Werkstuk: De jachtluipaard
1. Inhoud
1. Inhoud
2. Algemeen
3. Snelste landzoogdier
4. Gedrag
5. Wist je dat?
6. Voortplanting
7. Bedreiging en bescherming
8. Voedsel en de jacht
9. Bedreiging
10. Levenswijze
11. Extra verhaal
2. Algemeen
De jachtluipaard is het snelste landdier. Bij de achtervolging van een prooi kan hij een snelheid van 100 km per uur halen. Daarmee kan hij toch niet aan de geweren van jagers ontkomen. Door zijn lenige lichaamsbouw, de kleine kop en bijzonder lange poten is de jachtluipaard eenvoudig van andere gevlekte grotte katten te onderscheiden. Door deze lichaamsbouw alsmede door het bezit van krachtige longen is hij een uitstekende sprinter.
Soort : Acinonyx jubatus
Familie : Katachtigen/Felidae
Orde : Roofdieren/Carnivora
Woongebied : Oost- en Zuid/West Afrika
Draagtijd : 91 tot 95 dagen
Aantal jongen: 3 tot 7 per worp
Max. leeftijd: 12 tot 15 jaar
Max. gewicht : 70 kilo (gemiddeld 50 kilo)
Vroeger kwamen jachtluipaarden voor in heel Afrika (behalve in het tropisch oerwoud en de woestijn) en in grote delen van Azi? (van het Midden-Oosten tot in India). Tot ongeveer 30 jaar geleden was een jachtluipaard in Afrika buiten de reservaten nog een vrij regelmatige verschijning. Nu komen ze alleen nog voor in reservaten en dan nog in kleine aantallen. Het gaat dus niet zo goed met dit fraaie dier.
3. Snelste landzoogdier
Het jachtluipaard is het snelste landzoogdier. Over kleine afstanden kan hij in korte tijd een snelheid ontwikkelen van ongeveer 110 km per uur. Zijn lichaam is daartoe aangepast, het is lang, soepel en gestroomlijnd. De poten zijn eveneens lang en de nagels kunnen niet worden ingetrokken zoals bij andere katten. De poten van een jachtluipaard lijken meer op poten van een hond. De diep gewelfde borstkas duidt erop dat het dier tot enorme krachtsinspanningen in staat is. Anders dan de overige katten, kat het jachtluipaard niet zo goed sluipen, zijn poten zijn hiervoor te lang.
Bij de jacht moet het jachtluipaard het dan ook vooral van zijn snelheid hebben. De prooi, meestal een kleine antilope, wordt in een felle sprint achtervolgd. Met een haal van een van de klauwen slaat de jager de achterpoten onder de antilope vandaan en grijpt hij zijn slachtoffer bij de nek. Ontsnapt de prooi, dan moet het jachtluipaard eerst uitrusten en nieuwe krachten verzamelen voor hij een tweede poging zal wagen.
4. Gedrag
Over het leven van jachtluipaarden in het wild is pas de laatste jaren meer bekend geworden. Voorheen ging met er van uit dat zij solitair (alleen) leefden, tegenwoordig weet men dat zij merendeels in groepen voorkomen, waarbinnen echter een zeer "los" verband bestaat. De samenstelling van deze groepen is zeer verschillend en dieren verlaten regelmatig de ene groep om zich bij een andere aan te sluiten. Er is geen sprake van een hecht sociaal groepsverband, zoals bijvoorbeeld bij leeuwen het geval is.
Er zijn groepen van ??n vrouwtje en haar jongen, een aantal mannetjes bij elkaar en combinaties van deze groepjes tot soms wel 40 dieren bijeen. Daarbij valt vooral de verhouding mannetjes:vrouwtjes op, namelijk 5:1, veel meer mannetjes dan vrouwtjes dus. Een jachtluipaard of een groep jachtluipaarden houdt er waarschijnlijk een jachtterritorium op na, dat met urine"vlaggen" wordt gemarkeerd, maar niet echt tegen soortgenoten wordt verdedigd. Het terrein van het jachtluipaard is de droge savanne en steppe met gras en kleine bosjes, waar hij zich bij voorkeur ophoudt op een heuvel, waar vandaan hij de omgeving goed kan overzien.
5. Wist je dat?
De jachtluipaard kan van stilstand uit in 3 seconden zijn topsnelheid bereiken
6. Voortplanting
Wanneer een vrouwtje krols is (??n maal in de drie weken), dan zoeken meerdere mannetjes haar gezelschap. Zij laat zich meestal maar door ??n uitverkorene dekken. Daarmee is de rol van het mannetje uitgespeeld. Het vrouwtje zorgt alleen voor de jongen, die ruim een jaar van haar afhankelijk blijven. In gevangenschap werden tot voor enkele jaren geen jachtluipaarden geboren. Door betere inzichten in hun natuurlijke leven is men er achter gekomen dat mannetjes en vrouwtjes, die voortdurend in elkaars nabijheid verkeren, elkaar als nestgenoten gaan beschouwen en de sexuele belangstelling voor elkaar verliezen.
Door de mannetjes en vrouwtjes het grootste deel van het jaar gescheiden onder te brengen slagen verschillende dierentuinen in de wereld er nu in jachtluipaarden tot voortplanting te brengen. Een jachtluipaardengeboorte is echter nog steeds een bijzondere gebeurtenis in de dierentuin. De eerste jachtluipaarden die in Nederland werden geboren kwamen in 1972 ter wereldin het Safaripark Beekse Bergen. Sindsdien zijn er daar tot 1985 30 geboren waarvan een deel inmiddels zijn weg heeft gevonden naar dierentuinen over de hele wereld. Daarna is er een hele tijd niets gebeurd in het Safaripark. Door nog nieuwere ontdekkingen is er in maart 1998 voor het eerst in dertien jaar weer een nest van 4 jachtluipaarden geboren en in mei 1999 waren er 3 nesten van in totaal 12 jachtluipaarden.
