Werkstuk: De Amerikaanse Burgeroorlog
De Amerikaanse Burgeroorlog.
We zijn op dit idee gekomen om het te doen over de Burgeroorlog in Amerika, doordat we dit onderwerp hebben behandeld in Havo 4. De Burgeroorlog is een begrip vandaar dat het met eer de hoofdletter verdiend. Het heeft vele aspecten met grote beroemdheden in de hoofdrol. Ons spreekt dit onderwerp aan, omdat er zoveel verschillende soorten informatie over te vinden is. Ook dat onze oude geschiedenis leraar er erg veel over weet en er een boek over geschreven heeft, heeft ons erg gemotiveerd (dit boek hebben we dus ook gebruikt). Deze leraar was dus ook blij verrast dat wij het over dit onderwerp deden en hij heeft ons een paar handige tips gegeven, dus hierbij bedanken we Dhr. J. van Oudhheusden. Het land dat nu het machtigste land op de wereld is en economisch erg succesvol is dat tot bloei is gekomen en met oorlogen zich zelf heeft doen groeien is Amerika. Dit zijn allemaal de reden geweest dat dit ons een heel mooi onderwerp leek om ons PWS over te maken. We hopen hiermee onze motivatie duidelijk te hebben gemaakt.
We hopen dat we er een mooi werkstuk van kunnen maken, maar dat zal wel lukken want in Havo 4 moesten we een film kijken. We hebben toen de film Glory gekeken die vooral over de slavernij in de oorlog gaat. We vonden dit een mooie film en deze film heeft ons dus ook zeker aan enige voorkennis geholpen.
Op deze kaart staat afgebeeld waar wel en waar geen slavenhandel en slavernij toegestaan is. Het groene vlak bovenin is het Noorden en deze zijn dus tegen de slavernij. Het grijze vlak onderin is het Zuiden en hier is slavernij toegestaan. De twee roze vlakken zijn neutraal en wisten toen nog niet welke kant ze gingen kiezen.
Inhoudsopgave.
Hoofdstuk. Titel. Paginanummers.
Omslag. 1.
Titelpagina. 2
Voorwoord. 3
Inhoudsopgave. 4
Verslaggeving proces. 5
1. Het ontstaan van de Amerikaanse burgeroorlog. 6 t/m 7
2. De verschillen tussen Noord- en Zuid-Amerika. 8 t/m 9
3. Het ontstaan van de confederale staten. 10 t/m 11
4. De rol van Lincoln in de Amerikaanse Burgeroorlog. 12 t/m 13
5. De rol van de slavernij. 14 t/m 16
6. Veldslagen in de Amerikaanse Burgeroorlog. 17 t/m 20
7. De kansen keren. 21 t/m 22
8. De gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog. 23 t/m 24
Literatuurlijst. 25
Werkverslag. 26
Plan van aanpak. 27
Tussenverslag 28 t/m 40
Fort Sumter na overname.
Verslaggeving proces.
Hoofdvraag:
? Wat betekende de Amerikaanse burgeroorlog voor de geschiedenis van Amerika en welke belangrijke rol speelden de slavernij en Abraham Lincoln hierin.
Deelvragen:
? Hoe is de Amerikaanse burgeroorlog ontstaan?
? Wat waren de verschillen tussen Noord en Zuid?
? Hoe zijn de confederale staten ontstaan?
? Welke rol speelde Lincoln in de Amerikaanse Burgeroorlog?
? Welke rol speelde de slavernij in de Amerikaanse Burgeroorlog?
? Welke veldslagen speelden een grote rol in de Amerikaanse burgeroorlog, en wat voor invloed hadden zij?
? Wanneer keerden de kansen in de Amerikaanse Burgeroorlog, en wat gebeurde er daarna?
? Wat waren de gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog?
Noordelijke soldaten op oorlogspad.
1. Het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Er is geen duidelijke oorzaak of oorzaken van het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog, want veel geschiedenisschrijvers vertellen verschillende dingen over het ontstaan van de oorlog. De grootste oorzaak van het ontstaan van de oorlog is het grote verschil tussen noord en zuid, maar op deze verschillen komen we later nog terug. Hoewel de Amerikaanse Burgeroorlog officieel van 1861 tot 1865 woedde, waren er toch al conflicten voor die tijd die er voor zorgden dat het uiteindelijk wel op een oorlog uit moest draaien. Dat dat niet eerder dan 1861 gebeurde is te danken aan een hoop onderhandelingen, gesuste woede, en het inzicht dat Noord en Zuid zonder elkaar een stuk minder sterk in de wereld zouden staan. In feite is de aanleiding tot de Burgeroorlog al terug te voeren tot vóór de Amerikaanse Revolutie van 1776. toen waren de conflicten al begonnen en waren er duidelijke verschillen tussen Noord en Zuid.
uitrustende noordelijke soldaten.
Gedurende de eerste helft van de 19de eeuw waren de economische verschillen tussen Noord en Zuid ook vergroot. In 1860 was katoen het belangrijkste product van het Zuiden. Het vertegenwoordigde 57 % van alle export van de V.S. Het Noorden daarentegen werd meer en meer geïndustrialiseerd. Immigtratie vanuit Europa werd aangemoedigd. Deze immigranten vestigden zich vooral in het westen van V.S., weinigen in het Zuiden. Het Zuiden probeerde de industrie tegen te houden. Bijna alle goederen moesten ingevoerd worden. Alhoewel zowel het westen van V.S. als het Zuiden beide sterk op de landbouw gericht waren, sloot het westelijk deel van de V.S. zich toch aan bij het Noorden In de begindagen van V.S. was een inwoner van bijvoorbeeld Virginia meer loyaal tegenover zijn staat dan tegenover de V.S. Ze noemden de staat waarin ze woonden 'hun land'. Gedurende de eerste jaren geloofden het Noorden en het Zuiden allebei niet in het voortbestaan van de V.S. Het Noorden had behoefte aan een centraal bestuur voor de uitbouw van hun infrastructuur (Spoorwegen,...) en voor de bescherming van onder andere de nationale munt. Het Zuiden daarentegen had geen behoefte aan zo een centraal bestuur. Zij vreesden dat dit bestuur zich te veel ging bemoeien met de slavernij. Tot 1860 leefde het idee om een aparte Zuidelijk Staat te creëren alleen bij enkele zeldzame extremisten. En dit is toch vreemd, want het Noorden en het Zuiden hadden hele andere opvattingen, maar toch wilden veel zuiderlingen bij het Noorden blijven horen en andersom. Het Noorden en het Zuiden moesten vredig samenleven en een middenweg vinden tussen de verschillende opvattingen. Een overeenkomst om de verschillen in verband met slavernij, belastingen etc. weg te werken was alleen mogelijk wanneer allebei de partijen de senaat niet controleerden. Dankzij "The admission of Alabama" werd het toch perfect mogelijk om de senaat te verdelen zodat niemand een meerderheid behaalde.
De grondwet verbood de federale regering om zich te bemoeien met de slavernij. Tegenstanders konden alleen maar proberen te voorkomen dat de slavernij zich niet verder uitbreidde. Het Noorden begon zich meer en meer te ergeren aan de slavernij. Het Zuiden reageerde hierop door deze nog meer te verdedigen. Tijdens de Mexicaanse oorlog werden door de V.S. een aantal grondgebieden veroverd (Texas, New Mexico, Arizona, Californië en verschillende gebieden rond de Rocky Mountains). Tegenstanders van de slavernij ijverden er voor dat in de landen die door Mexico afgestaan waren, de slavernij verboden zou worden. Slavenhandelaars daarentegen wilden onmiddellijk zaken doen met de nieuwe gebieden. Voor de eerste keer zag het naar uit dat de V.S. op een burgeroorlog afstevende. Maar weer werd een oplossing gevonden in een overeenkomst. Californië werd een 'vrije staat' (geen slavernij) en de andere staten mochten zelf kiezen of ze slavernij al dan niet toelieten.
In 1854 besloot senator Stephen A. Douglas in het Verdrag van Kansas-Nebraska dat elke staat vrij moest kunnen beslissen of ze slavernij toelieten of niet. Hierdoor konden ook Kansas en Nebraska, die door de Overeenkomst van Missouri geen slaven mochten hebben, de slavenarbeid invoeren. Dit verdrag veroorzaakte een politieke explosie in het Noorden. Abraham Lincoln zei dat hij nog nooit zo geschokt geweest was als nu met dit verdrag. Er werd een nieuwe partij opgericht, de Republikeinse Partij, die vooral bestond uit tegenstanders van de slavernij. In 1856 deden ze al mee aan de presidentsverkiezingen. De aanloop naar de presidentsverkiezingen van 1860 was begonnen, toen Harpers Ferry (een militaire basis) in Virginia overvallen werd. Op 16 oktober 1859 hadden de overvallers reeds alle uitrusting en wapens in hun bezit. Twee dagen later hadden ze de basis overgenomen. Later bleek dat de overval geleid werd door John Brown. Hij was in Kansas en Missouri al berucht voor zijn overvallen en moorden. Brown werd gearresteerd en geëxecuteerd. Bij de Zuiderlingen nam de vrees voor zulke voorstanders van de afschaffing van de slavernij toe en voor de Noordelingen was hij een held. De Republikeinen verkozen Abraham Lincoln als presidentskandidaat.
Uitrustende Zuiderlijke soldaten.
De Democraten raakten verder verdeeld wanneer het Zuiden een andere presidentskandidaat verkoos dan het Noorden. Door deze verdeeldheid won Lincoln makkelijk de presidentsverkiezingen. Gedurende Lincoln's verkiezingscampagne dreigde het Zuiden ermee dat hun staten zich los zouden scheuren van de V.S. als Lincoln verkozen werd. Weinige Noordelingen geloofden dit. Vanaf het moment dat het zeker was dat Lincoln gewonnen had, werd door de wetgevende macht een vergadering ingericht. Dit gebeurde op 17 december 1860 in Charleston. Drie dagen later besloot deze vergadering dat "vanaf heden, South Carolina gescheiden van de V.S. verder bestaat". Na South Carolina volgden (in 1861): Mississippi (9 janurai), Florida (10 januari), Alabama (11 januari), Georgia (19 januari), Louisiana (26 januari) en Texas (1 februari). De zuidelijke staten die aan het Noorden grensden weigerden troepen naar het Zuiden te sturen om hen te dwingen terug bij de V.S. aan te sluiten. Integendeel, ze sloten zich ook aan het de andere zuidelijke staten. Het begon met Virginia (17 april), Arkansas (6 mei), North Carolina (20 mei) en Tennessee (21 mei). Op 4 februari kwamen afgevaardigden van de eerste zes onafhankelijke staten bij elkaar in Montgomery, Alabama. Hun doel was om een eerste regering van de ?Confederatie van Zuidelijke Staten? te vormen. In het derde hoofdstuk wordt dieper ingegaan over de confederatie van Zuidelijke staten en over het ontstaan hiervan.
Fort Sumter, een fort op Zuidelijke bodem dat nog in handen was van het Noorden, werd omsingeld door Zuidelijke troepen nadat Lincoln zijn speech had gehouden en Lincoln werd opgeroepen het fort te ontruimen. Lincoln weigerde, en op 12 april 1861, om half vijf in de ochtend, openden Zuidelijke kanonnen het vuur. De Amerikaanse Burgeroorlog was begonnen.
De slavernij speelde ook een hele grote rol bij het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog. We kunnen wel zeggen dat de slavernij de grootste oorzaak is van de burgeroorlog en daarom is er een heel hoofdstuk over de rol van de slavernij in de Amerikaanse Burgeroorlog. Op de slavernij wordt dus nog dieper ingegaan, maar hoort dus ook zeker bij het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog.
2. De verschillen tussen Noord-Amerika en Zuid-Amerika.
In het Zuiden bloeide de landbouw. Het voornaamste gewas was katoen en aan de kust werd veel rijst verbouwd, in Louisiana suiker en in de grensstaten werd tabak verbouwd. In deze laatste staten waren ook veel landbouwbedrijven die zich niet op de verbouw van een enkel gewas toelegden en hier en daar vond men bovendien wat industrie. Toen de vruchtbare gebieden in de jaren tussen 1850 en 1860 meer in cultuur gebracht werden, werd de katoenproductie bijna verdubbeld. De grote balen werden met paard en wagen, per schip en door de spoorwegen naar de handelssteden in het Noorden en Zuiden vervoerd. Ruim de helft van de Amerikaanse export bestond uit katoen en er bleef voldoende over om de spinnerijen in het Noorden van grondstoffen te voorzien.
Noordelijke soldaten.
De eindeloze prairiën het Midden-Westen en zijn zich snel uitbreidende bevolking deelde ten volle in de algemene welvaart. Zowel de reeds eerder gekoloniseerde streken van Amerika als Europa hadden het Amerikaanse vlees en de Amerikaanse tarwe dringend nodig. Daardoor ging men steeds meer werktuigen gebruiken waardoor de arbeidsproductiviteit snel steeg en kon de productie in sneller tempo opgevoerd worden dan daarvoor. Vooral de maaimachines die door McCormick uitgevonden waren, speelden hierbij een belangrijke rol. De Amerikaanse tarwe-oogst was tussen 1850 en 1860 bijna verdubbeld en ruim de helft hiervan kwam uit het Midden-Westen. Van het Noorden naar het Westen werden vijf spoorlijnen aangelegd, waardoor de handel met het Noorden sterk steeg. In het Zuiden werd het spoorwegnet veel minder uitgebreid en het duurde tot kort voor 1860 voor de benedenloop van de Mississippi direct met de Atlantische kust verbonden was.
Het Noorden was veel beter voorbereid op een oorlog dan het Zuiden. De nieuwe Confederatie, die dus bij het Zuiden hoort zat niet zonder problemen. Ondanks het enthousiasme van vele duizenden jonge mannen had de CSA geen leger, geen wapens, en nauwelijks productiecapaciteit, het Zuiden was altijd op de landbouw gericht geweest en dat speelde hen nu zwaar parten. Terwijl in het Noorden 110.000 fabrieken met in totaal 1,3 miljoen werknemers de oorlogsproductie in een stroomversnelling brachten, moest het Zuiden het doen met 18.000 fabrieken met slechts 110.000 werknemers. Het Noorden bezat ruim 22.000 mijl treinrails terwijl het Zuiden het 9.000 mijl moest doen; in 1860 produceerde het Noorden 470 stoomlocomotieven, tegen slechts 17 in het Zuiden. Het Noorden produceerde daarnaast 32 keer meer wapens dan het Zuiden, en had daarmee zo'n 97% van de wapenindustrie in handen. het enige wat het Zuiden hier voorlopig tegenover kon zetten was een ongebreideld enthousiasme voor het nieuwe land en een hoog moraal onder de troepen.
Bij de uiteenval van de Unie aan het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog werd de Unie letterlijk en figuurlijk in tweeën gespleten, niet alleen op het niveau van de staten, maar ook het niveau van het individu. Vaders en zonen, broers en zussen, neven en nichten, vrienden en vriendinnen, hele families: ze vonden zichzelf ineens uit elkaar getrokken door de Burgeroorlog. Ineens leefde die goede buur aan de andere kant van de grens en was een vijand geworden. Het kwam dan ook vaak voor dat leden van dezelfde familie tegenover elkaar stonden, verdeeld door idealen en de grens. Niet zelden diende een vader in een leger dat vocht tegen een leger waar zijn zoon in diende. Hetzelfde gold voor de legercommandanten, opgegroeid als vrienden en samen naar de militaire academie op West Point gegaan, soms zelfs samen in de Mexicaanse Oorlog gevochten, maar nu elkaars vijanden. De meeste officieren kozen de kant van hun thuisstaat, zodat strategisch hoogbegaafde mannen als Robert E. Lee en Joseph E. Johnston, beiden uit Virginia, naar het Zuiden vertrokken. Een groot verlies voor het Noorden, dat het met jongere, minder ervaren officieren als Henry Halleck, Joseph Hooker en George Meade moest doen. Vooral Robert E. Lee bleek een groot verlies; Lincoln had hem zelfs het bevel van het hele Unieleger aangeboden, maar hoewel de zachtaardige maar briljante Lee weinig met slavernij had, kon hij als Virginia gentleman zijn staat niet verraden. Hij vertrok naar het Zuiden en nam een grote hoeveelheid strategische kennis en inzicht met zich mee.
Joseph Hooker
3. Het ontstaan van de confederale staten.
De Confederatie bestond uit de elf staten die zich van de Verenigde Staten afgescheurd hadden. Ze waren voor de slavernij, en waren tegen de standpunten die de Verenigde Staten voorop stelde. Onmiddellijk na de verkiezing van Abraham Lincoln tot President, begon het bestuur van South Carolina een vergadering over een mogelijke afscheuring. Op 20 December werd er unaniem voor afscheiding gestemd. Gedurende de volgende twee maanden volgde nog de afscheiding van Mississippi, Florida, Alabama, Georgia, Lousiana en Texas.
