Werkstuk: Griekenland
Staatsinrichting
Door de huidige grondwet (1975) is de republiek Griekenland een parlementaire democratie, met een president als staatshoofd. Tenminste elke vier jaren vinden parlementsverkiezingen plaats. Van de 300 parlementsleden worden 288 gekozen in 56 kiesdistricten. Het kiesstelsel is ingericht op het maken van een meerderheidsregering. De toedeling van zetels binnen de kiesdistricten wordt daarbij bijgesteld ten voordele van de partij die in heel Griekenland de meeste stemmen heeft behaald. Twaalf zetels zijn gereserveerd voor "staatsafgevaardigden" (het gaat hier om extra zetels voor de grootste partij). Het parlement kiest de president. De uitvoerende macht berust bij de regering. De regering wordt benoemd door de president maar kan door het parlement worden heengezonden. Rechters worden voor het leven benoemd en zijn onafhankelijk.
In aanvulling op de staatsinstellingen van de Trias politica kent Griekenland de "Raad van de Republiek", die bestaat uit de premier, de oppositieleider en alle voormalige staats- en regeringshoofden. Deze Raad staat onder voorzitterschap van de President van de Republiek en wordt bijeengeroepen in geval van nationale crisis of wanneer de politieke partijen er niet in slagen een regering te vormen. In dat geval benoemt de Raad een premier ad interim totdat nieuwe verkiezingen kunnen worden gehouden.
De grondwet legt de bijzondere positie van de Grieks-orthodoxe Kerk vast. Vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd, maar missie- en zendingsactiviteiten zijn niet toegestaan. Het in omloop brengen van andere bijbelversies dan de door de Grieks-orthodoxe Kerk goedgekeurde is evenmin geoorloofd.
Binnenlandse politiek
Sinds 1974 wordt de Griekse politiek gedomineerd door de linkse Panhellenistische Socialistische Beweging (PASOK-partij) en het rechtse samenwerkingsverband Nieuwe Democratie (ND). Na het overlijden van Premier Papandreou in juni 1996 werd Constantinos Simitis premier en ook politiek leider van de PASOK-partij. Na de vervroegde verkiezingen van september 1996 werd een nieuwe regering gevormd door PASOK. Premier Simitis voerde een dwingend monetair beleid en probeerde ook in andere opzichten Griekenland nauwer bij het Westen te betrekken dan onder zijn voorganger Papandreou het geval was.
De PASOK-partij veranderde onder leiding van Simitis in een meer voor -Europese partij, meer in het politieke centrum geplaatst. Door de verkiezingsnederlaag in 1996 kwam de ND-partij dichtbij een kerkscheuring. Vele veranderingen in het partijleiderschap zorgden ervoor dat de koers van de ND wisselde tussen corporatistisch en liberaal. Toen in februari 1999 bleek dat Griekenland enige tijd onderdak had geboden aan de Koerdische leider ?calan leidde dit tot het aftreden van o.a. minister van Buitenlandse Zaken Pangalos. Hij werd opgevolgd door Giorgios Papandreou, de zoon van de vroegere premier. Tijdens parlementsverkiezingen in april 2000 werd de PASOK-partij van premier Simitis herkozen met een kleine parlementaire meerderheid; qua stemmenaantal boekten zowel PASOK als ND winst. Centraal in het regeringsprogramma van de huidige regering staat de uiteindelijke volledige samenwerking met de andere EU Lidstaten. Het hierin passende doel van toetreding tot de euro-zone op 1 januari 2001 is inmiddels gerealiseerd.
Mensenrechten
Griekenland is partij bij de belangrijkste mensenrechtenverdragen, zoals het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het Internationaal Verdrag over burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag over economische, sociale en culturele rechten. Griekenland is bovendien lid van de Raad van Europa, de Europese Unie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), en is gehouden aan een groot aantal verplichtingen op het terrein van de bescherming van mensenrechten in de ruimste zin van het woord. Soms doen zich problemen voor ten aanzien van de behandeling van minderheden, dienstweigeraars, de rechtspositie van homoseksuelen en de positie van andere religies dan de Grieks-orthodoxe. De pogingen van de regering de rol van de Grieks-orthodoxe Kerk terug te dringen stuiten op weerstand.
