte de regering geheime besprekingen aan met de geallieerden, waarna Duitsland het land bezette en prompt de jodenvervolving inzette. In januari 1945 werd het land van de Duitsers bevrijd door Sovjettroepen. De voorlopige regering begon meteen met de herverdeling van de grond, die nog grotendeels in handen was van de adel en de Kerk. De verkiezingen in dat jaar werden gewonnen door de Partij van Kleine Landeigenaren, maar met steun van de Sovjettroepen verworven de communisten de belangrijkste minstersposten.
Hongarije werd in 1946 een republiek. Bij de verkiezingen van 1947 kregen de communisten het grootste aantal zetels (22% van de stemmen). Deel uitmakend van een coalitieregering begonnen ze met de herverdeling van de grond en het naasten van bedrijven. Na de vrede van Parijs (1947) werd de situatie er niet rooskleuriger op, omdat de Sovjet-Unie een groot deel van de Hongaarse industrie als vorm van herstelbetaling in beslag nam. Bovendien moest Hongarije afzien van de Marshall-hulp.
Begin 1948 kwam er een fusie tot stand tussen de communisten en de socialisten en werd het eenpartijstelsel van kracht. Hierna volgde een periode van zuiveringen en schijnprocessen, waarin ook de r.-k. Kerk het moest ontgelden. Kardinaal J?zsef Mindszenty, die tegen de communisten geprotesteerd had, werd december 1948 tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.
Bij de verkiezingen van 1949 behaalden de communisten een volledige overwinning. Er werd een nieuwe grondwet opgesteld, die een getrouwe kopie van de Russische was. O.l.v. de stalinist M?ty?s R?kosi ging men door met nationalisatie, onteigening en tewerkstelling van boeren op kolchozen. Bij de industrialisatie werd de nadruk gelegd op de ontwikkeling van de zware industrie, hoewel Hongarije daarvoor de grondstoffen miste. Mede hierdoor ontstond er een tekort aan levensmiddelen en consumptiegoederen. Onder druk van de bevolking moest R?kosi na de dood van Stalin in 1953 aftreden ten gunste van de liberalere Imre Nagy. Er werden concessies gedaan aan boeren en consumenten, maar reeds het volgend jaar moest Nagy aftreden op beschuldiging van revisionisme. Na het 20e partijcongres van de CP in de Sovjet-Unie in 1956 konden de Hongaren hun gevoelens van ontevredenheid gemakkelijker uiten. In oktober kwam het tot een volksopstand, die zich over heel Hongarije uitbreidde. Het leger koos de zijde van de opstandelingen.
Een nieuwe regering onder Nagy willigde de eisen van de laatsten in, o.a. terugtrekking van de Sovjet-bezettingstroepen, vrije verkiezingen en afschaffing van de geheime politie. De Sovjet-Unie trok hierop haar troepen uit Boedapest terug. Nadat de Sovjettroepen uit Boedapest waren teruggetrokken, kondigde Nagy aan dat er een eind was gekomen aan het communisme in Hongarije en dat het land uit het Warschaupact trad.
Er werd een nieuwe regering gevormd onder J?nos Kad?r, die van Hongarije weer een Sovjet-satellietsstaat maakte. Ca. 200.000 Hongaren ontvluchtten eind 1956 hun land. Een en ander maakte grote indruk op het Westen en zette een domper op de hooggestemde verwachtingen die men van Sovjetleider Chroesjtsjov had.
Onder K?d?r werd de collectivisatie opnieuw aangepakt. Op de nieuw gevormde bedrijven was de mechanisatiegraad laag en de productiviteit derhalve gering. Als gevolg daarvan werd Hongarije van een graanexporterend een graanimporterend land.
In 1968 werd het Nieuw Economisch Mechanisme ingevoerd, dat afweek van centraal geleide planning door meer ruimte te laren aan de directie van de fabrieken. Datzelfde jaar bewees Hongarije zijn solidariteit met de Sovjet-Unie en het Warschaupact door troepen te sturen om een eind te maken aan de Praagse Lente.
De verhouding met het Vaticaan verbeterde in 1971 toen een overeenkomst gesloten werd, waarbij o.a. de kwestie-Mindszenty geregeld werd. Ook de verhouding met westerse landen werd beter, o.a. met de VS.