De toenmalige President Buchanan verklaarde, tijdens de laatste dagen van zijn ambtstermijn, dat de Verenigde Staten zich niet zouden verzetten tegen de afscheuring van de zuidelijke staten. In februari 1861 zendde elke zuidelijke staat een vertegenwoordiger naar een vergadering in Montgomery, Alabama. Doel van de vergadering was een president te kiezen voor De Confederatie. Het werd Jefferson Davis, uit Mississippi. Dezelfde vergadering keurde op 11 maart 1861 de grondwet van de Confederatie goed. Die leek sterk op de van de Verenigde Staten, op enkele uitzonderingen na. Zo werd het ruilen van slaven verboden, maar de handel in slaven tussen staten onderling werd wel toegestaan.
kamp van de Zuiderlingen.
De eerste taak van Davis al president was een ministerraad samenstellen. Hij koos voor 6 leden, elk uit een verschillende staat. Hun eerste taak was de Confederatie voorbereiden op het dreigende conflict met de V.S.
Tussen 30 december 1860 en 18 februari 1861 had de Confederatie al elf forten en wapenarsenalen ingenomen. Ondertussen was de Confederatie al uitgebreid tot 11 staten. Virginia vervoegde de Confederatie in april, Arkanans, Tennessee en North Carolina in mei. Op 18 februari wordt dan een definitieve regering opgesteld. De hoofdstad van de Confedertie was eerst Montgomery, Alabama, maar werd later Richmond, Virginia.
Tijdens de eerste algemene verkiezingen die op 6 november 1861 gehouden werden, haalde Davis het definitief als president. In februari 1862 legde Davis officieel de eed af als President van de Confederatie, voor een termijn van 6 jaar. De laatste jaren van zijn ambtstermijn kreeg hij af te rekenen conflicten tussen het leger en de bevolking. Het gevoel dat de Confederatie een militaire dictatuur was geworden, nam snel toe.
Ondanks het feit dat de politieke structuur van zowel de V.S. als de Confederatie erg op elkaar leken, waren er toch verschillen tussen beide regio's. De oorlog versterkte deze verschillen nog.
Deze tabel geeft een duidelijk overzicht:
Onderwerp De Confederatie De Verenigde Staten
Bevolking (totaal) 9 000 000 22 000 000
Aantal slaven (van totaal) 3 800 000 550 000
Waarde van het land minder dan 2 miljard $ bijna 5 miljard $
Textielfabrieken 150 900
Omzet van die fabrieken 8 miljard $ 115 miljard $
Arbeiders in die fabrieken 2000 100 000
Uitgave aan door import (1860) 331 000 000 $ 31 000 000 $
Het is duidelijk dat de Confederatie het veel moeilijker had om oorlog te voeren dan de V.S. Het geld dat te kort was om oorlog te voeren, werd gevonden door speciale 'oorlogsbelasting' te heffen en door zware leningen aan te gaan. Tegen het einde van de oorlog was het Zuiden dan ook helemaal bankroet. Na de oorlog moest het Zuiden weer helemaal van onder af aan beginnen. Ze moesten proberen het ver gevorderde Noorden in te halen op gebied van industrialisatie en economie. Tot op heden heeft het Zuiden nog altijd een opmerkelijke achterstand in te halen.
Op deze kaart kun je zien waar de troepen heen trokken. Het Noorden is de blauwe kleur en het Zuiden is rood. Als het plaatje vergroot is kun je ook zien met hoeveel man er naar het front getrokken werd en onder de leiding van wie die troepen stonden. Dan valt je op dat het Zuiden veel verspreider is, maar met kleinere troepen en zich dus minder goed kan verdedigen. Maar de moraal was in het Zuiden wel beter.
4. De rol van Lincoln in de Amerikaanse Burgeroorlog
Abraham Lincoln werd geboren op 12 februari 1809, nabij Hodgenville, Kentucky. Hij was de zoon van Thomas en Nancy Hanks Lincoln. Hij werd genoemd naar zijn grootvader aan vader's kant. Zijn vader was timmerman en boer. Zijn beide ouders waren Baptist. De Baptisten hadden zich afgescheurd van een andere orde, omdat ze tegen de slavernij waren. Wanneer Lincoln zeven jaar was, verhuisden zijn ouders naar Indiana. Hij ging naar school met zijn oudere zus Sarah. Zijn jongere broer stierf kort na de geboorte. In 1818 stierf zijn moeder. Ze had melk gedronken die licht vergiftigd was. Een jaar na haar dood hertrouwde Thomas Lincoln met Sarah Bush Johnston Lincoln. Zijzelf had ook al drie kinderen. In 1828 stierf zijn zus Sarah tijdens de geboorte van haar kind. In 1830 verhuisde Lincoln naar Illinois. Tot 1937 woonde en leefde hij in New Salem, Illinois. Hij deed er verschillende jobs, van postbode tot winkeleigenaar. Hier kreeg hij de bijnaam 'Honest Abe'. Lincoln deed ook mee aan de verkiezingen in Illinois. Hij won 4 keer, in 1834, 1836, 1838 en 1840. Hij was lid van de 'Whig Party', pas later vervoegde hij de Republikeinen. Gedurende deze periode studeerde hij in zijn vrije tijd ook nog rechten. Hij slaagde er in advocaat te worden in 1836.
Abraham Lincoln
In 1839 ontmoette hij Mary Todd, in Springfield. Na drie jaar trouwden ze, en in de volgende elf jaar kregen ze vier kinderen: Robert, Edward, William en Thomas. In die periode was Lincoln ook een succesvol advocaat. In 1846 werd Lincoln verkozen als volksvertegenwoordiger. Zo werd hij bekend om zijn visie over de Mexicaanse Oorlog en de slavernij. Na zijn ambtstermijn keerde hij terug naar huis en nam zijn advocatenpraktijk weer op. In 1851 stierf zijn vader. Lincoln's interesse voor politiek werd aangewakkerd door het verdrag van Kansas Nebraska. Hij begon af en toe speeches te geven, die zeer succesvol waren. In 1860 werd Lincoln voor de Republikeinen de 16de president van de Verenigde Staten. Hij legde de eed af als president op 4 mei 1860. De Zuidelijk Staten zagen in Lincoln een bedreiging, en scheurden zich af van de Verenigde Staten. Lincoln stond in zijn eerste ambtstermijn al onmiddellijk tegenover de grootste interne crisis die de Verenigde Staten ooit gekend heeft. Hij zond troepen naar de opstandige gebieden, maar een oorlog kon hij niet voorkomen. Ondanks het verlies van vele mensenlevens bleef Lincoln gedurende vier jaar dezelfde politiek voeren.
Lincoln komt op een tragische manier aan zijn einde. Op 14 april wordt hij in Ford's Theatre vermoord door John Wilkis Booth. De president werd in het achterhoofd getroffen door een kogel. Hij stierf de volgende dag in het 'Petersen House'. In de Amerikaanse geschiedenis was Lincoln de eerste president die vermoord werd. Zijn dood was het gevolg van de haat die toen onder de mensen leefde. Op 4 mei werd Lincoln begraven in Springfield. Hij werd bijgezet in de familiekelder op het 'Oak Ridge' kerkhof.
Abraham Lincoln, een advocaat uit Kentucky, gebruikte de zaak Dred Scott in 1858 in een debat met Stephen Douglas om zo de Noordelijke meerderheid voor zich te winnen en een zetel in het Congres te krijgen. Hij stelde dat de Dred Scott zaak gebruikt werd in een complot van Franklin Pierce (die voor Buchanan president was), James Buchanan en Roger Taney om de slavernij te nationaliseren; een uitspraak die hem als anti-slavernij georiënteerd bij het grote publiek in zowel het Noorden en Zuiden bekend en berucht maakte.
Toen hij in 1860 Republikeins presidentskandidaat was, verscheen zijn naam daarom nergens op de Zuidelijke stembiljetten. Het dichtbevolkte Noorden stemde echter in voldoende aantallen op hem terwijl het Zuiden zijn stem verdeelde over de drie overige kandidaten (Stephen Douglas, Noordelijk Democraat; John Breckinridge, Zuidelijk Democraat; en John Bell, Union partij). Lincoln won de verkiezingen met minder dan 40% van de stemmen. De overwinning van Lincoln was voor het Zuiden de druppel die de emmer liet overlopen. Na alle concessies van de veertig jaar vóór Lincoln had het Zuiden maar nauwelijks haar levensstijl kunnen verdedigen, en nu had het Noorden laten zien dat zij alleen konden bepalen hoe het hele land geregeerd werd door op een als anti-slavernij bekend staande kandidaat te stemmen.
Op 20 december 1860 trad South Carolina uit de Unie, een paar weken later gevolgd door Mississippi, Florida, Alabama, Georgia, Louisiana, en Texas. Van de 34 staten van de VS waren er begin februari 1861 nog slechts 27 over, en het leek erop dat andere Zuidelijke staten het voorbeeld van de eerste zeven gingen volgen. De aftredende president, Buchanan, was in zijn laatste maanden verbijsterd en hield zich stil. Hij had geen flauw benul wat te doen en liet de zaak dus over aan Lincoln, die op 4 maart 1861 officieel president werd. Er heersten op die dag behoorlijk wat spanningen, want menig inwoner van Washington voelde zich verbonden met de Zuiderlingen. Soldaten en scherpschutters stonden overal en rondom het Capitool stonden kanonnen opgesteld, klaar om te vuren. In zijn speech richtte Lincoln zich direct tot het Zuiden en maakte daarin verzoenende gebaren. Hij zei dat hij slavernij niet zou verbieden waar deze praktijk al bestond, maar dat hij tegelijkertijd niet kon toestaan dat staten zich van de Unie losmaakten. Mocht dat nodig zijn, dan zou hij alle federale bezittingen verdedigen. Het Zuiden liet echter niet over zich heen lopen. In Alabama werd Jefferson Davis, net als Lincoln afkomstig uit de grensstaat Kentucky, tot president van de Confederate States of America (CSA) benoemd.
Een fort uit de Amerikaanse Burgeroorlog in Tennessee.
5. De rol van de Slavernij.
In 1619 kwamen de eerste zwarten aan in de Nieuwe Wereld. Of het slaven waren of niet is onbekend, wel weten we dat deze mensen door Nederlandse schepen naar Amerika zijn gebracht. Daarna groeide de slavernij langzaam mee met de groei van de koloniën, maar werd niet op grote schaal bedreven. Tot 1640 was er in de Nieuwe Wereld voornamelijk niet wettelijk toegestane slavernij, maar in 1669 werd het ook wettelijk mogelijk om slaven te houden. Vanaf die tijd werd slavernij in de Britse koloniën steeds populairder. De internationale slavenhandel van die tijd, die tegenwoordig bekend staat als de "Middle Passage", groeide snel uit tot een grote, winstgevende handel. Daarvoor waren drie redenen. Ten eerste was er de zogenaamde. "triangle trade": men wilde voorkomen dat de handelsschepen op een gedeelte van hun reis leeg zouden zijn, dus volgde men een driehoeksroute waarin de schepen altijd vol beladen waren. Zo werden er bijvoorbeeld machines, hout, en voedsel naar de Caribische eilanden vervoerd, waar men deze goederen nodig had omdat ze daar niet voorhanden waren. In die tijd werd in de Cariben voornamelijk suiker verbouwd dat tot rum werd verwerkt. De rum werd vervolgens door de handelsschepen naar Afrika verscheept, waar men het gebruikte om slaven te kopen, die vervolgens naar Amerika vervoerd werden, waar weer voedsel en machines geladen werden voor de Cariben. De tweede reden was gekoppeld aan het sterftecijfer van de slaven op de schepen. Zij leefden in zeer erbarmelijke omstandigheden en stierven aan allerlei ziektes. Vooral de pokken vormde een gehate vijand: hele slavenschepen konden eraan ten onder gaan. Toen men iedereen echter ging inenten, ging het sterftecijfer drastisch omlaag en werd het transporteren van slaven ineens een stuk winstgevender.
De derde reden is simpel: puur imperialisme. De Britse koloniën groeiden snel, en uit Europa kwamen nog niet genoeg mensen om die groei vol te kunnen houden. Men had goedkope arbeid nodig, en vond die in de Afrikaanse slaven. Het gevolg was dat er tijdens de volkstelling van 1790 in de Verenigde Staten 3,9 miljoen mensen geteld werden, waarvan 757.000 zwarte Afrikaanse slaven.
Werkende zwarte slaven.
De inwoners van het Zuiden die het niet eens waren met de grote winsten die door de zakenlieden in het Noorden met de handel in katoen gemaakt werden, beweerden dat de achterlijkheid van het Zuiden te wijten was aan de profiteurs in het Noorden. De inwoners van het Noorden verklaarden daarentegen dat de slavernij, welke het Zuiden een essentiële factor in zijn economisch systeem achtte, juist de oorzaak was van de betrekkelijke achterlijkheid van dit gebied. In 1830 werden de uitingen van de verschillen in de opvattingen van de slavernij steeds groter en men begon in het Noorden steeds meer op afschaffing van de slavernij aan te dringen. De opvatting dat in de nog tot de Unie toe te laten staten slavernij geen ingang mocht vinden, werd door een toenemend aantal mensen gedeeld. Nog in 1850 waren de inwoners van het Zuiden algemeen van mening dat de slavernij een erfenis van het verleden was, waarvoor zij evenmin verantwoordelijk gesteld konden worden als voor het feit dat zij Engels spraken en bepaalde denkbeelden en gebruiken van hun voorouders overgenomen hadden. In sommige streken in het kustgebied werden omstreeks 1850 reeds ruim 200 jaar slaven gehouden en overal in het Zuiden had het houden van slaven op de samenleving en de cultuur zijn stempel gedrukt. Sommige negerfamilies die reeds vijf of zes generaties in Amerika woonden, hadden niet alleen de taal, een groot deel van de godsdienstige en maatschappelijke denkbeelden en voorts de bekwaamheden van hun blanke meesters overgenomen. In de vijftien Zuidelijke staten en de grensstaten bestond ruim 30 % van de bevolking uit negers, doch in het Noorden vormden zij slechts een onbetekenende minderheid.
Van ongeveer 1845 af was het vraagstuk van de slavernij het belangrijkste politieke probleem in de Verenigde Staten. In het Zuiden dat in politiek opzicht tot op zekere hoogte een eenheid vormde, was men het in principe eens over het standpunt ten opzichte van de katoenverbouw en het houden van slaven. De meeste plantagebezitters in het Zuiden beschouwden de slavernij als van fundamenteel belang voor het economische leven van dit gebied. Bij het werk bij de katoenverbouw werden slechts zeer primitieve werktuigen gebruikt en kon het werk heel goed door onontwikkelde slaven verricht worden. Negen maanden van het jaar was er volop werk en niet alleen sterke volwassen arbeidskrachten, maar ook vrouwen en kinderen konden de eenvoudige werkzaamheden verrichten. In het Zuiden verontschuldigen zelfs de meeste predikanten het houden van slaven niet langer, maar toonden zich zelfs grote voorstanders van slavernij te zijn toen in het Noorden het verzet hiertegen steeds groter werd. In het Zuiden beweerde iedereen dat de slavernij voor de negers een zegen was en dat de verdeling tussen kapitaal en arbeid in het Zuiden veel beter waren dan in het Noorden waar de arbeiders slechts loonslaven waren. Tot 1830 bestond er in het Zuiden een systeem genaamd het patriarchaal systeem en de plantagebezitters namen alles nogal gemakkelijk op en hielden zelf toezicht op hun slaven. Na 1830 werd dit anders. In het uiterste Zuiden ging men op de plantages op grote schaal katoen verbouwen en vele plantagebezitters hielden zelf geen toezicht meer op hun slaven en stelden opzichters aan om zich met deze taak te belasten. De bekwaamheid van deze opzichters werd meestal beoordeeld naar de hoeveelheid werk die zij de slaven lieten verrichten.
Talloze plantagebezitters bleven hun negers behoorlijk behandelen, maar er deden zich ook gevallen voor waarin hardvochtig en wreed werd opgetreden. Natuurlijk kwam het herhaaldelijk voor dat bij de slaven gezinsleden van elkaar gescheiden werden. Het grootste bezwaar was echter niet het soms beestachtig optreden van de opzichters, maar het feit dat op de persoonlijke vrijheid inbreuk werd gemaakt. Bovendien gaat slavernij altijd gepaard met onrecht en onderdrukking. F. L. Olmsted, een scherpzinnig man uit het Noorden, die in deze tijd een diepgaand onderzoek naar de toestanden in het Zuiden instelde, verklaarde dat slavernij "een arbeider alle lust beneemt zijn best te doen en zijn bekwaamheid te vergroten. Bovendien berooft zij hem van alle zelfrespect en ontneemt zij hem alle eerzucht".
