Werkstuk: Boeddhisme
Boeddhisme is een hele oude godsdienst, ontstaan zo rond 560 v. Chr. Toch is deze godsdienst heel modern. Steeds meer (moderne) mensen raken geïnteresseerd in deze godsdienst. Bijvoorbeeld beroemdheden als zangeres Tina Turner, acteur Richard Gere en voetballer Roberto Baggio en -het meest recente- Madonna.
Misschien om dat het boeddhisme is géén religie zoals wij die in het westen kennen; het doet geen beroep op het bovennatuurlijke, sancties en goden. Hemelse bestraffing of beloning komen niet voor. En je hoeft niemand te vereren, wat men tegenwoordig niet graag doet.
In de leer van Boeddha worden alle ethische normen niet bepaald door een godheid of oerkracht die meer is dan mensheid, maar door ons eigen handelen.
Het boeddhisme kan dus beter worden beschouwd als een combinatie van religie, filosofie en psychologie. Mensen hoeven dus geen offers te brengen of tijd in hun religie voor God, maar voor hun zelf. Zodat ze zich zelf een beter en vrediger mens voelen.
Het boeddhistische denken is optimistisch, er zijn geen geboden of verboden. En het probeert de mens te bevrijden uit zijn lijden, door de oorzaken van het lijden te vinden en die teniet te doen.
Wie is Boeddha?
Als er geen God is, wie is Boeddha dan? Boeddha is het grote voorbeeld van de boeddhisten. Boeddha was 560 voor Christus geboren. Hij was de troonopvolger van een klein koninkrijk aan de voet van de uitlopers van het Himalaya-gebergte. De koning gaf hem alles wat zijn hartje begeerde. Boeddha hoorde van zijn onderdanen dat er ook een wereld buiten het paleis was. Daar wilde Boeddha graag naartoe. Om zijn zoon te behoeden, liet de koning alle zieken en ouden van de straat af halen. Maar Boeddha zag toch van elk één en bedacht dat hij ook ziek en oud zou worden. En dat iedereen dat zou worden. Daar werd hij bang van en depressief en na een tijdje ontdekte hij dat de arme mensen met dat idee konden leven door zich ermee te verzoenen. Dus Boeddha ging onder een boom zitten en confronteerde zichzelf met de doodsangst. Hij begon zijn zoektocht naar verlichting van zijn angst voor het leven.
Hij zag yogi's zichzelf kwellen en probeerde dat uit. Hij ging langs de rivier zitten en hongerde zichzelf uit. Totdat hij bewusteloos raakte. Een meisje uit het dorp gaf hem toen wat te eten en toen hij weer op krachten kwam, ontdekte hij dat hij nu nog niets was opgeschoten.
Hij besloot het opnieuw te proberen, door comfortabel onder de boom te gaan zitten en kwam tot de conclusie dat het leven een kringloop is: je gaat dood en wordt weer opnieuw geboren, wat is het nut ervan? De aarde is maar materieel, je zult er nooit volmaaktheid vinden, er is altijd angst en lijden. De kringloop noemt hij samsara, hij gelooft dat je pas echt gelukkig kunt zijn door die kringloop te verbreken en volmaakt gelukkig zijn. De volgende dag zag Boeddha alles met andere ogen, hij vereerde alles wat hij zag en voelde zich heerlijk. Hij genoot van het wonder dat hij, en de rest van wereld bestond en dat was het grootste plezier wat hij ooit had meegemaakt. Hij voelde zich verlicht, en zo werd hij ook genoemd: Boeddha, de verlichte.
Iedereen hoorde over wat Boeddha had ondervonden en sommigen ervaarden het ook zelf en gingen zich veel daarmee bezig houden. Nu zijn er nog steeds veel boeddhisten.
Wie ben ik?
Alhoewel het boeddhisme zo op jouzelf gericht is, kent het geen 'ziel' of 'zelf'. Het is juist zo dat je bij het boeddhisme méér dan alleen ?jij' bent.
In de boeddhistische voorstelling beperkt je je niet tot het menselijk geslacht, maar trekt heel de kosmos mee in een relatie met jou.
Ik zal het uitleggen:
Wat wij onder een 'auto' verstaan, is welbeschouwd een samenstel van verschillende onderdelen: carrosserie, stoelen, stuur, moter, wielen, enzovoorts. Voor boeddhisten is het begrip 'auto' daarom niet meer dan een woord, een naam, een predikaat zonder dat er een realiteit is die ermee overeenkomt.
