Spreekbeurt: Spreekbeurt Gambia
The Gambia
Gambia (officieel: Republic of The Gambia) ligt op de uiterste westpunt van Afrika aan de Atlantische Oceaan. Gambia is met een oppervlakte van 11.295 Km2 het kleinste land op het Afrikaanse vasteland. Gambia is iets groter dan Noord-Brabant en Gelderland samen.
Van oost naar west meet Gambia ongeveer 320 km. Van noord naar zuid varieert de breedte van 20 tot 50 km. Gambia wordt aan drie kanten ingesloten door Senegal. Het landschap is licht glooiend met wat heuveltjes. Het hoogste punt bedraagt ongeveer 40 meter, en Gambia is daarmee nog platter dan Nederland. Dwars door het land loopt de goed bevaarbare rivier de Gambia. De Gambia-rivier voert het hele jaar door water. Langs de kust liggen vele zandstranden. De delta van de Gambia-rivier is vrij moerassig met een
mangrovebegroeiing. Het noorden van Gambia heeft een parklandsavannelandschap met lange grassen, grote struiken en wat bomen. Ten zuiden van de Gambia-rivier begint de bossavanne, grasland met groepen bomen.
De Geschiedenis
Gambia maakte ooit deel uit van het Ghanese Rijk De eerste schriftelijke bronnen zijn verslagen van Arabische handelaren uit de 9e en 10e eeuw. De Arabieren haalden slaven, goud, en ivoor uit het gebied via een handelsroute door de Sahara. In de 15e eeuw namen de Portugezen deze handel over via zeeroutes. Gambia maakte toen deel uit van het Koninkrijk Mali.
In 1588 verkocht de Portugese troonpretendent Antonio Prior Do Crato de exclusieve handelsrechten op de Gambia-rivier aan de Engelsen. Koning Jacobus I van Engeland gaf in 1618 handelsrechten in Gambia en Goudkust aan een Britse bedrijf.
Aan het eind van de 17e eeuw en gedurende de 18e eeuw streden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om de macht in Senegal en Gambia. Bij de Vrede van Versailles van 1783 ging het gebied naar het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk behield een kleine enclave die in 1857 alsnog werd overgedragen. In 1889 werd overeenstemming bereikt over de grenzen. Gambia werd een Britse Kroonkolonie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht Gambia mee in Birma. In de hoofdstad Banjul maakte het Air Corps van het Amerikaanse leger tussenlandingen, en de haven werd gebruikt als tussenstop voor convooien.
In 1962 werden algemene verkiezingen gehouden. Gambia kreeg zelfbestuur in 1963, en werd op 18 februari 1965 onafhankelijk. Het bleef lid van het Britse Commonwealth of Nations en was een constitutionele monarchie met de Britse koningin als staatshoofd. Korte tijd later stelde de regering voor Gambia om te vormen tot republiek. Het voorstel haalde niet de vereiste tweederde meerderhied. Op 24 april 1970 werd Gambia na een referendum alsnog een republiek.
Gambia werd geleid door president Sir Dawda Kairaba Jawara, die vijfmaal werd herkozen. Een coup in 1981 door Kukoi Samba Sanyang werd na een week neergeslagen met behulp van Senegal. De twee landen vormden in 1982 de confederatie Senegambia, gericht op het samensmelten van beide legers, de economie, en de munteenheid. In 1989 stapte Gambia uit de confederatie.
In juli 1994 volgde een nieuwe coup. De democratisch gekozen regering van Dawda Kairaba Jawara werd afgezet. Er kwam een voorlopig militair bewind onder leiding van luitenant Yahya Jammeh. Het militair bewind kondigde een terugkeer naar de democratie aan. In 1996 werd een commissie ingesteld die verkiezingen moest voorbereiden.
Yahya Jammeh, inmiddels opgeklommen tot kolonel, werd op 6 november 1996 ingezworen als president. Op 18 oktober 2001 werd hij herkozen voor een termijn van vijf jaar.