In de loop der jaren werden in de katoenverbouw en in de slaven die hiervoor gebruikt werden, aanzienlijke bedragen geïnvesteerd. Aanvankelijk was de katoenverbouw van weinig belang, doch in 1800 bedroeg de totale productie reeds ongeveer 16.000.000 kilo, in 1820 ruim 70.000.000 kilo en in 1840 ruim 300.000.000 kilo. Omstreeks 1850 leverde het Zuiden van de Verenigde Staten 7/8 van al de katoenproductie op de hele wereld. De slavernij steeg ongeveer even snel met de uitbreiding van de katoenplantages. Vandaar dat de inwoners van het Zuiden het systeem waarbij voortbestaan zoveel belang hadden, door dik en dun verdedigden en het eveneens trachtten in te voeren in die gebieden waar tevoren nooit katoen verbouwd was. En het verbouwen van katoen putte de grond in enkele jaren volkomen uit, daarom zagen de plantagebezitters zich gedwongen nieuwe vruchtbare grond op te zoeken. Daar kwam nog bij dat het Zuiden, om zijn politieke invloed te vergroten, er wel naar moest streven in de nieuwe gebieden die nog niet als afzonderlijke staat tot de Unie toegelaten waren, de slavernij ingevoerd te krijgen, want omdat er in de Unie steeds meer nieuwe staten opgenomen werden, waarin het houden van slaven uitdrukkelijk verboden was, kon het zich alleen op deze manier van steun tegen het Noorden verzekeren. De inwoners van het Noorden die tegen slavernij gekeerd waren, beseften al gauw welk doel het Zuiden nastreefde en zij begonnen dit te beschouwen als een kwaadwillige samenzwering waarmee beoogd werd degenen, die de slavernij in stand wilden houden, aan meer macht te helpen.
In de jaren tussen 1830 en 1840 begon men in het Noorden steeds heftiger tegen de slavenhouders te reageren. In 1808 had een tegen de slavernij gekeerde groepering, die reeds uit de tijd van de Revolutie stamde, nog eenmaal een overwinning behaald toen het Congres het halen van slaven uit Afrika verbood, maar daarmee had zij haar kruit verschoten. Tot 1820 waren de ?Quakers? vrijwel de enigen die zich tegen het houden van slaven verzetten. Hun milde protesten vonden echter weinig gehoor, terwijl door de uitvinding van de katoenpelmolen (Coton Gin) de vraag naar slaven zelfs nog aanzienlijk toenam. In de jaren tussen 1820 en 1830 nam de campagne tegen de slavernij echter in heftigheid toe met betrekking tot de democratische idealen, die in deze tijd veld wonnen. In overeenstemming met dit streven was men steeds meer belangstelling gaan tonen voor het maatschappelijk leven en het uit de weg ruimen van bepaalde misstanden.
Veel van de mensen die voor het afschaffen van de slavernij waren, wilden niet onderhandelen over een overeenkomst tussen Noord en Zuid, want de slavernij moest gewoon afgeschaft worden volgens hun. Zij eisten dat aan de slavernij een eind gemaakt zou moeten worden. Deze extremisten vonden in William Lloyd Garrison, een jongeman uit Massachusetts, een buitengewoon bekwaam leider die moed en fanatisme uitsraalde. Op 1 Januari 1831 verscheen het eerste nummer van een door hem geredigeerd dagblad "The Liberator" (De Bevrijder) genaamd, waarin een mededeling van de volgende inhoud stond: "Ik zal met man en macht streven naar de onmiddellijke vrijlating van alle slaven in de Verenigde Staten ... mijn denkbeelden, redevoeringen en artikelen over dit onderwerp wens ik niet te matigen ... ik vat de zaak ernstig op, ik zal er niet omheen draaien, ik zal niemand ontzien en ik zal niet terugkrabbelen en ik zal gehoord worden." Garrison's optreden bracht tal van inwoners van het Noorden tot het besef dat het houden van slaven uit den boze was en dat zij de slavernij ten onrechte als een onvermijdelijk iets waren gaan beschouwen. Garrison vergastte de lezers van zijn blad op allerlei afschuwelijke voorvallen en reageerde fel tegen de slavenhouders en iedereen die het voor hen opnamen omdat zij in zijn ogen beulen en mensenhandelaren waren. Hij bestreed dat de eigenaars van de slaven zekere rechten op hen konden doen gelden en was evenmin bereid met een compromis genoegen te nemen of uitstel te dulden. De meer gematigden in het Noorden steunden zijn actie niet, omdat hij zich niets van de bestaande wetten aantrok. Zij waren van oordeel dat men langs legale weg en met vreedzame middelen langzamerhand in de bestaande toestand verandering moest zien te brengen.
De tegenstanders van de slavernij gingen er onder andere over slaven te helpen in het Noorden en een veilig toevluchtsoord te vinden of de slaven over de Canadese grens te laten ontsnappen. Er werd een uitgebreide illegale organisatie opgebouwd om ontsnapte slaven via de zogenaamde Underground Railroad (Ondergrondse Spoorweg) in veiligheid brengen. Deze organisatie had in de jaren tussen 1830 en 1840 in het Noorden een uitgebreid net van geheime verbindingen tot stand gebracht, maar met het meeste succes trad zij op in het gebied in het Noord-Westen dat reeds lang gekoloniseerd was. In de jaren tussen 1830 en 1860 werden minstens 40.000 uit Ohio gevluchte slaven geholpen en het aantal verenigingen dat zich met de bestrijding van de slavernij bezig hield, nam in snel tempo toe. In 1840 waren er al ongeveer 2.000 verenigingen met in totaal circa 200.000 leden.
Op het slagveld ging het er hard aan toe
6. Veldslagen in de Amerikaanse Burgeroorlog.
Bull Run.
Nadat de burgeroorlog was begonnen wilde het publiek snel een overwinning zien, en in juli 1861 zwichtte Lincoln voor deze druk. Hij liet het Noordelijke leger onder leiding van Irvine McDowell, 30.000 man sterk maar slechts halfgetraind, oprukken naar het dorpje Manassas Junction, waar een Zuidelijk leger onder Generaal Beauregard zich had verzameld. Het enthousiaste publiek toog in grote getalen mee om dit eerste echte gevecht van de Amerikaanse Burgeroorlog met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Het riviertje Bull Run, vlak bij Manassas Junction, werd het centrale punt van het gevecht; duizenden jonge mannen beleefden er hun vuurproef tijdens de eerste veldslag van de Amerikaanse Burgeroorlog. Hoewel het Noorden fel aanviel, bleek het Zuiden te sterk en sloeg de tegenstander op de vlucht. Het geschokte publiek had niet alleen weinig van de slag kunnen zien, ze zagen hun helden nu ook langs zich heen in paniek voor hun leven rennen. In de daarop volgende chaos faalde het Zuiden erin de overwinning uit te buiten, de achtervolging werd al snel gestaakt hoewel het complete Noordelijke leger ongeorganiseerd was. Uniehoofdstad Washington, slechts 25 mijl van Bull Run verwijderd, ontkwam op het nippertje aan een ramp. Het Noorden realiseerde zich met een schok dat deze oorlog wel eens langer kon duren dan gedacht, terwijl het Zuiden na de overwinning feestvierde. De Slag bij Bull Run kostte bijna 5000 Amerikaanse slachtoffers, 2700 aan de kant van het Noorden en 2000 aan de kant van het Zuiden. Terwijl het Noorden met de handen in het haar zat, had het Zuiden in Generaal Thomas J. Jackson inmiddels zijn eerste oorlogsheld. Hij had met een kleine brigade uit Virginia tegen een grote Noordelijke overmacht standgehouden en verdiende daarmee de bijnaam "Stonewall Jackson". De hele veldslag, hoe gruwelijk ook, bleek echter slechts een voorproefje van wat er komen ging. De Amerikaanse Burgeroorlog had zijn slechtste tijden nog lang niet gezien.
De slag Bull Run
Chancellorsville.
In april 1863, na het einde van de tweede winter van de Amerikaanse Burgeroorlog, begon het vechten weer op grote schaal los te breken. Joseph Hooker, die Burnside opgevolgd was als leider van de Army of the Potomac, trok naar het Zuiden en kwam bij Chancellorsville in Virginia in gevecht met Lee. Van 1 tot 4 mei 1863 woedde daar een bloedige slag die 21.000 slachtoffers eiste, waarna Hooker zich weer terug moest trekken en prompt door Lincoln van het commando werd ontheven. Het Zuiden leed echter een zeer gevoelig verlies bij Chancellorsville in de vorm van Thomas J. "Stonewall" Jackson, een briljant tacticus en de rechterhand van Robert E. Lee. Lee had zijn leger voor de zoveelste maal gesplitst, maar Jackson kwam pas 's avonds aan op het afgesproken punt. Ondanks het naderende duister wilde hij aanvallen om de verrassing compleet te maken, wat goed lukte. In de verwarring van de strijd, waarbij in het donker de gevechtslijnen van Noord en Zuid bijzonder onduidelijk waren, werd hij echter per ongeluk door zijn eigen troepen neergeschoten. De wond was niet dodelijk, maar de longontsteking die Jackson opliep wel. Hij stierf enkele dagen later, en het Zuiden rouwde.
Met Jackson had het Zuiden niet alleen een icoon verloren, maar ook een briljante legerleider. Het was de vraag of Lee, die een zeer hechte band met Jackson had gevormd en compleet op hem vertrouwde, deze klap nog te boven zou kunnen komen. Was er wel een vervanger die in Lee's ogen hetzelfde vertrouwen kreeg als Jackson?
Stonewall Jackson 1
Gettysburg.
Lee begreep goed dat alleen verdedigen niet tot de overwinning in de Amerikaanse Burgeroorlog zou leiden. Virginia leed verschrikkelijk onder alle veldslagen en een verdedigende houding zou het Zuiden geen erkenning vanuit Europa opleveren. Lee vroeg Jefferson Davis daarom andermaal om de Amerikaanse Burgeroorlog naar het Noorden te mogen verplaatsen. Davis stemde toe. Lee's Army of Northern Virginia trok in juni 1863 weer op naar Pennsylvania, op de voet gevolgd door de Army of the Potomac, die eind juni onder commando van George Meade stond. Op 1 juli troffen beide legers elkaar in Pennsylvania bij een klein plaatsje genaamd Gettysburg. Lincoln ging ondertussen door met de laatste fase van zijn plan het Zuiden in tweeën te splitsen. Generaal Grant was in het westen Vicksburg sinds mei 1863 aan het belegeren, en accepteerde op 4 juli, de dag na de Noordelijke overwinning in de Slag bij Gettysburg, de onvoorwaardelijke overgave van die stad. Nu was het Zuiden definitief in tweeën gedeeld. Grant's reputatie, die na Shiloh een slag had opgelopen, was met de overwinning bij Vicksburg weer hersteld, en bovendien had hij bewezen dat hij een man was die overwinningen kon en durfde halen, de eerste die Lincoln in twee jaar had gezien. Na een smadelijke Noordelijke nederlaag bij Chickamauga van een andere generaal benoemde Lincoln Grant daarom eind september 1863 tot bevelhebber van de westelijke legers. Grant reageerde onmiddelijk en stuurde zijn legers naar Chattanooga in zuidelijk Tennessee, waarna hij de stad innam. Hierdoor konden de Unielegers zonder problemen een opmars maken naar het hart van de Confederatie - de staat Georgia. Het jaar 1863 eindigde met meer hoop in het Noorden en een in het defensief gedrongen, teneergeslagen Zuiden. Een ommekeer in de Amerikaanse Burgeroorlog.
Robert E. Lee
De zeeblokkade wordt effectiever.
Al in 1861 had Lincoln een zeeblokkade van Zuidelijke havens uitgeroepen om te voorkomen dat de Confederatie katoen zou kunnen uitvoeren naar Europa, maar aangezien de Amerikaanse vloot toen nog niets voorstelde had die blokkade weinig kracht en werd dan ook een "papieren blokkade" genoemd. Gelukkig voor Lincoln hielp het Zuiden hem een handje aan Groot-Brittannië en Frankrijk vol te kunnen houden dat de blokkade wel degelijk bestond: ze riepen een katoenboycot uit. Het Zuiden stelde dat ze geen katoen naar Europa kon exporteren zolang men daar de Confederatie niet als onafhankelijk land erkende. Een grote fout, want door de boycot verdiende het Zuiden geen geld aan haar primaire exportproduct, en kon dus geen wapens kopen waarmee ze de Amerikaanse Burgeroorlog eventueel nog kon winnen. Toen ze hun fout realiseerden was het echter te laat: de Noordelijke scheepswerven hadden overuren gemaakt en de vloot van 90 schepen begin 1861 tot 264 schepen eind 1861 uitgebreid, en nog honderden meer in 1862. Toen was de papieren blokkade veranderd in een echte en had Lincoln schepen langs de hele 3550 mijl lange Zuidelijke kust, en konden de weinige schepen die het Zuiden had nauwelijks meer uitvaren. De Amerikaanse Burgeroorlog nam grotere vormen aan. Nu de Amerikaanse vloot gegroeid was, kon Lincoln zijn plannen om het Zuiden in tweën te splijten, die hij al sinds 1861 had gehad, eindelijk doorzetten. De overwinningen van Grant in Tennessee (tot aan Shiloh) waren de eerste stap van dit plan; de tweede was de verovering van New Orleans in zuid-Mississippi. De zestigjarige vlagofficier David Farragut had het commando gekregen over 24 schepen met de order zo snel mogelijk New Orleans in te nemen. Hiervoor moest hij de vloot de Mississippi rivier op laten varen, langs twee zwaar bewapende Zuidelijke forten. Uiteindelijk lukte het hem, door in het duister langs de forten heen te varen, waarna New Orleans zich zonder slag of stoot op 26 april 1862 overgaf. De volgende stap in de tweedeling van het Zuiden was Vicksburg in noordelijk Mississippi.
De slag Antietam
Antietam.
Lee trok in september met zijn hele leger de staat Maryland in met als doel Harrisburg in Pennsylvania. Generaal McClellan kwam traag als altijd achter Lee aan en reageerde zelfs niet toen per ongeluk een kopie van Lee's oorlogsplannen in zijn handen vielen; de achtervolging had echter wel tot gevolg dat Lee zijn opmars stopzette en bij Sharpsburg kamp opzette. Lee had zijn leger weer gesplitst, en McClellan wist dat. Had hij meteen gereageerd dan was de Amerikaanse Burgeroorlog waarschijnlijk afgelopen; in plaats daarvan besloot McClellan 16 uur te wachten om zijn plannen nog eens bij te schaven, en gaf daarmee Jackson de kans zich net op tijd weer bij Lee te voegen. Lee groef zijn mannen in bij een klein riviertje, de Antietam, en wachtte op wat komen ging.
Mc Clennan 1
Op 17 september ging McClellan tot de aanval over in wat één van de meest cruciale veldslagen van de Amerikaanse Burgeroorlog zou worden. De mannen waren moedig, erg moedig, en lieten bij honderden het leven. Eén enkele brigade uit Massachusetts verloor bij één aanval al 224 van de 334 mannen. Maar ze wisten van geen ophouden. In een graanveld aan de linkerkant van het brede slagveld werden binnen vier uur vijftien aanvallen en tegenaanvallen uitgevoerd. Het gevecht was om 6 uur 's ochtends begonnen; om 10 uur lagen er 8000 doden en gewonden in het graanveld. Lee gaf de order een verdiepte weg die eens het land van twee boeren scheidde en nu het centrum van zijn verdedigingslijn was tegen alle kosten te beschermen. Hier mochten de Uniesoldaten in geen geval voorbij, want dan had Lee de slag verloren. Het gevecht begon rond dezelfde tijd dat het gevecht in het graanveld was afgelopen. Kolonel John B. Gordon had het commando over Lee's centrum en zag de in het blauw geklede Noordelijken komen. Hij wachtte tot ze op een paar passen waren genaderd en gaf toen bevel het vuur te openen; de Noordelijke commandant werd onmiddellijk gedood en de mannen vielen even terug. Ze vielen Zuidelijken in de verdiepte weg echter vijf keer aan en braken uiteindelijk door. Tegen die tijd lagen de lijken twee of drie man hoog in de verdiepte weg, die nu bekend staat als "Bloody Lane". De vluchtende Zuidelijken werden met bosjes neergeschoten; Lee's centrum was gebroken. Aan de rechterkant van het slagveld had Generaal Ambrose Burnside het commando. Tegenover zijn 12.500 blauwgeklede Noordelijke soldaten stonden slechts 400 grijsgeklede Zuidelijke soldaten uit Georgia. De laatsten hadden zich echter ingegraven op een hoge heuvel en konden vier Noordelijke aanvallen in drie uur tegenhouden voordat ze afgeslacht werden.
