Werkstuk: De boerderij
Inhoudsopgave
1 De boerderij
2 Hoe ziet een koe eruit?
3 Koeien fokken
4 Kalveren
5 Koeien eten gras
6 Koeien zijn herkauwers
7 Familie van de koe
8 De stal
9 Niet in alle landen leven koeien
10 Stamboekvee
11 Koeien melken
1 De boerderij
Iedereen is wel eens op een boerderij geweest. Daar is veel te zien, vooral als eer dieren zijn. Er is ook veel werk te doen. Er zijn boerderijen met wel duizend varkens, of een boerderij met honderd koeien. Soms zijn er ook paarden of een hok met kippen.
Een boerderij waar koeien worden gehouden heet veehouderij. De boer waarvan de koeien zijn heet dan veehouder. Een veehouder heeft zijn koeien om er geld mee te verdienen.
Hij verkoopt de melk van zijn koeien aan de melkfabriek.
Hij verkoopt ook koeien, die geslacht kunnen worden.
Zo verdient een veehouder zijn geld.
2 Hoe ziet een koe eruit?
Bij een dorp met weilanden grazen zeker wel wat koeien.
Een koe is groot en dik, vooral haar buik.
Onder haar buik heeft de koe een uier. Daar komt melk uit.
De haren van een koe zijn kort en glanzend.
Op haar kop heeft ze twee horens.
Koeien zijn rustige dieren, als ze maar met rust gelaten worden, grazen ze gewoon door. Ze kijken je hooguit een keertje aan, terwijl ze door blijven kauwen.
Koeien hebben meestal twee kleuren. Er zijn roodbruine koeien met witte vlekken. Dat is de roodbonte soort.
Zwarte koeien met witte vlekken heten zwartbonte koeien.
Zwartbonte koeien worden vooral gehouden in het noorden van ons land: In Groningen en Friesland.
Roodbonte koeien in het zuiden van ons land: Limburg en Noord-Brabant. Nog een soort koeien die je veel in ons land ziet zijn blaarkoppen. Dat zijn zwarte koeien met een witte kop. De roodbonten, zwartbonten en de blaarkoppen zijn echte Nederlandse koeien.
De laatste jaren grazen er ook koeien die helemaal wit, grijs of bruin zijn. Die koeien komen uit Frankrijk en Engeland.
3 Koeien fokken
Boeren fokken koeien.
Dat doen ze omdat ze de melk dan willen verkopen.
Of ze fokken de koeien voor het vlees.
Een boer zorgt goed voor zijn koeien.
Hij wil gezonde koeien hebben.
Als hij koeien verkocht heeft, moet hij weer voor nieuwe zorgen. Dus zorgt hij ervoor, dat er elk jaar weer koeien zijn die jongen krijgen.
Het vlees van de koe heet rundvlees.
We kunnen het bij de slager kopen.
De jongen van een koe heten kalveren.
Veel kalveren worden nooit groot.
Het zijn mestkalveren. Ze worden al van jongs af aan in aparte boxen gefokt. Als die kalveren een paar maanden oud zijn, gaan ze naar het slachthuis.
Kalfsvlees is erg mals, het is zacht vlees.
Melkkoeien leven veel langer.
Een boer houdt zijn melkkoeien ongeveer vijf jaar.
Een koe geeft pas melk als ze twee jaar oud is.
Dan heeft ze voor het eerst een kalf gekregen.
Eigenlijk is de melk dan voor het kalf, maar het kalf mag niet te lang drinken bij de moederkoe.
De melk is voor de mensen.
De boer verkoopt de melk aan de melkfabriek.
Als een koe ieder jaar een kalfje krijgt, geeft ze veel gezonde melk.
Als een koe vijf jaar is wordt ze geslacht.
De melk is dan niet meer zo romig.
Van de huid van de koe wordt leer gemaakt.
Van leer maakt men tassen, schoenen en kussens voor stoelen en banken.
Koeien en kalveren die geslacht worden, worden in een veewagen weggebracht.
Ze gaan naar het abattoir, het slachthuis, waar ze geslacht worden.
Het vlees van die koeien wordt in slagerswinkels verkocht.
4 Kalveren
Kalveren worden meestal vroeg in het voorjaar geboren.
