Werkstuk: Het aandeel
Hoofdstuk 1. Het aandeel.
1.1 Wat is een aandeel?
Een aandeel is een waardepapier dat wordt uitgegeven door vennootschappen die aan geld willen komen. Een aandeelhouder koopt met een aandeel een stukje van het bedrijf. Als beloning voor de belegging krijgt de aandeelhouder een deel van de winst (dividend). Als het goed gaat met het bedrijf dan zal de waarde van het aandeel toenemen. Het dividend kan op de volgende twee manieren worden uitgekeerd:
- cash, de aandeelhouder krijgt zijn dividend in liquide middelen. Een voordeel daarvan is dat de aandeelhouder zeker van dit geld is, een nadeel is echter dat hierover dividendbelasting moet worden betaald (25%). Dit is een voorheffing op de inkomsten belasting, die kan oplopen tot een percentage van 60%.
- stock, de aandeelhouder krijgt de waarde van zijn dividend in aandelen. Een voordeel daarvan is dat hierover geen belasting wordt geheven, een nadeel is dat de waarde van deze aandelen kan dalen en je dus niet zeker bent van je geld.
Het aandeel geeft de aandeelhouder zeggenschap in het bedrijf. Eens per jaar is er een vergadering voor alle aandeelhouders, waarin zij op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken van de onderneming. Bij belangrijke beslissingen hebben de aandeelhouders ook een stemrecht.
1.2 Soorten aandelen.
Er zijn verschillende soorten aandelen. We onderscheiden:
- de 'gewone' aandelen (certificaataandeel)
- de preferente aandelen
- de cumulatief preferente aandelen
De 'gewone' aandelen:
Hierbij krijgt de aandeelhouder dividend uitbetaald. De 'gewone' aandelen kunnen we onderverdelen in certificaat-aandelen zonder stemrecht en aandelen met een door de wet verplicht stemrecht. Het stemrecht van de certificaat-aandelen ligt bij het administratiekantoor die de originele aandelen omwisselt in certificaten. Het administratiekantoor is een stichting met als doel het belang van de onderneming en alle betrokkenen te behartigen.
De preferente aandelen:
Preferente aandelen worden uitgegeven met of zonder stemrecht. Ze bezitten voorrechten bij uitkering van de winst (ze ontvangen een vast percentage van de nominale waarde) en bij liquidatie van de onderneming.
Preferente worden slechts bij hoge nood uitgegeven, bijvoorbeeld als er een overname dreigt. De aandelen worden dan geplaatst bij een bevriende relatie of bij een stichting. Omdat de preferente aandelen niet op de beurs worden verhandeld kan de overnemende onderneming niet aan de aandelen komen. De stichting (die vaak in handen is van de onderneming) beschikt dan zelf over haar lot, omdat ze een meerderheid in de zeggenschap heeft.
De cumulatieve aandelen:
Deze aandelen hebben hetzelfde principe als bij de preferente aandelen, alleen wanneer de onderneming slecht draait en geen dividend kan uitkeren en in latere jaren weer wel, dan kunnen deze aandeelhouders het dividend over het vorige slechte jaar opeisen.
1.3 Hoe (ver)koop je een aandeel?
Als je aandelen wilt kopen dan ga je naar de bank of commissionair in effecten. Daar moet je een effectenrekening openen en, als het om opties gaat een optierekening. Voor het houden van een effectenrekening brengt de bank een bedrag van ongeveer honderd gulden in rekening. Wanneer je een order voor aandelen plaatst gaat de bank naar zijn vertegenwoordiger op de beurs, deze bestelt de aandelen bij de hoekman. Dit is een bedrijf gespecialiseerd in een bepaald aandeel. Voor elke gerealiseerde order krijgt de hoekman een bepaalde provisie. De aandeelhouder krijgt nooit een waardepapier in zijn handen, hij krijgt slechts een afschrift van de tegoeden op zijn effectenrekening.
Zoals gezegd moet voor het kopen of verkopen van aandelen een order geplaatst worden.
Er zijn 2 soorten orders:
- de bestens order: het aan deel mag voor elke koers gekocht of verkocht worden.
- de gelimiteerde order: het aandeel moet gekocht of verkocht worden tegen een minimale(bij verkoop) of maximale (bij aankoop) koers.