Het graanveld na de veldslag 1
McClellan had nu weer de kans Lee's leger te verpletteren en de Amerikaanse Burgeroorlog te beëindigen, maar hij twijfelde en Lee ontkwam, tot grote ergernis en frustratie van Lincoln. Op 17 september, de Slag bij Antietam, werd de bloedigste dag uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Beide zijden verloren 10.000 man op die ene dag; voor Lee betekende dit dat een kwart van zijn leger was weggevaagd in minder dan 16 uur.
Namen van veldslagen.
Uit pure afkeer van de dominantie van de rol van het Noorden tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog houden veel Zuiderlingen ook vandaag de dag nog vast aan alternatieve namen van de veldslagen. Deze benamingen dateren nog uit de tijd van de Amerikaanse Burgeroorlog, toen de Confederatie en de Unie beide eigen namen aan de veldslagen gaven. Na de Amerikaanse Burgeroorlog kregen de Noordelijke benamingen de overhand, maar die zijn door nog steeds rebellerende Zuiderlingen eenvoudig hernoemd in de benamingen die het Zuiden de slagen destijds gaf. Zo heet de Battle of Bull Run in het Zuiden de Battle of Manassas en heet de Battle of Antietam in het Zuiden de Battle of Sharpsburg. Dit is inmiddels zover ingeburgerd dat alle geschiedenisboeken beide namen hanteren.
7. De kansen keren.
Het Noorden had genoeg mankracht en materieel om de Amerikaanse Burgeroorlog voort te zetten, maar in het Zuiden raakte nu de bronnen uitgeput. Van de 1,2 miljoen blanke mannen tussen de 16 en 50 jaar oud in de Confederatie had ongeveer 90% in het leger gediend, in het Noorden lag dat percentage pas op 40%. Bovendien waren vele industriële productiefaciliteiten stilgevallen, ofwel door vernietiging, ofwel simpelweg doordat er geen grondstoffen meer waren. De zeeblokkade van Lincoln had het Zuiden arm gemaakt.
De enige hoop voor het Zuiden op onafhankelijkheid (en winst in de Amerikaanse Burgeroorlog) lag bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in het Noorden, die in 1864 weer plaatsvonden. Lincoln was wederom kandidaat voor de Republikeinen, maar de Democraten hadden McClellan als kandidaat. Hun verkiezingsstrategie was gebaseerd op snelle vrede door onderhandelingen met het Zuiden, misschien zelfs als dat Zuidelijke onafhankelijkheid betekende. Lincoln was bang dat McClellan zou winnen omdat Grant met steun van de huidige president zoveel lijden en verdriet veroorzaakte, maar die angst was ongegrond. Zeker toen Sherman begin september meldde dat hij Atlanta had ingenomen ondanks zware tegenstand, wist de Noordelijke bevolking dat de Amerikaanse Burgeroorlog nog slechts een kwestie van tijd was. Ze stemden in grote aantallen op Lincoln, die met 55% van de stemmen en 212 van de 233 kiesmannen makkelijk won. De Amerikaanse Burgeroorlog ging door.
De Zuiderlingen trekken zich terug.
In januari 1865 trok het leger van Sherman South Carolina binnen en vernietigde alles wat op zijn pad kwam. Volgens velen was South Carolina de aanstichter van het bloedbad dat vanaf 1861 had plaatsgevonden, de aanstichter van de Amerikaanse Burgeroorlog, en dus was het nu ook die staat die zou bloeden voor wat het had gedaan. Duizenden Geconfedereerden van Lee's leger deserteerden toen ze hoorden wat er in South Carolina gebeurden. Ze hadden altijd in hun zaak geloofd, maar de realiteit was hard. Er waren nauwelijks wapens meer, bijna geen enkele soldaat had sinds maanden schoenen aan gehad, en hun uniformen waren niet langer grijs maar bruin, gemaakt van wat de soldaten onderweg aan kleding hadden kunnen vinden. Ze heetten dan ook "butternuts".
In maart bestond de eens zo trotse Army of Northern Virginia van Lee, die nu opperbevelhebber van de restanten van het Geconfedereerde leger was, uit nog slechts 35.000 man, vechtend tegen een Noordelijke overmacht van 115.000 man. De situatie was uitzichtloos, en Lee gaf opdracht vanuit Petersburg naar het westen terug te trekken. Daarnaast vroeg Lee om iets dat inging tegen alles waar het Zuiden voor had gestaan, zwarte slaven als soldaten. Na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog zouden slaven die meevochten met de Confederatie dan vrijgelaten worden, stelde Lee. In de Geconfedereerde Senaat werd hard gedebatteerd, maar zonder hulp van de zwarten zou het Zuiden sowieso verloren zijn.
Op 13 maart accepteerde de Senaat Lee?s voorstel, de ultieme vernedering voor het hele Zuiden. Zwarte slaven moesten de Confederatie, die gevochten had om de slavernij in stand te houden, redden van een zekere ondergang en zouden daarna vrijgelaten worden. Slavernij was hoe dan ook gedoemd te sterven en het Noorden had eigenlijk zijn doel al bereikt. Op 26 maart viel Richmond, de hoofdstad van de Confederatie; de avond ervoor was Jefferson Davis en het restant van zijn kabinet per trein 200 kilometer naar het zuiden vertrokken. Twee weken later, op 6 april, viel het steeds groter wordende leger van Grant het steeds kleiner wordende, terugtrekkende leger van Lee aan bij Sayler's Creek. Grant had inmiddels 125.000 man; na de slag bij Sayler's Creek had Lee er minder dan 18.000. Op 8 april pleegde Lee overleg met zijn resterende bevelhebbers, die soms niet meer dan 10 man per "brigade" hadden. In de ochtend, zo stelde hij, zou een laatste aanval plaatsvinden om te proberen weg te komen uit cirkel die de Unietroepen rondom Lee's uiteenvallende leger hadden gelegd. Nadat hij een kleine bres had geslagen zag hij van op een heuvel tienduizenden verse Unietroepen op hem afkomen - en wist dat het afgelopen was.
Vlak voor het middaguur stuurde Lee een boodschapper met een witte vlag naar Grant's hoofdkwartier; bij het kleine plaatsje Appomattox gaf Lee zich over. Ook de Zuidelijke troepen in de rest van het land gaven zich over na Lee's capitulatie, en de slaven die men in had willen zetten zouden nooit in actie komen.
Dit was het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog!
Op 14 april 1865 ging Generaal-majoor Robert Anderson terug naar Fort Sumter en liet dezelfde vlag over het fort wapperen die hij exact 4 jaar geleden naar beneden had moeten halen na de eerste beschietingen van de Amerikaanse Burgeroorlog. Enkele uren later schoot een Zuidelijke sympathisant, John Wilkes Booth, Abraham Lincoln neer terwijl deze naar een theaterstuk in Washington zat te kijken. Lincoln stierf de volgende dag op 56-jarige leeftijd, hij was de eerste president die vermoord werd.
8. De gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Op 31 januari 1865 werd de slavernij officieel afgeschaft. De volgende dag werd in de Supreme Court een advocaat uit Masschusetts, John Rock, tot hogerechter geaccepteerd door Salmon P. Chase, de opvolger van Roger Taney. Taney had in 1857 in de Dred Scott zaak gezegd dat zwarten geen burgerrechten hadden en dit recht nooit konden verwerven; John Rock was zelf zwart, maar toch deed hij deze uitspraak.
Onmiddellijk na de oorlog volgde twaalf jaar van wederopbouw. Gedurende deze twaalf jaar onderhandelden het Noorden en het Zuiden over de toekomst van de zwarte Amerikanen. De Amerikaanse grondwet zegt dat iedereen gelijk is, blank en zwart, maar toch hadden zwarte Amerikanen niet dezelfde rechten als hun blanke Amerikanen. Aan het einde van de 19de eeuw leefden de zwarten in het Zuiden afgezonderd van de blanken. Het Noorden daarentegen was zeer gastvrij voor hen. De oorlog bracht wel een einde aan de slavernij. De overwinning van het Noorden betekende zelfs meer emancipatie in het algemeen. Een ander gevolg was nadelig voor het Zuiden. De industrie en landbouwbedrijven waren vernietigd door de oorlog, waardoor het Zuiden minstens een generatie terug werd gezet in de tijd. In de 20ste eeuw loopt het Zuiden nog altijd achter op het Noorden, dat een moderne industriële regio geworden is. Als besluit kan men stellen dat de burgeroorlog de blanken en zwarten niet op gelijke voet heeft gezet. De oorlog bracht de twee regio's ook niet dichter bij elkaar, zoals Lincoln gehoopt had. De oorlog heeft wel bereikt om de slavernij af te schaffen.
De Zuidelijke sentimenten komen onder andere tot uiting in de naam van de Amerikaanse Burgeroorlog, die in het Noorden gewoon de "American Civil War" (Amerikaanse Burgeroorlog) genoemd wordt, maar in het Zuiden "War Between the States" (Oorlog tussen de Staten) heet, een verwijzing naar de rechten van de 50 staten die de Verenigde Staten vormen. In het Noorden werd voornamelijk de landelijke regering gesteund tijdens de Burgeroorlog, in het Zuiden voornamelijk de rechten van de onafhankelijke staten. Daar was de Amerikaanse Burgeroorlog immers om begonnen: "state's rights", het recht van de onafhankelijke staten hun eigen wetten op te zetten, in het geval van de Amerikaanse Burgeroorlog het recht om slavernij te legaliseren in een staat.
Dat er toch een centrale regering in Richmond kwam was meer uit noodzakelijkheid dan wat anders. De staten van de Confederatie konden zonder overkoepelende regering immers geen vuist maken tegen het Noorden. Sterker nog, zonder overkoepelende regering zou er nooit een Confederatie geweest zijn.
Het Noorden zette 2.2 miljoen soldaten in, waarvan 180 000 zwarten. 640 000 V.S. soldaten werden gedood, gewond of stierven aan een ziekte. Voor 2/3 van de 360 000 soldaten die stierven, was de oorzaak één of andere ziekte, zoals buikloop, mazelen, malaria en tyfus. Het aantal slachtoffers van de Confederatie is moeilijker te schatten. Het waren er ongeveer 450 000 van de 850 000 soldaten waarover het Zuiden beschikte. Daarvan stierven er meer dan 250 000. De verhouding tussen de slachtoffers die stierven tijdens een gevecht en slachtoffers die stierven door ziekte, is dezelfde als bij het Noorden. Het totaal aantal doden overschrijdt dus de 600 000 en de combinatie van doden en gewonden komt op ongeveer 1.1 miljoen. Er kwamen meer Amerikanen om in de burgeroorlog dan in alle andere oorlogen samen waar Amerika troepen inzette.
In 1860 bedroeg het budget van de federale regering 63 miljoen dollar. In 1865 bedroegen de uitgaven van diezelfde regering het 200-voud, namelijk 1.3 miljard dollar. Dit zonder de uitgaven van de Confederatie erbij te rekenen. De oorlog veroorzaakte ook een algemene economische achteruitgang van het Zuiden. Tijdens de oorlog ging hun welvaart met 2/3 achteruit. Spoorwegen en industrieën waren grotendeels onbruikbaar. Ook meer dan de helft van de landbouwmachines waren vernietigd en 40 % van het vee was gestorven. De economie van het Noorden, in tegenstelling tot die van het Zuiden, herleefde gedurende de oorlog. Twee getallen geven een goed voorbeeld van hoe de economie het deed in de twee regio's: De welvaart van het Noorden ging omhoog met ongeveer 50 % en die van het Zuiden daalde met ongeveer 60 %.
De Amerikaanse Burgeroorlog definieerde de VS zoals we vandaag zien meer dan enige andere gebeurtenis in de geschiedenis na de kolonisatie van Amerika. De kwestie van de slavernij en de rechten van de staten verdeelden het land diep, waardoor uiteindelijk 600.000 mensen hun leven verloren, in 1865 na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog, betekende dat twee procent van de bevolking, ofwel 1 op elke 50 Amerikanen, omgekomen was. Een slachting van deze orde zou tot de Eerste Wereldoorlog niet meer geëvenaard worden en Amerika zelf zou nooit meer zoveel mensen verliezen aan een oorlog. Zelfs als de slachtoffers van alle oorlogen waarin de VS tussen 1865 en nu meedeed bij elkaar opgeteld worden komt het slachtofferaantal niet in de buurt van dat van de Amerikaanse Burgeroorlog. De verdeling van het land zoals die ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog bestond is er niet meer, maar de spanningen tussen Noord en Zuid zijn nooit helemaal verdwenen. Nog steeds hebben de zwarten hun plaats in de samenleving niet gevonden, velen onder hen wonen nog steeds in achterstandswijken. In het Zuiden ging lange tijd de huizenprijs in een woonwijk naar beneden als er zwarten in die wijk kwamen wonen en niet zelden trokken alle blanken geleidelijk uit zo'n wijk weg als zich er meerdere zwarte gezinnen vestigden.
Veel Zuiderlingen hebben het de Noorderlingen nooit vergeven op welke manier ze de Confederatie aanpakten tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Sommigen zien ?hun? Zuiden daarom nog steeds als een natie met een eigen cultuur binnen de Verenigde Staten. Sommige mensen uit het Zuiden zijn nog steeds overtuigd van hun superieuriteit en geloven net als tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog dat God hen zal steunen in een heilige zaak. Gesloten kleine gemeenschappen leven er in relatieve afzondering en verzetten zich met hand en tand tegen initiatieven van de overheid. Zwarten, homofielen, en niet-kerkelijken hebben het in die gebieden niet makkelijk.
Verdedigende Zuidelijke troepen.
Literatuurlijst
Boeken uit de bibliotheek:
? J. ter Haar, de geschiedenis van Noord-Amerika, Voorhoeve, 1999, 225 t/m 260
? kaspi, geschiedenis van de Verenigde staten van Amerika, Utrecht, 1988
? j.a. van oudheusden, de Amerikaanse geschiedenis in een notendop, Amsterdam, 2000
? j.w. schulte nordholt, triomf en tragiek van de vrijheid: de geschiedenis van de Verenigde staten van Amerika, Amsterdam, 1988
? p. dal; h. barnitzke, landen van de wereld: Amerika, Vianen, 2002
Boek van onze begeleider bij het PWS
? l.g. dalhuisen, Sprekend Verleden, ??., 1980
Informatie van internetsites:
? http://www.americaslibrary.gov/cgi-bin/page.cgi/jb/1860-1865
http://www.theunitedstatesofamerica.myweb.nl/geschiedenis/geschiedenis.htm deze sites hebben we ook bezocht, maar onder andere deze sites zijn engels dus moesten we alles vertalen.
? http://www.whitehouse.gov/WH/glimpse/presidents/html/a116.html
http://xroads.virginia.edu/~CAP/LEE/lee1.html deze twee sites met nog een paar andere heb ik gevonden via http://www.altavista.nl.html dit is een zoekprogramma.
? http://Geschiedenis.pagina.nl.html via deze site heb ik ook verschillende sites over de Amerikaanse Burgeroorlog gevonden
Plaatjes van internetsites:
? http://www.altavista.nl.html als je op deze site op afbeeldingen drukt en bijvoorbeeldAmerikaanse Burgeroorlog intypt, dan krijg je verschillende plaatjes die te maken hebben met de Amerikaanse Burgeroorlog. Je komt dan soms ook op een site terecht, maar die heb ik dan niet gebruikt als informatie, of de site moet er bij ?informatie van internetsites? bij staan. Hier heb ik bijna alle plaatjes vandaan.
Andere informatiebronnen:
? Encarta cd-rom.
? Spectrum cd-rom van de overbuurjongen van Erwin.
Het Werkverslag
In het gele boekje over het PWS staat dat je een werkverslag in moet leveren, dit doen we dus nu ook. Er staat niet bij dat je dan je logboek die je onder het proces hebt geschreven er ook bij moet voegen, dit hebben we dus ook niet gedaan.
Datum Bezigheden Duur
17-8-02 Onderwerp kiezen 1 uur
22-8-02 Bekijken en zoeken
van informatie 2 uur
26-8-02 Zoeken in de bieb van
informatie 3 uur
29-8-02 Zoeken op internet naar
Informatie 2 uur
1-9-02 Maken van hoofdvraag en
deelvragen 3 uur
15-9-02 Beantwoorden van enkele
Deelvragen 3,5 uur
29-9-02 Deelvragen allemaal af
en uitgetyped 5 uur
14-10-02 Beginnen met de hoofdvraag 3 uur
25-10-02 Beantwooord gedeeltelijk
de hoofdvraag 3 uur
1-11-02 Hoofdvraag af en uitgetyped 3 uur
27-11-02 Verbeteren van sommige
foute stukken 2 uur
15-12-02 Meer informatie zoeken
en fouten eruit halen 4 uur
23-12-02 Overleg met de docent 2 uur
15-1-03 Alles in de juiste volgorde
plaatsen. 2 uur
22-1-03 Lay-out maken en het
voorwoord 2 uur
15-2-03 Het geheel afsluiten met
nog een paar verbeteringen 2 uur
28-2-03 Verslag inleveren 1 min
Briefje van 5 dollar.