De eerste dagen drinkt het kalf bij haar moeder. Een kalf dat de eerste tijd bij zijn moeder kan blijven, wordt later een gezond beest.
Vlak na de geboorte heeft de moeder-koe dikke gezonde melk. Die melk heet biest.
Na een tijdje wordt het kalf weggehaald bij zijn moeder, en zorgt de boer er verder voor, want de boer wil de melk weer zelf hebben om te verkopen.
E?n dag maar mist de koe haar jong. Dan is ze het alweer vergeten.
Ze laat zich weer rustig melken door de boer.
Als het jonge kalf een vrouwtje is, blijft ze meestal op de boerderij.
Na ??n jaar is ze een pink, en geen kalf meer.
Na een paar maanden kan een pink drachtig zijn.
Als ze drachtig is, is ze een vaars.
Pas als ze voor de tweede keer een kalf krijgt, wordt ze koe genoemd.
5 Koeien eten gras
Er is veel gras in Nederland. Bijna de helft van ons land is weiland. Daar kunnen heel veel koeien op grazen.
In de zomer, als de koeien buiten grazen, eten ze bijna alleen maar gras.
Als het in de herfst kouder wordt, brengt de boer zijn koeien naar de stal.
In de stal eten de koeien hooi. Wel tien kilo per dag. Maar alleen hooi is niet genoeg.
Het is belangrijk dat een koe altijd groenvoer krijgt, zaols groenten, kolen, knollen of aardappels.
Er worden ook speciale koeken voor koeien gemaakt.
Daar zit graan in. Die koeken zijn erg goed voor de koeien.
6 Koeien zijn herkauwers
Heb je wel eens goed naar een koe gekeken?
Dan is het je vast wel eens opgevallen dat een koe steeds maar blijft kauwen. Ook als een koe uitrust en niets meer eet. Ze kauwt haar voedsel allemaal twee keer.
Daarom noemen we koeien herkauwers.
Het duurt lang voordat het gras of hooi is fijngemalen.
Mensen hebben ??n maag. Een koe heeft er vier.
De grootste en de belangrijkste maag van de koe heet de pens. In de pens wordt het voedsel heel fijn gemaakt.
Schapen en geiten zijn ook herkauwers. Zij kauwen hun eten ook twee keer. Een koe heeft geen boventanden.
Met haar tong en haar ondertanden rukt ze het gras los.
Dan kauwt ze het gras. Daarna slikt ze het door.
Als een koe genoeg gegeten heeft gaat ze liggen.
Er komt steeds een beetje eten uit haar eerste maag omhoog in haar bek terug.
Dan gaat de koe herkauwen.
Als het eten fijn genoeg is, slikt ze het weer door.
7 Familie van de koe
Een koe behoort tot de runder-familie.
Zij is een vrouwtjesrund.
Stieren en ossen zijn ook runderen.
Dat zijn de mannetjes.
In de dierentuin zie je wel eens buffels een bisons.
In Nederland zie je ze alleen maar in de dierentuin, niet in het wild, zoals in andere landen.
Buffels en bisons zijn ook runderen.
Koeien leven in ons land niet meer in het wild. Ze horen bij een boerderij.
8 De stal
Een koeiestal moet goed droog zijn. Het mag er niet tochten. Anders worden de koeien ziek.
Als de koeien ziek zijn geven ze ook geen goede melk.
De melk van een zieke koe mag je niet drinken. Die melk is niet gezond.
De koeien staan met hun achterste boven een goot. In die goot komt de mest van een koe terecht.
Dat is een goede manier om de stal schoon te houden.
De boer gebruikt de mest van een koe voor zijn land.
Mest zorgt voor een goede grond. Op goede grond groeit veel gras.
9 Niet in alle landen leven koeien
Nederland staat in de wereld bekend om zijn goede koeien.
Het regent vaak in ons land. De mensen vinden veel regen niet fijn.
Maar regen zorgt wel voor goed gras.
Gras is het belangrijkste voedsel voor koeien.
In warme landen groeit weinig gras. Het regent er weinig.
Door de droogte kan er maar weinig gras groeien.
Zonder gras kan een koe niet leven.
Een Nederlandse koe geeft veel melk. Ongeveer 13 liter per dag. Dat zijn dertien flessen melk.
