Werkstuk: China
Inhoudsopgave
* De geschiedenis van China in het algemeen
* Keizers
* Het Volk
* Het land
* Het Schrift
* Het Boeddhisme
* De Boekdrukkunst, andere kunsten en een muurtje
* Slot woord
Officielle naam; Zhongua Remin Gongheguo
Oppervlakte; 90536.499 km² (233 x nederland)
Inwoners; 1.1 miljard ( 75 x zoveel als nederland)
Hoofdstad; Beijing (Peking)
Munteenheid; yuan
De geschiedenis van China
Samen met Mesopotamië, Egypte, het oude Griekenland en India, is China een van de oudste beschavingen ter wereld.
Het oude China schonk de wereld veel belangrijke uitvindingen, zoals papier, de boekdrukkunst, het kompas en het buskruit.
Veel dingen in je leven komen oorspronkelijk uit China zoals, vuurwerk, het schaakspel, vliegers, paraplu en porselein.
China heeft ook dingen van andere culturen overgenomen, zoals glas en tabak.
In de negentiende eeuw dachten westerse geneeskundigen dat mensen ongeveer 5000 jaar geleden vanuit Mesopotamië naar China waren getrokken.
Archeologen hebben nu echter in heel China sporen van menselijke activiteit gevonden uit alle tijdperken.
De Bronstijd in China begon zo rond 3000 jaar voor Christus.
In tegenstelling tot de Bronstijd in Europa, maakten de Chinezen weinig bronzen landbouwwerktuigen.
Ze leden zich meer toe op het maken van fijn afgewerkte bronzen voorwerpen, die ze gebruikten bij hun religieuze ceremonies.
In ongeveer 1600 jaar voor Christus vestigden de Sjang hun heermaatschappij in het Chinees Laagland.
De Sjang wisselden menigmaal van hoofdstad en kozen uiteindelijk voor Anyang, in de provincie Henan.
Ze bouwden paleizen, koningsgraven en werkplaatsen voor het maken van bronzen wapens n andere voorwerpen.
Veel Sjang-bronzen hebben een opvallend maskerpatroon met 2 ogen, een zogenaamde t'au-t'iè.
De Sjang bezaten veel koloniën en voerden regelmatig oorlog.
In het midden van de elfde eeuw voor Christus werd de Sjang verslagen door de Tsjow uit Noordwest-China
Keizers
Het tijdperk van de Strijdende Staten eindigde in 221 voor Christus, toen de Tj'in-straat in het noordwesten van China erin slaagde om het hele land te verenigen.
De koning van Tj'in werd vervolgens de eerste keizer
Sje Hwang-ti (hij leefde van 259 tot 210 voor Christus) van China
Hij heerste van 221 tot 210 voor Christus.
Om de touwtjes strakker in handen te krijgen, gaf Tj'in Sje Hwang-ti het bevel om alle boeken en filosofische geschriften te verbranden en 500 geleerden levend te begraven.
Hij bouwde weelderige paleizen, richtte stenen gedenkplaten op die zijn presentaties verheerlijkten en reisde door heel China.
Tj'in Sje Hwang-ti geloofde dat het mogelijk was om een eeuw te leven.
Hij stuurde honderden jongens en meisjes de zee op om te zoeken naar de plant van het lange leven.
Ze verdronken echter allemaal en Tj'in Sje Hwang-ti werd slechts 49 jaar.
Hij stierf tijdens een rond reis door China en zijn dood werd weken lang geheim gehouden, totdat de stank van zijn lichaam overweldigend was.
Amper 4 jaar na de dood van Tj'in Sje Hhang-ti, in 206 voor Christus werd de Tj'in-dynastie (Een dynastie is een reeks van verwante heersers) omvergeworpen door een boerenstad.
Het volk
Er wonen meer dan 1,1 miljard mensen in China.
De Chinezen vormen dus ongeveer 20% van de hele wereld bevolking.
Hoewel deze mensen allemaal uit China komen, maken veel van hen ook een deel uit van etnische minderheden, zoals de Oejgoeren, Mongolen en de Miao (dit zijn volkeren).
Ze hebben elk hun eigen taal maar die lijkt veel op de taal waar het volk van afstamt (in dit geval China dus).
Maar ook hebben zijn hun eigen tradities en gewoonten.
Sommige volkeren wonen in de grensgebieden van China, zoals de Jinuo en Wa van het hooggebergte in Zuidwest-China.