We zijn op dit idee gekomen om het te doen over de Burgeroorlog in Amerika, doordat we dit onderwerp hebben behandeld in Havo 4. De Burgeroorlog is een begrip vandaar dat het met eer de hoofdletter verdiend. Het heeft vele aspecten met grote beroemdheden in de hoofdrol. Ons spreekt dit onderwerp aan, omdat er zoveel verschillende soorten informatie over te vinden is. Ook dat onze oude geschiedenis leraar er erg veel over weet en er een boek over geschreven heeft, heeft ons erg gemotiveerd (dit boek hebben we dus ook gebruikt). Deze leraar was dus ook blij verrast dat wij het over dit onderwerp deden en hij heeft ons een paar handige tips gegeven, dus hierbij bedanken we Dhr. J. van Oudhheusden. Het land dat nu het machtigste land op de wereld is en economisch erg succesvol is dat tot bloei is gekomen en met oorlogen zich zelf heeft doen groeien is Amerika. Dit zijn allemaal de reden geweest dat dit ons een heel mooi onderwerp leek om ons PWS over te maken. We hopen hiermee onze motivatie duidelijk te hebben gemaakt.
We hopen dat we er een mooi werkstuk van kunnen maken, maar dat zal wel lukken want in Havo 4 moesten we een film kijken. We hebben toen de film Glory gekeken die vooral over de slavernij in de oorlog gaat. We vonden dit een mooie film en deze film heeft ons dus ook zeker aan enige voorkennis geholpen.
Op deze kaart staat afgebeeld waar wel en waar geen slavenhandel en slavernij toegestaan is. Het groene vlak bovenin is het Noorden en deze zijn dus tegen de slavernij. Het grijze vlak onderin is het Zuiden en hier is slavernij toegestaan. De twee roze vlakken zijn neutraal en wisten toen nog niet welke kant ze gingen kiezen.
Inhoudsopgave.
Hoofdstuk. Titel. Paginanummers.
Omslag. 1.
Titelpagina. 2
Voorwoord. 3
Inhoudsopgave. 4
Verslaggeving proces. 5
1. Het ontstaan van de Amerikaanse burgeroorlog. 6 t/m 7
2. De verschillen tussen Noord- en Zuid-Amerika. 8 t/m 9
3. Het ontstaan van de confederale staten. 10 t/m 11
4. De rol van Lincoln in de Amerikaanse Burgeroorlog. 12 t/m 13
5. De rol van de slavernij. 14 t/m 16
6. Veldslagen in de Amerikaanse Burgeroorlog. 17 t/m 20
7. De kansen keren. 21 t/m 22
8. De gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog. 23 t/m 24
Literatuurlijst. 25
Werkverslag. 26
Plan van aanpak. 27
Tussenverslag 28 t/m 40
Fort Sumter na overname.
Verslaggeving proces.
Hoofdvraag:
? Wat betekende de Amerikaanse burgeroorlog voor de geschiedenis van Amerika en welke belangrijke rol speelden de slavernij en Abraham Lincoln hierin.
Deelvragen:
? Hoe is de Amerikaanse burgeroorlog ontstaan?
? Wat waren de verschillen tussen Noord en Zuid?
? Hoe zijn de confederale staten ontstaan?
? Welke rol speelde Lincoln in de Amerikaanse Burgeroorlog?
? Welke rol speelde de slavernij in de Amerikaanse Burgeroorlog?
? Welke veldslagen speelden een grote rol in de Amerikaanse burgeroorlog, en wat voor invloed hadden zij?
? Wanneer keerden de kansen in de Amerikaanse Burgeroorlog, en wat gebeurde er daarna?
? Wat waren de gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog?
Noordelijke soldaten op oorlogspad.
1. Het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Er is geen duidelijke oorzaak of oorzaken van het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog, want veel geschiedenisschrijvers vertellen verschillende dingen over het ontstaan van de oorlog. De grootste oorzaak van het ontstaan van de oorlog is het grote verschil tussen noord en zuid, maar op deze verschillen komen we later nog terug. Hoewel de Amerikaanse Burgeroorlog officieel van 1861 tot 1865 woedde, waren er toch al conflicten voor die tijd die er voor zorgden dat het uiteindelijk wel op een oorlog uit moest draaien. Dat dat niet eerder dan 1861 gebeurde is te danken aan een hoop onderhandelingen, gesuste woede, en het inzicht dat Noord en Zuid zonder elkaar een stuk minder sterk in de wereld zouden staan. In feite is de aanleiding tot de Burgeroorlog al terug te voeren tot vóór de Amerikaanse Revolutie van 1776. toen waren de conflicten al begonnen en waren er duidelijke verschillen tussen Noord en Zuid.
uitrustende noordelijke soldaten.
Gedurende de eerste helft van de 19de eeuw waren de economische verschillen tussen Noord en Zuid ook vergroot. In 1860 was katoen het belangrijkste product van het Zuiden. Het vertegenwoordigde 57 % van alle export van de V.S. Het Noorden daarentegen werd meer en meer geïndustrialiseerd. Immigtratie vanuit Europa werd aangemoedigd. Deze immigranten vestigden zich vooral in het westen van V.S., weinigen in het Zuiden. Het Zuiden probeerde de industrie tegen te houden. Bijna alle goederen moesten ingevoerd worden. Alhoewel zowel het westen van V.S. als het Zuiden beide sterk op de landbouw gericht waren, sloot het westelijk deel van de V.S. zich toch aan bij het Noorden In de begindagen van V.S. was een inwoner van bijvoorbeeld Virginia meer loyaal tegenover zijn staat dan tegenover de V.S. Ze noemden de staat waarin ze woonden 'hun land'. Gedurende de eerste jaren geloofden het Noorden en het Zuiden allebei niet in het voortbestaan van de V.S. Het Noorden had behoefte aan een centraal bestuur voor de uitbouw van hun infrastructuur (Spoorwegen,...) en voor de bescherming van onder andere de nationale munt. Het Zuiden daarentegen had geen behoefte aan zo een centraal bestuur. Zij vreesden dat dit bestuur zich te veel ging bemoeien met de slavernij. Tot 1860 leefde het idee om een aparte Zuidelijk Staat te creëren alleen bij enkele zeldzame extremisten. En dit is toch vreemd, want het Noorden en het Zuiden hadden hele andere opvattingen, maar toch wilden veel zuiderlingen bij het Noorden blijven horen en andersom. Het Noorden en het Zuiden moesten vredig samenleven en een middenweg vinden tussen de verschillende opvattingen. Een overeenkomst om de verschillen in verband met slavernij, belastingen etc. weg te werken was alleen mogelijk wanneer allebei de partijen de senaat niet controleerden. Dankzij "The admission of Alabama" werd het toch perfect mogelijk om de senaat te verdelen zodat niemand een meerderheid behaalde.
De grondwet verbood de federale regering om zich te bemoeien met de slavernij. Tegenstanders konden alleen maar proberen te voorkomen dat de slavernij zich niet verder uitbreidde. Het Noorden begon zich meer en meer te ergeren aan de slavernij. Het Zuiden reageerde hierop door deze nog meer te verdedigen. Tijdens de Mexicaanse oorlog werden door de V.S. een aantal grondgebieden veroverd (Texas, New Mexico, Arizona, Californië en verschillende gebieden rond de Rocky Mountains). Tegenstanders van de slavernij ijverden er voor dat in de landen die door Mexico afgestaan waren, de slavernij verboden zou worden. Slavenhandelaars daarentegen wilden onmiddellijk zaken doen met de nieuwe gebieden. Voor de eerste keer zag het naar uit dat de V.S. op een burgeroorlog afstevende. Maar weer werd een oplossing gevonden in een overeenkomst. Californië werd een 'vrije staat' (geen slavernij) en de andere staten mochten zelf kiezen of ze slavernij al dan niet toelieten.
In 1854 besloot senator Stephen A. Douglas in het Verdrag van Kansas-Nebraska dat elke staat vrij moest kunnen beslissen of ze slavernij toelieten of niet. Hierdoor konden ook Kansas en Nebraska, die door de Overeenkomst van Missouri geen slaven mochten hebben, de slavenarbeid invoeren. Dit verdrag veroorzaakte een politieke explosie in het Noorden. Abraham Lincoln zei dat hij nog nooit zo geschokt geweest was als nu met dit verdrag. Er werd een nieuwe partij opgericht, de Republikeinse Partij, die vooral bestond uit tegenstanders van de slavernij. In 1856 deden ze al mee aan de presidentsverkiezingen. De aanloop naar de presidentsverkiezingen van 1860 was begonnen, toen Harpers Ferry (een militaire basis) in Virginia overvallen werd. Op 16 oktober 1859 hadden de overvallers reeds alle uitrusting en wapens in hun bezit. Twee dagen later hadden ze de basis overgenomen. Later bleek dat de overval geleid werd door John Brown. Hij was in Kansas en Missouri al berucht voor zijn overvallen en moorden. Brown werd gearresteerd en geëxecuteerd. Bij de Zuiderlingen nam de vrees voor zulke voorstanders van de afschaffing van de slavernij toe en voor de Noordelingen was hij een held. De Republikeinen verkozen Abraham Lincoln als presidentskandidaat.
Uitrustende Zuiderlijke soldaten.
De Democraten raakten verder verdeeld wanneer het Zuiden een andere presidentskandidaat verkoos dan het Noorden. Door deze verdeeldheid won Lincoln makkelijk de presidentsverkiezingen. Gedurende Lincoln's verkiezingscampagne dreigde het Zuiden ermee dat hun staten zich los zouden scheuren van de V.S. als Lincoln verkozen werd. Weinige Noordelingen geloofden dit. Vanaf het moment dat het zeker was dat Lincoln gewonnen had, werd door de wetgevende macht een vergadering ingericht. Dit gebeurde op 17 december 1860 in Charleston. Drie dagen later besloot deze vergadering dat "vanaf heden, South Carolina gescheiden van de V.S. verder bestaat". Na South Carolina volgden (in 1861): Mississippi (9 janurai), Florida (10 januari), Alabama (11 januari), Georgia (19 januari), Louisiana (26 januari) en Texas (1 februari). De zuidelijke staten die aan het Noorden grensden weigerden troepen naar het Zuiden te sturen om hen te dwingen terug bij de V.S. aan te sluiten. Integendeel, ze sloten zich ook aan het de andere zuidelijke staten. Het begon met Virginia (17 april), Arkansas (6 mei), North Carolina (20 mei) en Tennessee (21 mei). Op 4 februari kwamen afgevaardigden van de eerste zes onafhankelijke staten bij elkaar in Montgomery, Alabama. Hun doel was om een eerste regering van de ?Confederatie van Zuidelijke Staten? te vormen. In het derde hoofdstuk wordt dieper ingegaan over de confederatie van Zuidelijke staten en over het ontstaan hiervan.
Fort Sumter, een fort op Zuidelijke bodem dat nog in handen was van het Noorden, werd omsingeld door Zuidelijke troepen nadat Lincoln zijn speech had gehouden en Lincoln werd opgeroepen het fort te ontruimen. Lincoln weigerde, en op 12 april 1861, om half vijf in de ochtend, openden Zuidelijke kanonnen het vuur. De Amerikaanse Burgeroorlog was begonnen.
De slavernij speelde ook een hele grote rol bij het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog. We kunnen wel zeggen dat de slavernij de grootste oorzaak is van de burgeroorlog en daarom is er een heel hoofdstuk over de rol van de slavernij in de Amerikaanse Burgeroorlog. Op de slavernij wordt dus nog dieper ingegaan, maar hoort dus ook zeker bij het ontstaan van de Amerikaanse Burgeroorlog.
2. De verschillen tussen Noord-Amerika en Zuid-Amerika.
In het Zuiden bloeide de landbouw. Het voornaamste gewas was katoen en aan de kust werd veel rijst verbouwd, in Louisiana suiker en in de grensstaten werd tabak verbouwd. In deze laatste staten waren ook veel landbouwbedrijven die zich niet op de verbouw van een enkel gewas toelegden en hier en daar vond men bovendien wat industrie. Toen de vruchtbare gebieden in de jaren tussen 1850 en 1860 meer in cultuur gebracht werden, werd de katoenproductie bijna verdubbeld. De grote balen werden met paard en wagen, per schip en door de spoorwegen naar de handelssteden in het Noorden en Zuiden vervoerd. Ruim de helft van de Amerikaanse export bestond uit katoen en er bleef voldoende over om de spinnerijen in het Noorden van grondstoffen te voorzien.
Noordelijke soldaten.
De eindeloze prairiën het Midden-Westen en zijn zich snel uitbreidende bevolking deelde ten volle in de algemene welvaart. Zowel de reeds eerder gekoloniseerde streken van Amerika als Europa hadden het Amerikaanse vlees en de Amerikaanse tarwe dringend nodig. Daardoor ging men steeds meer werktuigen gebruiken waardoor de arbeidsproductiviteit snel steeg en kon de productie in sneller tempo opgevoerd worden dan daarvoor. Vooral de maaimachines die door McCormick uitgevonden waren, speelden hierbij een belangrijke rol. De Amerikaanse tarwe-oogst was tussen 1850 en 1860 bijna verdubbeld en ruim de helft hiervan kwam uit het Midden-Westen. Van het Noorden naar het Westen werden vijf spoorlijnen aangelegd, waardoor de handel met het Noorden sterk steeg. In het Zuiden werd het spoorwegnet veel minder uitgebreid en het duurde tot kort voor 1860 voor de benedenloop van de Mississippi direct met de Atlantische kust verbonden was.
Het Noorden was veel beter voorbereid op een oorlog dan het Zuiden. De nieuwe Confederatie, die dus bij het Zuiden hoort zat niet zonder problemen. Ondanks het enthousiasme van vele duizenden jonge mannen had de CSA geen leger, geen wapens, en nauwelijks productiecapaciteit, het Zuiden was altijd op de landbouw gericht geweest en dat speelde hen nu zwaar parten. Terwijl in het Noorden 110.000 fabrieken met in totaal 1,3 miljoen werknemers de oorlogsproductie in een stroomversnelling brachten, moest het Zuiden het doen met 18.000 fabrieken met slechts 110.000 werknemers. Het Noorden bezat ruim 22.000 mijl treinrails terwijl het Zuiden het 9.000 mijl moest doen; in 1860 produceerde het Noorden 470 stoomlocomotieven, tegen slechts 17 in het Zuiden. Het Noorden produceerde daarnaast 32 keer meer wapens dan het Zuiden, en had daarmee zo'n 97% van de wapenindustrie in handen. het enige wat het Zuiden hier voorlopig tegenover kon zetten was een ongebreideld enthousiasme voor het nieuwe land en een hoog moraal onder de troepen.
Bij de uiteenval van de Unie aan het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog werd de Unie letterlijk en figuurlijk in tweeën gespleten, niet alleen op het niveau van de staten, maar ook het niveau van het individu. Vaders en zonen, broers en zussen, neven en nichten, vrienden en vriendinnen, hele families: ze vonden zichzelf ineens uit elkaar getrokken door de Burgeroorlog. Ineens leefde die goede buur aan de andere kant van de grens en was een vijand geworden. Het kwam dan ook vaak voor dat leden van dezelfde familie tegenover elkaar stonden, verdeeld door idealen en de grens. Niet zelden diende een vader in een leger dat vocht tegen een leger waar zijn zoon in diende. Hetzelfde gold voor de legercommandanten, opgegroeid als vrienden en samen naar de militaire academie op West Point gegaan, soms zelfs samen in de Mexicaanse Oorlog gevochten, maar nu elkaars vijanden. De meeste officieren kozen de kant van hun thuisstaat, zodat strategisch hoogbegaafde mannen als Robert E. Lee en Joseph E. Johnston, beiden uit Virginia, naar het Zuiden vertrokken. Een groot verlies voor het Noorden, dat het met jongere, minder ervaren officieren als Henry Halleck, Joseph Hooker en George Meade moest doen. Vooral Robert E. Lee bleek een groot verlies; Lincoln had hem zelfs het bevel van het hele Unieleger aangeboden, maar hoewel de zachtaardige maar briljante Lee weinig met slavernij had, kon hij als Virginia gentleman zijn staat niet verraden. Hij vertrok naar het Zuiden en nam een grote hoeveelheid strategische kennis en inzicht met zich mee.
Joseph Hooker
3. Het ontstaan van de confederale staten.
De Confederatie bestond uit de elf staten die zich van de Verenigde Staten afgescheurd hadden. Ze waren voor de slavernij, en waren tegen de standpunten die de Verenigde Staten voorop stelde. Onmiddellijk na de verkiezing van Abraham Lincoln tot President, begon het bestuur van South Carolina een vergadering over een mogelijke afscheuring. Op 20 December werd er unaniem voor afscheiding gestemd. Gedurende de volgende twee maanden volgde nog de afscheiding van Mississippi, Florida, Alabama, Georgia, Lousiana en Texas.
