Werkstuk: Abortus
Hoofdstuk 1
(Wat is een abortus ?)
Een abortus is het beëindigen van de zwangerschap.
Een abortus is het verwijderen van een embryo of foetus uit de baarmoeder, voordat de vrucht zich kan ontwikkelen. Een abortus kan spontaan optreden, maar ook kunstmatig worden opgewekt.
Ruim 10% van alle zwangerschappen eindigt in een spontane abortus, die dan meestal wordt aangegeven als een miskraam. De meeste miskramen vinden plaats in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Ze zijn meestal het gevolg van aangeboren afwijkingen van de vrucht of van gebrekkige innesteling van het embryo in de baarmoeder. Miskramen die na de derde zwangerschapsmaand optreden, komen meestal door een ziekte van de moeder of door een afwijking in de baarmoeder of baarmoederhals.
Het woord 'abortus' wordt meestal een kunstmatige of opgewekte abortus bedoeld (abortus provocatus), je kiest er dus zelf voor om de zwangerschap te beëindigen.
In landen waar abortus verboden is en waar artsen zich aan deze wettelijke bepalingen houden, is de belangrijkste oorzaak voor sterfte van jonge vrouwen een illegale abortus. In landen waar abortus onder bepaalde omstandigheden is toegestaan, zijn er nu veilige manieren om een zwangerschap te beëindigen. Men spreekt dan van abortus arte provocatus (ars = kunst). Wanneer de abortus onder steriele omstandigheden in de eerste twaalf weken van de zwangerschap door een ervaren arts wordt uitgevoerd, loopt de vrouw medisch gezien minder risico's dan wanneer ze de zwangerschap afmaakt. Eén van de manieren is het wegzuigen van de vrucht uit de baarmoeder (een zuigcurettage). Een dergelijke operatie kan meestal poliklinisch worden gedaan. Soms kan de vrouw een korte narcose krijgen, maar in veel gevallen is plaatselijke verdoving ruim voldoende.
Wordt de operatie uitgevoerd binnen acht weken na de laatste menstruatie, dan gebruikt men daarvoor een dun plastic buisje, dat in de baarmoeder wordt geschoven. Hiermee wordt de slappe inhoud uit de baarmoeder weggezogen; daarna wordt het resterende slijmvlies eruit geschraapt met een curette.
Wordt de abortus uitgevoerd tussen de achtste en twaalfde week na de laatste menstruatie, dan moet de baarmoedermond eerst worden uitgerekt, omdat er een wijdere zuigbuis moet worden gebruikt om de grotere hoeveelheid vast weefsel te kunnen verwijderen.
De beëindiging van een zwangerschap van 12-14 weken kan ook nog worden gedaan met het uitrekken van de baarmoedermond en zuigcurettage van de inhoud.
Is de zwangerschap toch langer dan 14 weken, dan moet een andere techniek worden gebruikt. Na de veertiende week is de foetus namelijk al zo groot, dat de baarmoedermond en baarmoederhals meer zouden moeten worden uitgerekt dan hun wand verdraagt. Daarom wacht men in de regel tot de zwangerschap de zeventiende week is ingegaan en gebruikt dan speciale geneesmiddelen om de vruchtuitdrijving in te leiden. Tegenwoordig geeft men de vrouw hiervoor vaak speciale hormonen, prostaglandine toe. Deze prikkelen onder andere de baarmoederwand tot samentrekking. Toediening van prostaglandine leidt ertoe dat er een te vroege bevalling zal optreden. Het nadeel is, dat de vrouw meer pijn (weeën) krijgt en van
een onvoldragen kind bevalt. De uitgestoten foetus is heel klein en nog niet in staat buiten de baarmoeder in leven te blijven, maar is al wel duidelijk herkenbaar als een klein mensje.
De morning-afterpil en een spiraaltje horen niet onder het begrip abortus. Zij zorgen dat de bevruchte eicel zich niet kan innestelen. De morning-afterpil is werkzaam tot maximaal 72 uur na een geslachtsgemeenschap waarbij geen enkel voorbehoedmiddel werd gebruikt. De pil zorgt ervoor, dat het baarmoederslijmvlies geen bevruchte eicel wil opnemen, zodat innesteling uitblijft. Een andere manier om innesteling te voorkomen is dat een arts tot hoogstens 120 uur na de geslachtsgemeenschap een spiraaltje in de baarmoederholte aanbrengt. Er zijn nieuwe hormonen in ontwikkeling, die tot zes weken na de bevruchting een zwangerschap kunnen beëindigen (de zogeheten overtijdbehandeling).
Een spontane abortus (miskraam) is de uitdrijving van de vrucht voor de 16de zwangerschapsweek. De geboorte van een onrijp, nog niet levensvatbaar kind na de 16de week wordt soms ook wel miskraam genoemd. Dit is niet helemaal juist. Het kenmerkende van een miskraam is dat de vrucht samen met de zich nog vormende placenta en vliezen in één keer in zijn geheel worden uitgedreven. Na de 16de zwangerschapsweek worden vrucht en moederkoek net als bij een normale geboorte, gescheiden van elkaar uitgedreven. 10-15% van alle zwangerschappen eindigt spontaan in een miskraam. Zelfs na herhaalde miskramen ligt de oorzaak vrijwel nooit bij de moeder, maar moet die gezocht worden bij de vrucht zelf. Het is verstandig het uitgestoten weefsel in bijvoorbeeld een glas water te bewaren voor nader onderzoek. Dit onderzoek toont meestal aan dat de vrucht door een aanlegstoornis al dagen geleden is afgestorven. Het belangrijkste kenmerk van een dreigende miskraam is bloedverlies. De vrouw voelt geen of hele lichte pijn, wat lijkt op de pijn van een beginnende menstruatie. Bloedverlies tijdens de zwangerschap is altijd abnormaal en moet uitgebreid onderzocht worden. Belangrijkste doel daarvan is te bepalen of de zwangerschap nog intact (onaangebroken) is.
Dit kan worden gedaan met een echo om de hartactie van het kind vast te stellen en door de hoeveelheid zwangerschapshormoon in de urine te bepalen. In ongeveer de helft van de gevallen is er iets mis met de zwangerschap en zet de miskraam door. De kramperige pijn in de onderbuik wordt erger, tot op een gegeven moment de vrucht wordt uitgedreven. Medisch ingrijpen om dit te voorkomen is zinloos. Tenzij de uitdrijving op zich laat wachten en er in die periode veel bloed wordt verloren, is verwijdering door middel van een curettage (schoonmaken van de baarmoeder) noodzakelijk. Het komt een enkele keer voor dat de vrucht afsterft maar niet in de miskraamperiode wordt uitgedreven. Het kan weken zelfs maanden duren voordat dit plaatsvindt. Men spreekt dan van een gemiste abortus. Dan is er voor de vrouw zelf geen gevaar. Alleen het idee dat zij op elk moment, zelfs zonder voorafgaand bloedverlies, de dode vrucht kan verliezen, is een reden om een curettage toe te passen.
Mogelijke oorzaken van een spontane abortus (miskraam);
1. Gestoorde cyclus
2. Baarmoederafwijking
3. Sigaretten, alcohol en bepaalde medicijnen
4. Sommige infecties
5. Onbekende oorzaak
6. Hoge koorts
7. Chromosoomafwijking bij het kind
8. Vorming van afweerstoffen tegen de vrucht
9. Afwijking van de zaadcellen
Hoofdstuk 2
(Waarvoor laten vrouwen een abortus plegen ?)
