Werkstuk: Grondboren
Inleiding
Verslag grondboren
Verslag proef 1
Verslag proef 4
Conclusie
Inleiding:
In dit verslag staan de antwoorden van de proeven die we met het project
"Practicum Derde klas Aardrijkskunde" hebben gedaan.
Onze groep bestaan uit Rianne Janssen, Ruud Klinkenberg en Geert Joosten.
Samen hebben wij in de klas proefjes uitgevoerd en ook zijn we met z’n drie?n zand wezen boren.
Proefje 1 is: Kleitest / Grondsoort bepalen.
Bij dit proefje moesten we van verschillende soorten Zand /Klei bepalen wat voor soort Zand / Klei
Proefje 4 is Bodemsoort bepalen m.b.v. een bodemprofiel.
Bij dit proefje moesten we bodemprofielen bekijken en bepalen wat voor soort grond het is en bepalen waar ergens in Nederland deze grondsoort ligt.
Verslag grondboren:
Wij zijn met Aardrijkskunde grondboringen wezen doen.
We hebben de grondboor, de kleurenplaat, het monsterkaartje en een bakje meegenomen, dit waren de benodigdheden voor het grondboren.
Wij zijn vervolgens op de fiets naar het "trimbos" toe gefietst.
Na een stukje het bos in gelopen te zijn heeft de Juf uitgelegd hoe dat we moesten boren.
Daarna zijn we met het grondboren begonnen.
Voordat we begonnen met boren hebben we eerst het gras wat erboven lag weg gehaald.
Het boorgat moest uiteindelijk 1 meter diep worden.
Elke 3 halve slagen tilde je de grondboor op en legde je het zand als een slurf achterelkaar.
We hebben alles samen gedaan en we hebben alledrie een paar keer geboord.
Samen hebben we de kleur van het zand op de kaart opgezocht en opgeschreven.
Het reli?f waar we op werkten was vlak.
De bodem waar we de boringen deden wordt gebruikt voor akkerland.
Nu komt een tabel met de kleuren en bijzonderheden van de grond:
Diepte (cm) Horizont Kleur Kleur vlekken Bijzonderheden
15 7,5 yr 3.2 Zwart - -
30 7,5 yr 4.4 Donker bruin - -
50 7,5 yr 5.2 Donker bruin Geel De grond wordt geler
70 7,5 yr 8.8 Licht bruin Wit -
85 7,5 yr 7.8 Geel - -
100 7,5 yr 7.6 Geel Lichte en donkere Alles liep door elkaar
Het monsternummer was 150.
We hadden nog wat zand in ons bakje gedaan en toen hebben we ons gat netje dichtgemaakt.
Toen was voor ons het grondboren afgelopen en zijn we terug naar school toe gefietst.
Proef 1 Kleitest en grondsoort bepalen:
Bij deze proef moesten we van verschillende soorten zand op klei bepalen wat voor soort zand of klei het precies is.
Eerst maakten we het zand of de klei een beetje nat met water.
Daarna gingen we kijken of we met de grondsoort allerlei vormpjes konden maken.
We hadden 3 soort zand of klei gekregen en hiervan moesten we proberen vormpjes te maken.
We begonnen met de lichtst gekleurde grondsoort (geel).
Hiervan konden we allen het maar het "bergje" maken.
We concluderen hier dus uit dat deze grondsoort zand is.
De tweede grondsoort heeft een bruine kleur.
Ook hiermee probeerden we de vormpjes te maken maar we alleen de eerste 2 vormpjes lukte (het bergje en het dropje).
Dus deze grondsoort is lemig zand.
De derde grondsoort is het donkerste gekleurd (donker bruin).
Ook hiermee hebben we geprobeerd de vormpjes te maken en alle vormpjes waren gelukt.
Dus deze grondsoort is dus klei.
Proef 4 Bodemsort bepalen met behulp van een bodemprofiel:
Op de tafel liggen 3 bodemprofielen.
Van die 3 profielen moesten wij de bodemsoort bepalen.
Dit kan je doen doordat je een determatietabel had gekregen.
Een determatietabel is een tabel waarop vragen staan over de bodemsoort van het bodemprofiel.
Aan de hand van die vragen te beantwoorden kom je bij een bepaalde bodemsoort uit, dat overeen zou moeten komen met de echte bodemsoort.