De toenmalige President Buchanan verklaarde, tijdens de laatste dagen van zijn ambtstermijn, dat de Verenigde Staten zich niet zouden verzetten tegen de afscheuring van de zuidelijke staten. In februari 1861 zendde elke zuidelijke staat een vertegenwoordiger naar een vergadering in Montgomery, Alabama. Doel van de vergadering was een president te kiezen voor De Confederatie. Het werd Jefferson Davis, uit Mississippi. Dezelfde vergadering keurde op 11 maart 1861 de grondwet van de Confederatie goed. Die leek sterk op de van de Verenigde Staten, op enkele uitzonderingen na. Zo werd het ruilen van slaven verboden, maar de handel in slaven tussen staten onderling werd wel toegestaan.
kamp van de Zuiderlingen.
De eerste taak van Davis al president was een ministerraad samenstellen. Hij koos voor 6 leden, elk uit een verschillende staat. Hun eerste taak was de Confederatie voorbereiden op het dreigende conflict met de V.S.
Tussen 30 december 1860 en 18 februari 1861 had de Confederatie al elf forten en wapenarsenalen ingenomen. Ondertussen was de Confederatie al uitgebreid tot 11 staten. Virginia vervoegde de Confederatie in april, Arkanans, Tennessee en North Carolina in mei. Op 18 februari wordt dan een definitieve regering opgesteld. De hoofdstad van de Confedertie was eerst Montgomery, Alabama, maar werd later Richmond, Virginia.
Tijdens de eerste algemene verkiezingen die op 6 november 1861 gehouden werden, haalde Davis het definitief als president. In februari 1862 legde Davis officieel de eed af als President van de Confederatie, voor een termijn van 6 jaar. De laatste jaren van zijn ambtstermijn kreeg hij af te rekenen conflicten tussen het leger en de bevolking. Het gevoel dat de Confederatie een militaire dictatuur was geworden, nam snel toe.
Ondanks het feit dat de politieke structuur van zowel de V.S. als de Confederatie erg op elkaar leken, waren er toch verschillen tussen beide regio's. De oorlog versterkte deze verschillen nog.
Deze tabel geeft een duidelijk overzicht:
Onderwerp De Confederatie De Verenigde Staten
Bevolking (totaal) 9 000 000 22 000 000
Aantal slaven (van totaal) 3 800 000 550 000
Waarde van het land minder dan 2 miljard $ bijna 5 miljard $
Textielfabrieken 150 900
Omzet van die fabrieken 8 miljard $ 115 miljard $
Arbeiders in die fabrieken 2000 100 000
Uitgave aan door import (1860) 331 000 000 $ 31 000 000 $
Het is duidelijk dat de Confederatie het veel moeilijker had om oorlog te voeren dan de V.S. Het geld dat te kort was om oorlog te voeren, werd gevonden door speciale 'oorlogsbelasting' te heffen en door zware leningen aan te gaan. Tegen het einde van de oorlog was het Zuiden dan ook helemaal bankroet. Na de oorlog moest het Zuiden weer helemaal van onder af aan beginnen. Ze moesten proberen het ver gevorderde Noorden in te halen op gebied van industrialisatie en economie. Tot op heden heeft het Zuiden nog altijd een opmerkelijke achterstand in te halen.
Op deze kaart kun je zien waar de troepen heen trokken. Het Noorden is de blauwe kleur en het Zuiden is rood. Als het plaatje vergroot is kun je ook zien met hoeveel man er naar het front getrokken werd en onder de leiding van wie die troepen stonden. Dan valt je op dat het Zuiden veel verspreider is, maar met kleinere troepen en zich dus minder goed kan verdedigen. Maar de moraal was in het Zuiden wel beter.
4. De rol van Lincoln in de Amerikaanse Burgeroorlog
Abraham Lincoln werd geboren op 12 februari 1809, nabij Hodgenville, Kentucky. Hij was de zoon van Thomas en Nancy Hanks Lincoln. Hij werd genoemd naar zijn grootvader aan vader's kant. Zijn vader was timmerman en boer. Zijn beide ouders waren Baptist. De Baptisten hadden zich afgescheurd van een andere orde, omdat ze tegen de slavernij waren. Wanneer Lincoln zeven jaar was, verhuisden zijn ouders naar Indiana. Hij ging naar school met zijn oudere zus Sarah. Zijn jongere broer stierf kort na de geboorte. In 1818 stierf zijn moeder. Ze had melk gedronken die licht vergiftigd was. Een jaar na haar dood hertrouwde Thomas Lincoln met Sarah Bush Johnston Lincoln. Zijzelf had ook al drie kinderen. In 1828 stierf zijn zus Sarah tijdens de geboorte van haar kind. In 1830 verhuisde Lincoln naar Illinois. Tot 1937 woonde en leefde hij in New Salem, Illinois. Hij deed er verschillende jobs, van postbode tot winkeleigenaar. Hier kreeg hij de bijnaam 'Honest Abe'. Lincoln deed ook mee aan de verkiezingen in Illinois. Hij won 4 keer, in 1834, 1836, 1838 en 1840. Hij was lid van de 'Whig Party', pas later vervoegde hij de Republikeinen. Gedurende deze periode studeerde hij in zijn vrije tijd ook nog rechten. Hij slaagde er in advocaat te worden in 1836.
Abraham Lincoln
In 1839 ontmoette hij Mary Todd, in Springfield. Na drie jaar trouwden ze, en in de volgende elf jaar kregen ze vier kinderen: Robert, Edward, William en Thomas. In die periode was Lincoln ook een succesvol advocaat. In 1846 werd Lincoln verkozen als volksvertegenwoordiger. Zo werd hij bekend om zijn visie over de Mexicaanse Oorlog en de slavernij. Na zijn ambtstermijn keerde hij terug naar huis en nam zijn advocatenpraktijk weer op. In 1851 stierf zijn vader. Lincoln's interesse voor politiek werd aangewakkerd door het verdrag van Kansas Nebraska. Hij begon af en toe speeches te geven, die zeer succesvol waren. In 1860 werd Lincoln voor de Republikeinen de 16de president van de Verenigde Staten. Hij legde de eed af als president op 4 mei 1860. De Zuidelijk Staten zagen in Lincoln een bedreiging, en scheurden zich af van de Verenigde Staten. Lincoln stond in zijn eerste ambtstermijn al onmiddellijk tegenover de grootste interne crisis die de Verenigde Staten ooit gekend heeft. Hij zond troepen naar de opstandige gebieden, maar een oorlog kon hij niet voorkomen. Ondanks het verlies van vele mensenlevens bleef Lincoln gedurende vier jaar dezelfde politiek voeren.
Lincoln komt op een tragische manier aan zijn einde. Op 14 april wordt hij in Ford's Theatre vermoord door John Wilkis Booth. De president werd in het achterhoofd getroffen door een kogel. Hij stierf de volgende dag in het 'Petersen House'. In de Amerikaanse geschiedenis was Lincoln de eerste president die vermoord werd. Zijn dood was het gevolg van de haat die toen onder de mensen leefde. Op 4 mei werd Lincoln begraven in Springfield. Hij werd bijgezet in de familiekelder op het 'Oak Ridge' kerkhof.
Abraham Lincoln, een advocaat uit Kentucky, gebruikte de zaak Dred Scott in 1858 in een debat met Stephen Douglas om zo de Noordelijke meerderheid voor zich te winnen en een zetel in het Congres te krijgen. Hij stelde dat de Dred Scott zaak gebruikt werd in een complot van Franklin Pierce (die voor Buchanan president was), James Buchanan en Roger Taney om de slavernij te nationaliseren; een uitspraak die hem als anti-slavernij georiënteerd bij het grote publiek in zowel het Noorden en Zuiden bekend en berucht maakte.
Toen hij in 1860 Republikeins presidentskandidaat was, verscheen zijn naam daarom nergens op de Zuidelijke stembiljetten. Het dichtbevolkte Noorden stemde echter in voldoende aantallen op hem terwijl het Zuiden zijn stem verdeelde over de drie overige kandidaten (Stephen Douglas, Noordelijk Democraat; John Breckinridge, Zuidelijk Democraat; en John Bell, Union partij). Lincoln won de verkiezingen met minder dan 40% van de stemmen. De overwinning van Lincoln was voor het Zuiden de druppel die de emmer liet overlopen. Na alle concessies van de veertig jaar vóór Lincoln had het Zuiden maar nauwelijks haar levensstijl kunnen verdedigen, en nu had het Noorden laten zien dat zij alleen konden bepalen hoe het hele land geregeerd werd door op een als anti-slavernij bekend staande kandidaat te stemmen.
Op 20 december 1860 trad South Carolina uit de Unie, een paar weken later gevolgd door Mississippi, Florida, Alabama, Georgia, Louisiana, en Texas. Van de 34 staten van de VS waren er begin februari 1861 nog slechts 27 over, en het leek erop dat andere Zuidelijke staten het voorbeeld van de eerste zeven gingen volgen. De aftredende president, Buchanan, was in zijn laatste maanden verbijsterd en hield zich stil. Hij had geen flauw benul wat te doen en liet de zaak dus over aan Lincoln, die op 4 maart 1861 officieel president werd. Er heersten op die dag behoorlijk wat spanningen, want menig inwoner van Washington voelde zich verbonden met de Zuiderlingen. Soldaten en scherpschutters stonden overal en rondom het Capitool stonden kanonnen opgesteld, klaar om te vuren. In zijn speech richtte Lincoln zich direct tot het Zuiden en maakte daarin verzoenende gebaren. Hij zei dat hij slavernij niet zou verbieden waar deze praktijk al bestond, maar dat hij tegelijkertijd niet kon toestaan dat staten zich van de Unie losmaakten. Mocht dat nodig zijn, dan zou hij alle federale bezittingen verdedigen. Het Zuiden liet echter niet over zich heen lopen. In Alabama werd Jefferson Davis, net als Lincoln afkomstig uit de grensstaat Kentucky, tot president van de Confederate States of America (CSA) benoemd.
Een fort uit de Amerikaanse Burgeroorlog in Tennessee.
5. De rol van de Slavernij.
In 1619 kwamen de eerste zwarten aan in de Nieuwe Wereld. Of het slaven waren of niet is onbekend, wel weten we dat deze mensen door Nederlandse schepen naar Amerika zijn gebracht. Daarna groeide de slavernij langzaam mee met de groei van de koloniën, maar werd niet op grote schaal bedreven. Tot 1640 was er in de Nieuwe Wereld voornamelijk niet wettelijk toegestane slavernij, maar in 1669 werd het ook wettelijk mogelijk om slaven te houden. Vanaf die tijd werd slavernij in de Britse koloniën steeds populairder. De internationale slavenhandel van die tijd, die tegenwoordig bekend staat als de "Middle Passage", groeide snel uit tot een grote, winstgevende handel. Daarvoor waren drie redenen. Ten eerste was er de zogenaamde. "triangle trade": men wilde voorkomen dat de handelsschepen op een gedeelte van hun reis leeg zouden zijn, dus volgde men een driehoeksroute waarin de schepen altijd vol beladen waren. Zo werden er bijvoorbeeld machines, hout, en voedsel naar de Caribische eilanden vervoerd, waar men deze goederen nodig had omdat ze daar niet voorhanden waren. In die tijd werd in de Cariben voornamelijk suiker verbouwd dat tot rum werd verwerkt. De rum werd vervolgens door de handelsschepen naar Afrika verscheept, waar men het gebruikte om slaven te kopen, die vervolgens naar Amerika vervoerd werden, waar weer voedsel en machines geladen werden voor de Cariben. De tweede reden was gekoppeld aan het sterftecijfer van de slaven op de schepen. Zij leefden in zeer erbarmelijke omstandigheden en stierven aan allerlei ziektes. Vooral de pokken vormde een gehate vijand: hele slavenschepen konden eraan ten onder gaan. Toen men iedereen echter ging inenten, ging het sterftecijfer drastisch omlaag en werd het transporteren van slaven ineens een stuk winstgevender.
De derde reden is simpel: puur imperialisme. De Britse koloniën groeiden snel, en uit Europa kwamen nog niet genoeg mensen om die groei vol te kunnen houden. Men had goedkope arbeid nodig, en vond die in de Afrikaanse slaven. Het gevolg was dat er tijdens de volkstelling van 1790 in de Verenigde Staten 3,9 miljoen mensen geteld werden, waarvan 757.000 zwarte Afrikaanse slaven.
Werkende zwarte slaven.
De inwoners van het Zuiden die het niet eens waren met de grote winsten die door de zakenlieden in het Noorden met de handel in katoen gemaakt werden, beweerden dat de achterlijkheid van het Zuiden te wijten was aan de profiteurs in het Noorden. De inwoners van het Noorden verklaarden daarentegen dat de slavernij, welke het Zuiden een essentiële factor in zijn economisch systeem achtte, juist de oorzaak was van de betrekkelijke achterlijkheid van dit gebied. In 1830 werden de uitingen van de verschillen in de opvattingen van de slavernij steeds groter en men begon in het Noorden steeds meer op afschaffing van de slavernij aan te dringen. De opvatting dat in de nog tot de Unie toe te laten staten slavernij geen ingang mocht vinden, werd door een toenemend aantal mensen gedeeld. Nog in 1850 waren de inwoners van het Zuiden algemeen van mening dat de slavernij een erfenis van het verleden was, waarvoor zij evenmin verantwoordelijk gesteld konden worden als voor het feit dat zij Engels spraken en bepaalde denkbeelden en gebruiken van hun voorouders overgenomen hadden. In sommige streken in het kustgebied werden omstreeks 1850 reeds ruim 200 jaar slaven gehouden en overal in het Zuiden had het houden van slaven op de samenleving en de cultuur zijn stempel gedrukt. Sommige negerfamilies die reeds vijf of zes generaties in Amerika woonden, hadden niet alleen de taal, een groot deel van de godsdienstige en maatschappelijke denkbeelden en voorts de bekwaamheden van hun blanke meesters overgenomen. In de vijftien Zuidelijke staten en de grensstaten bestond ruim 30 % van de bevolking uit negers, doch in het Noorden vormden zij slechts een onbetekenende minderheid.
Van ongeveer 1845 af was het vraagstuk van de slavernij het belangrijkste politieke probleem in de Verenigde Staten. In het Zuiden dat in politiek opzicht tot op zekere hoogte een eenheid vormde, was men het in principe eens over het standpunt ten opzichte van de katoenverbouw en het houden van slaven. De meeste plantagebezitters in het Zuiden beschouwden de slavernij als van fundamenteel belang voor het economische leven van dit gebied. Bij het werk bij de katoenverbouw werden slechts zeer primitieve werktuigen gebruikt en kon het werk heel goed door onontwikkelde slaven verricht worden. Negen maanden van het jaar was er volop werk en niet alleen sterke volwassen arbeidskrachten, maar ook vrouwen en kinderen konden de eenvoudige werkzaamheden verrichten. In het Zuiden verontschuldigen zelfs de meeste predikanten het houden van slaven niet langer, maar toonden zich zelfs grote voorstanders van slavernij te zijn toen in het Noorden het verzet hiertegen steeds groter werd. In het Zuiden beweerde iedereen dat de slavernij voor de negers een zegen was en dat de verdeling tussen kapitaal en arbeid in het Zuiden veel beter waren dan in het Noorden waar de arbeiders slechts loonslaven waren. Tot 1830 bestond er in het Zuiden een systeem genaamd het patriarchaal systeem en de plantagebezitters namen alles nogal gemakkelijk op en hielden zelf toezicht op hun slaven. Na 1830 werd dit anders. In het uiterste Zuiden ging men op de plantages op grote schaal katoen verbouwen en vele plantagebezitters hielden zelf geen toezicht meer op hun slaven en stelden opzichters aan om zich met deze taak te belasten. De bekwaamheid van deze opzichters werd meestal beoordeeld naar de hoeveelheid werk die zij de slaven lieten verrichten.
Talloze plantagebezitters bleven hun negers behoorlijk behandelen, maar er deden zich ook gevallen voor waarin hardvochtig en wreed werd opgetreden. Natuurlijk kwam het herhaaldelijk voor dat bij de slaven gezinsleden van elkaar gescheiden werden. Het grootste bezwaar was echter niet het soms beestachtig optreden van de opzichters, maar het feit dat op de persoonlijke vrijheid inbreuk werd gemaakt. Bovendien gaat slavernij altijd gepaard met onrecht en onderdrukking. F. L. Olmsted, een scherpzinnig man uit het Noorden, die in deze tijd een diepgaand onderzoek naar de toestanden in het Zuiden instelde, verklaarde dat slavernij "een arbeider alle lust beneemt zijn best te doen en zijn bekwaamheid te vergroten. Bovendien berooft zij hem van alle zelfrespect en ontneemt zij hem alle eerzucht".