Volgens de 'leer van de zelfloosheid' gaat deze vergelijking ook op met de mens. Een persoon is opgebouwd uit vier afzonderlijke delen:
-vorm: het menselijk lichaam,
-gevoel: lichamelijke of mentale gevoelens, die plezierig, onplezierig of neutraal kunnen zijn en veroorzaakt worden door contact van de zintuigen met andere objecten.
-impulsen, zoals hebzucht, haat, neigingen, wilsuitingen,
-het bewustzijn, als resultaat van waarnemingen van de zintuigen.
Wat we gewoonlijk een 'persoon' noemen, is volgens het boeddhisme de leer van het voorwaardelijk ontstaan niet meer dan een proces
van continu ontstaan en verdwijnen, zonder dat er een zelf of ziel achter zit. Ons ego is niet meer dan een illusie, net zoals auto maar een woord is.
Je bent zelf maar een onderdeel van een hele grote kringloop. En alles wat je meemaakt is een reactie op de daden die je eerder gepleegd hebt. Als je vroeger steelde, wordt je nu gestraft. Als je vroeger lief was, wordt je nu beloont.
Omdat boeddhisten dus mensen niet als bedreiging, maar als een gedeelte van hun omgeving (die je aanbidden) zien, nemen dan ook niet zo snel iemand iets kwalijk en hebben een diep verlangen om zachtmoedig en vreedzaam te zijn. Ze hebben ook nog nooit in de wereldgeschiedenis godsdienstoorlog ontketend. Want ze zien oorlog en haat als lijden. En niemand wilt lijden. Als je een leven zonder lijden hebt, ben je verlicht, en daar streven ze naar.
Verlossing van lijden
Het leven bestaat uit allerlei vormen van lijden: pijn, verdriet, afgunst, haat, noem maar op. Dit lijden komt niet door god, maar door de mens zelf. Dat betekent ook dat de mens er zich van kan bevrijden. Je lijden wordt volgens Boeddha veroorzaakt door negatieve emoties als: angst, pijn en haat. Haat kan opgelost worden door niemand te haten, daarom zijn boeddhisten zo vreedzaam. Angst en pijn kunnen opgelost worden door. ?verlicht' te worden, zoals Boeddha. Dat kan gebeuren door meditatie en door je te houden aan de leer van Boeddha.
Het verlicht worden heet Nirvana, het is hoogste goed in het boeddhisme. Het is de bevrijding uit samsara, de eeuwige cyclus van wedergeboorten. Nirvana is een staat waarin de vlam van de levensdorst geheel gedoofd is. Door het ego los te laten wordt de werkelijkheid in haar onverhulde
volheid gezien. Het is een verzoening met het bestaan zoals het in werkelijkheid is, voorbij onze eigen beperkte en vooringenomen beleving ervan.
Mijn mening
Ik vind het boeddhisme een mooie godsdienst. Dat vind ik omdat het op jezelf is gericht. Als je goed gelooft, krijg je een beloning, en niet pas als je dood gaat, nee, gelijk nu.
In het boeddhisme draait alles om het bewust worden van jezelf in de wereld en daar draait het leven toch om?
Ik vind boeddhisme ook een mooie godsdienst omdat als je boeddhistisch bent, je vreedzaam denkt. Als de hele wereld nou boeddhistisch zou zijn, zouden er geen oorlogen meer uitbreken en zou iedereen tevreden zijn met wat hij heeft, nl. zichzelf en de wereld.
Nog een reden is dat je geen angst hoeft te hebben en dat je tot niks wordt verplicht. In veel godsdiensten houden mensen zich aan de voorschriften van god, niet alleen omdat ze graag een beloning willen, maar ook omdat ze bang zijn, voor de hel bijvoorbeeld. In het boeddhisme komt geen angst voor.
Nu ik een werkstuk over boeddhisme heb gemaakt, interesseert het me veel meer. Ik vind veel gedachtes van mijzelf en mijn vriend(inn)en terug in de leer van boeddha. Soms houd ik ook van alles om me heen. Soms denk ik ook: een mens is eigenlijk alleen maar een chemische reactie.
Het boeddhisme kan voor veel mensen goed zijn: voor armen die niks hebben en voor rijke welvarenden, die (bijna) alles hebben, maar nog iets missen, meer voldoening in hun leven. En je hoeft dan niet gelijk fanatiek boeddhistisch worden, maar gewoon er af en toe over nadenken zodat je af en toe plotseling heel erg blij bent met alles om je heen. En -al is het dan maar voor een klein moment- je volmaakt gelukkig bent.