Nadat we de bodemsoort hadden bepaald moesten we bepalen waar in Nederland we zo'n bodem aantreffen.
Daarvoor hebben we de bosatlas gebruikt.
Bodemprofiel 1:
Ja/nee Grondsoort
Bestaad de bodem voor tenminste de helft uit vergane plantenresten en zijn er nog plantenstructuren te herkennen? Nee
Is er een grijze laag aanwezig? Ja
Zit er grijsgeel zand onder de bruine laag? Ja Veldpodzol
Deze grondsoort komt voor in Hoog Nederland op de Zandgronden.
Bodemprofiel 2:
Ja/nee Grondsoort
Bestaad de bodem voor tenminste de helft uit vergane plantenresten en zijn er nog plantenstructuren te herkennen? Nee
Heeft het profiel een zwarte, lichtgrijze en/of bruine laag die dikker is dan 15 cm? Nee
Heeft het profiel een zwarte of bruine bovenlaag? Ja
Is de bovenlaag dikker dan 50 cm? Ja
Is de bovenlaag zwart? Ja Zwarte enkeerdgrond
Deze grondsoort komt voor in Hoog Nederland op de Zandgronden
Bodemprofiel 3:
Ja/nee Grondsoort
Bestaad de bodem voor tenminste de helft uit vergane plantenresten en zijn er nog plantenstructuren te herkennen? Nee
Heeft het profiel een zwarte, lichtgrijze en/of bruine laag die dikker is dan 15 cm? Nee
Heeft het profiel een zwarte of bruine bovenlaag? Nee
Zijn er geen duidelijke lagen in het profiel aanwezig of zijn de laagjes tezamen minder dan 15 cm dik? Ja
Zitten er roestvlekken (rood- bruine vlekken) in het profiel? Ja
Over meer dan 40 cm zand? Ja Vlakvaaggronden
Deze grondsoort komt voor in heel Zeeland, het noordelijkst gelegen deel van Noord-Holland, Flevoland, Noord Friesland en Noord Groningen.
Conclusie:
Wij vinden dat het doen van de proefjes goed is gegaan.
Onze enigste opmerking is dat we wat duidelijker hadden moeten zijn met het opschrijven van de resutaten.
Verslag grondboren
Verslag proef 1
Verslag proef 4
Conclusie
Inleiding:
In dit verslag staan de antwoorden van de proeven die we met het project
"Practicum Derde klas Aardrijkskunde" hebben gedaan.
Onze groep bestaan uit Rianne Janssen, Ruud Klinkenberg en Geert Joosten.
Samen hebben wij in de klas proefjes uitgevoerd en ook zijn we met z’n drie?n zand wezen boren.
Proefje 1 is: Kleitest / Grondsoort bepalen.
Bij dit proefje moesten we van verschillende soorten Zand /Klei bepalen wat voor soort Zand / Klei
Proefje 4 is Bodemsoort bepalen m.b.v. een bodemprofiel.
Bij dit proefje moesten we bodemprofielen bekijken en bepalen wat voor soort grond het is en bepalen waar ergens in Nederland deze grondsoort ligt.
Verslag grondboren:
Wij zijn met Aardrijkskunde grondboringen wezen doen.
We hebben de grondboor, de kleurenplaat, het monsterkaartje en een bakje meegenomen, dit waren de benodigdheden voor het grondboren.
Wij zijn vervolgens op de fiets naar het "trimbos" toe gefietst.
Na een stukje het bos in gelopen te zijn heeft de Juf uitgelegd hoe dat we moesten boren.
Daarna zijn we met het grondboren begonnen.
Voordat we begonnen met boren hebben we eerst het gras wat erboven lag weg gehaald.
Het boorgat moest uiteindelijk 1 meter diep worden.
Elke 3 halve slagen tilde je de grondboor op en legde je het zand als een slurf achterelkaar.
We hebben alles samen gedaan en we hebben alledrie een paar keer geboord.
Samen hebben we de kleur van het zand op de kaart opgezocht en opgeschreven.
Het reli?f waar we op werkten was vlak.
De bodem waar we de boringen deden wordt gebruikt voor akkerland.