- Ongewenste zwangerschap
- Kind dat ernstig gehandicapt is
- Financiële problemen bij tweeling
Medische redenen voor een abortus zijn het gevaar dat de vrouw loopt ten gevolge van zwangerschap. Tegenwoordig vormt een zwangerschap bijna nooit meer een bedreiging voor het leven van de vrouw. Een andere medische reden doet zich voor wanneer bij vruchtwateronderzoek een ernstige aangeboren afwijking is vastgesteld. Veel mensen accepteren een abortus in geval van een zwangerschap ten gevolge van een verkrachting of van seksueel misbruik van kinderen. Daarnaast kan een te grote emotionele of sociale belasting van de zwangere en haar familie een reden zijn voor een abortus. Men weet tegenwoordig dat kinderen zowel lichamelijk als geestelijk nadeel kunnen ondervinden van het feit dat hun komst door de ouders niet was gewenst. In zo'n geval kan men van mening zijn dat een abortus de minst slechte van twee kwaden is.
In sommige gevallen wil de moeder het kind niet hebben. In dat geval kan ze de zwangerschap voltooien en het kind aanmelden voor adoptie door anderen. Sommige artsen zijn van mening dat het schuldgevoel en spijtgevoel daarover achteraf erger is dan het verwerken van een abortus, maar er zijn vrouwen die deze uitweg toch verkiezen.
Hoofdstuk 3
(Hoe gaat de abortuspilbehandeling in zijn werk ?)
Abortus met de abortuspil is een genezende behandeling. Er wordt tweemaal een aantal pillen geslikt, waardoor de bevruchte eicel wordt afgestoten zoals bij een vroege miskraam. Na een eerste bezoek komt de vrouw terug voor een tweede bezoek en nog wat later voor een controle-bezoek.
De meest gebruikte abortusmethode in Nederland is de zuigcurettage. Daarbij wordt een buisje in de baarmoedermond ingebracht en vervolgens wordt de baarmoeder leeggezogen, waarbij het vruchtje wordt verwijderd. Hiervoor hoeft men eigenlijk maar éénmaal de kliniek te bezoeken. Het bezoek aan de kliniek duurt bij elkaar ongeveer 2 uur; de behandeling zelf een paar minuten.
Elders in Europa wordt de abortuspil al jarenlang gebruikt. Daaruit is bekend wat de contra-symptoom en eventuele bijwerkingen zijn. Het mislukkingspercentage is ongeveer 5%, wat iets hoger is dan bij de zuigcurettage. Vaak genoemde voordelen van de abortuspil zijn: de vrouw ervaart het als natuurlijker; de vrouw vindt dat ze het meer in eigen hand heeft; een ingreep in de ongemakkelijke "gynaecologische houding" wordt vermeden.
Een behandeling met de abortuspil is in Nederland een abortus volgens de Wet Afbreking Zwangerschap WAZ, net als de zuigcurettage. De in de wet voor-geschreven bedenktijd van 5 dagen hoeft echter pas na 16 dagen over tijd in acht te worden genomen. Binnen 16 dagen over tijd is geen wachttijd nodig. De behandeling is evenals de zuigcurettage gratis voor in Nederland verblijvende vrouwen die voor een AWBZ-behandeling in aanmerking komen.
Behandeling met de abortuspil is mogelijk als de vrouw maximaal 3 weken over tijd is (49 dagen amenorroe, dat wil zeggen maximaal 49 dagen na de eerste dag van de laatste menstruatie).
De vrouw dient een verklaring te ondertekenen waarin zij verklaart uitleg te hebben gekregen over de behandeling en dat zij er van op de hoogte is dat indien de behandeling is gestart (de eerste serie pillen zijn ingenomen) deze dan ook dient te worden afgemaakt. Dit is noodzakelijk omdat bij het toch uitdragen van de zwangerschap de kans bestaat dat de vrucht beschadigd is. Daarom komt de vrouw ook voor na-controle naar de kliniek. Blijkt dan dat de behandeling niet geslaagd is, dan vindt alsnog een zuigcurettage plaats.
De behandeling is niet mogelijk bij een lijftijd boven de 35 jaar in combinatie met roken (meer dan 20 sigaretten per dag) plus nog een risicofactor onvoldoende werking van de (bij-)nieren of lever en/of longen gebruik van corticosteroïden ernstige astma bloedarmoede (Sikkelcelanemie) bloedstollingsstoornissen cardiovasculaire aandoeningen vermoeden van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of dreigende miskraam overgevoeligheid voor of gebruik van bepaalde medicijnen contra-indicaties voor prostaglandine indien er al 49 dagen amenorroe (49 dagen amenorroe, dat wil zeggen maximaal 49 dagen na de eerste dag van de laatste menstruatie) verstreken zijn,
bovendien dient eerst de zwangerschap en de duur daarvan te zijn vastgesteld bij zwangerschap ondanks gebruik van het spiraal, wordt eerst het spiraaltje verwijderd, voordat met de abortuspilbehandeling wordt begonnen.
1e bezoek
Tijdens het eerste bezoek wordt de duur van de zwangerschap bepaald met behulp van de echoscopie. Dan krijg je een intakegesprek waarin de besluitvorming over afbreking van de zwangerschap wordt besproken. Daarna de uitleg over de abortuspil en eventueel andere methoden van zwangerschapsafbreking.
De vrouw krijgt daarna 3 pillen (3x Mifegyne 200mg), die met water moeten worden ingenomen. Deze pillen bevatten een anti-progestageen. Dit blokkeert de werking van het progesteron, een stof die het lichaam zelf aanmaakt om de ontwikkeling en innesteling van de bevruchte eicel te helpen.
Na de inname van de pillen gaat de vrouw naar huis. Zij kan al de eerste of tweede dag thuis last krijgen van bloedingen. Heel af en toe wordt daarbij dan al het zwangerschapsproduct afgestoten. De vrouw krijgt het telefoonnummer van de arts/kliniek mee.
2e bezoek
Binnen 2 dagen na het eerste bezoek (dag 3). Krijgt de vrouw 2 tabletten prostaglandine (2x Cytotec 200mcg). Deze helpen het afstoten van de vrucht door het samentrekken van de baarmoeder. In een aantal gevallen gaat dit samen met misselijkheid en soms met hevige krampen. Hiervoor kunnen pijnstillers worden gegeven.
De vrouw blijft bij het tweede bezoek ongeveer 4 uur in de kliniek. Binnen 3 uur vindt dan in ongeveer 65 % van de gevallen afstoting van de het zwangerschapsproduct plaats.
Vindt de bloeding met afstoting van de bevruchte eicel niet binnen ongeveer 3 uur plaats tijdens het verblijf in de kliniek, dan krijgt de vrouw een tweede dosis prostaglandine en gaat na ongeveer nog een uur naar huis. Binnen 12 uur vindt dan meestal tijdens een bloeding de uitstoting plaats. Ongeveer duurt die bloeding 7 tot 10 dagen.
Na het gebruik van de abortuspil kan de vrouw meteen weer zwanger worden, maar dit is ongewenst tijdens de eerste cyclus na de behandeling. Daarom wordt aangeraden meteen na de behandeling een anticonceptiemiddel te gebruiken. Wordt gekozen voor de a.c.-pil, dan kan hiermee het best na 1 week (dag 8) worden gestart.
3e bezoek
Binnen 3 weken na het 2e bezoek wordt in de kliniek gecontroleerd of het zwangerschapsproduct helemaal is verdwenen. Is dat niet het zo, dan wordt alsnog een zuigcurettage uitgevoerd.