Er zijn ongeveer 5.000.000 koeien in Nederland. Al die koeien samen geven elke dag duizenden liters melk.
De Nederlanders kunnen die melk niet allemaal zelf op.
Er is veel te veel melk.
Daarom wordt er melk aan andere landen verkocht.
Aan landen, waar niet genoeg melk is.
10 Stamboekvee
Gezonde koeien, die veel gezonde melk geven, staan in een stamboek geschreven. Daarin staan alle gegevens van een koe. Ook de ouders van die koe staan in dat boek.
Die horen dan bij het stamboekvee.
In een stamboek worden alleen raskoeien geschreven.
Als een boer een koe koopt die in het stamboek staat, weet hij zeker dat hij een gezonde koe heeft.
Er worden ook tentoonstellingen gehouden van deze koeien.
Veel boeren uit het buitenland komen daarheen en kopen dan Nederlandse koeien.
Die nemen ze dan mee naar hun eigen land.
11 Koeien melken
Tweemaal per dag worden koeien gemolken.
Al heel vroeg melkt de boer zijn koeien.
Aan het eind van de middag worden ze voor de tweede keer gemolken.
Koeien moeten op tijd gemolken worden. Als dat niet gebeurd wordt de uier te zwaar.
Vroeger molk de boer zijn koeien altijd met de hand. Dat was een heel karwei en het kostte veel tijd.
Met de hand melken, moet je leren. Je moet weten hoe je het moet doen. Anders komt er geen enkele druppel melk uit de uier.
Vroeger ging de boer op een krukje onder de koe zitten.
Hij kneep in de uier en dan kwam er melk uit.
Tegenwoordig hebben boeren melkmachines.
Met zo ’n machine kunnen wel twaalf koeien tegelijk worden gemolken. De machine zuigt de melk uit de uiers van de koe. Dat gaat heel vlug. Veel vlugger dan met de hand.
De melk gaat door een slang naar een grote tank.
In die tank wordt de melk bewaard.
Bij een boerderij waar veel koeien zijn, is meestal een melkstal. De koeien komen daar uit zichzelf twee keer per dag naar toe. De boer hoeft ze niet eens te halen.
1 De boerderij
2 Hoe ziet een koe eruit?
3 Koeien fokken
4 Kalveren
5 Koeien eten gras
6 Koeien zijn herkauwers
7 Familie van de koe
8 De stal
9 Niet in alle landen leven koeien
10 Stamboekvee
11 Koeien melken
1 De boerderij
Iedereen is wel eens op een boerderij geweest. Daar is veel te zien, vooral als eer dieren zijn. Er is ook veel werk te doen. Er zijn boerderijen met wel duizend varkens, of een boerderij met honderd koeien. Soms zijn er ook paarden of een hok met kippen.
Een boerderij waar koeien worden gehouden heet veehouderij. De boer waarvan de koeien zijn heet dan veehouder. Een veehouder heeft zijn koeien om er geld mee te verdienen.
Hij verkoopt de melk van zijn koeien aan de melkfabriek.
Hij verkoopt ook koeien, die geslacht kunnen worden.
Zo verdient een veehouder zijn geld.
2 Hoe ziet een koe eruit?
Bij een dorp met weilanden grazen zeker wel wat koeien.
Een koe is groot en dik, vooral haar buik.
Onder haar buik heeft de koe een uier. Daar komt melk uit.
De haren van een koe zijn kort en glanzend.
Op haar kop heeft ze twee horens.
Koeien zijn rustige dieren, als ze maar met rust gelaten worden, grazen ze gewoon door. Ze kijken je hooguit een keertje aan, terwijl ze door blijven kauwen.
Koeien hebben meestal twee kleuren. Er zijn roodbruine koeien met witte vlekken. Dat is de roodbonte soort.
Zwarte koeien met witte vlekken heten zwartbonte koeien.
Zwartbonte koeien worden vooral gehouden in het noorden van ons land: In Groningen en Friesland.
Roodbonte koeien in het zuiden van ons land: Limburg en Noord-Brabant. Nog een soort koeien die je veel in ons land ziet zijn blaarkoppen. Dat zijn zwarte koeien met een witte kop. De roodbonten, zwartbonten en de blaarkoppen zijn echte Nederlandse koeien.