Tegenwoordig werken dierentuinen in Nederland en daarbuiten meer en meer samen in fokprogramma's. Poezen uit de ene tuin gaan naar katers uit een andere tuin om gedekt te worden. Zo kan men inteelt in eigen groep voorkomen en bovendien blijken deze ontmoetingen met volkomen "vreemde" partners stimulerend te werken. Pasgeboren jachtluipaarden hebben lange grijze haren op hun rug en zij kunnen hun nagels nog intrekken. De haren verdwijnen tezamen met de mogelijkheid om de nagels in te trekken wanneer ze ongeveer een half jaar oud zijn.
7. Bedreiging en bescherming
Behalve uit voedsel concurrentie heeft een jachtluipaard niet veel natuurlijke vijanden. Leeuwen, hyena's en luipaarden zullen hooguit jonge jachtluipaarden opeten. De mens is echter altijd zijn grootste vijand geweest. De geprepareerde kop of de huid van een jachtluipaard was steeds een fel begeerde trofee voor de jager. De Sumeri?rs maakten in 3000 voor Christus al jacht op hem om hem te gebruiken als "jachthond", ongeveer zoals tegenwoordig windhonden worden gebruikt. Jachtluipaarden zijn van nature zeer timide dieren, die zich na training laten gebruiken voor dit doeleind en niet, zoals leeuwen en tijgers, onbetrouwbaar worden, naarmate ze ouder worden. In de Middeleeuwen werden jachtluipaarden ook door vorsten in Europa aangekocht als jachthond.
Voor dierenverzamelaars waren jachtluipaarden steeds een graag gewilde aanwinst. In de vorige eeuw was het een tijd lang mode om een jachtluipaard als huis dier te hebben, vooral bij Amerikaanse filmsterren. Tel daarbij dat men de soort niet in gevangenschap kon fokken en dan wordt duidelijk dat er veel (t? veel) jachtluipaarden door de mens aan het wild zijn onttrokken.
Nu wordt de soort beschermd in de reservaten, er mag niet meer op gejaagd worden. Of deze bescherming voldoende is om de soort in het wild te behouden is niet zeker. Het aantal jachtluipaarden gaat voorlopig nog steeds achteruit. Daarbij komt nog dat alle jachtluipaarden een volkomen identiek genetisch patroon vertonen, hetgeen hen zeer kwetsbaar maakt. Ze kunnen zich slecht aanpassen aan veranderende omstandigheden en wanneer ??n dier met een ziekte besmet raakt, dan worden ze allemaal ziek.
8. Voedsel en de jacht
De jachtluipaard maakt jacht op hoefdieren zoals kleine antilopen en gazellen, maar ook op hazen, jonge knobbelzwijnen en vogels. De meeste grote katten liggen in een hinderlaag te wachten op langstrekkende prooidieren, die ze dan met een snelle sprong overweldigen. De jachtluipaard daarentegen beschikt over een heel andere jachttechniek. Hij sluipt eerst naar een kudde prooidieren toe. Dan laat hij zich op het juiste moment zien, waardoor de kudde in paniek alle kanten oprent, waarna hij achter 1 bepaald dier aangaat.
Door de springkwaliteiten vangt het jachtluipaard soms ook dieren die groter zijn dan hijzelf, meestal binnen een tijdsbestek van 1 minuut. Als hij tot een langere achtervolging wordt gedwongen, geeft hij het meestal op. De jachtluipaard jaagt vooral overdag, als andere roofdieren slapen, want deze lichtgebouwde kat laat zich makkelijk verjagen en de prooi afnemen door andere roofdieren. Zelfs gieren kunnen hem verjagen.
9. Bedreiging
De jachtluipaard is een bedreigde soort. Vroeger werden grote aantallen voor de bonthandel afgeschoten. Momenteel vormt het verlies aan leefgebieden en prooidieren de grootste bedreiging. In het verleden was de jachtluipaard in India zeer talrijk; in de jaren 50 werd hij daar uitgeroeid.
10 Levenswijze
Gedrag: Vrouwtjes solitair, mannetjes in kleine groepen.
Voedsel: verschillende soorten gazellen; ook hazen, knaagdieren en af en toe zebra's.
Lvensverwachting: in de natuur ca. 12 jaar, in gevangenschap langer
11. Extra verhaal
Na het bekijken van een prachtige documentaire op televisie, ben ik dit gaan opzoeken op internet.
Door Paul Raffaele
In een witgekalkte bungalow in de uitgestrekte wildernis van Namibi? rinkelt de telefoon. Laurie Marker luistert naar de dringende oproep van de manager van een nabijgelegen ranch met ruim 26.000 hectare grond. Daarna springt ze haastig in een terreinwagen en racet over de hobbelige weg naar de man toe.
Op de ranch bonkt een groot jachtluipaardmannetje tegen de wanden van zijn kooi. Zijn tanden flikkeren en zijn amberkleurige ogen vlammen van woede.
'Ik wil niet dat hij nog langer achter mijn antilopen aan zit,' aldus Jean-Charles Lung. Hoewel hij het werk van Marker, oprichtster van het Cheetah Conservation Fund (ccf), steunt, dreigt Lung de boosdoener aan een vriend met een boerderij te geven als showdier.
Marker voert aan dat de jachtluipaard de ruimte moet hebben om te rennen en dat hij kapotgaat aan levenslange opsluiting op een klein stukje grond. Lung aarzelt. 'Ok?, je kunt deze jongen krijgen,' zegt hij ten slotte, 'als je hem maar ver van mijn terrein houdt.'Die avond belt Marker met talloze mensen door het hele land. Eindelijk vindt ze een boer die het goed vindt dat de jachtluipaard op zijn ranch, zo'n 300 kilometer verderop, wordt losgelaten.