Sociale situatie
Griekenland heeft geen uniform sociaal-verzekeringssysteem. De ongeveer 200 sociale- en pensioenfondsen, waaronder aparte fondsen voor bijvoorbeeld juristen, docenten, handelsondernemers en boeren worden de komende jaren samengesmolten tot zeven fondsen om slagvaardiger te kunnen opereren. Een groot probleem voor het Griekse verzekeringswezen vormt het groot aantal Griekse burgers dat na pensionering in het buitenland naar hun geboorteland terugkeert. Voor deze Griekse migranten die in een derde land zijn gepensioneerd en zich daarna weer in Griekenland vestigen, geldt dat de kosten voor medische verzorging voor rekening van Griekenland zijn, als ze voor enige tijd in Griekenland verzekerd waren. Dit ondanks het feit dat ze een leven lang de premies hebben betaald in het land waar ze hebben gewerkt. Daarbovenop neemt de vergrijzing in Griekenland snel toe.
Economische situatie
Griekenland was vroeger een typisch landbouwgebied. Dat is de laatste jaren sterk verminderd, toch blijft de landbouw voor veel mensen op het vaste land de enige manier om geld te verdienen. De meeste landbouwproducten zijn bestemd voor de uitvoer naar andere landen vb.; tabak, rozijnen, katoen, citrusvruchten en olijfolie.
Verreweg het grootste gedeelte van de veestapel bestaat uit schapen en geiten die lopen te grazen op de dorre berghellingen.
De visserij is steeds minder belangrijk, deze achteruitgang is het gevolg van de watervervuiling en de overbevissing. Vroeger was de verkoop van koraal en natuursponzen een belangrijke bron van inkomsten, de laatste jaren worden deze producten steeds meer vervangen door namaak materiaal.
De meeste Grieken verkiezen een baan aan de staat, hiervoor is het nodig in de stad te wonen en de juiste mensen te kennen. Studies zijn in Griekenland minder belangrijk.
Ook de toeristische sector is een belangrijke bron van inkomsten, voornamelijk op de eilanden, de kusten en de hoofdstad Athene.
Grieken land wordt door de meeste toeristen bezocht om zijn rijk historisch verleden, denk maar aan de vele oude en waardevolle gebouwen, zoals de Acropolis, de arenas.
Eten en drinken
Voor een gastronomische maaltijd blijf je beter in eigen land. Griekenland heeft geen bijzonder lekkere keuken.
Het menu ziet er tamelijk saai uit.
De kok werkt graag met lam en schapenvlees, vis rijst, tomaten, uien, knoflook, artisjokken, aubergines dit alles overgoten met olijfolie.
Feta is een Griekse specialiteit, het is een witte schapenkaas. Feta wordt gegeten met meloen komkommer in een gemengde Griekse salade.
Door de huidige grondwet (1975) is de republiek Griekenland een parlementaire democratie, met een president als staatshoofd. Tenminste elke vier jaren vinden parlementsverkiezingen plaats. Van de 300 parlementsleden worden 288 gekozen in 56 kiesdistricten. Het kiesstelsel is ingericht op het maken van een meerderheidsregering. De toedeling van zetels binnen de kiesdistricten wordt daarbij bijgesteld ten voordele van de partij die in heel Griekenland de meeste stemmen heeft behaald. Twaalf zetels zijn gereserveerd voor "staatsafgevaardigden" (het gaat hier om extra zetels voor de grootste partij). Het parlement kiest de president. De uitvoerende macht berust bij de regering. De regering wordt benoemd door de president maar kan door het parlement worden heengezonden. Rechters worden voor het leven benoemd en zijn onafhankelijk.
In aanvulling op de staatsinstellingen van de Trias politica kent Griekenland de "Raad van de Republiek", die bestaat uit de premier, de oppositieleider en alle voormalige staats- en regeringshoofden. Deze Raad staat onder voorzitterschap van de President van de Republiek en wordt bijeengeroepen in geval van nationale crisis of wanneer de politieke partijen er niet in slagen een regering te vormen. In dat geval benoemt de Raad een premier ad interim totdat nieuwe verkiezingen kunnen worden gehouden.
De grondwet legt de bijzondere positie van de Grieks-orthodoxe Kerk vast. Vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd, maar missie- en zendingsactiviteiten zijn niet toegestaan. Het in omloop brengen van andere bijbelversies dan de door de Grieks-orthodoxe Kerk goedgekeurde is evenmin geoorloofd.
Binnenlandse politiek
Sinds 1974 wordt de Griekse politiek gedomineerd door de linkse Panhellenistische Socialistische Beweging (PASOK-partij) en het rechtse samenwerkingsverband Nieuwe Democratie (ND). Na het overlijden van Premier Papandreou in juni 1996 werd Constantinos Simitis premier en ook politiek leider van de PASOK-partij. Na de vervroegde verkiezingen van september 1996 werd een nieuwe regering gevormd door PASOK. Premier Simitis voerde een dwingend monetair beleid en probeerde ook in andere opzichten Griekenland nauwer bij het Westen te betrekken dan onder zijn voorganger Papandreou het geval was.