In 1929 vond een jonge Chinese archeoloog, Pei Wenzhong(1904 - 1982) een 500.000 jaar oude
mensenschedel die hij Pekingmens noemde.
De Pekingmens woonde in grotten in Tsjow-k'ow-tièn, een heuvelachtig gebied nabij China's tegenwoordige hoofdstad Peking.
We weten dat mensen honderdduizenden jaren geleden stenen werktuigen maakten en vuur gebruikten om te koken en zichzelf te beschermen tegen de kou.
500.000 jaar geleden werd Tsjow-k'ow-tièn omringd door rivieren en steppen.
In de struiken en bossen leefden wilde dieren en de eerste mensen jaagden op herten in het wouden verzamelde boomvruchten om te overleven.
Ongeveer 7000 jaar geleden waren er overal in de Gele Riviervallei veel boerendorpen te vinden.
De bewoners van deze dorpen gebruikten gladde stenen werktuigen en verbouwden gierst, tarwe en gerst.
Ze haalden vruchten uit het bos en vissen uit de rivier.
Ze hielden huiddieren, zoals varkens en honden, en maakten potten van aarde werk om hun voedsel in te bewaren.
Ze versierden hun aardewerk met prachtige tekeningen van planten, dieren en mensen.
Omdat er stoffelijke resten van mensen zijn opgegraven, weten we dat waneer iemand doodging, hij of zij werd begraven op een openbaar kerkhof achter de huizen van het dorp.
Het land
China is op 2 na het grootste land ter wereld en is groter dan heel Europa.
Omdat het zo enorm groot is, is het verdeeld in 22 gebieden, zogenaamde provincies, die onder toezicht staan van een plaatselijk bestuur.
Deze plaatselijke besturen brengen verslag uit bij de centrale regering in de hoofdstad Peking of Beijing.
1 enkele Chinese provincie is vaak groter dan 1 Europees land.
Het landschap verschilt enorm in uiteenlopende delen van China.
Van oudsher reisde het Chinese volk langs een noordoostelijke route naar Rusland, Mongolië, Korea en het overzeese Japan.
De langste rivieren in China, Yangzi Jiang en de Gele Rivier, ontspringen in het Kunlungebergte in het westen en stromen oostwaarts naar de Stille Oceaan.
De Chinese kust loopt tot 12.000 kilometer langs deze oceaan en de belangrijke havensteden, zoals Kanton en Sjanghai, deze vormen al eeuwenlang de toegangspoort tot de Stille Oceaan en de rest van de wereld.
Het Schrift
In Anyang is vroeg Chinees schrift aangetroffen, gegrift in beenderen.
Hoewel er enkele oudere inscripties zijn gevonden op neolithische (dat betekent de periode van 9000 tot 6000 jaar voor Christus) aardewerk laten deze zien deze beenderen het eerste bewaard gebleven voorbeeld van de Chinese schrijftaal.
Sommige woorden, die in beenderen van ossen en schilden van schildpadden zijn gekerfd, verwijzen naar religie, anderen historische verslagen.
Als de Sjangkorting wilde weten wat voor weer het werd, maakten zijn raadsmannen scheuren in een van tevoren geprepareerd dierenbot, of soms wel meerdere botten, met behulp van een verhitte staaf.
Vervolgens lazen ze de scheuren: Morgen wordt een mooie dag, geen regen.
Of andersom.
Morgen wordt een slechte dag, het gaat regenen.
De informatie werd op de beenderen geschreven en bewaar om in de toekomst te kunnen raad plegen.
Het Boeddhisme
Het Boeddhisme werd tijdens de eerste eeuw na Christus vanuit India het land in gebracht.
Deze godsdienst werd gesticht door ene Siddhatra Gautama, dat was een prins die rond 560 voor Christus werd geboren.
Siddharta leefde met zijn vader in groot luxe, maar toch was hij heel erg ongelukkig met zijn leven.
Toen hij 29 jaar was, deed hij afstand van zijn rijkdom en trok naar India.
Hij bestede de andere 44 jaar van zijn leven aan prediken.
Als hij predikte dan had hij het over dat je alles met vrienden moet delen en geen geweld in je leven moet gebruiken.
Het doel van het boeddhisme is om als je die in de put zit dat beter te maken (ik kan het niet zo goed uitleggen).
Van 100 tot 800 na Christus was het Boeddhisme erg populair in China.
De keizer wou meer te weten komen over het boeddhisme dus stuurde hij zijn ambtenaar naar centraal Azië.