In de loop der jaren werden in de katoenverbouw en in de slaven die hiervoor gebruikt werden, aanzienlijke bedragen geïnvesteerd. Aanvankelijk was de katoenverbouw van weinig belang, doch in 1800 bedroeg de totale productie reeds ongeveer 16.000.000 kilo, in 1820 ruim 70.000.000 kilo en in 1840 ruim 300.000.000 kilo. Omstreeks 1850 leverde het Zuiden van de Verenigde Staten 7/8 van al de katoenproductie op de hele wereld. De slavernij steeg ongeveer even snel met de uitbreiding van de katoenplantages. Vandaar dat de inwoners van het Zuiden het systeem waarbij voortbestaan zoveel belang hadden, door dik en dun verdedigden en het eveneens trachtten in te voeren in die gebieden waar tevoren nooit katoen verbouwd was. En het verbouwen van katoen putte de grond in enkele jaren volkomen uit, daarom zagen de plantagebezitters zich gedwongen nieuwe vruchtbare grond op te zoeken. Daar kwam nog bij dat het Zuiden, om zijn politieke invloed te vergroten, er wel naar moest streven in de nieuwe gebieden die nog niet als afzonderlijke staat tot de Unie toegelaten waren, de slavernij ingevoerd te krijgen, want omdat er in de Unie steeds meer nieuwe staten opgenomen werden, waarin het houden van slaven uitdrukkelijk verboden was, kon het zich alleen op deze manier van steun tegen het Noorden verzekeren. De inwoners van het Noorden die tegen slavernij gekeerd waren, beseften al gauw welk doel het Zuiden nastreefde en zij begonnen dit te beschouwen als een kwaadwillige samenzwering waarmee beoogd werd degenen, die de slavernij in stand wilden houden, aan meer macht te helpen.
In de jaren tussen 1830 en 1840 begon men in het Noorden steeds heftiger tegen de slavenhouders te reageren. In 1808 had een tegen de slavernij gekeerde groepering, die reeds uit de tijd van de Revolutie stamde, nog eenmaal een overwinning behaald toen het Congres het halen van slaven uit Afrika verbood, maar daarmee had zij haar kruit verschoten. Tot 1820 waren de ?Quakers? vrijwel de enigen die zich tegen het houden van slaven verzetten. Hun milde protesten vonden echter weinig gehoor, terwijl door de uitvinding van de katoenpelmolen (Coton Gin) de vraag naar slaven zelfs nog aanzienlijk toenam. In de jaren tussen 1820 en 1830 nam de campagne tegen de slavernij echter in heftigheid toe met betrekking tot de democratische idealen, die in deze tijd veld wonnen. In overeenstemming met dit streven was men steeds meer belangstelling gaan tonen voor het maatschappelijk leven en het uit de weg ruimen van bepaalde misstanden.
Veel van de mensen die voor het afschaffen van de slavernij waren, wilden niet onderhandelen over een overeenkomst tussen Noord en Zuid, want de slavernij moest gewoon afgeschaft worden volgens hun. Zij eisten dat aan de slavernij een eind gemaakt zou moeten worden. Deze extremisten vonden in William Lloyd Garrison, een jongeman uit Massachusetts, een buitengewoon bekwaam leider die moed en fanatisme uitsraalde. Op 1 Januari 1831 verscheen het eerste nummer van een door hem geredigeerd dagblad "The Liberator" (De Bevrijder) genaamd, waarin een mededeling van de volgende inhoud stond: "Ik zal met man en macht streven naar de onmiddellijke vrijlating van alle slaven in de Verenigde Staten ... mijn denkbeelden, redevoeringen en artikelen over dit onderwerp wens ik niet te matigen ... ik vat de zaak ernstig op, ik zal er niet omheen draaien, ik zal niemand ontzien en ik zal niet terugkrabbelen en ik zal gehoord worden." Garrison's optreden bracht tal van inwoners van het Noorden tot het besef dat het houden van slaven uit den boze was en dat zij de slavernij ten onrechte als een onvermijdelijk iets waren gaan beschouwen. Garrison vergastte de lezers van zijn blad op allerlei afschuwelijke voorvallen en reageerde fel tegen de slavenhouders en iedereen die het voor hen opnamen omdat zij in zijn ogen beulen en mensenhandelaren waren. Hij bestreed dat de eigenaars van de slaven zekere rechten op hen konden doen gelden en was evenmin bereid met een compromis genoegen te nemen of uitstel te dulden. De meer gematigden in het Noorden steunden zijn actie niet, omdat hij zich niets van de bestaande wetten aantrok. Zij waren van oordeel dat men langs legale weg en met vreedzame middelen langzamerhand in de bestaande toestand verandering moest zien te brengen.
De tegenstanders van de slavernij gingen er onder andere over slaven te helpen in het Noorden en een veilig toevluchtsoord te vinden of de slaven over de Canadese grens te laten ontsnappen. Er werd een uitgebreide illegale organisatie opgebouwd om ontsnapte slaven via de zogenaamde Underground Railroad (Ondergrondse Spoorweg) in veiligheid brengen. Deze organisatie had in de jaren tussen 1830 en 1840 in het Noorden een uitgebreid net van geheime verbindingen tot stand gebracht, maar met het meeste succes trad zij op in het gebied in het Noord-Westen dat reeds lang gekoloniseerd was. In de jaren tussen 1830 en 1860 werden minstens 40.000 uit Ohio gevluchte slaven geholpen en het aantal verenigingen dat zich met de bestrijding van de slavernij bezig hield, nam in snel tempo toe. In 1840 waren er al ongeveer 2.000 verenigingen met in totaal circa 200.000 leden.
Op het slagveld ging het er hard aan toe
6. Veldslagen in de Amerikaanse Burgeroorlog.
Bull Run.
Nadat de burgeroorlog was begonnen wilde het publiek snel een overwinning zien, en in juli 1861 zwichtte Lincoln voor deze druk. Hij liet het Noordelijke leger onder leiding van Irvine McDowell, 30.000 man sterk maar slechts halfgetraind, oprukken naar het dorpje Manassas Junction, waar een Zuidelijk leger onder Generaal Beauregard zich had verzameld. Het enthousiaste publiek toog in grote getalen mee om dit eerste echte gevecht van de Amerikaanse Burgeroorlog met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Het riviertje Bull Run, vlak bij Manassas Junction, werd het centrale punt van het gevecht; duizenden jonge mannen beleefden er hun vuurproef tijdens de eerste veldslag van de Amerikaanse Burgeroorlog. Hoewel het Noorden fel aanviel, bleek het Zuiden te sterk en sloeg de tegenstander op de vlucht. Het geschokte publiek had niet alleen weinig van de slag kunnen zien, ze zagen hun helden nu ook langs zich heen in paniek voor hun leven rennen. In de daarop volgende chaos faalde het Zuiden erin de overwinning uit te buiten, de achtervolging werd al snel gestaakt hoewel het complete Noordelijke leger ongeorganiseerd was. Uniehoofdstad Washington, slechts 25 mijl van Bull Run verwijderd, ontkwam op het nippertje aan een ramp. Het Noorden realiseerde zich met een schok dat deze oorlog wel eens langer kon duren dan gedacht, terwijl het Zuiden na de overwinning feestvierde. De Slag bij Bull Run kostte bijna 5000 Amerikaanse slachtoffers, 2700 aan de kant van het Noorden en 2000 aan de kant van het Zuiden. Terwijl het Noorden met de handen in het haar zat, had het Zuiden in Generaal Thomas J. Jackson inmiddels zijn eerste oorlogsheld. Hij had met een kleine brigade uit Virginia tegen een grote Noordelijke overmacht standgehouden en verdiende daarmee de bijnaam "Stonewall Jackson". De hele veldslag, hoe gruwelijk ook, bleek echter slechts een voorproefje van wat er komen ging. De Amerikaanse Burgeroorlog had zijn slechtste tijden nog lang niet gezien.
De slag Bull Run
Chancellorsville.
In april 1863, na het einde van de tweede winter van de Amerikaanse Burgeroorlog, begon het vechten weer op grote schaal los te breken. Joseph Hooker, die Burnside opgevolgd was als leider van de Army of the Potomac, trok naar het Zuiden en kwam bij Chancellorsville in Virginia in gevecht met Lee. Van 1 tot 4 mei 1863 woedde daar een bloedige slag die 21.000 slachtoffers eiste, waarna Hooker zich weer terug moest trekken en prompt door Lincoln van het commando werd ontheven. Het Zuiden leed echter een zeer gevoelig verlies bij Chancellorsville in de vorm van Thomas J. "Stonewall" Jackson, een briljant tacticus en de rechterhand van Robert E. Lee. Lee had zijn leger voor de zoveelste maal gesplitst, maar Jackson kwam pas 's avonds aan op het afgesproken punt. Ondanks het naderende duister wilde hij aanvallen om de verrassing compleet te maken, wat goed lukte. In de verwarring van de strijd, waarbij in het donker de gevechtslijnen van Noord en Zuid bijzonder onduidelijk waren, werd hij echter per ongeluk door zijn eigen troepen neergeschoten. De wond was niet dodelijk, maar de longontsteking die Jackson opliep wel. Hij stierf enkele dagen later, en het Zuiden rouwde.
Met Jackson had het Zuiden niet alleen een icoon verloren, maar ook een briljante legerleider. Het was de vraag of Lee, die een zeer hechte band met Jackson had gevormd en compleet op hem vertrouwde, deze klap nog te boven zou kunnen komen. Was er wel een vervanger die in Lee's ogen hetzelfde vertrouwen kreeg als Jackson?
Stonewall Jackson 1
Gettysburg.
Lee begreep goed dat alleen verdedigen niet tot de overwinning in de Amerikaanse Burgeroorlog zou leiden. Virginia leed verschrikkelijk onder alle veldslagen en een verdedigende houding zou het Zuiden geen erkenning vanuit Europa opleveren. Lee vroeg Jefferson Davis daarom andermaal om de Amerikaanse Burgeroorlog naar het Noorden te mogen verplaatsen. Davis stemde toe. Lee's Army of Northern Virginia trok in juni 1863 weer op naar Pennsylvania, op de voet gevolgd door de Army of the Potomac, die eind juni onder commando van George Meade stond. Op 1 juli troffen beide legers elkaar in Pennsylvania bij een klein plaatsje genaamd Gettysburg. Lincoln ging ondertussen door met de laatste fase van zijn plan het Zuiden in tweeën te splitsen. Generaal Grant was in het westen Vicksburg sinds mei 1863 aan het belegeren, en accepteerde op 4 juli, de dag na de Noordelijke overwinning in de Slag bij Gettysburg, de onvoorwaardelijke overgave van die stad. Nu was het Zuiden definitief in tweeën gedeeld. Grant's reputatie, die na Shiloh een slag had opgelopen, was met de overwinning bij Vicksburg weer hersteld, en bovendien had hij bewezen dat hij een man was die overwinningen kon en durfde halen, de eerste die Lincoln in twee jaar had gezien. Na een smadelijke Noordelijke nederlaag bij Chickamauga van een andere generaal benoemde Lincoln Grant daarom eind september 1863 tot bevelhebber van de westelijke legers. Grant reageerde onmiddelijk en stuurde zijn legers naar Chattanooga in zuidelijk Tennessee, waarna hij de stad innam. Hierdoor konden de Unielegers zonder problemen een opmars maken naar het hart van de Confederatie - de staat Georgia. Het jaar 1863 eindigde met meer hoop in het Noorden en een in het defensief gedrongen, teneergeslagen Zuiden. Een ommekeer in de Amerikaanse Burgeroorlog.
Robert E. Lee
De zeeblokkade wordt effectiever.
Al in 1861 had Lincoln een zeeblokkade van Zuidelijke havens uitgeroepen om te voorkomen dat de Confederatie katoen zou kunnen uitvoeren naar Europa, maar aangezien de Amerikaanse vloot toen nog niets voorstelde had die blokkade weinig kracht en werd dan ook een "papieren blokkade" genoemd. Gelukkig voor Lincoln hielp het Zuiden hem een handje aan Groot-Brittannië en Frankrijk vol te kunnen houden dat de blokkade wel degelijk bestond: ze riepen een katoenboycot uit. Het Zuiden stelde dat ze geen katoen naar Europa kon exporteren zolang men daar de Confederatie niet als onafhankelijk land erkende. Een grote fout, want door de boycot verdiende het Zuiden geen geld aan haar primaire exportproduct, en kon dus geen wapens kopen waarmee ze de Amerikaanse Burgeroorlog eventueel nog kon winnen. Toen ze hun fout realiseerden was het echter te laat: de Noordelijke scheepswerven hadden overuren gemaakt en de vloot van 90 schepen begin 1861 tot 264 schepen eind 1861 uitgebreid, en nog honderden meer in 1862. Toen was de papieren blokkade veranderd in een echte en had Lincoln schepen langs de hele 3550 mijl lange Zuidelijke kust, en konden de weinige schepen die het Zuiden had nauwelijks meer uitvaren. De Amerikaanse Burgeroorlog nam grotere vormen aan. Nu de Amerikaanse vloot gegroeid was, kon Lincoln zijn plannen om het Zuiden in tweën te splijten, die hij al sinds 1861 had gehad, eindelijk doorzetten. De overwinningen van Grant in Tennessee (tot aan Shiloh) waren de eerste stap van dit plan; de tweede was de verovering van New Orleans in zuid-Mississippi. De zestigjarige vlagofficier David Farragut had het commando gekregen over 24 schepen met de order zo snel mogelijk New Orleans in te nemen. Hiervoor moest hij de vloot de Mississippi rivier op laten varen, langs twee zwaar bewapende Zuidelijke forten. Uiteindelijk lukte het hem, door in het duister langs de forten heen te varen, waarna New Orleans zich zonder slag of stoot op 26 april 1862 overgaf. De volgende stap in de tweedeling van het Zuiden was Vicksburg in noordelijk Mississippi.
De slag Antietam
Antietam.
Lee trok in september met zijn hele leger de staat Maryland in met als doel Harrisburg in Pennsylvania. Generaal McClellan kwam traag als altijd achter Lee aan en reageerde zelfs niet toen per ongeluk een kopie van Lee's oorlogsplannen in zijn handen vielen; de achtervolging had echter wel tot gevolg dat Lee zijn opmars stopzette en bij Sharpsburg kamp opzette. Lee had zijn leger weer gesplitst, en McClellan wist dat. Had hij meteen gereageerd dan was de Amerikaanse Burgeroorlog waarschijnlijk afgelopen; in plaats daarvan besloot McClellan 16 uur te wachten om zijn plannen nog eens bij te schaven, en gaf daarmee Jackson de kans zich net op tijd weer bij Lee te voegen. Lee groef zijn mannen in bij een klein riviertje, de Antietam, en wachtte op wat komen ging.
Mc Clennan 1
Op 17 september ging McClellan tot de aanval over in wat één van de meest cruciale veldslagen van de Amerikaanse Burgeroorlog zou worden. De mannen waren moedig, erg moedig, en lieten bij honderden het leven. Eén enkele brigade uit Massachusetts verloor bij één aanval al 224 van de 334 mannen. Maar ze wisten van geen ophouden. In een graanveld aan de linkerkant van het brede slagveld werden binnen vier uur vijftien aanvallen en tegenaanvallen uitgevoerd. Het gevecht was om 6 uur 's ochtends begonnen; om 10 uur lagen er 8000 doden en gewonden in het graanveld. Lee gaf de order een verdiepte weg die eens het land van twee boeren scheidde en nu het centrum van zijn verdedigingslijn was tegen alle kosten te beschermen. Hier mochten de Uniesoldaten in geen geval voorbij, want dan had Lee de slag verloren. Het gevecht begon rond dezelfde tijd dat het gevecht in het graanveld was afgelopen. Kolonel John B. Gordon had het commando over Lee's centrum en zag de in het blauw geklede Noordelijken komen. Hij wachtte tot ze op een paar passen waren genaderd en gaf toen bevel het vuur te openen; de Noordelijke commandant werd onmiddellijk gedood en de mannen vielen even terug. Ze vielen Zuidelijken in de verdiepte weg echter vijf keer aan en braken uiteindelijk door. Tegen die tijd lagen de lijken twee of drie man hoog in de verdiepte weg, die nu bekend staat als "Bloody Lane". De vluchtende Zuidelijken werden met bosjes neergeschoten; Lee's centrum was gebroken. Aan de rechterkant van het slagveld had Generaal Ambrose Burnside het commando. Tegenover zijn 12.500 blauwgeklede Noordelijke soldaten stonden slechts 400 grijsgeklede Zuidelijke soldaten uit Georgia. De laatsten hadden zich echter ingegraven op een hoge heuvel en konden vier Noordelijke aanvallen in drie uur tegenhouden voordat ze afgeslacht werden.
Het graanveld na de veldslag 1
McClellan had nu weer de kans Lee's leger te verpletteren en de Amerikaanse Burgeroorlog te beëindigen, maar hij twijfelde en Lee ontkwam, tot grote ergernis en frustratie van Lincoln. Op 17 september, de Slag bij Antietam, werd de bloedigste dag uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Beide zijden verloren 10.000 man op die ene dag; voor Lee betekende dit dat een kwart van zijn leger was weggevaagd in minder dan 16 uur.