Snel en gracieus
Als dierenartsassistente in het Wildlife Safaripark in Oregon in de VS zag Laurie Marker voor het eerst een jachtluipaard op volle snelheid. Het dier suisde een heuvel af. Een gouden vlek die 7 meter per pas aflegde, waarbij zijn lange, soepele ruggengraat zich bij elke stap spande en weer ontspande als een boog. 'Het was schitterend,' vertelt Marker.
Doordat de schouderbladen van een jachtluipaard niet aan zijn sleutelbeenderen vastzitten, kan het dier zich zeer vrij bewegen en enorme passen maken. Zelfs zijn grote hart, longen en neusgaten lijken voor enorme snelheden te zijn ontwikkeld.De jachtluipaard kan in 3 seconden vanuit stilstand versnellen tot 100 km/u, ??n seconde sneller dan de snelste Ferrari. Maar de inspanning zorgt voor een oververhitting van zijn lichaam, waardoor hij zijn topsnelheid van 125 km/u maar 400 meter kan volhouden. Dan moet hij afkoelen en minstens een half uur rusten.De soepele gratie van deze roofdieren fascineerde Marker. Ze was verbaasd te horen dat het eigenlijk timide beesten zijn. Hoewel ze grommen wanneer ze boos zijn, miauwen en snorren ze ook als een huiskat en tsjirpen ze als een vogel als ze elkaar roepen.
Jachtluipaarden behoren tot de oudste dierlijke kameraden van de mens. De Sumeri?rs hielden 5000 jaar geleden al jachtluipaarden, en Egyptische farao's vereerden ze als godinnen. Door de eeuwen heen koesterden Oostenrijkse keizers, Franse koningen en Italiaanse prinsen de statige katten als statussymbool.
Marker ging definitief overstag toen ze in 1976 een zes weken oude jachtluipaard adopteerde. 'Vier van de jongen uit de worp waren blazende, sissende, opgewonden standjes,' vertelt ze. 'De vijfde was kalm en zachtaardig.'Ze noemde het vijfde jong Khayam en bracht het thuis groot, samen met Sheso, haar labrador retriever. 'Sheso likte Khayams vacht schoon en speelde met haar alsof het haar eigen jong was,' vertelt Marker.Inmiddels was Marker belast met het fokprogramma voor jachtluipaarden in het safaripark. Ze vroeg zich af of dieren die in gevangenschap waren opgegroeid, in het wild konden worden uitgezet. Om dit te proberen nam ze Khayam mee naar het noorden van Namibi?.
In de koele vroege ochtend en late namiddag, de favoriete jachttijden van jachtluipaarden, zaten Marker en Khayam uren bij drinkplaatsen en zagen verschillende soorten prooien komen en gaan. Het duurde twee maanden voordat Khayam op steenbokantilopen begon te jagen. Als ze haar prooi eenmaal te pakken had, wist ze niet goed wat ze ermee aan moest, totdat haar adoptiemoeder het haar liet zien.Khayam begon te begrijpen wat de bedoeling was. Ze leerde hoe ze haar staart als een roer moest gebruiken om tijdens de jacht zo scherp mogelijke bochten te kunnen nemen. En ze leerde de achtertenen aan haar voorpoten te gebruiken om antilopen te grijpen.
Genetische afwijking
Na dit experiment keerde Marker terug naar de VS waar zij ging samenwerken met de genetici Stephen O'Brien van het Amerikaanse Kankerinstituut en David Wildt van het Smithsonian Instituut die juist een oorzaak hadden gevonden voor het feit dat jachtluipaarden zich in gevangenschap niet goed voortplanten.
Wildt had sperma-monsters van tientallen jachtluipaarden genomen en was tot de verbazingwekkende ontdekking gekomen dat het aantal zaadcellen in het sperma van de jachtluipaarden opvallend laag was en dat 75 procent een afwijkende vorm had, waardoor geen bevruchting kon plaatsvinden. Ook wilde jachtluipaarden bleken deze genetische afwijking te hebben.
De oorzaak bleek inteelt te zijn. Ongeveer 4 miljoen jaar geleden ontwikkelde de jachtluipaard zich in het gebied waar zich nu de staten Texas, Wyoming en Nevada bevinden. Het ras verspreidde zich via landbruggen over Europa, China, India en Afrika. Aan het einde van de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, waren veel grote zoogdieren uitgestorven. De jachtluipaarden balanceerden op het randje, maar een relatief kleine groep wist te overleven in Afrika en Azi?.
Alle jachtluipaarden zijn afstammelingen van dat kleine aantal. 'Inteelt leidt tot een slechte spermakwaliteit en grotere sterfte van jongen,' aldus Marker. Bovendien zijn jachtluipaarden uiterst gevoelig voor ziekten, vanwege een slecht functionerend immuunsysteem.
Hoewel wilde jachtluipaarden minder te vrezen hadden van epidemie?n, was ook hun toekomst niet zeker. Aan het begin van deze eeuw kwamen in Afrika, Azi? en het Midden-Oosten nog ongeveer 100.000 jachtluipaarden voor, maar door hun steeds kleiner wordende leefgebied, de jacht en de concurrentie van andere roofdieren, was hun aantal in de jaren '70 tot zo'n 30.000 gedaald.
De enige plek waar ze nog standhielden was de wildernis in noordelijk Namibi?, maar ook hier werden ze bedreigd. Leeuwen en hyena's hadden de jachtluipaarden uit de wildreservaten verdreven naar boerderijen in de omgeving. Daar doodden de boeren ze met honderden per jaar.