De PASOK-partij veranderde onder leiding van Simitis in een meer voor -Europese partij, meer in het politieke centrum geplaatst. Door de verkiezingsnederlaag in 1996 kwam de ND-partij dichtbij een kerkscheuring. Vele veranderingen in het partijleiderschap zorgden ervoor dat de koers van de ND wisselde tussen corporatistisch en liberaal. Toen in februari 1999 bleek dat Griekenland enige tijd onderdak had geboden aan de Koerdische leider ?calan leidde dit tot het aftreden van o.a. minister van Buitenlandse Zaken Pangalos. Hij werd opgevolgd door Giorgios Papandreou, de zoon van de vroegere premier. Tijdens parlementsverkiezingen in april 2000 werd de PASOK-partij van premier Simitis herkozen met een kleine parlementaire meerderheid; qua stemmenaantal boekten zowel PASOK als ND winst. Centraal in het regeringsprogramma van de huidige regering staat de uiteindelijke volledige samenwerking met de andere EU Lidstaten. Het hierin passende doel van toetreding tot de euro-zone op 1 januari 2001 is inmiddels gerealiseerd.
Mensenrechten
Griekenland is partij bij de belangrijkste mensenrechtenverdragen, zoals het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het Internationaal Verdrag over burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag over economische, sociale en culturele rechten. Griekenland is bovendien lid van de Raad van Europa, de Europese Unie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), en is gehouden aan een groot aantal verplichtingen op het terrein van de bescherming van mensenrechten in de ruimste zin van het woord. Soms doen zich problemen voor ten aanzien van de behandeling van minderheden, dienstweigeraars, de rechtspositie van homoseksuelen en de positie van andere religies dan de Grieks-orthodoxe. De pogingen van de regering de rol van de Grieks-orthodoxe Kerk terug te dringen stuiten op weerstand.
Sociale situatie
Griekenland heeft geen uniform sociaal-verzekeringssysteem. De ongeveer 200 sociale- en pensioenfondsen, waaronder aparte fondsen voor bijvoorbeeld juristen, docenten, handelsondernemers en boeren worden de komende jaren samengesmolten tot zeven fondsen om slagvaardiger te kunnen opereren. Een groot probleem voor het Griekse verzekeringswezen vormt het groot aantal Griekse burgers dat na pensionering in het buitenland naar hun geboorteland terugkeert. Voor deze Griekse migranten die in een derde land zijn gepensioneerd en zich daarna weer in Griekenland vestigen, geldt dat de kosten voor medische verzorging voor rekening van Griekenland zijn, als ze voor enige tijd in Griekenland verzekerd waren. Dit ondanks het feit dat ze een leven lang de premies hebben betaald in het land waar ze hebben gewerkt. Daarbovenop neemt de vergrijzing in Griekenland snel toe.
Economische situatie
Griekenland was vroeger een typisch landbouwgebied. Dat is de laatste jaren sterk verminderd, toch blijft de landbouw voor veel mensen op het vaste land de enige manier om geld te verdienen. De meeste landbouwproducten zijn bestemd voor de uitvoer naar andere landen vb.; tabak, rozijnen, katoen, citrusvruchten en olijfolie.
Verreweg het grootste gedeelte van de veestapel bestaat uit schapen en geiten die lopen te grazen op de dorre berghellingen.
De visserij is steeds minder belangrijk, deze achteruitgang is het gevolg van de watervervuiling en de overbevissing. Vroeger was de verkoop van koraal en natuursponzen een belangrijke bron van inkomsten, de laatste jaren worden deze producten steeds meer vervangen door namaak materiaal.
De meeste Grieken verkiezen een baan aan de staat, hiervoor is het nodig in de stad te wonen en de juiste mensen te kennen. Studies zijn in Griekenland minder belangrijk.
Ook de toeristische sector is een belangrijke bron van inkomsten, voornamelijk op de eilanden, de kusten en de hoofdstad Athene.
Grieken land wordt door de meeste toeristen bezocht om zijn rijk historisch verleden, denk maar aan de vele oude en waardevolle gebouwen, zoals de Acropolis, de arenas.
Eten en drinken
Voor een gastronomische maaltijd blijf je beter in eigen land. Griekenland heeft geen bijzonder lekkere keuken.
Het menu ziet er tamelijk saai uit.
De kok werkt graag met lam en schapenvlees, vis rijst, tomaten, uien, knoflook, artisjokken, aubergines dit alles overgoten met olijfolie.
Feta is een Griekse specialiteit, het is een witte schapenkaas. Feta wordt gegeten met meloen komkommer in een gemengde Griekse salade.