De laatste jaren grazen er ook koeien die helemaal wit, grijs of bruin zijn. Die koeien komen uit Frankrijk en Engeland.
3 Koeien fokken
Boeren fokken koeien.
Dat doen ze omdat ze de melk dan willen verkopen.
Of ze fokken de koeien voor het vlees.
Een boer zorgt goed voor zijn koeien.
Hij wil gezonde koeien hebben.
Als hij koeien verkocht heeft, moet hij weer voor nieuwe zorgen. Dus zorgt hij ervoor, dat er elk jaar weer koeien zijn die jongen krijgen.
Het vlees van de koe heet rundvlees.
We kunnen het bij de slager kopen.
De jongen van een koe heten kalveren.
Veel kalveren worden nooit groot.
Het zijn mestkalveren. Ze worden al van jongs af aan in aparte boxen gefokt. Als die kalveren een paar maanden oud zijn, gaan ze naar het slachthuis.
Kalfsvlees is erg mals, het is zacht vlees.
Melkkoeien leven veel langer.
Een boer houdt zijn melkkoeien ongeveer vijf jaar.
Een koe geeft pas melk als ze twee jaar oud is.
Dan heeft ze voor het eerst een kalf gekregen.
Eigenlijk is de melk dan voor het kalf, maar het kalf mag niet te lang drinken bij de moederkoe.
De melk is voor de mensen.
De boer verkoopt de melk aan de melkfabriek.
Als een koe ieder jaar een kalfje krijgt, geeft ze veel gezonde melk.
Als een koe vijf jaar is wordt ze geslacht.
De melk is dan niet meer zo romig.
Van de huid van de koe wordt leer gemaakt.
Van leer maakt men tassen, schoenen en kussens voor stoelen en banken.
Koeien en kalveren die geslacht worden, worden in een veewagen weggebracht.
Ze gaan naar het abattoir, het slachthuis, waar ze geslacht worden.
Het vlees van die koeien wordt in slagerswinkels verkocht.
4 Kalveren
Kalveren worden meestal vroeg in het voorjaar geboren.
De eerste dagen drinkt het kalf bij haar moeder. Een kalf dat de eerste tijd bij zijn moeder kan blijven, wordt later een gezond beest.
Vlak na de geboorte heeft de moeder-koe dikke gezonde melk. Die melk heet biest.
Na een tijdje wordt het kalf weggehaald bij zijn moeder, en zorgt de boer er verder voor, want de boer wil de melk weer zelf hebben om te verkopen.
E?n dag maar mist de koe haar jong. Dan is ze het alweer vergeten.
Ze laat zich weer rustig melken door de boer.
Als het jonge kalf een vrouwtje is, blijft ze meestal op de boerderij.
Na ??n jaar is ze een pink, en geen kalf meer.
Na een paar maanden kan een pink drachtig zijn.
Als ze drachtig is, is ze een vaars.
Pas als ze voor de tweede keer een kalf krijgt, wordt ze koe genoemd.
5 Koeien eten gras
Er is veel gras in Nederland. Bijna de helft van ons land is weiland. Daar kunnen heel veel koeien op grazen.
In de zomer, als de koeien buiten grazen, eten ze bijna alleen maar gras.
Als het in de herfst kouder wordt, brengt de boer zijn koeien naar de stal.
In de stal eten de koeien hooi. Wel tien kilo per dag. Maar alleen hooi is niet genoeg.
Het is belangrijk dat een koe altijd groenvoer krijgt, zaols groenten, kolen, knollen of aardappels.
Er worden ook speciale koeken voor koeien gemaakt.
Daar zit graan in. Die koeken zijn erg goed voor de koeien.
6 Koeien zijn herkauwers
Heb je wel eens goed naar een koe gekeken?
Dan is het je vast wel eens opgevallen dat een koe steeds maar blijft kauwen. Ook als een koe uitrust en niets meer eet. Ze kauwt haar voedsel allemaal twee keer.
Daarom noemen we koeien herkauwers.
Het duurt lang voordat het gras of hooi is fijngemalen.
Mensen hebben ??n maag. Een koe heeft er vier.
De grootste en de belangrijkste maag van de koe heet de pens. In de pens wordt het voedsel heel fijn gemaakt.
