Werkstuk: Honden
Voorwoord:
Ik heb het onderwerp Honden gekozen omdat het over een dier moest gaan. Het zijn ook een van m?n lievelingsdieren. Zelf heb ik ook pas een hond gekregen.
Inhoudsopgave:
1. Wat is een hond?
2. Een pup uitzoeken.
3. Je pup zindelijk maken.
4. Eten en drinken.
5. Goede verzorging.
6. Trainen.
7. Gezond houden.
8. Honden krijgen puppy?s.
9. Rassen en gedrag.
1. Wat is een hond:
Honden behoren tot een grote groep die zoogdieren worden genoemd. Ze hebben warm bloed en een harige vacht. Puppy?s drinken melk bij hun moeder, dat doen ze aan de tepels. Die zitten onderaan de buik en het zijn er ongeveer 10.
Van de zintuigen is het reukorgaan het sterkst ontwikkeld. Het gebit bestaat uit 42 tanden en kiezen. De bek is sterk genoeg om zelfs metaal stuk te kunnen bijten.
De hond heeft 4 sterke benen om op te rennen.
Waarschijnlijk is de hond 15.000 jaar geleden tot huisdier gemaakt. De primitieve mens gebruikte de hond toen als voedsel, aasopruimers en als waakdieren. Later werd de hond pas gebruikt als hulp bij de jacht en bij het hoeden van kudden.
De hond is door zijn natuurlijke geaardheid gemakkelijk te dresseren, waardoor het mogelijk is de hond voor zeer verschillende functies te gebruiken.
2. Een pup uitzoeken:
Als puppy?s ongeveer 4 weken oud zijn, mag je het nest gaan bekijken. Je kan pas een pup meenemen als hij minstens 8 weken oud is. Als je een pup kiest moet je er wel een nemen die vriendelijk en gezond is. Bekijk ook de moeder dan weet je hoe groot hij ongeveer wordt.
Vraag aan de fokker welk eten hij kreeg en welke inentingen hij heeft gehad. Dat moet je allemaal opschrijven want later wil de dierenarts dat weten.
Als je een rashond neemt, vraag dan naar de bijhorende papieren. Als je je hond mee naar huis neemt zorg dan dat je alles in huis hebt, dan voelt hij zich op z?n gemak. Als een pup nog erg klein is, is het moeilijk te zien of het een reutje of een teefje is. Vraag daarom wat het geslacht is. Je kan je pup in een doos laten slapen. Zet de doos op een warme en rustige plek neer. Je kan je pup ook in een speciale puppykooi doen.
3. Je pup zindelijk maken:
Je pup zindelijk maken wil zeggen dat je hem leert waar hij z?n behoefte moet doen. De beste manier om hem dat te leren is met behulp van de puppykooi. Als hij geleerd hebt dat het binnen niet mag, moet je hem leren waar het wel mag. De puppykooi is een speciale plek voor je pup. Hij zal die plek nooit vies maken. Maar als het hok erg groot is, zal hij de ene kant gebruiken om op te slapen en de andere kant om z?n behoefte te doen. De beste plaats waar je pup z?n behoefte kan doen, is je eigen tuin. Zoek hiervoor een speciaal plekje op en breng je pup altijd weer naar dezelfde plek terug. Je pup moet plassen en poepen als hij net gegeten heeft, en als hij ?s morgens wakker wordt. Als pups nog erg jong zijn, gaan ze gehurkt zitten om te plassen. Zowel reutjes als teefjes doen dat. Later tillen de reutjes 1 van hun achterpoten op. Teefjes blijven altijd gehurkt zitten. Als je pup z?n behoefte heeft gedaan, moet je hem belonen. Je pup begrijpt dan dat hij het goed gedaan heeft en zal de volgende keer hetzelfde doen.