In de jaren zette de liberalisatie zich voort, waarbij men er wel voor zorgde de Sovjet-Unie niet te provoceren. De regering moest enkele bezuinigingen doorvoeren en belastingen verhogen om de inflatie te bestrijden. In 1988 werd de perscensuur deels opgeheven, werden demonstraties en stakingen toegestaan en mochten politieke bewegingen zich openlijk uiten. De realistische aanpak van binnenlandse en buitenlandse zaken was vooral het werk van K?d?r, maar vanwege zijn weigering om het economische beleid aan te passen - ca. een vijfde van de bevolking leefde onder de armoedegrens - werd hij in 1988 afgezet. Na K?d?rs dood in 1989 werd Imre Nagy gerehabiliteerd. De hervormingen gingen snel in dat jaar, o.a. gedeeltelijke 'ontmanteling' van het IJzeren Gordijn (de prikkeldraadversperring op de grens met Oostenrijk), waardoor duizenden Hongaren en Oost-Duitsers naar het Westen konden ontsnappen. De Arbeiderspartij belegde een ronde-tafelconferentie met oppositiebewegingen. Er werd een meerpartijenstelsel ingevoerd en de naam Volksrepubliek Hongarije werd gewijzigd in Republiek Hongarije.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Roemeni? en Tsjecho-Slowakije is de overgang van een marxistisch-leninistisch staatsbestel naar een democratische maatschappij in Hongarije zeer geleidelijk verlopen. Het kende al sinds de jaren zeventig een systeem waarbij centrale planning gecombineerd werd met elementen van een markteconomie. Veel Hongaren hadden hierdoor twee banen: ??n bij een staatsbedrijf en ??n bij een bedrijf in de priv?-sector. Eind jaren tachtig konden dissidenten en andere personen met kritiek op de regering die relatief openlijk uiten. Verdere economische hervormingen werden al in 1987 ingezet. Dit ging gepaard met een achteruitgang in het besteedbaar inkomen van de meeste burgers. De perscensuur werd in 1988 deels opgeheven. In 1989 werd door de regering de Grondwet aangepast, zodat Hongarije een democratische republiek werd met een meerpartijenstelsel en een scheiding van de drie machten.
De eerste vrije verkiezingen sinds 45 jaar, in 1990, werden gewonnen door een coalitie van centrumrechtse partijen geleid door het Hongaars Democratisch Forum (MDF). J?zsef Antall (MDF) werd premier en de schrijver Arp?d G?ncz (SzDSz) werd tot president gekozen. De regering streefde liberalisering van de economie en integratie in het Westen na. In 1992 ontstond een conflict tussen president en regering over inmenging door de regering in de leiding van de staatsradio en -televisie; er werden demonstraties gehouden tegen de beperking van de persvrijheid. In het MDF kregen extreemrechtse elementen steeds meer ruimte. De verkiezingen in 1994 veranderden het politieke landschap doordat de partij van de vm. communisten (MSzP) een absolute meerderheid behaalde. Dit werd algemeen beschouwd als een uiting van ongenoegen over de economische situatie. Onder leiding van de hervormingsgezinde ex-communist Gyula Horn kwam een coalitie van MSzP en de Alliantie van Vrije Democraten (SzDSz) tot stand. Ondanks de vrij gunstige economische ontwikkeling en de internationale acceptatie van Hongarije, verloor de MSzP echter de parlementsverkiezingen van 1998. De FIDESz-MPP werd de grootste partij. In juni 2000 werd de gematigd conservatieve Ferenc Madl gekozen tot nieuwe president. Hij volgde de liberaal Arp?d G?ncz op, die na twee ambtstermijnen noodgedwongen afscheid moest nemen van het presidentschap.
In 1991 trad Hongarije uit het Warschaupact. Met Duitsland werd in 1992 een vriendschapsverdrag gesloten. De relatie met de buurlanden Joegoslavi? (Servi?), Slowakije en Roemeni? werd in de eerste helft van de jaren negentig beheerst door discussies over de positie van de Hongaarse minderheden in die landen en over het erkennen van de grenzen. Met Slowakije werd hierover in 1995 een akkoord bereikt. In 1992 werd door de zgn. Visegrad-Vier (Hongarije, Polen, Tsjechi? en Slowakije) overeengekomen uiterlijk in het jaar 2001 een gezamenlijke markt te vormen, samen met de EG. In 1994 werd als resultaat hiervan een associatieverdrag met de EU van kracht (Europa-akkoord), waardoor Hongaarse producten makkelijker op de Europese markt verkocht kunnen worden. In dat jaar werd ook het EU-lidmaatschap aangevraagd en werd met de NAVO een Partnerschap voor Vrede overeengekomen.
In 1997 werd Hongarije samen met Polen en Tsjechi? door de NAVO uitgenodigd toe te treden tot het bondgenootschap. Ook zat het land in de groep waarmee de EU besloot verdere stappen naar toetreding te nemen.