Werkstuk: Apollo
Apollo was een Griekse god. Hij was de zoon van Zeus en Leto (dochter van de Titanen Coeus en Phoebe; een godin die in Zuid-Palestina bekend stond als Lat.) en de tweelingbroer van Artemis.
Leto werd tijdens haar zwangerschap achterna gezeten door Hera, die boos was dat Zeus weer eens was vreemdgegaan. Leto vond uiteindelijk rust op het eiland Delos, waar zij van Artemis en Apollo beviel. Artemis werd geboren met behulp van zijn negen dagen oudere tweelingzus Artemis, Godin van de Maan en de Jacht.
Leto was trots op haar twee kinderen. Omdat haar echtgenoot de oppergod Zeus was, moesten mensen eer aan haar brengen. Ooit was er een vrouw die dit weigerde: Niobe. Niobe was de moeder van 5 zonen en 5 dochters en zij vond daarom dat zij beter was dan Leto, met haar armzalige 2 kinderen. Natuurlijk lieten Apollo en Artemis hun moeder niet beledigen en namen wraak...Toen Niobe aan het opscheppen was over het feit dat ze meer kinderen had dan Leto, vermoordden Apollo en Artemis bijna al haar kinderen op 2 kinderen na, die later ook gedood werden. Niobe versteende.
Het doden van de kinderen van Niobe. De trotse Leto
met haar tweeling.
Apollo en zijn zus Artemis waren erg beschermend voor hun moeder en verdedigden haar vaak.Toen Tityus Leto bijna verkrachtte, hebben Apollo en Artemis hem ook gedood.
Apollo was een god die vele kwaliteiten bezat. Voor de Grieken was hij de Zonnegod of ook wel God van de Beschaving en Orde, God van Muziek, God van Poëzie, God van de Wetenschap, God van het Licht, God van het Goede en het Schone, beschermeling van een kudde wolven, maar zijn belangrijkste kenmerk was het doen van voorspellingen. Daarom werd hij ook wel de god van de Waarheid genoemd. Van onrechtvaardigheid wilde hij niets weten. Zijn Orakel in Delphi was een plaats waar mensen naar toegingen om raad te vragen. Zijn woorden werden vertaald door een priesteres die op laurier-bladen kauwde, zittend op een drievoet, boven een rotsspleet. De aarddampen die uit de rotsspleet opstegen, ademende ze daarbij in. De priesteres raakte dan in een trance en brabbelde dingen die dan weer vertaald werden door andere priesters.
Het orakel in Delphi
Apollo was ook de god van de genezing. Hij leerde de mensen medicijnen te gebruiken en vaak genas hij de zieken. Maar diegene die in de steden woonde daar zond hij allerlei plagen naartoe, want die haatte hij.
Kortom: Apollo was voor de Oude Grieken de meest belangrijke Griekse god.
De dolfijn was zijn dier, de kraai was zijn vogel en waren heilig voor hem met nog vele andere dieren. Zijn boom is de laurier.
Apollo was nooit getrouwd maar had vele minnaressen en had vele kinderen bij hen. Aphissus (van Dryope), Philamemon (van Chione), Corybantes (van Thalia), Mospus (van Manto), Miletus (van Aria), Aristaeus (van Cyrene), Asclepius (van Cronis) en Linus (van Psamanthe).
Apollo was de eerste god die verliefd werd op iemand van zijn eigen geslacht: een mooie jonge Spartaanse prins die Hyacinthus heette.. Maar Zephyrus, de Westen Wind, was ook verliefd op Hyacinthus en Zephyrus vermoordde hem. Toen Hyacinthus stierf wilde Apollo hem levende houden en veranderde hem in een bloem: de hyacint.