Om aandacht te vragen voor het lot van de katachtigen ging Marker samen met Khayam, haar 'jachtluipaard-ambassadeur', op tournee door de VS. Toen Khayam stierf aan een nierziekte, deed Marker een belofte: 'Ik zal ervoor zorgen dat de wilde jachtluipaarden eeuwig op deze aarde kunnen rondzwerven.'
Tijdens haar bezoeken aan Namibi? introduceerde een plaatselijke veearts Marker bij de boeren die de grote katachtigen als hun vijand beschouwden. Het waren eigenzinnige mannen die niet bepaald open stonden voor de boodschap van Marker, maar als het afschieten in dit tempo doorging zouden er aan het eind van de eeuw niet veel jachtluipaarden meer over zijn.
We moeten Laurie helpen'
Marker gaf uiteindelijk haar baan bij de National Zoo in Washington op en verhuisde in 1991 naar Namibi?. Aanvankelijk had haar afgelegen boerderij geen elektriciteit of generator en het zinken dak lekte. Ze was er echter van overtuigd dat ze wat zou kunnen bereiken. 'De herinnering aan Khayam maakte me nog vast-beradener.'
De meeste boeren met wie ze te maken had, waren kolonisten van de derde generatie die gezwoegd hadden om van hun onvruchtbare land een winstgevend veeteeltbedrijf te maken. Het had geen zin hun alleen te wijzen op het feit dat deze diersoort bedreigd werd. Bovendien gaf de wet in Namibi? een boer het recht wilde dieren die zijn vee bedreigden, te doden. 'Ik moest een vreedzaam compromis zien te vinden,' aldus Marker.
Dus reisde ze kriskras door Namibi?, in de hoop de veehouders ervan te overtuigen dat een andere aanpak nodig was. Ze stonden niet te popelen om te horen wat deze vrouw te zeggen had. Sommigen schepten er plezier in haar te vertellen hoe ze te paard jachtluipaarden opjoegen totdat die niet meer konden en ze dan doodsloegen met knuppels of de kolf van hun geweer.
Maar Marker gaf niet op. Ze wist een tiental jachtluipaarden van een halsband met radiozender te voorzien, waardoor ze de boeren kon laten zien hoe groot het gebied was dat deze katten bestreken. Een jachtluipaard kon ver weg zijn op het moment dat een kalf werd gedood. De boosdoener kon net zo goed een luipaard of baviaan zijn.Dit leverde enige vooruitgang op, maar de meeste boeren weigerden te stoppen met het doden van jachtluipaarden, totdat ze - bijna 2 jaar nadat Marker haar missie was begonnen - een bijeenkomst bijwoonden waarop een van de jongere boeren een verhaal vertelde. Hij was 12 jaar oud toen hij zag hoe zijn vader een jachtluipaard-wijfje doodschoot dat een pad overstak met haar twee jongen. De jongen wisten te ontkomen, maar konden alleen niet overleven.'Ik ben nooit vergeten hoe verdrietig ik was,' vertelde hij. 'Jachtluipaarden zijn hier al veel langer dan wij en worden nu met uitsterven bedreigd. We moeten Laurie helpen ze te redden. Op mijn land mogen ze vrij rondlopen.'
'Het had een positief effect,' aldus Marker. 'Kort daarop kwamen veel boeren vragen wat ze konden doen.'
Marker stelde voor dat ze hun kalveren binnen een omheining dicht bij de hutten van de veehoeders zouden houden, totdat ze groot genoeg waren om zichzelf te verdedigen. Ook moedigde ze hen aan veesoorten te houden die hun kalveren beter beschermen. Ze hielp de boeren verder bij de aanschaf van Anatolische herders-honden. De bijna 50 kilo zware reuen zijn goed tegen wilde roofdieren opgewassen.Naarmate minder vee verloren ging, verleenden meer boeren hun medewerking. Marker schat dat op dit moment twee van de drie boeren in haar omgeving geen jachtluipaarden meer doden.'Laurie heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de inspanningen om de jachtluipaarden te begrijpen en de populatie te beheren,' aldus Philip Stander, een expert op het gebied van wilde dieren van het ministerie van Milieu van Namibi?.
Op het hoofdkantoor van het Cheetah Conservation Fund helpen verschillende vrijwilligers en ervaren onderzoekers Marker bij haar pogingen meer te weten te komen over de gewoonten van jachtluipaarden. In een reservaat in Zuid-Afrika waar de jachtluipaard was uitgestorven, heeft Marker het dier opnieuw ge?ntroduceerd. Ook probeert ze samen met onderzoekers in Iran manieren te vinden om het aantal katachtigen in dat land te vergroten. Via Internet onderhoudt zij contacten met dierentuinen in 50 landen om het welzijn en de voortplanting van zo'n 1300 jacht-luipaarden in gevangenschap te volgen.
Twee dagen nadat het grote jachtluipaardmannetje op Jean-Charles Lungs ranch was gevangen, werd hij, uitgerust met een halsband met radiozender, op een vrachtwagen geladen en naar zijn nieuwe woonomgeving gebracht.De gouden gloed van de zonsondergang lag over het veld toen Marker en haar helpers de jachtluipaard vrijlieten. Na zijn sprong uit de kooi stond hij even stil alsof hij zijn plotseling herwonnen vrijheid nog niet kon begrijpen. Toen haastte hij zich naar de beschutting van de bomen.'Ik krijg kippenvel als ik een jachtluipaard zijn vrijheid teruggeef,' vertelt Marker. 'Het herinnert me aan mijn belofte bij Khayams dood. De wereld zou minder mooi zijn zonder deze schitterende wilde katten. Elk dier dat we kunnen redden vergroot de kans dat de jachtluipaard nog heel lang op deze aarde zal rondlopen.'