4. Eten en drinken:
Een pup eet vlees en groente. Natuurlijk vindt hij ook andere dingen lekker, maar die zijn vaak niet goed voor hem. Om je pup gezond te houden, moet je hem speciaal hondenvoer geven. Je kunt kiezen tussen vochtig en droog voer. Er is ook vleesmix verkrijgbaar. Dit moet je met ander voedsel mengen om een gezonde maaltijd te krijgen. Het makkelijkst is om je pup compleet voer te geven. Daarin zit alles in wat hij nodig heeft. Dit voedsel kan nat of droog gegeven worden. Droogvoer is erg goed voor de tanden, want daar moeten ze op kauwen. Zorg ervoor dat je pup altijd schoon water heeft, als hij wilt drinken. Zonder schoon water wordt hij ziek. Geef hem nooit priklimonade of vruchtensap. Je kan je pup wel wat melk geven maar nooit teveel, want ze krijgen er slechte ogen van. Van onze etensresten kan je hond ziek worden. Door te vaak hondensnoepjes te geven, gaat je hond zeuren. Geef je pup 3 of 4 keer per dag een klein beetje eten. Als je pup ouder wordt is 2 keer per dag genoeg. Geef het eten direct na je eigen ontbijt en avondmaaltijd.
5. Goede verzorging:
Je hond is helemaal bedekt met een vacht. Die harige jas zorgt ervoor dat hij warm blijft. De haren zijn vettig en daardoor kan de onderliggende huid niet nat worden. De hond kan met z?n kop bijna alle plaatsen op z?n lichaam bereiken om schoon te maken. De voortanden gebruikt hij dan als kam en de ruwe tong als dweil. Begin met de rug van de hond te borstelen. Trek de metalen pinnen van de borstel door zijn vacht, vanaf de nek naar de staart. Als je klitten tegenkomt ontwar die dan met je vingers. Daarna naborstelen met de zachte borstel of kam.
Kam daarna de benen, de staart, de hals, de buik en de oren van je hond.
Verzorg deze lichaamsdelen van je hond elke dag in dezelfde volgorde, dan zul je nooit een deel overslaan. Verzorg hierna nog een keer de rug. Als je hond de hele tijd braaf was beloon hem dan door hem flink te knuffelen. Als je hem altijd zo beloont zal hij het niet meer zo erg vinden elke dag te worden geborsteld.
Als je hond kort haar heeft is het voldoende hem elke dag met de speciale hondenhandschoen op te wrijven. De kleine rubberknoppen zullen oud haar, stof en vuil weghalen.
6. Trainen:
Je kan je pup bepaalde dingen leren zoals: zitten, volgen of de krant ophalen. Honden leren heel snel, vooral als ze het leuk vinden. Je hond leren zitten is erg makkelijk. Elke keer als je hond z?n achterwerk op de grond zet, zeg je langzaam en duidelijk: zit. Snel zal je hond gaan zitten, als je het bevel zegt: zit. Het is belangrijk om je hond te leren zitten, als jij zelf wegloopt. Hou een vlakke hand voor het gezicht van je hond en zeg luid en duidelijk: blijf. Loop dan langzaam weg en herhaal: blijf. Als je hond je toch volgt moet je opnieuw beginnen. Als je de naam van je hond roept, is het de bedoeling dat hij komt. Gebruik hiervoor een lange lijn totdat je zeker weet dat hij niet wegloopt. Buig voorover, zodat hij je ogen ziet. Wacht even en roep dan z?n naam gevolgd door: kom.
Beloon je hond als hij gedaan heeft, wat hij moest doen. Doe dat met een aai of met een omhelzing. Doe dat direct na de oefening, want een hond vergeet gauw wat hij zojuist heeft gedaan. Als je hond iets doet wat niet mag, zeg dan: foei. Je hond zal even zielig kijken maar laat niet merken dat je het zielig vindt.
7. Gezond houden:
Het belangrijkste is dat een hond goed verzorgd wordt om hem gezond te houden. Hij moet de juiste voeding krijgen, goed geborsteld worden en regelmatig worden meegenomen voor een wandeling.
Ook moet er regelmatig worden gecontroleerd hoe het met de gezondheid van de hond is. Als dat regelmatig wordt gedaan is het direct duidelijk wanneer er iets mis is. De vacht moet ook regelmatig worden gecontroleerd door met de vingers door de haren van de hond te gaan. Die moeten zijdeachtig aanvoelen en niet stinken. De vacht moet ook bekeken worden op verborgen plaatsen, bv onder de staart. Als de hond ligt, kun je zijn nagels en voeten controleren door tussen de tenen en de zoolkussentjes te kijken, want soms zitten daar splinters in.