Die nacht had hij een droom dat hij heel rijk zou gaan
Toen hij de volgende ochtend wakker werd vroeg hij aan zijn priesters wat die droom betekende, en hij kreeg te horen dat hij Boeddha de god van het westen had gezien.
Een paar maanden later kwam de ambtenaar van de keizer terug met Boeddhistische heilige geschriften ( dat zijn papieren die bedrukt zijn ) en 2 Boeddhistische monniken.
De keizer was erg blij dat hij terug kwam en heeft veel van de monniken geleerd en geloofde in Boeddha.
Voordat de boekdrukkunst werd uitgevonden moesten alle boeken met de hand geschreven worden.
Maar in de zeventiende eeuw vonden de Chinezen blokdrukkunst uit. De tekst werd eerst op een dun vel papier geschreven en daarna omgekeerd en op een houten plaat vastgelijmd.
De tekens letters of woorden werden gesneden om een houten drukplaat te maken, die daarna werd gebruikt om de tekst af te drukken.
Blok druk nam veel tijd in beslag, omdat voor elke bladzijde een nieuw blok moest worden gemaakt.
Deze uitvinding was toen net zo populair als bij ons nu de computer is.
Een andere uit vinding is het porselein.
Het porselein is zo beroemd geworden om zijn schoonheid en de manier waarop het gemaakt werd gemaakt.
In de potterbakkersoven van Longquan.
Daar konden wel 20.000 tot 25.000 per keer worden gebakken.
In de elfde eeuw werd het porselein ook in Centraal Azië bekend.
Bij de Europeanen pas in de vijftiende eeuw.
Het buskruit is ook door de Chinezen uitgevonden in de dertiende eeuw.
Buskruit is een mengesel van salpeter, zwavel en houtskool.
Het is door wapenmakers in de tiende eeuw uitgevonden.
In het midden van de dertiende eeuw leerden de Arabieren van de Chinezen hoe ze buskruit moesten maken, dat door hen het Chinese sneeuw werd genoemd.
De Europeanen leerde buskruit maken van de Arabieren.
Ook heel erg bekend is de Chinese muur.
Met 2500 km is hij de langste muur van de wereld.
Hij is gebouwd om de mensen te verdedigen.
Nu is hij op een paar plaatsen onderbroken maar hij trekt elk jaar nog heel veel bezoekers.
* De geschiedenis van China in het algemeen
* Keizers
* Het Volk
* Het land
* Het Schrift
* Het Boeddhisme
* De Boekdrukkunst, andere kunsten en een muurtje
* Slot woord
Officielle naam; Zhongua Remin Gongheguo
Oppervlakte; 90536.499 km² (233 x nederland)
Inwoners; 1.1 miljard ( 75 x zoveel als nederland)
Hoofdstad; Beijing (Peking)
Munteenheid; yuan
De geschiedenis van China
Samen met Mesopotamië, Egypte, het oude Griekenland en India, is China een van de oudste beschavingen ter wereld.
Het oude China schonk de wereld veel belangrijke uitvindingen, zoals papier, de boekdrukkunst, het kompas en het buskruit.
Veel dingen in je leven komen oorspronkelijk uit China zoals, vuurwerk, het schaakspel, vliegers, paraplu en porselein.
China heeft ook dingen van andere culturen overgenomen, zoals glas en tabak.
In de negentiende eeuw dachten westerse geneeskundigen dat mensen ongeveer 5000 jaar geleden vanuit Mesopotamië naar China waren getrokken.
Archeologen hebben nu echter in heel China sporen van menselijke activiteit gevonden uit alle tijdperken.
De Bronstijd in China begon zo rond 3000 jaar voor Christus.
In tegenstelling tot de Bronstijd in Europa, maakten de Chinezen weinig bronzen landbouwwerktuigen.
Ze leden zich meer toe op het maken van fijn afgewerkte bronzen voorwerpen, die ze gebruikten bij hun religieuze ceremonies.
In ongeveer 1600 jaar voor Christus vestigden de Sjang hun heermaatschappij in het Chinees Laagland.
De Sjang wisselden menigmaal van hoofdstad en kozen uiteindelijk voor Anyang, in de provincie Henan.
Ze bouwden paleizen, koningsgraven en werkplaatsen voor het maken van bronzen wapens n andere voorwerpen.
Veel Sjang-bronzen hebben een opvallend maskerpatroon met 2 ogen, een zogenaamde t'au-t'iè.
De Sjang bezaten veel koloniën en voerden regelmatig oorlog.