De gelimiteerde order heeft een bepaalde tijdsduur, het kan een dagorder zijn en een doorlopende order. Een dagorder geldt alleen voor de dag waarop de order is geplaatst, als de limiet op die dag niet is bereikt, vindt de transactie niet plaats en vervalt de order. Een doorlopende order loopt tot aan de laatste beursdag van de volgende maand, als de limiet in die periode niet is bereikt vervalt de order.
Hoofdstuk 2. De beurs
2.1 Wat is de effectenbeurs?
Aandelen en obligaties worden samen effecten genoemd ze worden verhandeld op de effectenbeurs. De Nederlandse effectenbeurs bevind zich in Amsterdam, op beursplein 5. Samen met de optiebeurs, ook in Amsterdam gevestigd, vormt deze de Amsterdam Exchanges. De effectenbeurs moet je zien als een markt, er zijn aanbieders en kopers. Alle transacties die op de beurs plaatsvinden gaan via de computer.
2.2 De waarden van een aandeel.
Er zijn verschillende waarden voor een aandeel. Te weten:
- de nominale waarde, dat is de waarde die op het aandeel staat.
- de intrinsieke waarde, dat geeft een indicatie voor de koerswaarde, het geeft de verhouding tussen het eigen vermogen plus de reserves van de onderneming en het geplaatst aantal aandelen
- de koerswaarde, dat is de waarde van het aandeel waartegen het gewaardeerd staat op de beurs. Soms wordt van de koerswaarde afgeweken, om de koop of verkoop van het aandeel te stimuleren.
De koers van het aandeel wordt bepaald door de volgende zaken:
Op lange termijn door de bedrijfsresultaten.
Op korte termijn door de rentestand, de aandelenkoers is omgekeerd evenredig aan de rentestand.
Op de zeer korte termijn door de stemming op de beurs. Als er een paniek heerst wordt er veel verkocht en dat zorgt voor een koersdaling. De stemming op de beurs wordt steeds meer bepaald door onervaren particulieren.
Het koersniveau van een aantal grote fondsen gerelateerd aan de gemiddelde koers van deze fondsen op een bepaald tijdstip, wordt aangegeven met de beursindex. Met behulp van een beursindex heb je in een oogopslag een beeld van de koersontwikkelingen op de effectenbeurs.
Ook in aandelenkoersen zijn trends te zien, er zijn grote en kleine trends. De pieken van de trends liggen op één lijn. Door de trends te onderzoeken zijn breekpunten in de aandelenkoers te berekenen. Beleggingsanalisten gebruiken deze methode.
Hoofdstuk 3. Opties
3.1 Wat is een optie?
Een optie is het recht om een bepaald aantal aandelen (100) te kopen of verkopen over een bepaalde tijd (3,6 of 9 maanden) tegen een vastgestelde prijs. Voor dit recht wordt een bepaalde premie betaald. De koper van de optie heeft alleen binnen die bepaalde tijd het koop- of verkooprecht. Omdat de optiecontracten gestandaardiseerd zijn is een gereglementeerde handel hierin mogelijk (op de optiebeurs).
De schrijver van een optie ontvangt de premie omdat hij verplichtingen aangaat. Met die verplichtingen loopt hij namelijk risico's.
Hoofdstuk 4. Beleggingsfondsen
4.1 Hoe werkt een fonds?
Je kunt je geld ook steken in aandelen in een beleggingsfonds. Beleggingsfondsen worden beheerd door beleggingsinstellingen zoals banken, verzekeraars of vermogensbeheerders. Deze instellingen beschikken over een groter vermogen en meer kennis van zaken dan de particulier en kunnen dus efficiënter beleggen omdat het risico gespreid kan worden en de transactiekosten worden gespreid. De belegger heeft hierdoor geen omkijken naar zijn belegging, daarom krijgen de beleggingsinstellingen die dat voor je doen een deel van de winst.
Er zijn ook nadelen te noemen over een fonds, zo is de deelnemer afhankelijk van de prestaties van de beheerder. De prestaties kunnen namelijk ook tegenvallen. Ook de beheersvergoeding is een nadeel. De beheerskosten kunnen aardig oplopen, soms tot één procent per jaar van het ingelegde geld. De open-beleggingsfondsen zijn op de beurs genoteerd.
4.2 Soorten fondsen.
Nederlanders zijn gek op fondsen. Er zijn al zo'n 700 fondsen in ons land en elke week komt er wel eentje bij. Ze zijn zo populair omdat je geld wel belegd is, maar je er verder geen omkijken naar hebt.