De ogen van de hond moeten ook regelmatig worden gecontroleerd, laat er veel licht in vallen zodat je ze goed kan bekijken. Elk oog moet helder en glanzend zijn. Er mogen geen tranen in een ooghoek zitten. Onderzoek of er niets in de bek van de hond is blijven steken. Houd met de ene hand zijn snuit vast en met de andere zijn kaak. Beweeg nu beide handen langzaam uit elkaar om de bek te openen. De oren van de hond moeten ook regelmatig gecontroleerd worden. Dat doe je door het slappe deel ervan ( flap) achterover te leggen, zodat je beter in het harige oorgat kan kijken. Het oor moet schoon zijn, als het stinkt kan de hond ziek zijn. De tanden van de hond moeten ook goed onderhouden worden door ze iedere dag met hondentandpasta en een speciale hondentandenborstel aan de buitenkant van de tanden te poetsen.
8. Honden krijgen puppy?s:
Teven krijgen puppy?s. Als ze volwassen zijn en ze worden door een reu gedekt, dan krijgen ze 9 weken later een nest. Als alle teven een nest zouden krijgen, zouden er veel teveel honden komen. Daarom laten veel mensen hun teefje niet dekken of geven haar de pil tegen loopsheid (vruchtbaarheid). De dierenarts kan door een operatie de teef onvruchtbaar maken.
Pups worden met gesloten ogen geboren en ze kunnen niets horen. Ze ruiken hun moeder en kruipen tegen haar aan om melk te drinken. De moeder likt hun om ze schoon te houden.
Na ongeveer 5 weken zijn de pups al aardig gegroeid. De meeste tijd spelen ze met hun broertjes of zusjes. Ze rennen veel rond ook al staan ze nog niet stevig op hun benen en vallen ze soms om. Ze spelen en slapen veel en leren veel dingen voor later. Na ongeveer 1 jaar is de pup een volwassen hond geworden.
9. Rassen en gedrag:
Hondenrassen zijn over de hele wereld te vinden. Doordat de mens behoefte had aan een hond als hulp bij een bepaald soort werk is men zich gaan toeleggen op het fokken van honden. Bij het fokken wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de aard en aanleg van de hond en in de tweede plaats met het uiterlijk. Een raszuivere hond is een hond waarvan de ouders tot hetzelfde ras behoren en waarbij vanaf de erkenning van het ras geen andere rassen zijn ingekruist. In Nederland worden rashonden ingedeeld in:
Schapenhoeders en veedrijvers
Dogachtigen, pinchers en schnauzers
Terriërs
Teckels
Keeshonden
Drijvende honden, zoals de Bassets, Beagles, Brakken
Staande honden, zoals Brakken en Setters
Opjagende en apporterende vogel- en waterhonden, zoals de Rerievers en Spaniëls
Gezelschaps- en dwerghonden
Windhonden
Er zijn honden die veel beweging nodig hebben, terwijl andere juist lui zijn.
Sommige honden zijn goede wakers en sommige vinden spelen weer leuk. Er zijn honden die vinden dat ze veel te vertellen hebben. Ze kunnen soms uren achter elkaar blaffen en keffen. Vaak zijn de kleinste honden het luidruchtigst.
Veel rashonden zijn vriendelijk en trouw. Ze houden ervan een spelletje te spelen en aangehaald te worden. Je kunt ze overal mee naar toe nemen, ze vinden alles best en maken nooit problemen.
Er zijn veel honden die graag hun hersens gebruiken. Ze moeten dan ook altijd iets te doen hebben, anders vervelen ze zich. Sommige honden zijn makkelijk te dresseren. Over een hindernis springen vinden ze een heerlijke uitdaging.
Niet alle honden, groot of klein, zijn altijd vriendelijk. Ze houden er niet van dat een vreemde hun bevelen geeft. Sommige honden maken ook niet gauw vrienden, ze blijven wantrouwig.
Veel van deze honden zijn niet geschikt voor een druk gezin, maar zijn wel goede waakhonden.
Nawoord:
Ik vond het leuk om dit verslag te maken. Ik heb er veel van geleerd wat ik weer kan gebruiken voor mijn eigen hond. Ik vond het niet zo moeilijk om dit verslag te maken.