1. Inhoud
2. Algemeen
3. Snelste landzoogdier
4. Gedrag
5. Wist je dat?
6. Voortplanting
7. Bedreiging en bescherming
8. Voedsel en de jacht
9. Bedreiging
10. Levenswijze
11. Extra verhaal
2. Algemeen
De jachtluipaard is het snelste landdier. Bij de achtervolging van een prooi kan hij een snelheid van 100 km per uur halen. Daarmee kan hij toch niet aan de geweren van jagers ontkomen. Door zijn lenige lichaamsbouw, de kleine kop en bijzonder lange poten is de jachtluipaard eenvoudig van andere gevlekte grotte katten te onderscheiden. Door deze lichaamsbouw alsmede door het bezit van krachtige longen is hij een uitstekende sprinter.
Soort : Acinonyx jubatus
Familie : Katachtigen/Felidae
Orde : Roofdieren/Carnivora
Woongebied : Oost- en Zuid/West Afrika
Draagtijd : 91 tot 95 dagen
Aantal jongen: 3 tot 7 per worp
Max. leeftijd: 12 tot 15 jaar
Max. gewicht : 70 kilo (gemiddeld 50 kilo)
Vroeger kwamen jachtluipaarden voor in heel Afrika (behalve in het tropisch oerwoud en de woestijn) en in grote delen van Azi? (van het Midden-Oosten tot in India). Tot ongeveer 30 jaar geleden was een jachtluipaard in Afrika buiten de reservaten nog een vrij regelmatige verschijning. Nu komen ze alleen nog voor in reservaten en dan nog in kleine aantallen. Het gaat dus niet zo goed met dit fraaie dier.
3. Snelste landzoogdier
Het jachtluipaard is het snelste landzoogdier. Over kleine afstanden kan hij in korte tijd een snelheid ontwikkelen van ongeveer 110 km per uur. Zijn lichaam is daartoe aangepast, het is lang, soepel en gestroomlijnd. De poten zijn eveneens lang en de nagels kunnen niet worden ingetrokken zoals bij andere katten. De poten van een jachtluipaard lijken meer op poten van een hond. De diep gewelfde borstkas duidt erop dat het dier tot enorme krachtsinspanningen in staat is. Anders dan de overige katten, kat het jachtluipaard niet zo goed sluipen, zijn poten zijn hiervoor te lang.
Bij de jacht moet het jachtluipaard het dan ook vooral van zijn snelheid hebben. De prooi, meestal een kleine antilope, wordt in een felle sprint achtervolgd. Met een haal van een van de klauwen slaat de jager de achterpoten onder de antilope vandaan en grijpt hij zijn slachtoffer bij de nek. Ontsnapt de prooi, dan moet het jachtluipaard eerst uitrusten en nieuwe krachten verzamelen voor hij een tweede poging zal wagen.
4. Gedrag
Over het leven van jachtluipaarden in het wild is pas de laatste jaren meer bekend geworden. Voorheen ging met er van uit dat zij solitair (alleen) leefden, tegenwoordig weet men dat zij merendeels in groepen voorkomen, waarbinnen echter een zeer "los" verband bestaat. De samenstelling van deze groepen is zeer verschillend en dieren verlaten regelmatig de ene groep om zich bij een andere aan te sluiten. Er is geen sprake van een hecht sociaal groepsverband, zoals bijvoorbeeld bij leeuwen het geval is.
Er zijn groepen van ??n vrouwtje en haar jongen, een aantal mannetjes bij elkaar en combinaties van deze groepjes tot soms wel 40 dieren bijeen. Daarbij valt vooral de verhouding mannetjes:vrouwtjes op, namelijk 5:1, veel meer mannetjes dan vrouwtjes dus. Een jachtluipaard of een groep jachtluipaarden houdt er waarschijnlijk een jachtterritorium op na, dat met urine"vlaggen" wordt gemarkeerd, maar niet echt tegen soortgenoten wordt verdedigd. Het terrein van het jachtluipaard is de droge savanne en steppe met gras en kleine bosjes, waar hij zich bij voorkeur ophoudt op een heuvel, waar vandaan hij de omgeving goed kan overzien.
5. Wist je dat?
De jachtluipaard kan van stilstand uit in 3 seconden zijn topsnelheid bereiken
6. Voortplanting
Wanneer een vrouwtje krols is (??n maal in de drie weken), dan zoeken meerdere mannetjes haar gezelschap. Zij laat zich meestal maar door ??n uitverkorene dekken. Daarmee is de rol van het mannetje uitgespeeld. Het vrouwtje zorgt alleen voor de jongen, die ruim een jaar van haar afhankelijk blijven. In gevangenschap werden tot voor enkele jaren geen jachtluipaarden geboren. Door betere inzichten in hun natuurlijke leven is men er achter gekomen dat mannetjes en vrouwtjes, die voortdurend in elkaars nabijheid verkeren, elkaar als nestgenoten gaan beschouwen en de sexuele belangstelling voor elkaar verliezen.
Door de mannetjes en vrouwtjes het grootste deel van het jaar gescheiden onder te brengen slagen verschillende dierentuinen in de wereld er nu in jachtluipaarden tot voortplanting te brengen. Een jachtluipaardengeboorte is echter nog steeds een bijzondere gebeurtenis in de dierentuin. De eerste jachtluipaarden die in Nederland werden geboren kwamen in 1972 ter wereldin het Safaripark Beekse Bergen. Sindsdien zijn er daar tot 1985 30 geboren waarvan een deel inmiddels zijn weg heeft gevonden naar dierentuinen over de hele wereld. Daarna is er een hele tijd niets gebeurd in het Safaripark. Door nog nieuwere ontdekkingen is er in maart 1998 voor het eerst in dertien jaar weer een nest van 4 jachtluipaarden geboren en in mei 1999 waren er 3 nesten van in totaal 12 jachtluipaarden.
