Werkstuk: Dinosauriƫrs
Dinosauriėrs
De Oertijd
220 miljoen jaar geleden leefde er al dinosauriėrs. Ze waren lange tijd de opvallendste groep op aarde. De oudste dinosauriėrs waren de Herrerasaurus en de Eoreptor. 65 miljoen jaar geleden stierven ze uit. Sommige dinosauriėrs waren niet groter dan een kip. Maar andere waren onvoorstelbaar groot. Zo groot als een huis of een bus. Het tijdperk waarin de dinosauriėrs in leefde heette Mesozoļcum.
700 soorten
Er hebben meer dan ong. 700 soorten dinosauriėrs geleefd. Althans, zoveel waren er bekent. Ze leefde niet allemaal tegelijk op aarde. Net als nu, stierven er ook in die tijd dieren. Daar kwamen dan weer nieuwe soorten voor in de plaats. Zo waren de eerste soorten allang uitgestorven, toen de laatste op aarde verschenen. Dinosauriėrs hadden andere kenmerken dan de reptielen van nu.Het belangrijkste verschil is de stand van de poten. Bij reptielen als krokodillen, hagedissen, schildpadden, staan die naast het lichaam. Bij de dinosauriėrs stonden ze onder het lichaam. Daardoor konden ze veel gemakkelijker lopen en rennen. Voor de zware reuzedinosauriėrs dienden de poten onder het lichaam als steunpilaren.
Pterosaurussen
Pterosaurussen zijn vliegende reptielen. Hun vleugels bestonden uit stijve huidplooien en leken op die van vleermuizen. Pterosaurussen konden niet zo goed vliegen als de vogels van tegenwoordig. De Pterodactylus was de bekentste Pterosaurus. De Pteranodon was een Pterodactylus met een grote kam op zijn kop.
Wat aten dinosauriėrs?
Dinosauriėrs aten dezelfde dingen die de dieren van tegenwoordig ook eten. Ze zijn te verdelen in 2 hoofdgroepen. Vleeseters leefde van het vlees van andere dieren en worden Carnivoren genoemd.Maar andere dinosauriėrs aten alleen maar planten. Die heten Herbivoren.
Wat is de snelste dinosaurus?
Niemand weet dat zeker. Maar ze denken dat de Ornithominus het snelste kon rennen. Deze dinosaurus ziet er uit als een struisvogel zonder veren. Net zoals de struisvogel heeft hij sterke achterpoten om hard te kunnen rennen. Geleerden denken dat de Ornithominus ong. 80 kl. P. u. kon lopen. De Aphatosaurus was de sloomste dinosaurus. Hij rende ong. 4 kl. P. u.
De Velocireptor
§ 1. Algemeen
De Velocireptor was een gevreesde jager en kon met zijn lange achterpoten heel snel rennen. In de bossen van het Krijt maakt hij jacht op kleine zoogdieren of kleine plantenetende dinosaurussen die hij doodde en dan verslond.
§ 2. Manier van aanvallen
Hij wist zijn prooidieren doodangst aan te jagen en ze hadden bijna geen kans om te ontsnappen. Velocireptor stond op één achterpoot en viel met de andere aan en gebruikte zijn staar om zijn evenwicht te bewaren. Aan één teen van elken voet droeg hij ook een lange, kromme, aanstaanjagende klauw. Deze klauw stond naar binnen gericht en werd gebruikt om op zijn prooi in te hakken en deze dood de steken.
§ 3. Scherpe tanden
De Velocireptor had een lange kop en een platte snuit met rijen scherpe tanden om zijn tanden aan stukken te scheuren.
§ 4. Snel en slim
Voordat de Velocireptor in 1924 in Mongoliė werd gevonden, dachten de mensen dat dinosauriėrs trage en domme dieren waren. Maar de Velocireptor was op snelheid gebouwd. Bovendien was hij een van de slimste dinosauriėrs.
Fossielen
§ 1. Algemeen
We weten veel over dinosauriėrs dankzij fossielen. Een fossiel is een versteend overblijfsel van een plant of een dier. Dit kan een afdruk zijn, een soort stempel in een steen. Maar het kan ook een versteend bot zijn, dat precies dezelfde vorm heeft als het bot zoals het was. Als een dier sterft wordt het vlees meestal op gegeten of rot het weg. De botten verpulveren. Maar het kan wel eens gebeuren dat het dode dier bedolven wordt onder het zand, modder, of klei. In dat geval kan het een fossiel worden. Tenminste, de harde delen ervan. Zo zijn er over de hele wereld fossielen gevonden van dieren die ooit op aarde hebben geleefd. Fossielen leveren ons belangrijke gegevens op uit het verre verleden.
§ 2. Keutels, eieren, en sporen
Niet alleen botten fossielleren. Ook stukjes huid, en in sommige gevallen zelfs de zachte delen van een dier. En wat dacht je van fossielen keutels? Door die te bestuderen, heeft men kunnen vaststellen van welk dier ze waren. Paleontologen konden er aan zien wat het dier gegeten had. Ook zijn er nesten gevonden met versteende eieren. Soms zaten de jonge dinosauriėrs er nog versteend in.
Tyrannosaurusrex
Tyrannosaurus betekent "Tiran-hagedis''. Hij was dan ook het grootste roofdier ooit. Hij was maar liefst 14 m. lang. Zijn kop was gigantisch groot. Hij had een dubbele rij tanden om zijn slachtoffers te verscheuren. Zijn kaken waren meer dan een meter. Bovendien is de Tyrannosaurus 6 meter en woog 7,25 ton. Hij at vaak zieke of trage dinosauriėrs. Zijn voortanden waren 16 cm groot.
