Spreekbeurt: Suriname
Hoofdvraag & deelvragen
Hoofdvraag:
Hoe is het gesteld met de leefbaarheid en zorg in de stedelijke en landelijke gebieden in Suriname?
Deelvragen:
Hoe is de medische zorg in het kustgebied?
En in het binnenland?
Hoe is de infrastructuur en de mobiliteit van de Surinamers?
Hoe zijn de sociale voorzieningen
Hebben ze goede samenwerking met Nederland?
Deelvraag 1:
Hoe is de medische zorg in het kustgebied?
In het kustgebied is de medische zorg in handen van de RGD, de Regionale GezondheidsDienst. Deze organisatie heeft ongeveer 50 poliklinieken waar je alleen behandeld kunt worden. Ook zijn er mensen die hun eigen polikliniek hebben opgericht. En in Paramaribo zijn er nog drie ziekenhuizen en eentje in Nickerie.
Deelvraag 2:
Hoe is de medische zorg in het binnenland?
Op het platteland van Suriname, wat ze daar het binnenland noemen, is de zorg in de handen van de medische zending, de MZ. De MZ wordt net als de RGD door de overheid betaalt. Het binnenland is door de MZ in tien regio’s verdeeld. In iedere regio’s zijn zo’n 4 poliklinieken, waarvan een de hoofdpoli is. Dat is een eenvoudig gebouwtje met een paar ziekenhuisbedden en een logeeradres voor de dokter.
Deelvraag 3:
Hoe is de infrastructuur en de mobiliteit van de Surinamers?
In heel Suriname is er eigenlijk maar 1 grote asfaltweg, de oostwest verbinding. Veerboten en bruggen maken die verbinding compleet. Ook zijn er twee asfaltwegen in zuidelijke richting. De zogeheten “highway” houdt na 30 kilometer op bij de bauxietfabriek van Paranam. Daarnaast loopt de weg naar de zanderij.
In Suriname zijn twee spoorlijnen, die allebei zijn aangelegd voor het vervoer van bauxiet.
Deelvraag 4:
Hoe zijn de sociale voorzieningen in Suriname?
In de kustvlakte zit genoeg water in de grond maar in het binnenland niet. Het bodemlaagje is daar heel dun en vlak en daaronder zit harde rots. Toch hebben twee Nederlandse bedrijven ervoor gezorgd dat de bewoners tegenwoordig een waterleiding hebben. Het dorp bestaat uit groepjes houten huizen. Elk groepje wordt bewoond door een familie. Een groep familiehuizen heeft samen een kookhuis en per familie is een kraan aangelegd. Mensen krijgen alleen water als ze daarvoor hebben betaald. Het dorpscomit? haalt het geld op en dat is weer nodig voor de diesel en het loon van de bedieningsman. Als je niet betaalde moest je water uit de rivier halen en dat is een heel gesjouw.
Deelvraag 5:
Hebben ze een goede samenwerking met Nederland.
De waterleidingmaatschappij in Overijssel vormt samen met de Surinaamse waterleidingmaatschappij een soort tweeling. Ze werken samen om de mensen in Suriname schoon grondwater te leveren. In Suriname worden werknemers van de SWM opgeleid om materiaal te gebruiken en onderhouden.
Eigen onderzoek:
Vraag en aanbod in de zorgsector.
Hoofdvraag:
A) Welke ruimtelijke verschillen zijn er in vraag en aanbod in de zorg van Nederland?
B) Hoe is de Nederlandse situatie vergeleken met de situatie in een herkomstland van migranten die in Nederland?
Deelvragen:
Hoe is de zorg in Nederland en welke soorten zorg zijn er?
Hoe zit het met de wachttijden?
Is de zorg voor iedereen gelijk?
Is status belangrijk?
Deelvraag 1: hoe is de zorg in Nederland en welke soorten zorg zijn er?
Nederland is heel ontwikkeld. In ons land is er al veel vergrijzing en weinig kans dat een baby overlijdt.