Tegenwoordig werken dierentuinen in Nederland en daarbuiten meer en meer samen in fokprogramma's. Poezen uit de ene tuin gaan naar katers uit een andere tuin om gedekt te worden. Zo kan men inteelt in eigen groep voorkomen en bovendien blijken deze ontmoetingen met volkomen "vreemde" partners stimulerend te werken. Pasgeboren jachtluipaarden hebben lange grijze haren op hun rug en zij kunnen hun nagels nog intrekken. De haren verdwijnen tezamen met de mogelijkheid om de nagels in te trekken wanneer ze ongeveer een half jaar oud zijn.
7. Bedreiging en bescherming
Behalve uit voedsel concurrentie heeft een jachtluipaard niet veel natuurlijke vijanden. Leeuwen, hyena's en luipaarden zullen hooguit jonge jachtluipaarden opeten. De mens is echter altijd zijn grootste vijand geweest. De geprepareerde kop of de huid van een jachtluipaard was steeds een fel begeerde trofee voor de jager. De Sumeri?rs maakten in 3000 voor Christus al jacht op hem om hem te gebruiken als "jachthond", ongeveer zoals tegenwoordig windhonden worden gebruikt. Jachtluipaarden zijn van nature zeer timide dieren, die zich na training laten gebruiken voor dit doeleind en niet, zoals leeuwen en tijgers, onbetrouwbaar worden, naarmate ze ouder worden. In de Middeleeuwen werden jachtluipaarden ook door vorsten in Europa aangekocht als jachthond.
Voor dierenverzamelaars waren jachtluipaarden steeds een graag gewilde aanwinst. In de vorige eeuw was het een tijd lang mode om een jachtluipaard als huis dier te hebben, vooral bij Amerikaanse filmsterren. Tel daarbij dat men de soort niet in gevangenschap kon fokken en dan wordt duidelijk dat er veel (t? veel) jachtluipaarden door de mens aan het wild zijn onttrokken.
Nu wordt de soort beschermd in de reservaten, er mag niet meer op gejaagd worden. Of deze bescherming voldoende is om de soort in het wild te behouden is niet zeker. Het aantal jachtluipaarden gaat voorlopig nog steeds achteruit. Daarbij komt nog dat alle jachtluipaarden een volkomen identiek genetisch patroon vertonen, hetgeen hen zeer kwetsbaar maakt. Ze kunnen zich slecht aanpassen aan veranderende omstandigheden en wanneer ??n dier met een ziekte besmet raakt, dan worden ze allemaal ziek.
8. Voedsel en de jacht
De jachtluipaard maakt jacht op hoefdieren zoals kleine antilopen en gazellen, maar ook op hazen, jonge knobbelzwijnen en vogels. De meeste grote katten liggen in een hinderlaag te wachten op langstrekkende prooidieren, die ze dan met een snelle sprong overweldigen. De jachtluipaard daarentegen beschikt over een heel andere jachttechniek. Hij sluipt eerst naar een kudde prooidieren toe. Dan laat hij zich op het juiste moment zien, waardoor de kudde in paniek alle kanten oprent, waarna hij achter 1 bepaald dier aangaat.
Door de springkwaliteiten vangt het jachtluipaard soms ook dieren die groter zijn dan hijzelf, meestal binnen een tijdsbestek van 1 minuut. Als hij tot een langere achtervolging wordt gedwongen, geeft hij het meestal op. De jachtluipaard jaagt vooral overdag, als andere roofdieren slapen, want deze lichtgebouwde kat laat zich makkelijk verjagen en de prooi afnemen door andere roofdieren. Zelfs gieren kunnen hem verjagen.
9. Bedreiging
De jachtluipaard is een bedreigde soort. Vroeger werden grote aantallen voor de bonthandel afgeschoten. Momenteel vormt het verlies aan leefgebieden en prooidieren de grootste bedreiging. In het verleden was de jachtluipaard in India zeer talrijk; in de jaren 50 werd hij daar uitgeroeid.
10 Levenswijze
Gedrag: Vrouwtjes solitair, mannetjes in kleine groepen.
Voedsel: verschillende soorten gazellen; ook hazen, knaagdieren en af en toe zebra's.
Lvensverwachting: in de natuur ca. 12 jaar, in gevangenschap langer
11. Extra verhaal
Na het bekijken van een prachtige documentaire op televisie, ben ik dit gaan opzoeken op internet.
Door Paul Raffaele
In een witgekalkte bungalow in de uitgestrekte wildernis van Namibi? rinkelt de telefoon. Laurie Marker luistert naar de dringende oproep van de manager van een nabijgelegen ranch met ruim 26.000 hectare grond. Daarna springt ze haastig in een terreinwagen en racet over de hobbelige weg naar de man toe.
Op de ranch bonkt een groot jachtluipaardmannetje tegen de wanden van zijn kooi. Zijn tanden flikkeren en zijn amberkleurige ogen vlammen van woede.
'Ik wil niet dat hij nog langer achter mijn antilopen aan zit,' aldus Jean-Charles Lung. Hoewel hij het werk van Marker, oprichtster van het Cheetah Conservation Fund (ccf), steunt, dreigt Lung de boosdoener aan een vriend met een boerderij te geven als showdier.
Marker voert aan dat de jachtluipaard de ruimte moet hebben om te rennen en dat hij kapotgaat aan levenslange opsluiting op een klein stukje grond. Lung aarzelt. 'Ok?, je kunt deze jongen krijgen,' zegt hij ten slotte, 'als je hem maar ver van mijn terrein houdt.'Die avond belt Marker met talloze mensen door het hele land. Eindelijk vindt ze een boer die het goed vindt dat de jachtluipaard op zijn ranch, zo'n 300 kilometer verderop, wordt losgelaten.