Als de vrouw na de behandeling (na het derde bezoek) nog last heeft van bloedingen of als de volgende menstruatie wegblijft, dan moet zij langs een arts. Altijd wanneer er iets bijzonders is of als de cliënte ongerust is kan de kliniek worden gebeld.
Hoofdstuk 4
(Is de abortuspil een verbetering ?)
Of de abortuspil een verbetering is daar heeft iedereen een andere mening over. Er zijn artsen die vinden dat de abortuspil geen verbetering is. Hieronder ziet staan 5 krantenartikelen over de abortuspil en meningen van de artsen, wat zij van de abortuspil vinden.
(Artikel 1)
Hoofdstuk 5
(Wat zijn de gevolgen van een abortus ?)
Het grootste gevolg van een abortus is dat de vrouw die een abortus heeft laten plegen het emotioneel heel moeilijk krijgt met de verwerking van de abortus.
Hieronder ziet u stukjes uit een paar krantenknipsels over de verwerking van vrouwen:
(Artikel 1)
In zijn wekelijkse rubriek in de Margriet nr. 13 van huisarts Rop Borst lees ik het volgende:
"Afgelopen week kwam Carmen weer eens bij me. Ze had haar zeer levendige zoontje Raoul bij zich, dus ik dacht dat ze voor hem kwam. Maar ik had het mis, ze installeerde Raoul in het speelhoekje in mijn spreekkamer en kwam met een bedrukt gezicht tegenover me zitten. "Ik kom voor mezelf, dokter," zei ze. "Ik maak me zorgen. Wilt u eens naar mijn keel kijken? Ik heb al een paar weken het gevoel dat er iets zit." Ik kon weinig aan haar keel ontdekken, behalve dat ze hem steeds nerveus schraapte. Was er misschien iets anders aan de hand?
Ik had het nog niet gevraagd of ze barstte in snikken uit.
Ik maak vaker mee dat mensen een tamelijk onbelangrijk pijntje of hoestje aanwenden om met mij te praten over dingen waar ze zelf niet over durven te beginnen, in de hoop dat ik er vanzelf achter kom wat er aan scheelt. Dat is soms een heel gepeuter, maar bij Carmen kwamen met de tranen ook direct de woorden los. "Ik moet de laatste tijd maar steeds aan die abortus denken, dokter, die ik een halfjaar geleden heb ondergaan. Ik weet wel dat het een verstandige beslissing was, maar ik kan het nog steeds niet uit mijn hoofd zetten. Het voelt zo leeg, zo anders, ik voel me zo schuldig!" Waarna weer een lange uithaal volgde, die Raoul verschrikt van zijn blokjes deed opkijken. "Mama huile?" zei hij verbaasd.
Ik kon niet anders dan hem gelijk geven. Ik gaf haar een tissue en terwijl ze haar neus snoot, dacht ik na over wat ik zou gaan zeggen. Carmen had destijds na uitgebreid en zorgvuldig overleg met mij en de gynaecoloog tot een abortus besloten, omdat ze vanwege een kaakontsteking een serie sterke pijnstillers en antibiotica had geslikt, zonder te weten dat ze zwanger was. Ik was er nog steeds van overtuigd dat het een gerechtvaardigde beslissing was.
Wat er nu met Carmen gebeurde, was een reactie die bij vrouwen heel vaak voorkomt na een abortus. Ondanks het feit dat we destijds ook heel goed en constructief over de emotionele gevolgen hadden gesproken, blijft het toch moeilijk om te voorspellen hoe een vrouw in die omstandigheid zal reageren. Ik zei haar dat en merkte dat ze alweer wat opknapte. "Het is gewoon fijn om er toch weer even met u over te praten," zei ze. "Ik merk dat me dat oplucht." Ze moest me beloven dat ze weer naar me toe zou komen als ze er mee bleef tobben. Want erover praten was in dit geval toch de beste medicijn."
(NB: uit bovenstaand voorbeeld mag overigens niet geconcludeerd worden dat ik abortus onder gegeven omstandigheden zondermeer goedkeur.)
Helaas is het zo dat één gesprek, zoals in het voorbeeld op de vorige pagina, vaak niet genoeg is om een vrouw te helpen in het rouwproces dat ze na een abortus doormaakt. Daarvoor zijn de emotionele gevolgen te groot. Deze weggedrongen emoties verdienen bestaansrecht, verdienen dat er woord en vorm aangegeven wordt in contact met anderen. Dat is het fundamenteel genezende proces van de hulpverlening.
(Artikel 2)
10 tot 20 procent vrouwen
worstelt met de verwerking
Tom (12) en Daphne (10) weten dat ze nog een ouder broertje hebben, Jan-Jaap. Maar die is doodgegaan in mama's buik. En Marieke van Dijk laat het voorlopig daarbij. Want ze vindt haar kinderen nog te jong voor de waarheid. "Hoe kan ik ze vertellen dat ik mijn eerste kindje heb laten aborteren ?" Na 25 jaar heeft de 47-jarige Zwolse de ingrijpende gebeurtenis eindelijk een plaatsje in haar leven kunnen geven. En ze is niet de enige die kampt met het verwerken van een abortus. Van de ruim 20.000 vrouwen die jaarlijks een zwangerschap laten afbreken, heeft volgens Nederlands onderzoek 10 tot 20 procent ernstige problemen. Slechts een handje vol meldt zich bij de hulpverlening.
Na de zoveelste ochtendmisselijkheid nam de radeloze tiener haar moeder in vertrouwen. Glimlachend herinnert Marieke van Dijk zich reactie. "Ik weet nog hoe ze mijn hoofd in haar handen nam en zei: 'Ach kindje, het wordt wel groot, hoor!'."Maar Jan-Jaap, zoals Marieke haar ongeboren zoon later heeft genoemd, heeft nooit het levenslicht gezien. "Mijn vader stond erop dat ik met mijn vriendje zou trouwen. Maar da weigerde ik; ik voelde werkelijk niets voor die jongen. Toen mijn vader, die diep gelovig was en zich doodschaamde voor familie, kennissen en buren via een kennis op het spoor kwam van een abortuskliniek in Londen, was ik met lamheid geslagen. Ik ging. Zonder protest."
Ingreep
En zo onderging Marieke van Dijk op 17 juni 1970 een abortus. "Ik wist niet wat me overkwam. Niemand die iets zei, niemand die iets vroeg. Wel hoorde ik na de ingreep dat het om een jongetje ging. Ik heb altijd gedacht dat God me voor deze daad strafte: mijn zoontje Tom werd op 17 juni geboren en op de dag waarop Jan-Jaap was uitgerekend, beviel ik van Daphne. Het heeft me nooit losgelaten. Was het nou zo erg geweest als ik ongehuwd moeder was geweest ? Spookt het maar door mijn hoofd."
Terug in Nederland pakte Marieke de draad weer op. Na twee jaar trouwde ze, maar het huwelijk strandde net zo snel als dat het was begonnen. Zo'n vijftien jaar later gaf ze haar ja-woord an Gert, haar 14 jaar oudere grote liefde en de vader van haar zoontje Tom. "We trouwden toen Tommie vijftien maanden was. En wat voelde ik me schuldig: de mensen zullen wel zeggen dat ik moét trouwen, omdat ik een kind heb. En oude wond werd dieper dan ooit opengereten. Waarom heb ik me laten leiden door mijn vader, die er op stond mijn eerste kindje weg te laten halen ?"
Marieke van Dijk stopte haar gevoelens weg. "Ik was altijd erg geëmotioneerd bij een geboorte in mijn omgeving, klapte dicht als er over abortus werd gesproken en mengde me niet in discussies van vrouwen die het in theorie allemaal zo goed wisten:'Nou als ík ongewenst zwanger zou zijn dan zou ik het weghalen'."