Schapen en geiten zijn ook herkauwers. Zij kauwen hun eten ook twee keer. Een koe heeft geen boventanden.
Met haar tong en haar ondertanden rukt ze het gras los.
Dan kauwt ze het gras. Daarna slikt ze het door.
Als een koe genoeg gegeten heeft gaat ze liggen.
Er komt steeds een beetje eten uit haar eerste maag omhoog in haar bek terug.
Dan gaat de koe herkauwen.
Als het eten fijn genoeg is, slikt ze het weer door.
7 Familie van de koe
Een koe behoort tot de runder-familie.
Zij is een vrouwtjesrund.
Stieren en ossen zijn ook runderen.
Dat zijn de mannetjes.
In de dierentuin zie je wel eens buffels een bisons.
In Nederland zie je ze alleen maar in de dierentuin, niet in het wild, zoals in andere landen.
Buffels en bisons zijn ook runderen.
Koeien leven in ons land niet meer in het wild. Ze horen bij een boerderij.
8 De stal
Een koeiestal moet goed droog zijn. Het mag er niet tochten. Anders worden de koeien ziek.
Als de koeien ziek zijn geven ze ook geen goede melk.
De melk van een zieke koe mag je niet drinken. Die melk is niet gezond.
De koeien staan met hun achterste boven een goot. In die goot komt de mest van een koe terecht.
Dat is een goede manier om de stal schoon te houden.
De boer gebruikt de mest van een koe voor zijn land.
Mest zorgt voor een goede grond. Op goede grond groeit veel gras.
9 Niet in alle landen leven koeien
Nederland staat in de wereld bekend om zijn goede koeien.
Het regent vaak in ons land. De mensen vinden veel regen niet fijn.
Maar regen zorgt wel voor goed gras.
Gras is het belangrijkste voedsel voor koeien.
In warme landen groeit weinig gras. Het regent er weinig.
Door de droogte kan er maar weinig gras groeien.
Zonder gras kan een koe niet leven.
Een Nederlandse koe geeft veel melk. Ongeveer 13 liter per dag. Dat zijn dertien flessen melk.
Er zijn ongeveer 5.000.000 koeien in Nederland. Al die koeien samen geven elke dag duizenden liters melk.
De Nederlanders kunnen die melk niet allemaal zelf op.
Er is veel te veel melk.
Daarom wordt er melk aan andere landen verkocht.
Aan landen, waar niet genoeg melk is.
10 Stamboekvee
Gezonde koeien, die veel gezonde melk geven, staan in een stamboek geschreven. Daarin staan alle gegevens van een koe. Ook de ouders van die koe staan in dat boek.
Die horen dan bij het stamboekvee.
In een stamboek worden alleen raskoeien geschreven.
Als een boer een koe koopt die in het stamboek staat, weet hij zeker dat hij een gezonde koe heeft.
Er worden ook tentoonstellingen gehouden van deze koeien.
Veel boeren uit het buitenland komen daarheen en kopen dan Nederlandse koeien.
Die nemen ze dan mee naar hun eigen land.
11 Koeien melken
Tweemaal per dag worden koeien gemolken.
Al heel vroeg melkt de boer zijn koeien.
Aan het eind van de middag worden ze voor de tweede keer gemolken.
Koeien moeten op tijd gemolken worden. Als dat niet gebeurd wordt de uier te zwaar.
Vroeger molk de boer zijn koeien altijd met de hand. Dat was een heel karwei en het kostte veel tijd.
Met de hand melken, moet je leren. Je moet weten hoe je het moet doen. Anders komt er geen enkele druppel melk uit de uier.
Vroeger ging de boer op een krukje onder de koe zitten.
Hij kneep in de uier en dan kwam er melk uit.
Tegenwoordig hebben boeren melkmachines.
Met zo ’n machine kunnen wel twaalf koeien tegelijk worden gemolken. De machine zuigt de melk uit de uiers van de koe. Dat gaat heel vlug. Veel vlugger dan met de hand.
De melk gaat door een slang naar een grote tank.
In die tank wordt de melk bewaard.
Bij een boerderij waar veel koeien zijn, is meestal een melkstal. De koeien komen daar uit zichzelf twee keer per dag naar toe. De boer hoeft ze niet eens te halen.