Snel en gracieus
Als dierenartsassistente in het Wildlife Safaripark in Oregon in de VS zag Laurie Marker voor het eerst een jachtluipaard op volle snelheid. Het dier suisde een heuvel af. Een gouden vlek die 7 meter per pas aflegde, waarbij zijn lange, soepele ruggengraat zich bij elke stap spande en weer ontspande als een boog. 'Het was schitterend,' vertelt Marker.
Doordat de schouderbladen van een jachtluipaard niet aan zijn sleutelbeenderen vastzitten, kan het dier zich zeer vrij bewegen en enorme passen maken. Zelfs zijn grote hart, longen en neusgaten lijken voor enorme snelheden te zijn ontwikkeld.De jachtluipaard kan in 3 seconden vanuit stilstand versnellen tot 100 km/u, ??n seconde sneller dan de snelste Ferrari. Maar de inspanning zorgt voor een oververhitting van zijn lichaam, waardoor hij zijn topsnelheid van 125 km/u maar 400 meter kan volhouden. Dan moet hij afkoelen en minstens een half uur rusten.De soepele gratie van deze roofdieren fascineerde Marker. Ze was verbaasd te horen dat het eigenlijk timide beesten zijn. Hoewel ze grommen wanneer ze boos zijn, miauwen en snorren ze ook als een huiskat en tsjirpen ze als een vogel als ze elkaar roepen.
Jachtluipaarden behoren tot de oudste dierlijke kameraden van de mens. De Sumeri?rs hielden 5000 jaar geleden al jachtluipaarden, en Egyptische farao's vereerden ze als godinnen. Door de eeuwen heen koesterden Oostenrijkse keizers, Franse koningen en Italiaanse prinsen de statige katten als statussymbool.
Marker ging definitief overstag toen ze in 1976 een zes weken oude jachtluipaard adopteerde. 'Vier van de jongen uit de worp waren blazende, sissende, opgewonden standjes,' vertelt ze. 'De vijfde was kalm en zachtaardig.'Ze noemde het vijfde jong Khayam en bracht het thuis groot, samen met Sheso, haar labrador retriever. 'Sheso likte Khayams vacht schoon en speelde met haar alsof het haar eigen jong was,' vertelt Marker.Inmiddels was Marker belast met het fokprogramma voor jachtluipaarden in het safaripark. Ze vroeg zich af of dieren die in gevangenschap waren opgegroeid, in het wild konden worden uitgezet. Om dit te proberen nam ze Khayam mee naar het noorden van Namibi?.
In de koele vroege ochtend en late namiddag, de favoriete jachttijden van jachtluipaarden, zaten Marker en Khayam uren bij drinkplaatsen en zagen verschillende soorten prooien komen en gaan. Het duurde twee maanden voordat Khayam op steenbokantilopen begon te jagen. Als ze haar prooi eenmaal te pakken had, wist ze niet goed wat ze ermee aan moest, totdat haar adoptiemoeder het haar liet zien.Khayam begon te begrijpen wat de bedoeling was. Ze leerde hoe ze haar staart als een roer moest gebruiken om tijdens de jacht zo scherp mogelijke bochten te kunnen nemen. En ze leerde de achtertenen aan haar voorpoten te gebruiken om antilopen te grijpen.
Genetische afwijking
Na dit experiment keerde Marker terug naar de VS waar zij ging samenwerken met de genetici Stephen O'Brien van het Amerikaanse Kankerinstituut en David Wildt van het Smithsonian Instituut die juist een oorzaak hadden gevonden voor het feit dat jachtluipaarden zich in gevangenschap niet goed voortplanten.
Wildt had sperma-monsters van tientallen jachtluipaarden genomen en was tot de verbazingwekkende ontdekking gekomen dat het aantal zaadcellen in het sperma van de jachtluipaarden opvallend laag was en dat 75 procent een afwijkende vorm had, waardoor geen bevruchting kon plaatsvinden. Ook wilde jachtluipaarden bleken deze genetische afwijking te hebben.
De oorzaak bleek inteelt te zijn. Ongeveer 4 miljoen jaar geleden ontwikkelde de jachtluipaard zich in het gebied waar zich nu de staten Texas, Wyoming en Nevada bevinden. Het ras verspreidde zich via landbruggen over Europa, China, India en Afrika. Aan het einde van de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, waren veel grote zoogdieren uitgestorven. De jachtluipaarden balanceerden op het randje, maar een relatief kleine groep wist te overleven in Afrika en Azi?.
Alle jachtluipaarden zijn afstammelingen van dat kleine aantal. 'Inteelt leidt tot een slechte spermakwaliteit en grotere sterfte van jongen,' aldus Marker. Bovendien zijn jachtluipaarden uiterst gevoelig voor ziekten, vanwege een slecht functionerend immuunsysteem.
Hoewel wilde jachtluipaarden minder te vrezen hadden van epidemie?n, was ook hun toekomst niet zeker. Aan het begin van deze eeuw kwamen in Afrika, Azi? en het Midden-Oosten nog ongeveer 100.000 jachtluipaarden voor, maar door hun steeds kleiner wordende leefgebied, de jacht en de concurrentie van andere roofdieren, was hun aantal in de jaren '70 tot zo'n 30.000 gedaald.
De enige plek waar ze nog standhielden was de wildernis in noordelijk Namibi?, maar ook hier werden ze bedreigd. Leeuwen en hyena's hadden de jachtluipaarden uit de wildreservaten verdreven naar boerderijen in de omgeving. Daar doodden de boeren ze met honderden per jaar.