In 1998 en 1999 bezette Gambia een niet-permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
Gambia?s Bezienswaardigheden
Stranden
Gambia is een land met een heerlijk warm en vrij constant klimaat en beschikt dan ook over mooie stranden waar je volop kunt genieten van de zon die hier heel wat uren schijnt.Voor een strand vakantie kun je er dus prima terecht
Nationale parken:
In The Gambia zijn verschillende nationale parken en natuurreservaten:Abuko is het enige offici?le nationale park dat tevens open is voor bezichtigers er zijn nog een aantal andere parken die te bezoeken zijn zoals het Kiang West National Park dit is het grootste park.Op 11.000ha vindt men o.a. diverse soorten tropisch woud,mangrove moerasse en andere land schappen,zoals savannen.Het bijilo park,gelegen nabij Kololi,is te voet bereikbaar vanuit diverse hotel.Het park herbergt een grote schat aan vogelsoorten.Er zijn ook 2 soorten apen te vinden.Baboon Island National Park,oostelijk van Georgetown,is niet toegankelijk voor bezoekers.Dit park is in oprichting en dient nu als beschermingsgebied voor diverse apensoorten behalve bavianen vind je hier ook de enige overgebleven /teruggeplaatste chimpansees .
________________________________________________________
Wat is een volks lied
________________________________________________________
Een volkslied is een lied dat dienst doet als volks- of staats-symbool voor een volk of natie, al dan niet samenvallend met of in een staatkundig verband. Een volk of natie zonder eigen staat of met autonomie kan dus ook een eigen volkslied hebben, net als een regio of zelfs een stad of dorp.
Het staats-volkslied wordt traditioneel gespeeld bij de ontvangst van een staatshoofd, bij het eren van de overwinnaar van een internationale sportwedstrijd en bij soortgelijke min of meer plechtige gelegenheden. De Vlaams Vertegenwoordiger wordt echter onthaald op het Vlaams Volkslied. Het is gebruikelijk dat de luisteraars afkomstig uit het land waarvan het volkslied gespeeld wordt opstaan tijdens het spelen en dat militairen in correct uniform dan salueren. Staatsburgers van de VS leggen hun rechterhand op hun hart. Het raakte in de 18e en 19e eeuw onder invloed van de Romantiek en het opkomend nationalisme in Europa in zwang dat volkeren en staten een eigen volkslied kozen. Sommige volksliederen zijn echter veel ouder.
Weinig volksliederen zijn geschreven door bekende auteurs of componisten.Veel volksliederen zijn relatief kort en eenvoudig, en daarom van weinig muzikale waarde.
___________________________________________
Het volkslied:
___________________________________________
Engelse tekst :
For The Gambia, our homeland
We strive and work and pray,
That all may live in unity,
Freedom and peace each day.
Let justice guide our actions
Towards the common good,
And join our diverse peoples
To prove man's brotherhood.
We pledge our firm allegiance,
Our promise we renew;
Keep us, great God of nations,
To The Gambia ever true
Klimaat
Gambia heeft een subtropisch klimaat met een droog en een nat seizoen. Het droge seizoen duurt van ongeveer half oktober tot ongeveer half juni. Het komt vaak voor dat er dan in deze periode echt geen druppel regen valt. Maart tot en met mei zijn de zonnigste maanden, met gemiddeld 10 uur zon per dag. De noordoostelijke wind (Harmattan) waait in die maanden vanuit de Sahara en kan in plaats van regen ook wel eens zand brengen. De temperatuur kan aan het einde van de droge tijd tot tegen de 40?C oplopen. Door de warmte ontstaan er regelmatig windhozen die Tonkolong genoemd worden. De luchtvochtigheid kan in de droge periode wel dalen tot 25%. De natte periode duurt van ongeveer half juni tot half oktober. Juli, augustus en september zijn de natste maanden in Gambia. De helft van alle regen valt in augustus. De regen valt meestal in buien, ?s nachts en ?s morgens. Het regent echter in de natte periode lang niet altijd, gemiddeld op zo?n twaalf dagen per maand. In de hoofdstad Banjul, gelegen aan de kust, valt jaarlijks ongeveer 1400 mm regen. In Georgetown, gelegen in het binnenland, valt ongeveer 1050 mm regen per jaar. De hoogste luchtvochtigheid, tot wel 95%, wordt in augustus gemeten. De watertemperatuur van de Atlantische Oceaan varieert van 20 tot 27?C.