Misschien om dat het boeddhisme is géén religie zoals wij die in het westen kennen; het doet geen beroep op het bovennatuurlijke, sancties en goden. Hemelse bestraffing of beloning komen niet voor. En je hoeft niemand te vereren, wat men tegenwoordig niet graag doet.
In de leer van Boeddha worden alle ethische normen niet bepaald door een godheid of oerkracht die meer is dan mensheid, maar door ons eigen handelen.
Het boeddhisme kan dus beter worden beschouwd als een combinatie van religie, filosofie en psychologie. Mensen hoeven dus geen offers te brengen of tijd in hun religie voor God, maar voor hun zelf. Zodat ze zich zelf een beter en vrediger mens voelen.
Het boeddhistische denken is optimistisch, er zijn geen geboden of verboden. En het probeert de mens te bevrijden uit zijn lijden, door de oorzaken van het lijden te vinden en die teniet te doen.
Wie is Boeddha?
Als er geen God is, wie is Boeddha dan? Boeddha is het grote voorbeeld van de boeddhisten. Boeddha was 560 voor Christus geboren. Hij was de troonopvolger van een klein koninkrijk aan de voet van de uitlopers van het Himalaya-gebergte. De koning gaf hem alles wat zijn hartje begeerde. Boeddha hoorde van zijn onderdanen dat er ook een wereld buiten het paleis was. Daar wilde Boeddha graag naartoe. Om zijn zoon te behoeden, liet de koning alle zieken en ouden van de straat af halen. Maar Boeddha zag toch van elk één en bedacht dat hij ook ziek en oud zou worden. En dat iedereen dat zou worden. Daar werd hij bang van en depressief en na een tijdje ontdekte hij dat de arme mensen met dat idee konden leven door zich ermee te verzoenen. Dus Boeddha ging onder een boom zitten en confronteerde zichzelf met de doodsangst. Hij begon zijn zoektocht naar verlichting van zijn angst voor het leven.
Hij zag yogi's zichzelf kwellen en probeerde dat uit. Hij ging langs de rivier zitten en hongerde zichzelf uit. Totdat hij bewusteloos raakte. Een meisje uit het dorp gaf hem toen wat te eten en toen hij weer op krachten kwam, ontdekte hij dat hij nu nog niets was opgeschoten.
Hij besloot het opnieuw te proberen, door comfortabel onder de boom te gaan zitten en kwam tot de conclusie dat het leven een kringloop is: je gaat dood en wordt weer opnieuw geboren, wat is het nut ervan? De aarde is maar materieel, je zult er nooit volmaaktheid vinden, er is altijd angst en lijden. De kringloop noemt hij samsara, hij gelooft dat je pas echt gelukkig kunt zijn door die kringloop te verbreken en volmaakt gelukkig zijn. De volgende dag zag Boeddha alles met andere ogen, hij vereerde alles wat hij zag en voelde zich heerlijk. Hij genoot van het wonder dat hij, en de rest van wereld bestond en dat was het grootste plezier wat hij ooit had meegemaakt. Hij voelde zich verlicht, en zo werd hij ook genoemd: Boeddha, de verlichte.
Iedereen hoorde over wat Boeddha had ondervonden en sommigen ervaarden het ook zelf en gingen zich veel daarmee bezig houden. Nu zijn er nog steeds veel boeddhisten.
Wie ben ik?
Alhoewel het boeddhisme zo op jouzelf gericht is, kent het geen 'ziel' of 'zelf'. Het is juist zo dat je bij het boeddhisme méér dan alleen ?jij' bent.
In de boeddhistische voorstelling beperkt je je niet tot het menselijk geslacht, maar trekt heel de kosmos mee in een relatie met jou.
Ik zal het uitleggen:
Wat wij onder een 'auto' verstaan, is welbeschouwd een samenstel van verschillende onderdelen: carrosserie, stoelen, stuur, moter, wielen, enzovoorts. Voor boeddhisten is het begrip 'auto' daarom niet meer dan een woord, een naam, een predikaat zonder dat er een realiteit is die ermee overeenkomt.