Om aandacht te vragen voor het lot van de katachtigen ging Marker samen met Khayam, haar 'jachtluipaard-ambassadeur', op tournee door de VS. Toen Khayam stierf aan een nierziekte, deed Marker een belofte: 'Ik zal ervoor zorgen dat de wilde jachtluipaarden eeuwig op deze aarde kunnen rondzwerven.'
Tijdens haar bezoeken aan Namibi? introduceerde een plaatselijke veearts Marker bij de boeren die de grote katachtigen als hun vijand beschouwden. Het waren eigenzinnige mannen die niet bepaald open stonden voor de boodschap van Marker, maar als het afschieten in dit tempo doorging zouden er aan het eind van de eeuw niet veel jachtluipaarden meer over zijn.
We moeten Laurie helpen'
Marker gaf uiteindelijk haar baan bij de National Zoo in Washington op en verhuisde in 1991 naar Namibi?. Aanvankelijk had haar afgelegen boerderij geen elektriciteit of generator en het zinken dak lekte. Ze was er echter van overtuigd dat ze wat zou kunnen bereiken. 'De herinnering aan Khayam maakte me nog vast-beradener.'
De meeste boeren met wie ze te maken had, waren kolonisten van de derde generatie die gezwoegd hadden om van hun onvruchtbare land een winstgevend veeteeltbedrijf te maken. Het had geen zin hun alleen te wijzen op het feit dat deze diersoort bedreigd werd. Bovendien gaf de wet in Namibi? een boer het recht wilde dieren die zijn vee bedreigden, te doden. 'Ik moest een vreedzaam compromis zien te vinden,' aldus Marker.
Dus reisde ze kriskras door Namibi?, in de hoop de veehouders ervan te overtuigen dat een andere aanpak nodig was. Ze stonden niet te popelen om te horen wat deze vrouw te zeggen had. Sommigen schepten er plezier in haar te vertellen hoe ze te paard jachtluipaarden opjoegen totdat die niet meer konden en ze dan doodsloegen met knuppels of de kolf van hun geweer.
Maar Marker gaf niet op. Ze wist een tiental jachtluipaarden van een halsband met radiozender te voorzien, waardoor ze de boeren kon laten zien hoe groot het gebied was dat deze katten bestreken. Een jachtluipaard kon ver weg zijn op het moment dat een kalf werd gedood. De boosdoener kon net zo goed een luipaard of baviaan zijn.Dit leverde enige vooruitgang op, maar de meeste boeren weigerden te stoppen met het doden van jachtluipaarden, totdat ze - bijna 2 jaar nadat Marker haar missie was begonnen - een bijeenkomst bijwoonden waarop een van de jongere boeren een verhaal vertelde. Hij was 12 jaar oud toen hij zag hoe zijn vader een jachtluipaard-wijfje doodschoot dat een pad overstak met haar twee jongen. De jongen wisten te ontkomen, maar konden alleen niet overleven.'Ik ben nooit vergeten hoe verdrietig ik was,' vertelde hij. 'Jachtluipaarden zijn hier al veel langer dan wij en worden nu met uitsterven bedreigd. We moeten Laurie helpen ze te redden. Op mijn land mogen ze vrij rondlopen.'
'Het had een positief effect,' aldus Marker. 'Kort daarop kwamen veel boeren vragen wat ze konden doen.'
Marker stelde voor dat ze hun kalveren binnen een omheining dicht bij de hutten van de veehoeders zouden houden, totdat ze groot genoeg waren om zichzelf te verdedigen. Ook moedigde ze hen aan veesoorten te houden die hun kalveren beter beschermen. Ze hielp de boeren verder bij de aanschaf van Anatolische herders-honden. De bijna 50 kilo zware reuen zijn goed tegen wilde roofdieren opgewassen.Naarmate minder vee verloren ging, verleenden meer boeren hun medewerking. Marker schat dat op dit moment twee van de drie boeren in haar omgeving geen jachtluipaarden meer doden.'Laurie heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de inspanningen om de jachtluipaarden te begrijpen en de populatie te beheren,' aldus Philip Stander, een expert op het gebied van wilde dieren van het ministerie van Milieu van Namibi?.
Op het hoofdkantoor van het Cheetah Conservation Fund helpen verschillende vrijwilligers en ervaren onderzoekers Marker bij haar pogingen meer te weten te komen over de gewoonten van jachtluipaarden. In een reservaat in Zuid-Afrika waar de jachtluipaard was uitgestorven, heeft Marker het dier opnieuw ge?ntroduceerd. Ook probeert ze samen met onderzoekers in Iran manieren te vinden om het aantal katachtigen in dat land te vergroten. Via Internet onderhoudt zij contacten met dierentuinen in 50 landen om het welzijn en de voortplanting van zo'n 1300 jacht-luipaarden in gevangenschap te volgen.
Twee dagen nadat het grote jachtluipaardmannetje op Jean-Charles Lungs ranch was gevangen, werd hij, uitgerust met een halsband met radiozender, op een vrachtwagen geladen en naar zijn nieuwe woonomgeving gebracht.De gouden gloed van de zonsondergang lag over het veld toen Marker en haar helpers de jachtluipaard vrijlieten. Na zijn sprong uit de kooi stond hij even stil alsof hij zijn plotseling herwonnen vrijheid nog niet kon begrijpen. Toen haastte hij zich naar de beschutting van de bomen.'Ik krijg kippenvel als ik een jachtluipaard zijn vrijheid teruggeef,' vertelt Marker. 'Het herinnert me aan mijn belofte bij Khayams dood. De wereld zou minder mooi zijn zonder deze schitterende wilde katten. Elk dier dat we kunnen redden vergroot de kans dat de jachtluipaard nog heel lang op deze aarde zal rondlopen.'