Planten en dieren
Gambia kent een grote verscheidenheid aan vegetatie. In 1980 had Gambia nog ongeveer 50.000 ha bos. Acht jaar later nog maar 10.000 ha. De laatste tien jaar zijn er wel enkele herbebossingprojecten gestart. Verschillende soorten palmen komen voor in Gambia, met name de kokospalm. Opvallend is de katoen- of kapokboom die meer dan 50 meter hoog kan worden . De kapok die uit de zaden komt, wordt gebruikt als vulling voor matrassen en kussens. De kolaboom levert de grondstof voor de frisdrank cola. De mahonieboom levert het mooie maar zeer dure mahoniehout op. Door het vele kappen komt deze boomsoort nog maar weinig voor in Gambia. In de wat vochtigere gebieden komen bamboebossen voor. Van bamboe worden schuttingen, meubels en diverse gebruiksvoorwerpen gemaakt. Mangrovebossen komen voor in de rivierdelta?s en kunnen ver landinwaarts reiken.
In de droge streken komen acacia?s en de meest karakteristieke boom van Afrika voor: de baobab of apenbroodboom. De baobab wordt ongeveer 20 meter hoog en kan meer dan 1000 jaar oud worden. De boom speelt een rol in talloze Afrikaanse mythen en legenden. De schors, de vruchten, de bladeren, het hout, bijna alles van deze boom wordt door de bevolking gebruikt.
In het nattere zuiden groeien mango-, cashew, en citrusbomen. Voor fraaie kleuren zorgen kerststerren, lelies, wilde orchidee?n, oleanders, hibiscus en bougainvillea. De kinineplant levert sap dat o.a. beschermt tegen malaria. Het olifantsgras is een zeer hoge grassoort en wordt door de boerenbevolking als onkruid beschouwd.
Gambia is een vogelparadijs voor de vogelliefhebber. Er werden tot nu toe ongeveer 450 verschillende soorten geteld, en nog steeds worden nieuwe soorten ontdekt. Zo werd in 1995 voor het eerst de slangenetende lachende valk waargenomen. Sommige soorten komen alleen in Gambia voor. Er vinden in Gambia dan ook geen gewone safari?s plaats, maar vogelsafari?s.
Grote vogels zijn onder andere de maraboe, gieren, lepelaars, kraanvogels, arenden, uilen en de opmerkelijke grondneushoornvogels. Grote zoogdieren zijn vrijwel allemaal uitgestorven. Giraffen, leeuwen, buffels, grote antilopen, men zoekt ze tevergeefs. Diep landinwaarts komen nog wel nijlpaarden en krokodillen in de Gambia-rivier voor. Verschillende kleine apensoorten zoals de fluweelaap en de huzaaraap komen overal voor. Chimpansees leven alleen nog in het Baboon Island National park.Verder zijn er nog kleine antilopensoorten, aardvarkens en wrattenzwijnen.
Zowel op het land als in het water komen slangen voor, sommige zijn zeer giftig. Reuzenhagedissen en kameleons komen ook regelmatig voor. In de Gambia-rivier leven verschillende zeldzame vissoorten zoals de gitaarvis, de kikkervis, de longvis en de modderkruiper. Doordat het water van de Gambia-rivier zo?n 150 tot 180 kilometer landinwaarts zout of brak is, zijn er in de rivier zelfs dolfijnen waar te nemen. In de kustwateren van Gambia komen onder andere zeeschildpadden, roggen, zeeslangen, krabben, haaien, inktvissen, zwaardvissen en tonijnen voor. De bijna uitgestorven zeekoe is nog af en toe te zien bij riviermondingen. In de mangrovemoerassen leven o.a. diverse krabbensoorten, veel watervogels en slijkspringers. Mangroveoesters groeien aan de wortels van de mangrovebomen.