In het midden van de elfde eeuw voor Christus werd de Sjang verslagen door de Tsjow uit Noordwest-China
Keizers
Het tijdperk van de Strijdende Staten eindigde in 221 voor Christus, toen de Tj'in-straat in het noordwesten van China erin slaagde om het hele land te verenigen.
De koning van Tj'in werd vervolgens de eerste keizer
Sje Hwang-ti (hij leefde van 259 tot 210 voor Christus) van China
Hij heerste van 221 tot 210 voor Christus.
Om de touwtjes strakker in handen te krijgen, gaf Tj'in Sje Hwang-ti het bevel om alle boeken en filosofische geschriften te verbranden en 500 geleerden levend te begraven.
Hij bouwde weelderige paleizen, richtte stenen gedenkplaten op die zijn presentaties verheerlijkten en reisde door heel China.
Tj'in Sje Hwang-ti geloofde dat het mogelijk was om een eeuw te leven.
Hij stuurde honderden jongens en meisjes de zee op om te zoeken naar de plant van het lange leven.
Ze verdronken echter allemaal en Tj'in Sje Hwang-ti werd slechts 49 jaar.
Hij stierf tijdens een rond reis door China en zijn dood werd weken lang geheim gehouden, totdat de stank van zijn lichaam overweldigend was.
Amper 4 jaar na de dood van Tj'in Sje Hhang-ti, in 206 voor Christus werd de Tj'in-dynastie (Een dynastie is een reeks van verwante heersers) omvergeworpen door een boerenstad.
Het volk
Er wonen meer dan 1,1 miljard mensen in China.
De Chinezen vormen dus ongeveer 20% van de hele wereld bevolking.
Hoewel deze mensen allemaal uit China komen, maken veel van hen ook een deel uit van etnische minderheden, zoals de Oejgoeren, Mongolen en de Miao (dit zijn volkeren).
Ze hebben elk hun eigen taal maar die lijkt veel op de taal waar het volk van afstamt (in dit geval China dus).
Maar ook hebben zijn hun eigen tradities en gewoonten.
Sommige volkeren wonen in de grensgebieden van China, zoals de Jinuo en Wa van het hooggebergte in Zuidwest-China.
In 1929 vond een jonge Chinese archeoloog, Pei Wenzhong(1904 - 1982) een 500.000 jaar oude
mensenschedel die hij Pekingmens noemde.
De Pekingmens woonde in grotten in Tsjow-k'ow-tièn, een heuvelachtig gebied nabij China's tegenwoordige hoofdstad Peking.
We weten dat mensen honderdduizenden jaren geleden stenen werktuigen maakten en vuur gebruikten om te koken en zichzelf te beschermen tegen de kou.
500.000 jaar geleden werd Tsjow-k'ow-tièn omringd door rivieren en steppen.
In de struiken en bossen leefden wilde dieren en de eerste mensen jaagden op herten in het wouden verzamelde boomvruchten om te overleven.
Ongeveer 7000 jaar geleden waren er overal in de Gele Riviervallei veel boerendorpen te vinden.
De bewoners van deze dorpen gebruikten gladde stenen werktuigen en verbouwden gierst, tarwe en gerst.
Ze haalden vruchten uit het bos en vissen uit de rivier.
Ze hielden huiddieren, zoals varkens en honden, en maakten potten van aarde werk om hun voedsel in te bewaren.
Ze versierden hun aardewerk met prachtige tekeningen van planten, dieren en mensen.
Omdat er stoffelijke resten van mensen zijn opgegraven, weten we dat waneer iemand doodging, hij of zij werd begraven op een openbaar kerkhof achter de huizen van het dorp.
Het land
China is op 2 na het grootste land ter wereld en is groter dan heel Europa.
Omdat het zo enorm groot is, is het verdeeld in 22 gebieden, zogenaamde provincies, die onder toezicht staan van een plaatselijk bestuur.
Deze plaatselijke besturen brengen verslag uit bij de centrale regering in de hoofdstad Peking of Beijing.
1 enkele Chinese provincie is vaak groter dan 1 Europees land.
Het landschap verschilt enorm in uiteenlopende delen van China.
Van oudsher reisde het Chinese volk langs een noordoostelijke route naar Rusland, Mongolië, Korea en het overzeese Japan.
De langste rivieren in China, Yangzi Jiang en de Gele Rivier, ontspringen in het Kunlungebergte in het westen en stromen oostwaarts naar de Stille Oceaan.