Elk fonds heeft een eigen filosofie en belegt op een andere wijze. Zo zijn er fondsen die willen beleggen in: milieuvriendelijke instellingen, Nederlandse aandelen, winkelpanden, obligaties enzovoorts.
Fondsen zijn te verdelen in:
- Open-end fondsen: de beleggingsinstelling verplicht zich ten alle tijde de aandelen te (ver)kopen tegen de intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde bij beleggingsfondsen is iets anders dan de intrinsieke waarde van aandelen. Dit is namelijk de som van de koerswaarde van de effecten - de schulden van de instelling + de liquide middelen : het aantal uitstaande aandelen
- Close-end fondsen: de beleggingsinstelling geeft de aandeelhouders niet het recht bij koop of verkoop aan de instelling de intrinsieke waarde te ontvangen. Dan wordt de aandelenkoers bepaald door vraag en aanbod.
- Click-fondsen: dit zijn fondsen die een grote mate van zekerheid, omdat bij een bepaalde winst deze wordt vastgelegd. Ook al daalt de beurs dan zal de belegger toch de "geclickte" winst ontvangen. Deze zekerheid wordt behaald door ingewikkelde transacties met opties.
De belegger is tevens verzekerd van z'n inleg, want de eerste click ligt op 0%. Hierdoor zijn deze fondsen populair bij de beleggers.
Er zijn ook nadelen aan click-fondsen; de opties moeten gekocht worden, dit bedrag gaat van de winst af. Ook is het een flinke financiële domper als een vooraf vastgestelde click net niet behaald wordt. Click-fondsen lopen vaak voor langere tijd, als je vervroegd er uit wil betaal je een boete.
- Lease-fondsen: de belegger koopt geen aandelen maar huurt ze, dit heeft bepaalde belasting-technische voordelen.
- Aandelenzondereigengeld-fondsen: de aandelen worden gefinancierd met geld dat door de aandeelhouder is geleend. Deze fondsen hebben een goede optiedekking waardoor het geleende bedrag niet verloren gaat.
Sommige fondsen kunnen in verschillende categorieën voorkomen.
1.1 Wat is een aandeel?
Een aandeel is een waardepapier dat wordt uitgegeven door vennootschappen die aan geld willen komen. Een aandeelhouder koopt met een aandeel een stukje van het bedrijf. Als beloning voor de belegging krijgt de aandeelhouder een deel van de winst (dividend). Als het goed gaat met het bedrijf dan zal de waarde van het aandeel toenemen. Het dividend kan op de volgende twee manieren worden uitgekeerd:
- cash, de aandeelhouder krijgt zijn dividend in liquide middelen. Een voordeel daarvan is dat de aandeelhouder zeker van dit geld is, een nadeel is echter dat hierover dividendbelasting moet worden betaald (25%). Dit is een voorheffing op de inkomsten belasting, die kan oplopen tot een percentage van 60%.
- stock, de aandeelhouder krijgt de waarde van zijn dividend in aandelen. Een voordeel daarvan is dat hierover geen belasting wordt geheven, een nadeel is dat de waarde van deze aandelen kan dalen en je dus niet zeker bent van je geld.
Het aandeel geeft de aandeelhouder zeggenschap in het bedrijf. Eens per jaar is er een vergadering voor alle aandeelhouders, waarin zij op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken van de onderneming. Bij belangrijke beslissingen hebben de aandeelhouders ook een stemrecht.
1.2 Soorten aandelen.
Er zijn verschillende soorten aandelen. We onderscheiden:
- de 'gewone' aandelen (certificaataandeel)
- de preferente aandelen
- de cumulatief preferente aandelen
De 'gewone' aandelen:
Hierbij krijgt de aandeelhouder dividend uitbetaald. De 'gewone' aandelen kunnen we onderverdelen in certificaat-aandelen zonder stemrecht en aandelen met een door de wet verplicht stemrecht. Het stemrecht van de certificaat-aandelen ligt bij het administratiekantoor die de originele aandelen omwisselt in certificaten. Het administratiekantoor is een stichting met als doel het belang van de onderneming en alle betrokkenen te behartigen.