Gambia heeft zes nationale parken en reservaten die samen 3,7% van het Gambiaanse grondgebied beslaan.
Gambia (officieel: Republic of The Gambia) ligt op de uiterste westpunt van Afrika aan de Atlantische Oceaan. Gambia is met een oppervlakte van 11.295 Km2 het kleinste land op het Afrikaanse vasteland. Gambia is iets groter dan Noord-Brabant en Gelderland samen.
Van oost naar west meet Gambia ongeveer 320 km. Van noord naar zuid varieert de breedte van 20 tot 50 km. Gambia wordt aan drie kanten ingesloten door Senegal. Het landschap is licht glooiend met wat heuveltjes. Het hoogste punt bedraagt ongeveer 40 meter, en Gambia is daarmee nog platter dan Nederland. Dwars door het land loopt de goed bevaarbare rivier de Gambia. De Gambia-rivier voert het hele jaar door water. Langs de kust liggen vele zandstranden. De delta van de Gambia-rivier is vrij moerassig met een
mangrovebegroeiing. Het noorden van Gambia heeft een parklandsavannelandschap met lange grassen, grote struiken en wat bomen. Ten zuiden van de Gambia-rivier begint de bossavanne, grasland met groepen bomen.
De Geschiedenis
Gambia maakte ooit deel uit van het Ghanese Rijk De eerste schriftelijke bronnen zijn verslagen van Arabische handelaren uit de 9e en 10e eeuw. De Arabieren haalden slaven, goud, en ivoor uit het gebied via een handelsroute door de Sahara. In de 15e eeuw namen de Portugezen deze handel over via zeeroutes. Gambia maakte toen deel uit van het Koninkrijk Mali.
In 1588 verkocht de Portugese troonpretendent Antonio Prior Do Crato de exclusieve handelsrechten op de Gambia-rivier aan de Engelsen. Koning Jacobus I van Engeland gaf in 1618 handelsrechten in Gambia en Goudkust aan een Britse bedrijf.
Aan het eind van de 17e eeuw en gedurende de 18e eeuw streden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om de macht in Senegal en Gambia. Bij de Vrede van Versailles van 1783 ging het gebied naar het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk behield een kleine enclave die in 1857 alsnog werd overgedragen. In 1889 werd overeenstemming bereikt over de grenzen. Gambia werd een Britse Kroonkolonie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht Gambia mee in Birma. In de hoofdstad Banjul maakte het Air Corps van het Amerikaanse leger tussenlandingen, en de haven werd gebruikt als tussenstop voor convooien.
In 1962 werden algemene verkiezingen gehouden. Gambia kreeg zelfbestuur in 1963, en werd op 18 februari 1965 onafhankelijk. Het bleef lid van het Britse Commonwealth of Nations en was een constitutionele monarchie met de Britse koningin als staatshoofd. Korte tijd later stelde de regering voor Gambia om te vormen tot republiek. Het voorstel haalde niet de vereiste tweederde meerderhied. Op 24 april 1970 werd Gambia na een referendum alsnog een republiek.
Gambia werd geleid door president Sir Dawda Kairaba Jawara, die vijfmaal werd herkozen. Een coup in 1981 door Kukoi Samba Sanyang werd na een week neergeslagen met behulp van Senegal. De twee landen vormden in 1982 de confederatie Senegambia, gericht op het samensmelten van beide legers, de economie, en de munteenheid. In 1989 stapte Gambia uit de confederatie.
In juli 1994 volgde een nieuwe coup. De democratisch gekozen regering van Dawda Kairaba Jawara werd afgezet. Er kwam een voorlopig militair bewind onder leiding van luitenant Yahya Jammeh. Het militair bewind kondigde een terugkeer naar de democratie aan. In 1996 werd een commissie ingesteld die verkiezingen moest voorbereiden.
Yahya Jammeh, inmiddels opgeklommen tot kolonel, werd op 6 november 1996 ingezworen als president. Op 18 oktober 2001 werd hij herkozen voor een termijn van vijf jaar.