De Chinese kust loopt tot 12.000 kilometer langs deze oceaan en de belangrijke havensteden, zoals Kanton en Sjanghai, deze vormen al eeuwenlang de toegangspoort tot de Stille Oceaan en de rest van de wereld.
Het Schrift
In Anyang is vroeg Chinees schrift aangetroffen, gegrift in beenderen.
Hoewel er enkele oudere inscripties zijn gevonden op neolithische (dat betekent de periode van 9000 tot 6000 jaar voor Christus) aardewerk laten deze zien deze beenderen het eerste bewaard gebleven voorbeeld van de Chinese schrijftaal.
Sommige woorden, die in beenderen van ossen en schilden van schildpadden zijn gekerfd, verwijzen naar religie, anderen historische verslagen.
Als de Sjangkorting wilde weten wat voor weer het werd, maakten zijn raadsmannen scheuren in een van tevoren geprepareerd dierenbot, of soms wel meerdere botten, met behulp van een verhitte staaf.
Vervolgens lazen ze de scheuren: Morgen wordt een mooie dag, geen regen.
Of andersom.
Morgen wordt een slechte dag, het gaat regenen.
De informatie werd op de beenderen geschreven en bewaar om in de toekomst te kunnen raad plegen.
Het Boeddhisme
Het Boeddhisme werd tijdens de eerste eeuw na Christus vanuit India het land in gebracht.
Deze godsdienst werd gesticht door ene Siddhatra Gautama, dat was een prins die rond 560 voor Christus werd geboren.
Siddharta leefde met zijn vader in groot luxe, maar toch was hij heel erg ongelukkig met zijn leven.
Toen hij 29 jaar was, deed hij afstand van zijn rijkdom en trok naar India.
Hij bestede de andere 44 jaar van zijn leven aan prediken.
Als hij predikte dan had hij het over dat je alles met vrienden moet delen en geen geweld in je leven moet gebruiken.
Het doel van het boeddhisme is om als je die in de put zit dat beter te maken (ik kan het niet zo goed uitleggen).
Van 100 tot 800 na Christus was het Boeddhisme erg populair in China.
De keizer wou meer te weten komen over het boeddhisme dus stuurde hij zijn ambtenaar naar centraal Azië.
Die nacht had hij een droom dat hij heel rijk zou gaan
Toen hij de volgende ochtend wakker werd vroeg hij aan zijn priesters wat die droom betekende, en hij kreeg te horen dat hij Boeddha de god van het westen had gezien.
Een paar maanden later kwam de ambtenaar van de keizer terug met Boeddhistische heilige geschriften ( dat zijn papieren die bedrukt zijn ) en 2 Boeddhistische monniken.
De keizer was erg blij dat hij terug kwam en heeft veel van de monniken geleerd en geloofde in Boeddha.
Voordat de boekdrukkunst werd uitgevonden moesten alle boeken met de hand geschreven worden.
Maar in de zeventiende eeuw vonden de Chinezen blokdrukkunst uit. De tekst werd eerst op een dun vel papier geschreven en daarna omgekeerd en op een houten plaat vastgelijmd.
De tekens letters of woorden werden gesneden om een houten drukplaat te maken, die daarna werd gebruikt om de tekst af te drukken.
Blok druk nam veel tijd in beslag, omdat voor elke bladzijde een nieuw blok moest worden gemaakt.
Deze uitvinding was toen net zo populair als bij ons nu de computer is.
Een andere uit vinding is het porselein.
Het porselein is zo beroemd geworden om zijn schoonheid en de manier waarop het gemaakt werd gemaakt.
In de potterbakkersoven van Longquan.
Daar konden wel 20.000 tot 25.000 per keer worden gebakken.
In de elfde eeuw werd het porselein ook in Centraal Azië bekend.
Bij de Europeanen pas in de vijftiende eeuw.
Het buskruit is ook door de Chinezen uitgevonden in de dertiende eeuw.
Buskruit is een mengesel van salpeter, zwavel en houtskool.
Het is door wapenmakers in de tiende eeuw uitgevonden.
In het midden van de dertiende eeuw leerden de Arabieren van de Chinezen hoe ze buskruit moesten maken, dat door hen het Chinese sneeuw werd genoemd.
De Europeanen leerde buskruit maken van de Arabieren.
Ook heel erg bekend is de Chinese muur.
Met 2500 km is hij de langste muur van de wereld.
Hij is gebouwd om de mensen te verdedigen.
Nu is hij op een paar plaatsen onderbroken maar hij trekt elk jaar nog heel veel bezoekers.