De preferente aandelen:
Preferente aandelen worden uitgegeven met of zonder stemrecht. Ze bezitten voorrechten bij uitkering van de winst (ze ontvangen een vast percentage van de nominale waarde) en bij liquidatie van de onderneming.
Preferente worden slechts bij hoge nood uitgegeven, bijvoorbeeld als er een overname dreigt. De aandelen worden dan geplaatst bij een bevriende relatie of bij een stichting. Omdat de preferente aandelen niet op de beurs worden verhandeld kan de overnemende onderneming niet aan de aandelen komen. De stichting (die vaak in handen is van de onderneming) beschikt dan zelf over haar lot, omdat ze een meerderheid in de zeggenschap heeft.
De cumulatieve aandelen:
Deze aandelen hebben hetzelfde principe als bij de preferente aandelen, alleen wanneer de onderneming slecht draait en geen dividend kan uitkeren en in latere jaren weer wel, dan kunnen deze aandeelhouders het dividend over het vorige slechte jaar opeisen.
1.3 Hoe (ver)koop je een aandeel?
Als je aandelen wilt kopen dan ga je naar de bank of commissionair in effecten. Daar moet je een effectenrekening openen en, als het om opties gaat een optierekening. Voor het houden van een effectenrekening brengt de bank een bedrag van ongeveer honderd gulden in rekening. Wanneer je een order voor aandelen plaatst gaat de bank naar zijn vertegenwoordiger op de beurs, deze bestelt de aandelen bij de hoekman. Dit is een bedrijf gespecialiseerd in een bepaald aandeel. Voor elke gerealiseerde order krijgt de hoekman een bepaalde provisie. De aandeelhouder krijgt nooit een waardepapier in zijn handen, hij krijgt slechts een afschrift van de tegoeden op zijn effectenrekening.
Zoals gezegd moet voor het kopen of verkopen van aandelen een order geplaatst worden.
Er zijn 2 soorten orders:
- de bestens order: het aan deel mag voor elke koers gekocht of verkocht worden.
- de gelimiteerde order: het aandeel moet gekocht of verkocht worden tegen een minimale(bij verkoop) of maximale (bij aankoop) koers.
De gelimiteerde order heeft een bepaalde tijdsduur, het kan een dagorder zijn en een doorlopende order. Een dagorder geldt alleen voor de dag waarop de order is geplaatst, als de limiet op die dag niet is bereikt, vindt de transactie niet plaats en vervalt de order. Een doorlopende order loopt tot aan de laatste beursdag van de volgende maand, als de limiet in die periode niet is bereikt vervalt de order.
Hoofdstuk 2. De beurs
2.1 Wat is de effectenbeurs?
Aandelen en obligaties worden samen effecten genoemd ze worden verhandeld op de effectenbeurs. De Nederlandse effectenbeurs bevind zich in Amsterdam, op beursplein 5. Samen met de optiebeurs, ook in Amsterdam gevestigd, vormt deze de Amsterdam Exchanges. De effectenbeurs moet je zien als een markt, er zijn aanbieders en kopers. Alle transacties die op de beurs plaatsvinden gaan via de computer.
2.2 De waarden van een aandeel.
Er zijn verschillende waarden voor een aandeel. Te weten:
- de nominale waarde, dat is de waarde die op het aandeel staat.
- de intrinsieke waarde, dat geeft een indicatie voor de koerswaarde, het geeft de verhouding tussen het eigen vermogen plus de reserves van de onderneming en het geplaatst aantal aandelen
- de koerswaarde, dat is de waarde van het aandeel waartegen het gewaardeerd staat op de beurs. Soms wordt van de koerswaarde afgeweken, om de koop of verkoop van het aandeel te stimuleren.
De koers van het aandeel wordt bepaald door de volgende zaken:
Op lange termijn door de bedrijfsresultaten.
Op korte termijn door de rentestand, de aandelenkoers is omgekeerd evenredig aan de rentestand.
Op de zeer korte termijn door de stemming op de beurs. Als er een paniek heerst wordt er veel verkocht en dat zorgt voor een koersdaling. De stemming op de beurs wordt steeds meer bepaald door onervaren particulieren.
Het koersniveau van een aantal grote fondsen gerelateerd aan de gemiddelde koers van deze fondsen op een bepaald tijdstip, wordt aangegeven met de beursindex. Met behulp van een beursindex heb je in een oogopslag een beeld van de koersontwikkelingen op de effectenbeurs.