Nu komt een tabel met de kleuren en bijzonderheden van de grond:
Diepte (cm) Horizont Kleur Kleur vlekken Bijzonderheden
15 7,5 yr 3.2 Zwart - -
30 7,5 yr 4.4 Donker bruin - -
50 7,5 yr 5.2 Donker bruin Geel De grond wordt geler
70 7,5 yr 8.8 Licht bruin Wit -
85 7,5 yr 7.8 Geel - -
100 7,5 yr 7.6 Geel Lichte en donkere Alles liep door elkaar
Het monsternummer was 150.
We hadden nog wat zand in ons bakje gedaan en toen hebben we ons gat netje dichtgemaakt.
Toen was voor ons het grondboren afgelopen en zijn we terug naar school toe gefietst.
Proef 1 Kleitest en grondsoort bepalen:
Bij deze proef moesten we van verschillende soorten zand op klei bepalen wat voor soort zand of klei het precies is.
Eerst maakten we het zand of de klei een beetje nat met water.
Daarna gingen we kijken of we met de grondsoort allerlei vormpjes konden maken.
We hadden 3 soort zand of klei gekregen en hiervan moesten we proberen vormpjes te maken.
We begonnen met de lichtst gekleurde grondsoort (geel).
Hiervan konden we allen het maar het "bergje" maken.
We concluderen hier dus uit dat deze grondsoort zand is.
De tweede grondsoort heeft een bruine kleur.
Ook hiermee probeerden we de vormpjes te maken maar we alleen de eerste 2 vormpjes lukte (het bergje en het dropje).
Dus deze grondsoort is lemig zand.
De derde grondsoort is het donkerste gekleurd (donker bruin).
Ook hiermee hebben we geprobeerd de vormpjes te maken en alle vormpjes waren gelukt.
Dus deze grondsoort is dus klei.
Proef 4 Bodemsort bepalen met behulp van een bodemprofiel:
Op de tafel liggen 3 bodemprofielen.
Van die 3 profielen moesten wij de bodemsoort bepalen.
Dit kan je doen doordat je een determatietabel had gekregen.
Een determatietabel is een tabel waarop vragen staan over de bodemsoort van het bodemprofiel.
Aan de hand van die vragen te beantwoorden kom je bij een bepaalde bodemsoort uit, dat overeen zou moeten komen met de echte bodemsoort.
Nadat we de bodemsoort hadden bepaald moesten we bepalen waar in Nederland we zo'n bodem aantreffen.
Daarvoor hebben we de bosatlas gebruikt.
Bodemprofiel 1:
Ja/nee Grondsoort
Bestaad de bodem voor tenminste de helft uit vergane plantenresten en zijn er nog plantenstructuren te herkennen? Nee
Is er een grijze laag aanwezig? Ja
Zit er grijsgeel zand onder de bruine laag? Ja Veldpodzol
Deze grondsoort komt voor in Hoog Nederland op de Zandgronden.
Bodemprofiel 2:
Ja/nee Grondsoort
Bestaad de bodem voor tenminste de helft uit vergane plantenresten en zijn er nog plantenstructuren te herkennen? Nee
Heeft het profiel een zwarte, lichtgrijze en/of bruine laag die dikker is dan 15 cm? Nee
Heeft het profiel een zwarte of bruine bovenlaag? Ja
Is de bovenlaag dikker dan 50 cm? Ja
Is de bovenlaag zwart? Ja Zwarte enkeerdgrond
Deze grondsoort komt voor in Hoog Nederland op de Zandgronden
Bodemprofiel 3:
Ja/nee Grondsoort
Bestaad de bodem voor tenminste de helft uit vergane plantenresten en zijn er nog plantenstructuren te herkennen? Nee
Heeft het profiel een zwarte, lichtgrijze en/of bruine laag die dikker is dan 15 cm? Nee
Heeft het profiel een zwarte of bruine bovenlaag? Nee
Zijn er geen duidelijke lagen in het profiel aanwezig of zijn de laagjes tezamen minder dan 15 cm dik? Ja
Zitten er roestvlekken (rood- bruine vlekken) in het profiel? Ja
Over meer dan 40 cm zand? Ja Vlakvaaggronden
Deze grondsoort komt voor in heel Zeeland, het noordelijkst gelegen deel van Noord-Holland, Flevoland, Noord Friesland en Noord Groningen.
Conclusie:
Wij vinden dat het doen van de proefjes goed is gegaan.
Onze enigste opmerking is dat we wat duidelijker hadden moeten zijn met het opschrijven van de resutaten.