Haar man Gert was de enige bij wie ze een luisterend oor vond. Maar echte steun vond ze pas bij de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK). "Ik kon mijn verhaal kwijt, mijn emoties benoemen. Zonder veroordeling. Bij nota bene een club die oudsher tegen abortus is !"vertelt Marieke van Dijk nog verbaasd.
SAMENVATTING ARTIKEL
"DE BLIJVENDE SCHAAMTE ROND ABORTUS"
UIT HP/DE TIJD 22 MAART 1996
Nergens ter wereld is het abortuscijfer zo laag als in Nederland, wat de EO ook mag beweren. Maar het taboe bestaat nog steeds, ook voor de abortusarts. 'Het wordt hoog tijd dat het beroep als specialisatie wordt erkend.'
De directe aanleiding tot de internationale conferentie Abortion Matters, is door al het gekrakeel wat uit het zicht geraakt. De viering van de 25ste verjaardag van Simezo is door de trammelant rond de verboden EO documentaire in het water gevallen. In plaats daarvan worden aan de vooravond van de conferentie directeuren en artsen van abortusklinieken massaal op het matje geroepen om tekst en uitleg te geven over vermeende wanpraktijken binnen hun kliniek. De achterliggende boodschap van de EO: er wordt in dit land maar wat raak geaborteerd, choqueerde iedereen. Wie echter de droge feiten beschouwt, kan niet anders dan concluderen dat 25 jaar abortushulpverlening wel degelijk aanleiding geeft tot feest. In 1994 lieten 20811 in Nederland wondende vrouwen abortus plegen. Omgerekend 6.0 abortussen per 1000 vrouwen. Intussen kijkt men in het buitenland met argusogen naar Nederland, 6.0, dat kan toch niet waar zijn? (Mogelijke) verklaringen: Nederlandse teiners zouden minder vrijen, vrouwen zouden veel vaker dan in andere landen ongewenste zwangerschappen uitdragen, niet alle abortusingrepen zouden worden geregistreerd, veel illegale abortussen enz. Deze verklaringen zijn onderzocht en weerlegd door deskundigen. Een lichte stijging in Nederland van abortussen wordt toegeschreven aan het verminderd gebruik van de pil.
Dr. Jany Rademakers, onderzoekster bij het NISSO (Nederlands Instituut voor Sociaal-Sexuologisch Onderzoek), vindt het hoge percentage abortussen bij allochtone vrouwen weinig verwonderlijk. "Turkse en Marokkaanse meisjes behoren eigenlijk maagd te blijven tot hun huwelijk. Als zij dan op jonge leeftijd gaan vrijen, zal dat gebod hen niet stimuleren tot het gebruik van anti conceptiemiddelen. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat allochtone vrouwen meer moeite hebben met de pil dan autochtone vrouwen. Turkse en Marokkaanse vrouwen willen enerzijds het aantal kinderen beperken, anderzijds bewijzen ze graag hun vruchtbaarheid. Maria Schopman, derictuer van MR' 70, een Amsterdams consultatiebureau voor geboorteregeling en sexualiteit, gaat ervan uit dat op den duur minder allochtone vrouwen abortus zullen laten plegen. Het ligt voor de hand: de meeste abortussen worden uitgevoerd bij vrouwen tussen de 20 en 35 jaar. Schopman: "Waar het meest gevreeën wordt, vinden de meeste ongelukjes plaats."
En al liggen de voorbehoedsmiddelen in ons land voor het oprapen, een ongewenste zwangerschap kan echt iedereen overkomen, betogen ook Mik Hamers en Marijke Alblas, directeur respectievelijk abortusarts bij de Bourgonjekliniek in Maastricht. Marijke Alblas: "Sommige vrouwen die ik spreek zijn woedend. Boos dat ze zwanger zijn geraakt ondanks hun spiraal, ondanks de pil. Maar dat kan dus, het komt vaak genoeg voor."
Motieven voor abortus zijn ergenoeg, volgens Schopman:
"In de 25 jaar die in hier werk, heb ik nog nooit een vrouw gesproken die 'zomaar' een abortus liet plegen. Wel is het nog steeds een discussiepunt, wat nou een gedlige reden is of niet. Maar uiteindelijk is het altijd de vrouw die beslist. Jany Rademakers (NISSO):"Een ding is zeker,je kunt voor een ander niet bepalen of een argument legitiem is of niet." Mik Hamers
(Bourgonjekliniek) "Vanzelfsprekend bepaalt de vrouw zelf haar noodsituatie
Want wat ik een flutargument vind, kan voor jou van levensbelang zijn." Hamers' collega Marijke Alblas: "Sinds de Wet Afbreking Zwangerschap in 1984 in werking is getreden, keert het verschijnsel telkens terug. Degenen die het hardst schreeuwen hebben zich nooit kunnen neerleggen bij de wet, die er ondanks felle tegenstand van het CDA en de kleine rechtse partijen toch is gekomen. Als iemand abortus wil laten plegen, is het altijd nodig. En anders krijg je situaties zoals vorige maand in Brabant. Daar had een vrouw haar pasgeboren kind in een plastic zak achtergelaten."
Marijke Alblas: "De grens ligt voor mij bij het laten weghalen van een kind, vanwege het geslacht. Dan denk ik:
je wil een kind of je wil het niet." Mik Hamers: "De techniek ointwikkelt zich steeds verder. Inmiddels zijn ze zover dat ze in de baarmoeder een paar vruchten kunnen uitschakelen. Is dat dan geen abortus?"
Terwijl er redenen te over zijn om trots op te zijn, is in de afgelopen 25 jaar nauwelijks iets veranderd aan de schaamte rondom abortus. Vrijwel geen vrouw in Nederland die met naam en toenaam over haar abortus wil praten. Maria Schopman: "In kleine kring is de angst om erover te praten wel wat afgenomen. De meeste vrouwen die bij ons komen, hebben met vriendinnen, partner/familie over hun ongewenste zwangerschap gesproken. In grotere kring durft echter nog steeds niemand er voor uit te komen. Marieke: "Ik ben trots op mijn beroep en vertel ook eerlijk wat ik doe als mensen het - rijker als het kind. Mik Hamers: "Het wo mij vragen. Ik vind de vrouw belang rdt tijd dat abortusarts als specialisatie wordt erkend. Ik zou dat graag zien gebeuren, juist omdat abortus zo taboe is."
Conclusie
* Wat is een abortus ?
Een abortus is het weg laten halen van een ongeboren kind.
* Waarom laten vrouwen een abortus plegen ?
- Ongewilde zwangerschap
- Kind dat ernstig gehandicapt is
- Financiële problemen bij tweeling
* Hoe gaat abortuspilbehandeling in zijn werk ?
De behandelde vrouw brengt drie bezoeken aan de kliniek tijdens de periode dat zij de abortuspil slikt.
* Is de abortuspil een verbetering ?
De meningen over de abortuspil onder de abortusartsen zijn verdeeld.
De ene arts vind dat het een verbetering is, de ander vind van niet vanwege de pijn en de hevige nabloedingen. Dus of de abortus pil een verbetering is daar heeft iedereen een ander mening over.
* Wat zijn de gevolgen van een abortus ?
Vrouwen krijgen het heel moeilijk met de verwerking van de abortus dus emotioneel krijgen ze het meestal heel erg zwaar.
Literatuurlijst
Wij hebben onze informatie uit de bibliotheek: Thematische Knipselkrant
van internet en van de cd-rom Spectrum encyclopedie '98.