Ook in aandelenkoersen zijn trends te zien, er zijn grote en kleine trends. De pieken van de trends liggen op één lijn. Door de trends te onderzoeken zijn breekpunten in de aandelenkoers te berekenen. Beleggingsanalisten gebruiken deze methode.
Hoofdstuk 3. Opties
3.1 Wat is een optie?
Een optie is het recht om een bepaald aantal aandelen (100) te kopen of verkopen over een bepaalde tijd (3,6 of 9 maanden) tegen een vastgestelde prijs. Voor dit recht wordt een bepaalde premie betaald. De koper van de optie heeft alleen binnen die bepaalde tijd het koop- of verkooprecht. Omdat de optiecontracten gestandaardiseerd zijn is een gereglementeerde handel hierin mogelijk (op de optiebeurs).
De schrijver van een optie ontvangt de premie omdat hij verplichtingen aangaat. Met die verplichtingen loopt hij namelijk risico's.
Hoofdstuk 4. Beleggingsfondsen
4.1 Hoe werkt een fonds?
Je kunt je geld ook steken in aandelen in een beleggingsfonds. Beleggingsfondsen worden beheerd door beleggingsinstellingen zoals banken, verzekeraars of vermogensbeheerders. Deze instellingen beschikken over een groter vermogen en meer kennis van zaken dan de particulier en kunnen dus efficiënter beleggen omdat het risico gespreid kan worden en de transactiekosten worden gespreid. De belegger heeft hierdoor geen omkijken naar zijn belegging, daarom krijgen de beleggingsinstellingen die dat voor je doen een deel van de winst.
Er zijn ook nadelen te noemen over een fonds, zo is de deelnemer afhankelijk van de prestaties van de beheerder. De prestaties kunnen namelijk ook tegenvallen. Ook de beheersvergoeding is een nadeel. De beheerskosten kunnen aardig oplopen, soms tot één procent per jaar van het ingelegde geld. De open-beleggingsfondsen zijn op de beurs genoteerd.
4.2 Soorten fondsen.
Nederlanders zijn gek op fondsen. Er zijn al zo'n 700 fondsen in ons land en elke week komt er wel eentje bij. Ze zijn zo populair omdat je geld wel belegd is, maar je er verder geen omkijken naar hebt.
Elk fonds heeft een eigen filosofie en belegt op een andere wijze. Zo zijn er fondsen die willen beleggen in: milieuvriendelijke instellingen, Nederlandse aandelen, winkelpanden, obligaties enzovoorts.
Fondsen zijn te verdelen in:
- Open-end fondsen: de beleggingsinstelling verplicht zich ten alle tijde de aandelen te (ver)kopen tegen de intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde bij beleggingsfondsen is iets anders dan de intrinsieke waarde van aandelen. Dit is namelijk de som van de koerswaarde van de effecten - de schulden van de instelling + de liquide middelen : het aantal uitstaande aandelen
- Close-end fondsen: de beleggingsinstelling geeft de aandeelhouders niet het recht bij koop of verkoop aan de instelling de intrinsieke waarde te ontvangen. Dan wordt de aandelenkoers bepaald door vraag en aanbod.
- Click-fondsen: dit zijn fondsen die een grote mate van zekerheid, omdat bij een bepaalde winst deze wordt vastgelegd. Ook al daalt de beurs dan zal de belegger toch de "geclickte" winst ontvangen. Deze zekerheid wordt behaald door ingewikkelde transacties met opties.
De belegger is tevens verzekerd van z'n inleg, want de eerste click ligt op 0%. Hierdoor zijn deze fondsen populair bij de beleggers.
Er zijn ook nadelen aan click-fondsen; de opties moeten gekocht worden, dit bedrag gaat van de winst af. Ook is het een flinke financiële domper als een vooraf vastgestelde click net niet behaald wordt. Click-fondsen lopen vaak voor langere tijd, als je vervroegd er uit wil betaal je een boete.
- Lease-fondsen: de belegger koopt geen aandelen maar huurt ze, dit heeft bepaalde belasting-technische voordelen.
- Aandelenzondereigengeld-fondsen: de aandelen worden gefinancierd met geld dat door de aandeelhouder is geleend. Deze fondsen hebben een goede optiedekking waardoor het geleende bedrag niet verloren gaat.
Sommige fondsen kunnen in verschillende categorieën voorkomen.