Ik heb het onderwerp Honden gekozen omdat het over een dier moest gaan. Het zijn ook een van m?n lievelingsdieren. Zelf heb ik ook pas een hond gekregen.
Inhoudsopgave:
1. Wat is een hond?
2. Een pup uitzoeken.
3. Je pup zindelijk maken.
4. Eten en drinken.
5. Goede verzorging.
6. Trainen.
7. Gezond houden.
8. Honden krijgen puppy?s.
9. Rassen en gedrag.
1. Wat is een hond:
Honden behoren tot een grote groep die zoogdieren worden genoemd. Ze hebben warm bloed en een harige vacht. Puppy?s drinken melk bij hun moeder, dat doen ze aan de tepels. Die zitten onderaan de buik en het zijn er ongeveer 10.
Van de zintuigen is het reukorgaan het sterkst ontwikkeld. Het gebit bestaat uit 42 tanden en kiezen. De bek is sterk genoeg om zelfs metaal stuk te kunnen bijten.
De hond heeft 4 sterke benen om op te rennen.
Waarschijnlijk is de hond 15.000 jaar geleden tot huisdier gemaakt. De primitieve mens gebruikte de hond toen als voedsel, aasopruimers en als waakdieren. Later werd de hond pas gebruikt als hulp bij de jacht en bij het hoeden van kudden.
De hond is door zijn natuurlijke geaardheid gemakkelijk te dresseren, waardoor het mogelijk is de hond voor zeer verschillende functies te gebruiken.
2. Een pup uitzoeken:
Als puppy?s ongeveer 4 weken oud zijn, mag je het nest gaan bekijken. Je kan pas een pup meenemen als hij minstens 8 weken oud is. Als je een pup kiest moet je er wel een nemen die vriendelijk en gezond is. Bekijk ook de moeder dan weet je hoe groot hij ongeveer wordt.
Vraag aan de fokker welk eten hij kreeg en welke inentingen hij heeft gehad. Dat moet je allemaal opschrijven want later wil de dierenarts dat weten.
Als je een rashond neemt, vraag dan naar de bijhorende papieren. Als je je hond mee naar huis neemt zorg dan dat je alles in huis hebt, dan voelt hij zich op z?n gemak. Als een pup nog erg klein is, is het moeilijk te zien of het een reutje of een teefje is. Vraag daarom wat het geslacht is. Je kan je pup in een doos laten slapen. Zet de doos op een warme en rustige plek neer. Je kan je pup ook in een speciale puppykooi doen.
3. Je pup zindelijk maken:
Je pup zindelijk maken wil zeggen dat je hem leert waar hij z?n behoefte moet doen. De beste manier om hem dat te leren is met behulp van de puppykooi. Als hij geleerd hebt dat het binnen niet mag, moet je hem leren waar het wel mag. De puppykooi is een speciale plek voor je pup. Hij zal die plek nooit vies maken. Maar als het hok erg groot is, zal hij de ene kant gebruiken om op te slapen en de andere kant om z?n behoefte te doen. De beste plaats waar je pup z?n behoefte kan doen, is je eigen tuin. Zoek hiervoor een speciaal plekje op en breng je pup altijd weer naar dezelfde plek terug. Je pup moet plassen en poepen als hij net gegeten heeft, en als hij ?s morgens wakker wordt. Als pups nog erg jong zijn, gaan ze gehurkt zitten om te plassen. Zowel reutjes als teefjes doen dat. Later tillen de reutjes 1 van hun achterpoten op. Teefjes blijven altijd gehurkt zitten. Als je pup z?n behoefte heeft gedaan, moet je hem belonen. Je pup begrijpt dan dat hij het goed gedaan heeft en zal de volgende keer hetzelfde doen.