In 1998 en 1999 bezette Gambia een niet-permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
Gambia?s Bezienswaardigheden
Stranden
Gambia is een land met een heerlijk warm en vrij constant klimaat en beschikt dan ook over mooie stranden waar je volop kunt genieten van de zon die hier heel wat uren schijnt.Voor een strand vakantie kun je er dus prima terecht
Nationale parken:
In The Gambia zijn verschillende nationale parken en natuurreservaten:Abuko is het enige offici?le nationale park dat tevens open is voor bezichtigers er zijn nog een aantal andere parken die te bezoeken zijn zoals het Kiang West National Park dit is het grootste park.Op 11.000ha vindt men o.a. diverse soorten tropisch woud,mangrove moerasse en andere land schappen,zoals savannen.Het bijilo park,gelegen nabij Kololi,is te voet bereikbaar vanuit diverse hotel.Het park herbergt een grote schat aan vogelsoorten.Er zijn ook 2 soorten apen te vinden.Baboon Island National Park,oostelijk van Georgetown,is niet toegankelijk voor bezoekers.Dit park is in oprichting en dient nu als beschermingsgebied voor diverse apensoorten behalve bavianen vind je hier ook de enige overgebleven /teruggeplaatste chimpansees .
________________________________________________________
Wat is een volks lied
________________________________________________________
Een volkslied is een lied dat dienst doet als volks- of staats-symbool voor een volk of natie, al dan niet samenvallend met of in een staatkundig verband. Een volk of natie zonder eigen staat of met autonomie kan dus ook een eigen volkslied hebben, net als een regio of zelfs een stad of dorp.
Het staats-volkslied wordt traditioneel gespeeld bij de ontvangst van een staatshoofd, bij het eren van de overwinnaar van een internationale sportwedstrijd en bij soortgelijke min of meer plechtige gelegenheden. De Vlaams Vertegenwoordiger wordt echter onthaald op het Vlaams Volkslied. Het is gebruikelijk dat de luisteraars afkomstig uit het land waarvan het volkslied gespeeld wordt opstaan tijdens het spelen en dat militairen in correct uniform dan salueren. Staatsburgers van de VS leggen hun rechterhand op hun hart. Het raakte in de 18e en 19e eeuw onder invloed van de Romantiek en het opkomend nationalisme in Europa in zwang dat volkeren en staten een eigen volkslied kozen. Sommige volksliederen zijn echter veel ouder.
Weinig volksliederen zijn geschreven door bekende auteurs of componisten.Veel volksliederen zijn relatief kort en eenvoudig, en daarom van weinig muzikale waarde.
___________________________________________
Het volkslied:
___________________________________________
Engelse tekst :
For The Gambia, our homeland
We strive and work and pray,
That all may live in unity,
Freedom and peace each day.
Let justice guide our actions
Towards the common good,
And join our diverse peoples
To prove man's brotherhood.
We pledge our firm allegiance,
Our promise we renew;
Keep us, great God of nations,
To The Gambia ever true
Klimaat
Gambia heeft een subtropisch klimaat met een droog en een nat seizoen. Het droge seizoen duurt van ongeveer half oktober tot ongeveer half juni. Het komt vaak voor dat er dan in deze periode echt geen druppel regen valt. Maart tot en met mei zijn de zonnigste maanden, met gemiddeld 10 uur zon per dag. De noordoostelijke wind (Harmattan) waait in die maanden vanuit de Sahara en kan in plaats van regen ook wel eens zand brengen. De temperatuur kan aan het einde van de droge tijd tot tegen de 40?C oplopen. Door de warmte ontstaan er regelmatig windhozen die Tonkolong genoemd worden. De luchtvochtigheid kan in de droge periode wel dalen tot 25%. De natte periode duurt van ongeveer half juni tot half oktober. Juli, augustus en september zijn de natste maanden in Gambia. De helft van alle regen valt in augustus. De regen valt meestal in buien, ?s nachts en ?s morgens. Het regent echter in de natte periode lang niet altijd, gemiddeld op zo?n twaalf dagen per maand. In de hoofdstad Banjul, gelegen aan de kust, valt jaarlijks ongeveer 1400 mm regen. In Georgetown, gelegen in het binnenland, valt ongeveer 1050 mm regen per jaar. De hoogste luchtvochtigheid, tot wel 95%, wordt in augustus gemeten. De watertemperatuur van de Atlantische Oceaan varieert van 20 tot 27?C.