De Oertijd
220 miljoen jaar geleden leefde er al dinosauriėrs. Ze waren lange tijd de opvallendste groep op aarde. De oudste dinosauriėrs waren de Herrerasaurus en de Eoreptor. 65 miljoen jaar geleden stierven ze uit. Sommige dinosauriėrs waren niet groter dan een kip. Maar andere waren onvoorstelbaar groot. Zo groot als een huis of een bus. Het tijdperk waarin de dinosauriėrs in leefde heette Mesozoļcum.
700 soorten
Er hebben meer dan ong. 700 soorten dinosauriėrs geleefd. Althans, zoveel waren er bekent. Ze leefde niet allemaal tegelijk op aarde. Net als nu, stierven er ook in die tijd dieren. Daar kwamen dan weer nieuwe soorten voor in de plaats. Zo waren de eerste soorten allang uitgestorven, toen de laatste op aarde verschenen. Dinosauriėrs hadden andere kenmerken dan de reptielen van nu.Het belangrijkste verschil is de stand van de poten. Bij reptielen als krokodillen, hagedissen, schildpadden, staan die naast het lichaam. Bij de dinosauriėrs stonden ze onder het lichaam. Daardoor konden ze veel gemakkelijker lopen en rennen. Voor de zware reuzedinosauriėrs dienden de poten onder het lichaam als steunpilaren.
Pterosaurussen
Pterosaurussen zijn vliegende reptielen. Hun vleugels bestonden uit stijve huidplooien en leken op die van vleermuizen. Pterosaurussen konden niet zo goed vliegen als de vogels van tegenwoordig. De Pterodactylus was de bekentste Pterosaurus. De Pteranodon was een Pterodactylus met een grote kam op zijn kop.
Wat aten dinosauriėrs?
Dinosauriėrs aten dezelfde dingen die de dieren van tegenwoordig ook eten. Ze zijn te verdelen in 2 hoofdgroepen. Vleeseters leefde van het vlees van andere dieren en worden Carnivoren genoemd.Maar andere dinosauriėrs aten alleen maar planten. Die heten Herbivoren.
Wat is de snelste dinosaurus?
Niemand weet dat zeker. Maar ze denken dat de Ornithominus het snelste kon rennen. Deze dinosaurus ziet er uit als een struisvogel zonder veren. Net zoals de struisvogel heeft hij sterke achterpoten om hard te kunnen rennen. Geleerden denken dat de Ornithominus ong. 80 kl. P. u. kon lopen. De Aphatosaurus was de sloomste dinosaurus. Hij rende ong. 4 kl. P. u.
De Velocireptor
§ 1. Algemeen
De Velocireptor was een gevreesde jager en kon met zijn lange achterpoten heel snel rennen. In de bossen van het Krijt maakt hij jacht op kleine zoogdieren of kleine plantenetende dinosaurussen die hij doodde en dan verslond.
§ 2. Manier van aanvallen
Hij wist zijn prooidieren doodangst aan te jagen en ze hadden bijna geen kans om te ontsnappen. Velocireptor stond op één achterpoot en viel met de andere aan en gebruikte zijn staar om zijn evenwicht te bewaren. Aan één teen van elken voet droeg hij ook een lange, kromme, aanstaanjagende klauw. Deze klauw stond naar binnen gericht en werd gebruikt om op zijn prooi in te hakken en deze dood de steken.
§ 3. Scherpe tanden
De Velocireptor had een lange kop en een platte snuit met rijen scherpe tanden om zijn tanden aan stukken te scheuren.
§ 4. Snel en slim
Voordat de Velocireptor in 1924 in Mongoliė werd gevonden, dachten de mensen dat dinosauriėrs trage en domme dieren waren. Maar de Velocireptor was op snelheid gebouwd. Bovendien was hij een van de slimste dinosauriėrs.
Fossielen
§ 1. Algemeen
We weten veel over dinosauriėrs dankzij fossielen. Een fossiel is een versteend overblijfsel van een plant of een dier. Dit kan een afdruk zijn, een soort stempel in een steen. Maar het kan ook een versteend bot zijn, dat precies dezelfde vorm heeft als het bot zoals het was. Als een dier sterft wordt het vlees meestal op gegeten of rot het weg. De botten verpulveren. Maar het kan wel eens gebeuren dat het dode dier bedolven wordt onder het zand, modder, of klei. In dat geval kan het een fossiel worden. Tenminste, de harde delen ervan. Zo zijn er over de hele wereld fossielen gevonden van dieren die ooit op aarde hebben geleefd. Fossielen leveren ons belangrijke gegevens op uit het verre verleden.
§ 2. Keutels, eieren, en sporen
Niet alleen botten fossielleren. Ook stukjes huid, en in sommige gevallen zelfs de zachte delen van een dier. En wat dacht je van fossielen keutels? Door die te bestuderen, heeft men kunnen vaststellen van welk dier ze waren. Paleontologen konden er aan zien wat het dier gegeten had. Ook zijn er nesten gevonden met versteende eieren. Soms zaten de jonge dinosauriėrs er nog versteend in.
Tyrannosaurusrex
Tyrannosaurus betekent "Tiran-hagedis''. Hij was dan ook het grootste roofdier ooit. Hij was maar liefst 14 m. lang. Zijn kop was gigantisch groot. Hij had een dubbele rij tanden om zijn slachtoffers te verscheuren. Zijn kaken waren meer dan een meter. Bovendien is de Tyrannosaurus 6 meter en woog 7,25 ton. Hij at vaak zieke of trage dinosauriėrs. Zijn voortanden waren 16 cm groot.