4. Eten en drinken:
Een pup eet vlees en groente. Natuurlijk vindt hij ook andere dingen lekker, maar die zijn vaak niet goed voor hem. Om je pup gezond te houden, moet je hem speciaal hondenvoer geven. Je kunt kiezen tussen vochtig en droog voer. Er is ook vleesmix verkrijgbaar. Dit moet je met ander voedsel mengen om een gezonde maaltijd te krijgen. Het makkelijkst is om je pup compleet voer te geven. Daarin zit alles in wat hij nodig heeft. Dit voedsel kan nat of droog gegeven worden. Droogvoer is erg goed voor de tanden, want daar moeten ze op kauwen. Zorg ervoor dat je pup altijd schoon water heeft, als hij wilt drinken. Zonder schoon water wordt hij ziek. Geef hem nooit priklimonade of vruchtensap. Je kan je pup wel wat melk geven maar nooit teveel, want ze krijgen er slechte ogen van. Van onze etensresten kan je hond ziek worden. Door te vaak hondensnoepjes te geven, gaat je hond zeuren. Geef je pup 3 of 4 keer per dag een klein beetje eten. Als je pup ouder wordt is 2 keer per dag genoeg. Geef het eten direct na je eigen ontbijt en avondmaaltijd.
5. Goede verzorging:
Je hond is helemaal bedekt met een vacht. Die harige jas zorgt ervoor dat hij warm blijft. De haren zijn vettig en daardoor kan de onderliggende huid niet nat worden. De hond kan met z?n kop bijna alle plaatsen op z?n lichaam bereiken om schoon te maken. De voortanden gebruikt hij dan als kam en de ruwe tong als dweil. Begin met de rug van de hond te borstelen. Trek de metalen pinnen van de borstel door zijn vacht, vanaf de nek naar de staart. Als je klitten tegenkomt ontwar die dan met je vingers. Daarna naborstelen met de zachte borstel of kam.
Kam daarna de benen, de staart, de hals, de buik en de oren van je hond.
Verzorg deze lichaamsdelen van je hond elke dag in dezelfde volgorde, dan zul je nooit een deel overslaan. Verzorg hierna nog een keer de rug. Als je hond de hele tijd braaf was beloon hem dan door hem flink te knuffelen. Als je hem altijd zo beloont zal hij het niet meer zo erg vinden elke dag te worden geborsteld.
Als je hond kort haar heeft is het voldoende hem elke dag met de speciale hondenhandschoen op te wrijven. De kleine rubberknoppen zullen oud haar, stof en vuil weghalen.
6. Trainen:
Je kan je pup bepaalde dingen leren zoals: zitten, volgen of de krant ophalen. Honden leren heel snel, vooral als ze het leuk vinden. Je hond leren zitten is erg makkelijk. Elke keer als je hond z?n achterwerk op de grond zet, zeg je langzaam en duidelijk: zit. Snel zal je hond gaan zitten, als je het bevel zegt: zit. Het is belangrijk om je hond te leren zitten, als jij zelf wegloopt. Hou een vlakke hand voor het gezicht van je hond en zeg luid en duidelijk: blijf. Loop dan langzaam weg en herhaal: blijf. Als je hond je toch volgt moet je opnieuw beginnen. Als je de naam van je hond roept, is het de bedoeling dat hij komt. Gebruik hiervoor een lange lijn totdat je zeker weet dat hij niet wegloopt. Buig voorover, zodat hij je ogen ziet. Wacht even en roep dan z?n naam gevolgd door: kom.
Beloon je hond als hij gedaan heeft, wat hij moest doen. Doe dat met een aai of met een omhelzing. Doe dat direct na de oefening, want een hond vergeet gauw wat hij zojuist heeft gedaan. Als je hond iets doet wat niet mag, zeg dan: foei. Je hond zal even zielig kijken maar laat niet merken dat je het zielig vindt.
7. Gezond houden:
Het belangrijkste is dat een hond goed verzorgd wordt om hem gezond te houden. Hij moet de juiste voeding krijgen, goed geborsteld worden en regelmatig worden meegenomen voor een wandeling.
Ook moet er regelmatig worden gecontroleerd hoe het met de gezondheid van de hond is. Als dat regelmatig wordt gedaan is het direct duidelijk wanneer er iets mis is. De vacht moet ook regelmatig worden gecontroleerd door met de vingers door de haren van de hond te gaan. Die moeten zijdeachtig aanvoelen en niet stinken. De vacht moet ook bekeken worden op verborgen plaatsen, bv onder de staart. Als de hond ligt, kun je zijn nagels en voeten controleren door tussen de tenen en de zoolkussentjes te kijken, want soms zitten daar splinters in.