(Wat is een abortus ?)
Een abortus is het beëindigen van de zwangerschap.
Een abortus is het verwijderen van een embryo of foetus uit de baarmoeder, voordat de vrucht zich kan ontwikkelen. Een abortus kan spontaan optreden, maar ook kunstmatig worden opgewekt.
Ruim 10% van alle zwangerschappen eindigt in een spontane abortus, die dan meestal wordt aangegeven als een miskraam. De meeste miskramen vinden plaats in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Ze zijn meestal het gevolg van aangeboren afwijkingen van de vrucht of van gebrekkige innesteling van het embryo in de baarmoeder. Miskramen die na de derde zwangerschapsmaand optreden, komen meestal door een ziekte van de moeder of door een afwijking in de baarmoeder of baarmoederhals.
Het woord 'abortus' wordt meestal een kunstmatige of opgewekte abortus bedoeld (abortus provocatus), je kiest er dus zelf voor om de zwangerschap te beëindigen.
In landen waar abortus verboden is en waar artsen zich aan deze wettelijke bepalingen houden, is de belangrijkste oorzaak voor sterfte van jonge vrouwen een illegale abortus. In landen waar abortus onder bepaalde omstandigheden is toegestaan, zijn er nu veilige manieren om een zwangerschap te beëindigen. Men spreekt dan van abortus arte provocatus (ars = kunst). Wanneer de abortus onder steriele omstandigheden in de eerste twaalf weken van de zwangerschap door een ervaren arts wordt uitgevoerd, loopt de vrouw medisch gezien minder risico's dan wanneer ze de zwangerschap afmaakt. Eén van de manieren is het wegzuigen van de vrucht uit de baarmoeder (een zuigcurettage). Een dergelijke operatie kan meestal poliklinisch worden gedaan. Soms kan de vrouw een korte narcose krijgen, maar in veel gevallen is plaatselijke verdoving ruim voldoende.
Wordt de operatie uitgevoerd binnen acht weken na de laatste menstruatie, dan gebruikt men daarvoor een dun plastic buisje, dat in de baarmoeder wordt geschoven. Hiermee wordt de slappe inhoud uit de baarmoeder weggezogen; daarna wordt het resterende slijmvlies eruit geschraapt met een curette.
Wordt de abortus uitgevoerd tussen de achtste en twaalfde week na de laatste menstruatie, dan moet de baarmoedermond eerst worden uitgerekt, omdat er een wijdere zuigbuis moet worden gebruikt om de grotere hoeveelheid vast weefsel te kunnen verwijderen.
De beëindiging van een zwangerschap van 12-14 weken kan ook nog worden gedaan met het uitrekken van de baarmoedermond en zuigcurettage van de inhoud.
Is de zwangerschap toch langer dan 14 weken, dan moet een andere techniek worden gebruikt. Na de veertiende week is de foetus namelijk al zo groot, dat de baarmoedermond en baarmoederhals meer zouden moeten worden uitgerekt dan hun wand verdraagt. Daarom wacht men in de regel tot de zwangerschap de zeventiende week is ingegaan en gebruikt dan speciale geneesmiddelen om de vruchtuitdrijving in te leiden. Tegenwoordig geeft men de vrouw hiervoor vaak speciale hormonen, prostaglandine toe. Deze prikkelen onder andere de baarmoederwand tot samentrekking. Toediening van prostaglandine leidt ertoe dat er een te vroege bevalling zal optreden. Het nadeel is, dat de vrouw meer pijn (weeën) krijgt en van
een onvoldragen kind bevalt. De uitgestoten foetus is heel klein en nog niet in staat buiten de baarmoeder in leven te blijven, maar is al wel duidelijk herkenbaar als een klein mensje.
De morning-afterpil en een spiraaltje horen niet onder het begrip abortus. Zij zorgen dat de bevruchte eicel zich niet kan innestelen. De morning-afterpil is werkzaam tot maximaal 72 uur na een geslachtsgemeenschap waarbij geen enkel voorbehoedmiddel werd gebruikt. De pil zorgt ervoor, dat het baarmoederslijmvlies geen bevruchte eicel wil opnemen, zodat innesteling uitblijft. Een andere manier om innesteling te voorkomen is dat een arts tot hoogstens 120 uur na de geslachtsgemeenschap een spiraaltje in de baarmoederholte aanbrengt. Er zijn nieuwe hormonen in ontwikkeling, die tot zes weken na de bevruchting een zwangerschap kunnen beëindigen (de zogeheten overtijdbehandeling).
Een spontane abortus (miskraam) is de uitdrijving van de vrucht voor de 16de zwangerschapsweek. De geboorte van een onrijp, nog niet levensvatbaar kind na de 16de week wordt soms ook wel miskraam genoemd. Dit is niet helemaal juist. Het kenmerkende van een miskraam is dat de vrucht samen met de zich nog vormende placenta en vliezen in één keer in zijn geheel worden uitgedreven. Na de 16de zwangerschapsweek worden vrucht en moederkoek net als bij een normale geboorte, gescheiden van elkaar uitgedreven. 10-15% van alle zwangerschappen eindigt spontaan in een miskraam. Zelfs na herhaalde miskramen ligt de oorzaak vrijwel nooit bij de moeder, maar moet die gezocht worden bij de vrucht zelf. Het is verstandig het uitgestoten weefsel in bijvoorbeeld een glas water te bewaren voor nader onderzoek. Dit onderzoek toont meestal aan dat de vrucht door een aanlegstoornis al dagen geleden is afgestorven. Het belangrijkste kenmerk van een dreigende miskraam is bloedverlies. De vrouw voelt geen of hele lichte pijn, wat lijkt op de pijn van een beginnende menstruatie. Bloedverlies tijdens de zwangerschap is altijd abnormaal en moet uitgebreid onderzocht worden. Belangrijkste doel daarvan is te bepalen of de zwangerschap nog intact (onaangebroken) is.
Dit kan worden gedaan met een echo om de hartactie van het kind vast te stellen en door de hoeveelheid zwangerschapshormoon in de urine te bepalen. In ongeveer de helft van de gevallen is er iets mis met de zwangerschap en zet de miskraam door. De kramperige pijn in de onderbuik wordt erger, tot op een gegeven moment de vrucht wordt uitgedreven. Medisch ingrijpen om dit te voorkomen is zinloos. Tenzij de uitdrijving op zich laat wachten en er in die periode veel bloed wordt verloren, is verwijdering door middel van een curettage (schoonmaken van de baarmoeder) noodzakelijk. Het komt een enkele keer voor dat de vrucht afsterft maar niet in de miskraamperiode wordt uitgedreven. Het kan weken zelfs maanden duren voordat dit plaatsvindt. Men spreekt dan van een gemiste abortus. Dan is er voor de vrouw zelf geen gevaar. Alleen het idee dat zij op elk moment, zelfs zonder voorafgaand bloedverlies, de dode vrucht kan verliezen, is een reden om een curettage toe te passen.
Mogelijke oorzaken van een spontane abortus (miskraam);
1. Gestoorde cyclus
2. Baarmoederafwijking
3. Sigaretten, alcohol en bepaalde medicijnen
4. Sommige infecties
5. Onbekende oorzaak
6. Hoge koorts
7. Chromosoomafwijking bij het kind
8. Vorming van afweerstoffen tegen de vrucht
9. Afwijking van de zaadcellen
Hoofdstuk 2
(Waarvoor laten vrouwen een abortus plegen ?)