Apollo en de stervende Hyacinthus oude Griekse postzegel met Zephyrus
Apollo was voor de meesten de god die de draak Python had verslagen. Deze draak bedreigde Delphi en omstreken. Om Apollo te bedanken organiseerden ze vanaf toen ieder jaar de
Pythische Spelen, waar dichters, toneelspelers en zangers eer aan hem brachten. Bij deze spelen is, net als bij de Olympische Spelen, het meedoen belangrijker dan het winnen. In 1986 herleefden Apollo zijn Pythische Spelen in Maastricht. De derde editie van dit festival werd in mei 1991 in Enschede gehouden. En 11 jaar later leven de Pythische Spelen nog altijd voort in Enschede.
Apollo is tegenwoordig het overkoepelend orgaan van alle culturele verenigingen op de campus. Inmiddels is dit orgaan 10 jaar oud. De voorlopers van dit orgaan, waren drie andere organen: de Sirenen, de Muzen, en Orpheus, allen opgericht in 1989.
De Sirenen behartigden de belangen van de passieve verenigingen, zoals de Belletrie. In de Griekse mythologie waren de Sirenen zangeressen die scheepslui naar hun eiland lokten. Het eiland werd nooit gehaald en de scheepslui verdronken.
De muzen behartigden de belangen van de actieve verenigingen, zoals alle theater- en muziekverenigingen. De muzen waren de negen dochters van Zeus en Mnemosyne. Zij beschermden de kunst en wetenschap, onder leiding van niemand minder dan Apollo.
Tenslotte werden voor de individuele gebruikers, dus de gebruikers die niet in verenigingsverband deelnamen aan culturele activiteiten, de belangen behartigd door Orpheus. Orpheus was een muzikant die de hele wereld kon betoveren met zijn zang en muziekspel.
Orpheus bezig met muziekspel
In de tijd dat deze drie organen bestonden kwamen ze af en toe bij elkaar om te vergaderen onder de naam Apollo. Omdat Apollo alle vaardigheden bezit die binnen de culturele verenigingen beoefend worden. En wie kan dan deze verenigingen beter beschermen dan hij? Uiteindelijk is er tien jaar geleden voor gekozen alle verenigingen dan ook daadwerkelijk op te laten gaan in een overkoepelend orgaan: Apollo. Tegenwoordig komt Apollo nog steeds op voor de culturelen onder ons.
In 1995 werd de campuskaart ingevoerd, wat het beoefenen van cultuur goedkoop maakte, en werd ook de Vrijhof verbouwd, en na deze verbouwing werd het theatercafé opgezet. Er werd een Pachtcommissie in het leven geroepen om het café draaiende te houden. De Pachtcommissie valt (nog) onder de cultuurkoepel Apollo.
Apollo zal hopelijk nog lang voortleven als de beschermer van cultuurbeoefenaars op de campus
Tempel gewijd aan Apollo, Corinthië, 6e eeuw v.C.
Bronnen:
http://home.wanadoo.nl/r.driedijk/apollo.htm
http://home.quicknet.nl/qn/prive/m.rijlaarsdam/Tonia/Romeinse%20Goden.htm
+ nog verschillende pagina?s (via google)
Apollo was een zoon van Zeus en de Titane Leto, en de tweelingbroer van de jachtgodin
Artemis. Als god van de waarzegkunst, het boogschieten en de muziek was hij een van
de belangrijkste Grieks-Romeinse godheden. De oorsprong van zijn naam is waarschijnlijk
Europees.
Na een gevecht met de gigantische slang Python in Delphi vestigde Apollo aldaar zijn
beroemde orakel. Python was een nazaat van Gaia, moeder Aarde, die via een rotsspleet
openbaringen verkondigde. Een priesteres, de Pythia, zat boven deze spleet en kon alle
denkbare vragen beantwoorden.
Apollo's interesse in de geneeskunst houdt misschien verband met de pest, die hij
zelf verspreidde. Zijn zoon Asclepius genas ook, met name in Noord-Griekenland.
Hij was er zelfs zo goed in dat Zeus hem met de bliksem trof toen hij een mens tot leven
probeerde te wekken.