De ogen van de hond moeten ook regelmatig worden gecontroleerd, laat er veel licht in vallen zodat je ze goed kan bekijken. Elk oog moet helder en glanzend zijn. Er mogen geen tranen in een ooghoek zitten. Onderzoek of er niets in de bek van de hond is blijven steken. Houd met de ene hand zijn snuit vast en met de andere zijn kaak. Beweeg nu beide handen langzaam uit elkaar om de bek te openen. De oren van de hond moeten ook regelmatig gecontroleerd worden. Dat doe je door het slappe deel ervan ( flap) achterover te leggen, zodat je beter in het harige oorgat kan kijken. Het oor moet schoon zijn, als het stinkt kan de hond ziek zijn. De tanden van de hond moeten ook goed onderhouden worden door ze iedere dag met hondentandpasta en een speciale hondentandenborstel aan de buitenkant van de tanden te poetsen.
8. Honden krijgen puppy?s:
Teven krijgen puppy?s. Als ze volwassen zijn en ze worden door een reu gedekt, dan krijgen ze 9 weken later een nest. Als alle teven een nest zouden krijgen, zouden er veel teveel honden komen. Daarom laten veel mensen hun teefje niet dekken of geven haar de pil tegen loopsheid (vruchtbaarheid). De dierenarts kan door een operatie de teef onvruchtbaar maken.
Pups worden met gesloten ogen geboren en ze kunnen niets horen. Ze ruiken hun moeder en kruipen tegen haar aan om melk te drinken. De moeder likt hun om ze schoon te houden.
Na ongeveer 5 weken zijn de pups al aardig gegroeid. De meeste tijd spelen ze met hun broertjes of zusjes. Ze rennen veel rond ook al staan ze nog niet stevig op hun benen en vallen ze soms om. Ze spelen en slapen veel en leren veel dingen voor later. Na ongeveer 1 jaar is de pup een volwassen hond geworden.
9. Rassen en gedrag:
Hondenrassen zijn over de hele wereld te vinden. Doordat de mens behoefte had aan een hond als hulp bij een bepaald soort werk is men zich gaan toeleggen op het fokken van honden. Bij het fokken wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de aard en aanleg van de hond en in de tweede plaats met het uiterlijk. Een raszuivere hond is een hond waarvan de ouders tot hetzelfde ras behoren en waarbij vanaf de erkenning van het ras geen andere rassen zijn ingekruist. In Nederland worden rashonden ingedeeld in:
Schapenhoeders en veedrijvers
Dogachtigen, pinchers en schnauzers
Terriërs
Teckels
Keeshonden
Drijvende honden, zoals de Bassets, Beagles, Brakken
Staande honden, zoals Brakken en Setters
Opjagende en apporterende vogel- en waterhonden, zoals de Rerievers en Spaniëls
Gezelschaps- en dwerghonden
Windhonden
Er zijn honden die veel beweging nodig hebben, terwijl andere juist lui zijn.
Sommige honden zijn goede wakers en sommige vinden spelen weer leuk. Er zijn honden die vinden dat ze veel te vertellen hebben. Ze kunnen soms uren achter elkaar blaffen en keffen. Vaak zijn de kleinste honden het luidruchtigst.
Veel rashonden zijn vriendelijk en trouw. Ze houden ervan een spelletje te spelen en aangehaald te worden. Je kunt ze overal mee naar toe nemen, ze vinden alles best en maken nooit problemen.
Er zijn veel honden die graag hun hersens gebruiken. Ze moeten dan ook altijd iets te doen hebben, anders vervelen ze zich. Sommige honden zijn makkelijk te dresseren. Over een hindernis springen vinden ze een heerlijke uitdaging.
Niet alle honden, groot of klein, zijn altijd vriendelijk. Ze houden er niet van dat een vreemde hun bevelen geeft. Sommige honden maken ook niet gauw vrienden, ze blijven wantrouwig.
Veel van deze honden zijn niet geschikt voor een druk gezin, maar zijn wel goede waakhonden.
Nawoord:
Ik vond het leuk om dit verslag te maken. Ik heb er veel van geleerd wat ik weer kan gebruiken voor mijn eigen hond. Ik vond het niet zo moeilijk om dit verslag te maken.