- Ongewenste zwangerschap
- Kind dat ernstig gehandicapt is
- Financiële problemen bij tweeling
Medische redenen voor een abortus zijn het gevaar dat de vrouw loopt ten gevolge van zwangerschap. Tegenwoordig vormt een zwangerschap bijna nooit meer een bedreiging voor het leven van de vrouw. Een andere medische reden doet zich voor wanneer bij vruchtwateronderzoek een ernstige aangeboren afwijking is vastgesteld. Veel mensen accepteren een abortus in geval van een zwangerschap ten gevolge van een verkrachting of van seksueel misbruik van kinderen. Daarnaast kan een te grote emotionele of sociale belasting van de zwangere en haar familie een reden zijn voor een abortus. Men weet tegenwoordig dat kinderen zowel lichamelijk als geestelijk nadeel kunnen ondervinden van het feit dat hun komst door de ouders niet was gewenst. In zo'n geval kan men van mening zijn dat een abortus de minst slechte van twee kwaden is.
In sommige gevallen wil de moeder het kind niet hebben. In dat geval kan ze de zwangerschap voltooien en het kind aanmelden voor adoptie door anderen. Sommige artsen zijn van mening dat het schuldgevoel en spijtgevoel daarover achteraf erger is dan het verwerken van een abortus, maar er zijn vrouwen die deze uitweg toch verkiezen.
Hoofdstuk 3
(Hoe gaat de abortuspilbehandeling in zijn werk ?)
Abortus met de abortuspil is een genezende behandeling. Er wordt tweemaal een aantal pillen geslikt, waardoor de bevruchte eicel wordt afgestoten zoals bij een vroege miskraam. Na een eerste bezoek komt de vrouw terug voor een tweede bezoek en nog wat later voor een controle-bezoek.
De meest gebruikte abortusmethode in Nederland is de zuigcurettage. Daarbij wordt een buisje in de baarmoedermond ingebracht en vervolgens wordt de baarmoeder leeggezogen, waarbij het vruchtje wordt verwijderd. Hiervoor hoeft men eigenlijk maar éénmaal de kliniek te bezoeken. Het bezoek aan de kliniek duurt bij elkaar ongeveer 2 uur; de behandeling zelf een paar minuten.
Elders in Europa wordt de abortuspil al jarenlang gebruikt. Daaruit is bekend wat de contra-symptoom en eventuele bijwerkingen zijn. Het mislukkingspercentage is ongeveer 5%, wat iets hoger is dan bij de zuigcurettage. Vaak genoemde voordelen van de abortuspil zijn: de vrouw ervaart het als natuurlijker; de vrouw vindt dat ze het meer in eigen hand heeft; een ingreep in de ongemakkelijke "gynaecologische houding" wordt vermeden.
Een behandeling met de abortuspil is in Nederland een abortus volgens de Wet Afbreking Zwangerschap WAZ, net als de zuigcurettage. De in de wet voor-geschreven bedenktijd van 5 dagen hoeft echter pas na 16 dagen over tijd in acht te worden genomen. Binnen 16 dagen over tijd is geen wachttijd nodig. De behandeling is evenals de zuigcurettage gratis voor in Nederland verblijvende vrouwen die voor een AWBZ-behandeling in aanmerking komen.
Behandeling met de abortuspil is mogelijk als de vrouw maximaal 3 weken over tijd is (49 dagen amenorroe, dat wil zeggen maximaal 49 dagen na de eerste dag van de laatste menstruatie).
De vrouw dient een verklaring te ondertekenen waarin zij verklaart uitleg te hebben gekregen over de behandeling en dat zij er van op de hoogte is dat indien de behandeling is gestart (de eerste serie pillen zijn ingenomen) deze dan ook dient te worden afgemaakt. Dit is noodzakelijk omdat bij het toch uitdragen van de zwangerschap de kans bestaat dat de vrucht beschadigd is. Daarom komt de vrouw ook voor na-controle naar de kliniek. Blijkt dan dat de behandeling niet geslaagd is, dan vindt alsnog een zuigcurettage plaats.
De behandeling is niet mogelijk bij een lijftijd boven de 35 jaar in combinatie met roken (meer dan 20 sigaretten per dag) plus nog een risicofactor onvoldoende werking van de (bij-)nieren of lever en/of longen gebruik van corticosteroïden ernstige astma bloedarmoede (Sikkelcelanemie) bloedstollingsstoornissen cardiovasculaire aandoeningen vermoeden van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of dreigende miskraam overgevoeligheid voor of gebruik van bepaalde medicijnen contra-indicaties voor prostaglandine indien er al 49 dagen amenorroe (49 dagen amenorroe, dat wil zeggen maximaal 49 dagen na de eerste dag van de laatste menstruatie) verstreken zijn,
bovendien dient eerst de zwangerschap en de duur daarvan te zijn vastgesteld bij zwangerschap ondanks gebruik van het spiraal, wordt eerst het spiraaltje verwijderd, voordat met de abortuspilbehandeling wordt begonnen.
1e bezoek
Tijdens het eerste bezoek wordt de duur van de zwangerschap bepaald met behulp van de echoscopie. Dan krijg je een intakegesprek waarin de besluitvorming over afbreking van de zwangerschap wordt besproken. Daarna de uitleg over de abortuspil en eventueel andere methoden van zwangerschapsafbreking.
De vrouw krijgt daarna 3 pillen (3x Mifegyne 200mg), die met water moeten worden ingenomen. Deze pillen bevatten een anti-progestageen. Dit blokkeert de werking van het progesteron, een stof die het lichaam zelf aanmaakt om de ontwikkeling en innesteling van de bevruchte eicel te helpen.
Na de inname van de pillen gaat de vrouw naar huis. Zij kan al de eerste of tweede dag thuis last krijgen van bloedingen. Heel af en toe wordt daarbij dan al het zwangerschapsproduct afgestoten. De vrouw krijgt het telefoonnummer van de arts/kliniek mee.
2e bezoek
Binnen 2 dagen na het eerste bezoek (dag 3). Krijgt de vrouw 2 tabletten prostaglandine (2x Cytotec 200mcg). Deze helpen het afstoten van de vrucht door het samentrekken van de baarmoeder. In een aantal gevallen gaat dit samen met misselijkheid en soms met hevige krampen. Hiervoor kunnen pijnstillers worden gegeven.
De vrouw blijft bij het tweede bezoek ongeveer 4 uur in de kliniek. Binnen 3 uur vindt dan in ongeveer 65 % van de gevallen afstoting van de het zwangerschapsproduct plaats.
Vindt de bloeding met afstoting van de bevruchte eicel niet binnen ongeveer 3 uur plaats tijdens het verblijf in de kliniek, dan krijgt de vrouw een tweede dosis prostaglandine en gaat na ongeveer nog een uur naar huis. Binnen 12 uur vindt dan meestal tijdens een bloeding de uitstoting plaats. Ongeveer duurt die bloeding 7 tot 10 dagen.
Na het gebruik van de abortuspil kan de vrouw meteen weer zwanger worden, maar dit is ongewenst tijdens de eerste cyclus na de behandeling. Daarom wordt aangeraden meteen na de behandeling een anticonceptiemiddel te gebruiken. Wordt gekozen voor de a.c.-pil, dan kan hiermee het best na 1 week (dag 8) worden gestart.
3e bezoek
Binnen 3 weken na het 2e bezoek wordt in de kliniek gecontroleerd of het zwangerschapsproduct helemaal is verdwenen. Is dat niet het zo, dan wordt alsnog een zuigcurettage uitgevoerd.