Er bestaan in Nederland veel vormen van zorg, vari?rend van klein tot heel uitgebreid. We hebben gezinshulp, dokters en ziekenhuizen. Al die zorg is goed en ook iedereen kan ervan profiteren, als iedereen er aan meebetaalt. Toch gaat niet alles helemaal goed. Er is te weinig personeel en daardoor hoge werkdruk daardoor zijn er ook lange wachttijden die vari?ren van 3 maanden tot 2 jaar.
Deelvraag 2: hoe zit het met de wachttijden?
De wachttijden verschillen veel en lopen soms op tot 2 jaar. Opvallend is dat in dit geval niet het westen helemaal vol staat. In de meeste gevallen zoals sterftecijfers etc. springt het westen eruit. Dat is met de wachttijden niet zo. Het is goed verdeeld in Nederland. In Flevoland en het oosten van Noord-Brabant zijn de wachttijden heel kort.
Deelvraag 3: is de zorg voor iedereen gelijk?
De zorg is over het algemeen wel voor iedereen gelijk, behalve in de psychische zorg. Veel allochtonen, migranten en vluchtelingen krijgen geen plaats bij de psychische zorg, zijn korter in behandeling en krijgen sneller medicijnen voorgeschreven. Toch zijn het vaak de asielzoekers die traumatische ervaringen hebben en meer zorg nodig hebben.
Deelvraag 4: is status belangrijk?
De burgerlijke stand en aanzien van mensen hebben veel te maken met hun gezondheid. Arme mensen leven korter dan rijke mensen, getrouwde mensen leven langer dan niet getrouwde en mensen met veel aanzien gaan ook minder snel dood. De regering probeert daar veel aan te doen en wil dat deze feiten minder voorkomen. Toch groeit het aantal alleen maar. Daarom willen ze de inkomsten van mensen meer gelijk maken. Om dat te bereiken willen ze de belasting op de tabak verhogen. Arme mensen roken ook meer, maar eten ook vetter en bewegen minder. Daarom willen ze campagnes houden over stoppen met roken, minder vet eten en meer bewegen. Arme mensen hebben moeite met rond te komen, zijn heel ongezond en leven in een achterstandswijk. Daarom wil de regering dat de medische zorg voor arme mensen toegankelijker wordt. Alleen wonen in een achterstandswijk is al niet goed voor een mens.
Hoofdvraag:
Hoe is het gesteld met de leefbaarheid en zorg in de stedelijke en landelijke gebieden in Suriname?
Deelvragen:
Hoe is de medische zorg in het kustgebied?
En in het binnenland?
Hoe is de infrastructuur en de mobiliteit van de Surinamers?
Hoe zijn de sociale voorzieningen
Hebben ze goede samenwerking met Nederland?
Deelvraag 1:
Hoe is de medische zorg in het kustgebied?
In het kustgebied is de medische zorg in handen van de RGD, de Regionale GezondheidsDienst. Deze organisatie heeft ongeveer 50 poliklinieken waar je alleen behandeld kunt worden. Ook zijn er mensen die hun eigen polikliniek hebben opgericht. En in Paramaribo zijn er nog drie ziekenhuizen en eentje in Nickerie.
Deelvraag 2:
Hoe is de medische zorg in het binnenland?
Op het platteland van Suriname, wat ze daar het binnenland noemen, is de zorg in de handen van de medische zending, de MZ. De MZ wordt net als de RGD door de overheid betaalt. Het binnenland is door de MZ in tien regio’s verdeeld. In iedere regio’s zijn zo’n 4 poliklinieken, waarvan een de hoofdpoli is. Dat is een eenvoudig gebouwtje met een paar ziekenhuisbedden en een logeeradres voor de dokter.
Deelvraag 3:
Hoe is de infrastructuur en de mobiliteit van de Surinamers?
In heel Suriname is er eigenlijk maar 1 grote asfaltweg, de oostwest verbinding. Veerboten en bruggen maken die verbinding compleet. Ook zijn er twee asfaltwegen in zuidelijke richting. De zogeheten “highway” houdt na 30 kilometer op bij de bauxietfabriek van Paranam. Daarnaast loopt de weg naar de zanderij.
In Suriname zijn twee spoorlijnen, die allebei zijn aangelegd voor het vervoer van bauxiet.
Deelvraag 4:
Hoe zijn de sociale voorzieningen in Suriname?