Volgens de 'leer van de zelfloosheid' gaat deze vergelijking ook op met de mens. Een persoon is opgebouwd uit vier afzonderlijke delen:
-vorm: het menselijk lichaam,
-gevoel: lichamelijke of mentale gevoelens, die plezierig, onplezierig of neutraal kunnen zijn en veroorzaakt worden door contact van de zintuigen met andere objecten.
-impulsen, zoals hebzucht, haat, neigingen, wilsuitingen,
-het bewustzijn, als resultaat van waarnemingen van de zintuigen.
Wat we gewoonlijk een 'persoon' noemen, is volgens het boeddhisme de leer van het voorwaardelijk ontstaan niet meer dan een proces
van continu ontstaan en verdwijnen, zonder dat er een zelf of ziel achter zit. Ons ego is niet meer dan een illusie, net zoals auto maar een woord is.
Je bent zelf maar een onderdeel van een hele grote kringloop. En alles wat je meemaakt is een reactie op de daden die je eerder gepleegd hebt. Als je vroeger steelde, wordt je nu gestraft. Als je vroeger lief was, wordt je nu beloont.
Omdat boeddhisten dus mensen niet als bedreiging, maar als een gedeelte van hun omgeving (die je aanbidden) zien, nemen dan ook niet zo snel iemand iets kwalijk en hebben een diep verlangen om zachtmoedig en vreedzaam te zijn. Ze hebben ook nog nooit in de wereldgeschiedenis godsdienstoorlog ontketend. Want ze zien oorlog en haat als lijden. En niemand wilt lijden. Als je een leven zonder lijden hebt, ben je verlicht, en daar streven ze naar.
Verlossing van lijden
Het leven bestaat uit allerlei vormen van lijden: pijn, verdriet, afgunst, haat, noem maar op. Dit lijden komt niet door god, maar door de mens zelf. Dat betekent ook dat de mens er zich van kan bevrijden. Je lijden wordt volgens Boeddha veroorzaakt door negatieve emoties als: angst, pijn en haat. Haat kan opgelost worden door niemand te haten, daarom zijn boeddhisten zo vreedzaam. Angst en pijn kunnen opgelost worden door. ?verlicht' te worden, zoals Boeddha. Dat kan gebeuren door meditatie en door je te houden aan de leer van Boeddha.
Het verlicht worden heet Nirvana, het is hoogste goed in het boeddhisme. Het is de bevrijding uit samsara, de eeuwige cyclus van wedergeboorten. Nirvana is een staat waarin de vlam van de levensdorst geheel gedoofd is. Door het ego los te laten wordt de werkelijkheid in haar onverhulde
volheid gezien. Het is een verzoening met het bestaan zoals het in werkelijkheid is, voorbij onze eigen beperkte en vooringenomen beleving ervan.
Mijn mening
Ik vind het boeddhisme een mooie godsdienst. Dat vind ik omdat het op jezelf is gericht. Als je goed gelooft, krijg je een beloning, en niet pas als je dood gaat, nee, gelijk nu.
In het boeddhisme draait alles om het bewust worden van jezelf in de wereld en daar draait het leven toch om?
Ik vind boeddhisme ook een mooie godsdienst omdat als je boeddhistisch bent, je vreedzaam denkt. Als de hele wereld nou boeddhistisch zou zijn, zouden er geen oorlogen meer uitbreken en zou iedereen tevreden zijn met wat hij heeft, nl. zichzelf en de wereld.
Nog een reden is dat je geen angst hoeft te hebben en dat je tot niks wordt verplicht. In veel godsdiensten houden mensen zich aan de voorschriften van god, niet alleen omdat ze graag een beloning willen, maar ook omdat ze bang zijn, voor de hel bijvoorbeeld. In het boeddhisme komt geen angst voor.
Nu ik een werkstuk over boeddhisme heb gemaakt, interesseert het me veel meer. Ik vind veel gedachtes van mijzelf en mijn vriend(inn)en terug in de leer van boeddha. Soms houd ik ook van alles om me heen. Soms denk ik ook: een mens is eigenlijk alleen maar een chemische reactie.
Het boeddhisme kan voor veel mensen goed zijn: voor armen die niks hebben en voor rijke welvarenden, die (bijna) alles hebben, maar nog iets missen, meer voldoening in hun leven. En je hoeft dan niet gelijk fanatiek boeddhistisch worden, maar gewoon er af en toe over nadenken zodat je af en toe plotseling heel erg blij bent met alles om je heen. En -al is het dan maar voor een klein moment- je volmaakt gelukkig bent.