Als de vrouw na de behandeling (na het derde bezoek) nog last heeft van bloedingen of als de volgende menstruatie wegblijft, dan moet zij langs een arts. Altijd wanneer er iets bijzonders is of als de cliënte ongerust is kan de kliniek worden gebeld.
Hoofdstuk 4
(Is de abortuspil een verbetering ?)
Of de abortuspil een verbetering is daar heeft iedereen een andere mening over. Er zijn artsen die vinden dat de abortuspil geen verbetering is. Hieronder ziet staan 5 krantenartikelen over de abortuspil en meningen van de artsen, wat zij van de abortuspil vinden.
(Artikel 1)
Hoofdstuk 5
(Wat zijn de gevolgen van een abortus ?)
Het grootste gevolg van een abortus is dat de vrouw die een abortus heeft laten plegen het emotioneel heel moeilijk krijgt met de verwerking van de abortus.
Hieronder ziet u stukjes uit een paar krantenknipsels over de verwerking van vrouwen:
(Artikel 1)
In zijn wekelijkse rubriek in de Margriet nr. 13 van huisarts Rop Borst lees ik het volgende:
"Afgelopen week kwam Carmen weer eens bij me. Ze had haar zeer levendige zoontje Raoul bij zich, dus ik dacht dat ze voor hem kwam. Maar ik had het mis, ze installeerde Raoul in het speelhoekje in mijn spreekkamer en kwam met een bedrukt gezicht tegenover me zitten. "Ik kom voor mezelf, dokter," zei ze. "Ik maak me zorgen. Wilt u eens naar mijn keel kijken? Ik heb al een paar weken het gevoel dat er iets zit." Ik kon weinig aan haar keel ontdekken, behalve dat ze hem steeds nerveus schraapte. Was er misschien iets anders aan de hand?
Ik had het nog niet gevraagd of ze barstte in snikken uit.
Ik maak vaker mee dat mensen een tamelijk onbelangrijk pijntje of hoestje aanwenden om met mij te praten over dingen waar ze zelf niet over durven te beginnen, in de hoop dat ik er vanzelf achter kom wat er aan scheelt. Dat is soms een heel gepeuter, maar bij Carmen kwamen met de tranen ook direct de woorden los. "Ik moet de laatste tijd maar steeds aan die abortus denken, dokter, die ik een halfjaar geleden heb ondergaan. Ik weet wel dat het een verstandige beslissing was, maar ik kan het nog steeds niet uit mijn hoofd zetten. Het voelt zo leeg, zo anders, ik voel me zo schuldig!" Waarna weer een lange uithaal volgde, die Raoul verschrikt van zijn blokjes deed opkijken. "Mama huile?" zei hij verbaasd.
Ik kon niet anders dan hem gelijk geven. Ik gaf haar een tissue en terwijl ze haar neus snoot, dacht ik na over wat ik zou gaan zeggen. Carmen had destijds na uitgebreid en zorgvuldig overleg met mij en de gynaecoloog tot een abortus besloten, omdat ze vanwege een kaakontsteking een serie sterke pijnstillers en antibiotica had geslikt, zonder te weten dat ze zwanger was. Ik was er nog steeds van overtuigd dat het een gerechtvaardigde beslissing was.
Wat er nu met Carmen gebeurde, was een reactie die bij vrouwen heel vaak voorkomt na een abortus. Ondanks het feit dat we destijds ook heel goed en constructief over de emotionele gevolgen hadden gesproken, blijft het toch moeilijk om te voorspellen hoe een vrouw in die omstandigheid zal reageren. Ik zei haar dat en merkte dat ze alweer wat opknapte. "Het is gewoon fijn om er toch weer even met u over te praten," zei ze. "Ik merk dat me dat oplucht." Ze moest me beloven dat ze weer naar me toe zou komen als ze er mee bleef tobben. Want erover praten was in dit geval toch de beste medicijn."
(NB: uit bovenstaand voorbeeld mag overigens niet geconcludeerd worden dat ik abortus onder gegeven omstandigheden zondermeer goedkeur.)
Helaas is het zo dat één gesprek, zoals in het voorbeeld op de vorige pagina, vaak niet genoeg is om een vrouw te helpen in het rouwproces dat ze na een abortus doormaakt. Daarvoor zijn de emotionele gevolgen te groot. Deze weggedrongen emoties verdienen bestaansrecht, verdienen dat er woord en vorm aangegeven wordt in contact met anderen. Dat is het fundamenteel genezende proces van de hulpverlening.
(Artikel 2)
10 tot 20 procent vrouwen
worstelt met de verwerking
Tom (12) en Daphne (10) weten dat ze nog een ouder broertje hebben, Jan-Jaap. Maar die is doodgegaan in mama's buik. En Marieke van Dijk laat het voorlopig daarbij. Want ze vindt haar kinderen nog te jong voor de waarheid. "Hoe kan ik ze vertellen dat ik mijn eerste kindje heb laten aborteren ?" Na 25 jaar heeft de 47-jarige Zwolse de ingrijpende gebeurtenis eindelijk een plaatsje in haar leven kunnen geven. En ze is niet de enige die kampt met het verwerken van een abortus. Van de ruim 20.000 vrouwen die jaarlijks een zwangerschap laten afbreken, heeft volgens Nederlands onderzoek 10 tot 20 procent ernstige problemen. Slechts een handje vol meldt zich bij de hulpverlening.
Na de zoveelste ochtendmisselijkheid nam de radeloze tiener haar moeder in vertrouwen. Glimlachend herinnert Marieke van Dijk zich reactie. "Ik weet nog hoe ze mijn hoofd in haar handen nam en zei: 'Ach kindje, het wordt wel groot, hoor!'."Maar Jan-Jaap, zoals Marieke haar ongeboren zoon later heeft genoemd, heeft nooit het levenslicht gezien. "Mijn vader stond erop dat ik met mijn vriendje zou trouwen. Maar da weigerde ik; ik voelde werkelijk niets voor die jongen. Toen mijn vader, die diep gelovig was en zich doodschaamde voor familie, kennissen en buren via een kennis op het spoor kwam van een abortuskliniek in Londen, was ik met lamheid geslagen. Ik ging. Zonder protest."
Ingreep
En zo onderging Marieke van Dijk op 17 juni 1970 een abortus. "Ik wist niet wat me overkwam. Niemand die iets zei, niemand die iets vroeg. Wel hoorde ik na de ingreep dat het om een jongetje ging. Ik heb altijd gedacht dat God me voor deze daad strafte: mijn zoontje Tom werd op 17 juni geboren en op de dag waarop Jan-Jaap was uitgerekend, beviel ik van Daphne. Het heeft me nooit losgelaten. Was het nou zo erg geweest als ik ongehuwd moeder was geweest ? Spookt het maar door mijn hoofd."
Terug in Nederland pakte Marieke de draad weer op. Na twee jaar trouwde ze, maar het huwelijk strandde net zo snel als dat het was begonnen. Zo'n vijftien jaar later gaf ze haar ja-woord an Gert, haar 14 jaar oudere grote liefde en de vader van haar zoontje Tom. "We trouwden toen Tommie vijftien maanden was. En wat voelde ik me schuldig: de mensen zullen wel zeggen dat ik moét trouwen, omdat ik een kind heb. En oude wond werd dieper dan ooit opengereten. Waarom heb ik me laten leiden door mijn vader, die er op stond mijn eerste kindje weg te laten halen ?"
Marieke van Dijk stopte haar gevoelens weg. "Ik was altijd erg geëmotioneerd bij een geboorte in mijn omgeving, klapte dicht als er over abortus werd gesproken en mengde me niet in discussies van vrouwen die het in theorie allemaal zo goed wisten:'Nou als ík ongewenst zwanger zou zijn dan zou ik het weghalen'."