In de kustvlakte zit genoeg water in de grond maar in het binnenland niet. Het bodemlaagje is daar heel dun en vlak en daaronder zit harde rots. Toch hebben twee Nederlandse bedrijven ervoor gezorgd dat de bewoners tegenwoordig een waterleiding hebben. Het dorp bestaat uit groepjes houten huizen. Elk groepje wordt bewoond door een familie. Een groep familiehuizen heeft samen een kookhuis en per familie is een kraan aangelegd. Mensen krijgen alleen water als ze daarvoor hebben betaald. Het dorpscomit? haalt het geld op en dat is weer nodig voor de diesel en het loon van de bedieningsman. Als je niet betaalde moest je water uit de rivier halen en dat is een heel gesjouw.
Deelvraag 5:
Hebben ze een goede samenwerking met Nederland.
De waterleidingmaatschappij in Overijssel vormt samen met de Surinaamse waterleidingmaatschappij een soort tweeling. Ze werken samen om de mensen in Suriname schoon grondwater te leveren. In Suriname worden werknemers van de SWM opgeleid om materiaal te gebruiken en onderhouden.
Eigen onderzoek:
Vraag en aanbod in de zorgsector.
Hoofdvraag:
A) Welke ruimtelijke verschillen zijn er in vraag en aanbod in de zorg van Nederland?
B) Hoe is de Nederlandse situatie vergeleken met de situatie in een herkomstland van migranten die in Nederland?
Deelvragen:
Hoe is de zorg in Nederland en welke soorten zorg zijn er?
Hoe zit het met de wachttijden?
Is de zorg voor iedereen gelijk?
Is status belangrijk?
Deelvraag 1: hoe is de zorg in Nederland en welke soorten zorg zijn er?
Nederland is heel ontwikkeld. In ons land is er al veel vergrijzing en weinig kans dat een baby overlijdt.
Er bestaan in Nederland veel vormen van zorg, vari?rend van klein tot heel uitgebreid. We hebben gezinshulp, dokters en ziekenhuizen. Al die zorg is goed en ook iedereen kan ervan profiteren, als iedereen er aan meebetaalt. Toch gaat niet alles helemaal goed. Er is te weinig personeel en daardoor hoge werkdruk daardoor zijn er ook lange wachttijden die vari?ren van 3 maanden tot 2 jaar.
Deelvraag 2: hoe zit het met de wachttijden?
De wachttijden verschillen veel en lopen soms op tot 2 jaar. Opvallend is dat in dit geval niet het westen helemaal vol staat. In de meeste gevallen zoals sterftecijfers etc. springt het westen eruit. Dat is met de wachttijden niet zo. Het is goed verdeeld in Nederland. In Flevoland en het oosten van Noord-Brabant zijn de wachttijden heel kort.
Deelvraag 3: is de zorg voor iedereen gelijk?
De zorg is over het algemeen wel voor iedereen gelijk, behalve in de psychische zorg. Veel allochtonen, migranten en vluchtelingen krijgen geen plaats bij de psychische zorg, zijn korter in behandeling en krijgen sneller medicijnen voorgeschreven. Toch zijn het vaak de asielzoekers die traumatische ervaringen hebben en meer zorg nodig hebben.
Deelvraag 4: is status belangrijk?
De burgerlijke stand en aanzien van mensen hebben veel te maken met hun gezondheid. Arme mensen leven korter dan rijke mensen, getrouwde mensen leven langer dan niet getrouwde en mensen met veel aanzien gaan ook minder snel dood. De regering probeert daar veel aan te doen en wil dat deze feiten minder voorkomen. Toch groeit het aantal alleen maar. Daarom willen ze de inkomsten van mensen meer gelijk maken. Om dat te bereiken willen ze de belasting op de tabak verhogen. Arme mensen roken ook meer, maar eten ook vetter en bewegen minder. Daarom willen ze campagnes houden over stoppen met roken, minder vet eten en meer bewegen. Arme mensen hebben moeite met rond te komen, zijn heel ongezond en leven in een achterstandswijk. Daarom wil de regering dat de medische zorg voor arme mensen toegankelijker wordt. Alleen wonen in een achterstandswijk is al niet goed voor een mens.