Namen van veldslagen.
Uit pure afkeer van de dominantie van de rol van het Noorden tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog houden veel Zuiderlingen ook vandaag de dag nog vast aan alternatieve namen van de veldslagen. Deze benamingen dateren nog uit de tijd van de Amerikaanse Burgeroorlog, toen de Confederatie en de Unie beide eigen namen aan de veldslagen gaven. Na de Amerikaanse Burgeroorlog kregen de Noordelijke benamingen de overhand, maar die zijn door nog steeds rebellerende Zuiderlingen eenvoudig hernoemd in de benamingen die het Zuiden de slagen destijds gaf. Zo heet de Battle of Bull Run in het Zuiden de Battle of Manassas en heet de Battle of Antietam in het Zuiden de Battle of Sharpsburg. Dit is inmiddels zover ingeburgerd dat alle geschiedenisboeken beide namen hanteren.
7. De kansen keren.
Het Noorden had genoeg mankracht en materieel om de Amerikaanse Burgeroorlog voort te zetten, maar in het Zuiden raakte nu de bronnen uitgeput. Van de 1,2 miljoen blanke mannen tussen de 16 en 50 jaar oud in de Confederatie had ongeveer 90% in het leger gediend, in het Noorden lag dat percentage pas op 40%. Bovendien waren vele industriële productiefaciliteiten stilgevallen, ofwel door vernietiging, ofwel simpelweg doordat er geen grondstoffen meer waren. De zeeblokkade van Lincoln had het Zuiden arm gemaakt.
De enige hoop voor het Zuiden op onafhankelijkheid (en winst in de Amerikaanse Burgeroorlog) lag bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in het Noorden, die in 1864 weer plaatsvonden. Lincoln was wederom kandidaat voor de Republikeinen, maar de Democraten hadden McClellan als kandidaat. Hun verkiezingsstrategie was gebaseerd op snelle vrede door onderhandelingen met het Zuiden, misschien zelfs als dat Zuidelijke onafhankelijkheid betekende. Lincoln was bang dat McClellan zou winnen omdat Grant met steun van de huidige president zoveel lijden en verdriet veroorzaakte, maar die angst was ongegrond. Zeker toen Sherman begin september meldde dat hij Atlanta had ingenomen ondanks zware tegenstand, wist de Noordelijke bevolking dat de Amerikaanse Burgeroorlog nog slechts een kwestie van tijd was. Ze stemden in grote aantallen op Lincoln, die met 55% van de stemmen en 212 van de 233 kiesmannen makkelijk won. De Amerikaanse Burgeroorlog ging door.
De Zuiderlingen trekken zich terug.
In januari 1865 trok het leger van Sherman South Carolina binnen en vernietigde alles wat op zijn pad kwam. Volgens velen was South Carolina de aanstichter van het bloedbad dat vanaf 1861 had plaatsgevonden, de aanstichter van de Amerikaanse Burgeroorlog, en dus was het nu ook die staat die zou bloeden voor wat het had gedaan. Duizenden Geconfedereerden van Lee's leger deserteerden toen ze hoorden wat er in South Carolina gebeurden. Ze hadden altijd in hun zaak geloofd, maar de realiteit was hard. Er waren nauwelijks wapens meer, bijna geen enkele soldaat had sinds maanden schoenen aan gehad, en hun uniformen waren niet langer grijs maar bruin, gemaakt van wat de soldaten onderweg aan kleding hadden kunnen vinden. Ze heetten dan ook "butternuts".
In maart bestond de eens zo trotse Army of Northern Virginia van Lee, die nu opperbevelhebber van de restanten van het Geconfedereerde leger was, uit nog slechts 35.000 man, vechtend tegen een Noordelijke overmacht van 115.000 man. De situatie was uitzichtloos, en Lee gaf opdracht vanuit Petersburg naar het westen terug te trekken. Daarnaast vroeg Lee om iets dat inging tegen alles waar het Zuiden voor had gestaan, zwarte slaven als soldaten. Na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog zouden slaven die meevochten met de Confederatie dan vrijgelaten worden, stelde Lee. In de Geconfedereerde Senaat werd hard gedebatteerd, maar zonder hulp van de zwarten zou het Zuiden sowieso verloren zijn.
Op 13 maart accepteerde de Senaat Lee?s voorstel, de ultieme vernedering voor het hele Zuiden. Zwarte slaven moesten de Confederatie, die gevochten had om de slavernij in stand te houden, redden van een zekere ondergang en zouden daarna vrijgelaten worden. Slavernij was hoe dan ook gedoemd te sterven en het Noorden had eigenlijk zijn doel al bereikt. Op 26 maart viel Richmond, de hoofdstad van de Confederatie; de avond ervoor was Jefferson Davis en het restant van zijn kabinet per trein 200 kilometer naar het zuiden vertrokken. Twee weken later, op 6 april, viel het steeds groter wordende leger van Grant het steeds kleiner wordende, terugtrekkende leger van Lee aan bij Sayler's Creek. Grant had inmiddels 125.000 man; na de slag bij Sayler's Creek had Lee er minder dan 18.000. Op 8 april pleegde Lee overleg met zijn resterende bevelhebbers, die soms niet meer dan 10 man per "brigade" hadden. In de ochtend, zo stelde hij, zou een laatste aanval plaatsvinden om te proberen weg te komen uit cirkel die de Unietroepen rondom Lee's uiteenvallende leger hadden gelegd. Nadat hij een kleine bres had geslagen zag hij van op een heuvel tienduizenden verse Unietroepen op hem afkomen - en wist dat het afgelopen was.
Vlak voor het middaguur stuurde Lee een boodschapper met een witte vlag naar Grant's hoofdkwartier; bij het kleine plaatsje Appomattox gaf Lee zich over. Ook de Zuidelijke troepen in de rest van het land gaven zich over na Lee's capitulatie, en de slaven die men in had willen zetten zouden nooit in actie komen.
Dit was het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog!
Op 14 april 1865 ging Generaal-majoor Robert Anderson terug naar Fort Sumter en liet dezelfde vlag over het fort wapperen die hij exact 4 jaar geleden naar beneden had moeten halen na de eerste beschietingen van de Amerikaanse Burgeroorlog. Enkele uren later schoot een Zuidelijke sympathisant, John Wilkes Booth, Abraham Lincoln neer terwijl deze naar een theaterstuk in Washington zat te kijken. Lincoln stierf de volgende dag op 56-jarige leeftijd, hij was de eerste president die vermoord werd.
8. De gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Op 31 januari 1865 werd de slavernij officieel afgeschaft. De volgende dag werd in de Supreme Court een advocaat uit Masschusetts, John Rock, tot hogerechter geaccepteerd door Salmon P. Chase, de opvolger van Roger Taney. Taney had in 1857 in de Dred Scott zaak gezegd dat zwarten geen burgerrechten hadden en dit recht nooit konden verwerven; John Rock was zelf zwart, maar toch deed hij deze uitspraak.
Onmiddellijk na de oorlog volgde twaalf jaar van wederopbouw. Gedurende deze twaalf jaar onderhandelden het Noorden en het Zuiden over de toekomst van de zwarte Amerikanen. De Amerikaanse grondwet zegt dat iedereen gelijk is, blank en zwart, maar toch hadden zwarte Amerikanen niet dezelfde rechten als hun blanke Amerikanen. Aan het einde van de 19de eeuw leefden de zwarten in het Zuiden afgezonderd van de blanken. Het Noorden daarentegen was zeer gastvrij voor hen. De oorlog bracht wel een einde aan de slavernij. De overwinning van het Noorden betekende zelfs meer emancipatie in het algemeen. Een ander gevolg was nadelig voor het Zuiden. De industrie en landbouwbedrijven waren vernietigd door de oorlog, waardoor het Zuiden minstens een generatie terug werd gezet in de tijd. In de 20ste eeuw loopt het Zuiden nog altijd achter op het Noorden, dat een moderne industriële regio geworden is. Als besluit kan men stellen dat de burgeroorlog de blanken en zwarten niet op gelijke voet heeft gezet. De oorlog bracht de twee regio's ook niet dichter bij elkaar, zoals Lincoln gehoopt had. De oorlog heeft wel bereikt om de slavernij af te schaffen.
De Zuidelijke sentimenten komen onder andere tot uiting in de naam van de Amerikaanse Burgeroorlog, die in het Noorden gewoon de "American Civil War" (Amerikaanse Burgeroorlog) genoemd wordt, maar in het Zuiden "War Between the States" (Oorlog tussen de Staten) heet, een verwijzing naar de rechten van de 50 staten die de Verenigde Staten vormen. In het Noorden werd voornamelijk de landelijke regering gesteund tijdens de Burgeroorlog, in het Zuiden voornamelijk de rechten van de onafhankelijke staten. Daar was de Amerikaanse Burgeroorlog immers om begonnen: "state's rights", het recht van de onafhankelijke staten hun eigen wetten op te zetten, in het geval van de Amerikaanse Burgeroorlog het recht om slavernij te legaliseren in een staat.
Dat er toch een centrale regering in Richmond kwam was meer uit noodzakelijkheid dan wat anders. De staten van de Confederatie konden zonder overkoepelende regering immers geen vuist maken tegen het Noorden. Sterker nog, zonder overkoepelende regering zou er nooit een Confederatie geweest zijn.
Het Noorden zette 2.2 miljoen soldaten in, waarvan 180 000 zwarten. 640 000 V.S. soldaten werden gedood, gewond of stierven aan een ziekte. Voor 2/3 van de 360 000 soldaten die stierven, was de oorzaak één of andere ziekte, zoals buikloop, mazelen, malaria en tyfus. Het aantal slachtoffers van de Confederatie is moeilijker te schatten. Het waren er ongeveer 450 000 van de 850 000 soldaten waarover het Zuiden beschikte. Daarvan stierven er meer dan 250 000. De verhouding tussen de slachtoffers die stierven tijdens een gevecht en slachtoffers die stierven door ziekte, is dezelfde als bij het Noorden. Het totaal aantal doden overschrijdt dus de 600 000 en de combinatie van doden en gewonden komt op ongeveer 1.1 miljoen. Er kwamen meer Amerikanen om in de burgeroorlog dan in alle andere oorlogen samen waar Amerika troepen inzette.
In 1860 bedroeg het budget van de federale regering 63 miljoen dollar. In 1865 bedroegen de uitgaven van diezelfde regering het 200-voud, namelijk 1.3 miljard dollar. Dit zonder de uitgaven van de Confederatie erbij te rekenen. De oorlog veroorzaakte ook een algemene economische achteruitgang van het Zuiden. Tijdens de oorlog ging hun welvaart met 2/3 achteruit. Spoorwegen en industrieën waren grotendeels onbruikbaar. Ook meer dan de helft van de landbouwmachines waren vernietigd en 40 % van het vee was gestorven. De economie van het Noorden, in tegenstelling tot die van het Zuiden, herleefde gedurende de oorlog. Twee getallen geven een goed voorbeeld van hoe de economie het deed in de twee regio's: De welvaart van het Noorden ging omhoog met ongeveer 50 % en die van het Zuiden daalde met ongeveer 60 %.
De Amerikaanse Burgeroorlog definieerde de VS zoals we vandaag zien meer dan enige andere gebeurtenis in de geschiedenis na de kolonisatie van Amerika. De kwestie van de slavernij en de rechten van de staten verdeelden het land diep, waardoor uiteindelijk 600.000 mensen hun leven verloren, in 1865 na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog, betekende dat twee procent van de bevolking, ofwel 1 op elke 50 Amerikanen, omgekomen was. Een slachting van deze orde zou tot de Eerste Wereldoorlog niet meer geëvenaard worden en Amerika zelf zou nooit meer zoveel mensen verliezen aan een oorlog. Zelfs als de slachtoffers van alle oorlogen waarin de VS tussen 1865 en nu meedeed bij elkaar opgeteld worden komt het slachtofferaantal niet in de buurt van dat van de Amerikaanse Burgeroorlog. De verdeling van het land zoals die ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog bestond is er niet meer, maar de spanningen tussen Noord en Zuid zijn nooit helemaal verdwenen. Nog steeds hebben de zwarten hun plaats in de samenleving niet gevonden, velen onder hen wonen nog steeds in achterstandswijken. In het Zuiden ging lange tijd de huizenprijs in een woonwijk naar beneden als er zwarten in die wijk kwamen wonen en niet zelden trokken alle blanken geleidelijk uit zo'n wijk weg als zich er meerdere zwarte gezinnen vestigden.
Veel Zuiderlingen hebben het de Noorderlingen nooit vergeven op welke manier ze de Confederatie aanpakten tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Sommigen zien ?hun? Zuiden daarom nog steeds als een natie met een eigen cultuur binnen de Verenigde Staten. Sommige mensen uit het Zuiden zijn nog steeds overtuigd van hun superieuriteit en geloven net als tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog dat God hen zal steunen in een heilige zaak. Gesloten kleine gemeenschappen leven er in relatieve afzondering en verzetten zich met hand en tand tegen initiatieven van de overheid. Zwarten, homofielen, en niet-kerkelijken hebben het in die gebieden niet makkelijk.
Verdedigende Zuidelijke troepen.
Literatuurlijst
Boeken uit de bibliotheek:
? J. ter Haar, de geschiedenis van Noord-Amerika, Voorhoeve, 1999, 225 t/m 260
? kaspi, geschiedenis van de Verenigde staten van Amerika, Utrecht, 1988
? j.a. van oudheusden, de Amerikaanse geschiedenis in een notendop, Amsterdam, 2000
? j.w. schulte nordholt, triomf en tragiek van de vrijheid: de geschiedenis van de Verenigde staten van Amerika, Amsterdam, 1988
? p. dal; h. barnitzke, landen van de wereld: Amerika, Vianen, 2002
Boek van onze begeleider bij het PWS
? l.g. dalhuisen, Sprekend Verleden, ??., 1980
Informatie van internetsites:
? http://www.americaslibrary.gov/cgi-bin/page.cgi/jb/1860-1865
http://www.theunitedstatesofamerica.myweb.nl/geschiedenis/geschiedenis.htm deze sites hebben we ook bezocht, maar onder andere deze sites zijn engels dus moesten we alles vertalen.
? http://www.whitehouse.gov/WH/glimpse/presidents/html/a116.html
http://xroads.virginia.edu/~CAP/LEE/lee1.html deze twee sites met nog een paar andere heb ik gevonden via http://www.altavista.nl.html dit is een zoekprogramma.
? http://Geschiedenis.pagina.nl.html via deze site heb ik ook verschillende sites over de Amerikaanse Burgeroorlog gevonden
Plaatjes van internetsites:
? http://www.altavista.nl.html als je op deze site op afbeeldingen drukt en bijvoorbeeldAmerikaanse Burgeroorlog intypt, dan krijg je verschillende plaatjes die te maken hebben met de Amerikaanse Burgeroorlog. Je komt dan soms ook op een site terecht, maar die heb ik dan niet gebruikt als informatie, of de site moet er bij ?informatie van internetsites? bij staan. Hier heb ik bijna alle plaatjes vandaan.
Andere informatiebronnen:
? Encarta cd-rom.
? Spectrum cd-rom van de overbuurjongen van Erwin.
Het Werkverslag
In het gele boekje over het PWS staat dat je een werkverslag in moet leveren, dit doen we dus nu ook. Er staat niet bij dat je dan je logboek die je onder het proces hebt geschreven er ook bij moet voegen, dit hebben we dus ook niet gedaan.
Datum Bezigheden Duur
17-8-02 Onderwerp kiezen 1 uur
22-8-02 Bekijken en zoeken
van informatie 2 uur
26-8-02 Zoeken in de bieb van
informatie 3 uur
29-8-02 Zoeken op internet naar
Informatie 2 uur
1-9-02 Maken van hoofdvraag en
deelvragen 3 uur
15-9-02 Beantwoorden van enkele
Deelvragen 3,5 uur
29-9-02 Deelvragen allemaal af
en uitgetyped 5 uur
14-10-02 Beginnen met de hoofdvraag 3 uur
25-10-02 Beantwooord gedeeltelijk
de hoofdvraag 3 uur
1-11-02 Hoofdvraag af en uitgetyped 3 uur
27-11-02 Verbeteren van sommige
foute stukken 2 uur
15-12-02 Meer informatie zoeken
en fouten eruit halen 4 uur
23-12-02 Overleg met de docent 2 uur
15-1-03 Alles in de juiste volgorde
plaatsen. 2 uur
22-1-03 Lay-out maken en het
voorwoord 2 uur
15-2-03 Het geheel afsluiten met
nog een paar verbeteringen 2 uur
28-2-03 Verslag inleveren 1 min
Briefje van 5 dollar.
Handige opties
- Werkstukken over:De Amerikaanse Burgeroorlog