Haar man Gert was de enige bij wie ze een luisterend oor vond. Maar echte steun vond ze pas bij de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK). "Ik kon mijn verhaal kwijt, mijn emoties benoemen. Zonder veroordeling. Bij nota bene een club die oudsher tegen abortus is !"vertelt Marieke van Dijk nog verbaasd.
SAMENVATTING ARTIKEL
"DE BLIJVENDE SCHAAMTE ROND ABORTUS"
UIT HP/DE TIJD 22 MAART 1996
Nergens ter wereld is het abortuscijfer zo laag als in Nederland, wat de EO ook mag beweren. Maar het taboe bestaat nog steeds, ook voor de abortusarts. 'Het wordt hoog tijd dat het beroep als specialisatie wordt erkend.'
De directe aanleiding tot de internationale conferentie Abortion Matters, is door al het gekrakeel wat uit het zicht geraakt. De viering van de 25ste verjaardag van Simezo is door de trammelant rond de verboden EO documentaire in het water gevallen. In plaats daarvan worden aan de vooravond van de conferentie directeuren en artsen van abortusklinieken massaal op het matje geroepen om tekst en uitleg te geven over vermeende wanpraktijken binnen hun kliniek. De achterliggende boodschap van de EO: er wordt in dit land maar wat raak geaborteerd, choqueerde iedereen. Wie echter de droge feiten beschouwt, kan niet anders dan concluderen dat 25 jaar abortushulpverlening wel degelijk aanleiding geeft tot feest. In 1994 lieten 20811 in Nederland wondende vrouwen abortus plegen. Omgerekend 6.0 abortussen per 1000 vrouwen. Intussen kijkt men in het buitenland met argusogen naar Nederland, 6.0, dat kan toch niet waar zijn? (Mogelijke) verklaringen: Nederlandse teiners zouden minder vrijen, vrouwen zouden veel vaker dan in andere landen ongewenste zwangerschappen uitdragen, niet alle abortusingrepen zouden worden geregistreerd, veel illegale abortussen enz. Deze verklaringen zijn onderzocht en weerlegd door deskundigen. Een lichte stijging in Nederland van abortussen wordt toegeschreven aan het verminderd gebruik van de pil.
Dr. Jany Rademakers, onderzoekster bij het NISSO (Nederlands Instituut voor Sociaal-Sexuologisch Onderzoek), vindt het hoge percentage abortussen bij allochtone vrouwen weinig verwonderlijk. "Turkse en Marokkaanse meisjes behoren eigenlijk maagd te blijven tot hun huwelijk. Als zij dan op jonge leeftijd gaan vrijen, zal dat gebod hen niet stimuleren tot het gebruik van anti conceptiemiddelen. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat allochtone vrouwen meer moeite hebben met de pil dan autochtone vrouwen. Turkse en Marokkaanse vrouwen willen enerzijds het aantal kinderen beperken, anderzijds bewijzen ze graag hun vruchtbaarheid. Maria Schopman, derictuer van MR' 70, een Amsterdams consultatiebureau voor geboorteregeling en sexualiteit, gaat ervan uit dat op den duur minder allochtone vrouwen abortus zullen laten plegen. Het ligt voor de hand: de meeste abortussen worden uitgevoerd bij vrouwen tussen de 20 en 35 jaar. Schopman: "Waar het meest gevreeën wordt, vinden de meeste ongelukjes plaats."
En al liggen de voorbehoedsmiddelen in ons land voor het oprapen, een ongewenste zwangerschap kan echt iedereen overkomen, betogen ook Mik Hamers en Marijke Alblas, directeur respectievelijk abortusarts bij de Bourgonjekliniek in Maastricht. Marijke Alblas: "Sommige vrouwen die ik spreek zijn woedend. Boos dat ze zwanger zijn geraakt ondanks hun spiraal, ondanks de pil. Maar dat kan dus, het komt vaak genoeg voor."
Motieven voor abortus zijn ergenoeg, volgens Schopman:
"In de 25 jaar die in hier werk, heb ik nog nooit een vrouw gesproken die 'zomaar' een abortus liet plegen. Wel is het nog steeds een discussiepunt, wat nou een gedlige reden is of niet. Maar uiteindelijk is het altijd de vrouw die beslist. Jany Rademakers (NISSO):"Een ding is zeker,je kunt voor een ander niet bepalen of een argument legitiem is of niet." Mik Hamers
(Bourgonjekliniek) "Vanzelfsprekend bepaalt de vrouw zelf haar noodsituatie
Want wat ik een flutargument vind, kan voor jou van levensbelang zijn." Hamers' collega Marijke Alblas: "Sinds de Wet Afbreking Zwangerschap in 1984 in werking is getreden, keert het verschijnsel telkens terug. Degenen die het hardst schreeuwen hebben zich nooit kunnen neerleggen bij de wet, die er ondanks felle tegenstand van het CDA en de kleine rechtse partijen toch is gekomen. Als iemand abortus wil laten plegen, is het altijd nodig. En anders krijg je situaties zoals vorige maand in Brabant. Daar had een vrouw haar pasgeboren kind in een plastic zak achtergelaten."
Marijke Alblas: "De grens ligt voor mij bij het laten weghalen van een kind, vanwege het geslacht. Dan denk ik:
je wil een kind of je wil het niet." Mik Hamers: "De techniek ointwikkelt zich steeds verder. Inmiddels zijn ze zover dat ze in de baarmoeder een paar vruchten kunnen uitschakelen. Is dat dan geen abortus?"
Terwijl er redenen te over zijn om trots op te zijn, is in de afgelopen 25 jaar nauwelijks iets veranderd aan de schaamte rondom abortus. Vrijwel geen vrouw in Nederland die met naam en toenaam over haar abortus wil praten. Maria Schopman: "In kleine kring is de angst om erover te praten wel wat afgenomen. De meeste vrouwen die bij ons komen, hebben met vriendinnen, partner/familie over hun ongewenste zwangerschap gesproken. In grotere kring durft echter nog steeds niemand er voor uit te komen. Marieke: "Ik ben trots op mijn beroep en vertel ook eerlijk wat ik doe als mensen het - rijker als het kind. Mik Hamers: "Het wo mij vragen. Ik vind de vrouw belang rdt tijd dat abortusarts als specialisatie wordt erkend. Ik zou dat graag zien gebeuren, juist omdat abortus zo taboe is."
Conclusie
* Wat is een abortus ?
Een abortus is het weg laten halen van een ongeboren kind.
* Waarom laten vrouwen een abortus plegen ?
- Ongewilde zwangerschap
- Kind dat ernstig gehandicapt is
- Financiële problemen bij tweeling
* Hoe gaat abortuspilbehandeling in zijn werk ?
De behandelde vrouw brengt drie bezoeken aan de kliniek tijdens de periode dat zij de abortuspil slikt.
* Is de abortuspil een verbetering ?
De meningen over de abortuspil onder de abortusartsen zijn verdeeld.
De ene arts vind dat het een verbetering is, de ander vind van niet vanwege de pijn en de hevige nabloedingen. Dus of de abortus pil een verbetering is daar heeft iedereen een ander mening over.
* Wat zijn de gevolgen van een abortus ?
Vrouwen krijgen het heel moeilijk met de verwerking van de abortus dus emotioneel krijgen ze het meestal heel erg zwaar.
Literatuurlijst
Wij hebben onze informatie uit de bibliotheek: Thematische Knipselkrant
van internet en van de cd-rom Spectrum encyclopedie '98.