Planten en dieren
Gambia kent een grote verscheidenheid aan vegetatie. In 1980 had Gambia nog ongeveer 50.000 ha bos. Acht jaar later nog maar 10.000 ha. De laatste tien jaar zijn er wel enkele herbebossingprojecten gestart. Verschillende soorten palmen komen voor in Gambia, met name de kokospalm. Opvallend is de katoen- of kapokboom die meer dan 50 meter hoog kan worden . De kapok die uit de zaden komt, wordt gebruikt als vulling voor matrassen en kussens. De kolaboom levert de grondstof voor de frisdrank cola. De mahonieboom levert het mooie maar zeer dure mahoniehout op. Door het vele kappen komt deze boomsoort nog maar weinig voor in Gambia. In de wat vochtigere gebieden komen bamboebossen voor. Van bamboe worden schuttingen, meubels en diverse gebruiksvoorwerpen gemaakt. Mangrovebossen komen voor in de rivierdelta?s en kunnen ver landinwaarts reiken.
In de droge streken komen acacia?s en de meest karakteristieke boom van Afrika voor: de baobab of apenbroodboom. De baobab wordt ongeveer 20 meter hoog en kan meer dan 1000 jaar oud worden. De boom speelt een rol in talloze Afrikaanse mythen en legenden. De schors, de vruchten, de bladeren, het hout, bijna alles van deze boom wordt door de bevolking gebruikt.
In het nattere zuiden groeien mango-, cashew, en citrusbomen. Voor fraaie kleuren zorgen kerststerren, lelies, wilde orchidee?n, oleanders, hibiscus en bougainvillea. De kinineplant levert sap dat o.a. beschermt tegen malaria. Het olifantsgras is een zeer hoge grassoort en wordt door de boerenbevolking als onkruid beschouwd.
Gambia is een vogelparadijs voor de vogelliefhebber. Er werden tot nu toe ongeveer 450 verschillende soorten geteld, en nog steeds worden nieuwe soorten ontdekt. Zo werd in 1995 voor het eerst de slangenetende lachende valk waargenomen. Sommige soorten komen alleen in Gambia voor. Er vinden in Gambia dan ook geen gewone safari?s plaats, maar vogelsafari?s.
Grote vogels zijn onder andere de maraboe, gieren, lepelaars, kraanvogels, arenden, uilen en de opmerkelijke grondneushoornvogels. Grote zoogdieren zijn vrijwel allemaal uitgestorven. Giraffen, leeuwen, buffels, grote antilopen, men zoekt ze tevergeefs. Diep landinwaarts komen nog wel nijlpaarden en krokodillen in de Gambia-rivier voor. Verschillende kleine apensoorten zoals de fluweelaap en de huzaaraap komen overal voor. Chimpansees leven alleen nog in het Baboon Island National park.Verder zijn er nog kleine antilopensoorten, aardvarkens en wrattenzwijnen.
Zowel op het land als in het water komen slangen voor, sommige zijn zeer giftig. Reuzenhagedissen en kameleons komen ook regelmatig voor. In de Gambia-rivier leven verschillende zeldzame vissoorten zoals de gitaarvis, de kikkervis, de longvis en de modderkruiper. Doordat het water van de Gambia-rivier zo?n 150 tot 180 kilometer landinwaarts zout of brak is, zijn er in de rivier zelfs dolfijnen waar te nemen. In de kustwateren van Gambia komen onder andere zeeschildpadden, roggen, zeeslangen, krabben, haaien, inktvissen, zwaardvissen en tonijnen voor. De bijna uitgestorven zeekoe is nog af en toe te zien bij riviermondingen. In de mangrovemoerassen leven o.a. diverse krabbensoorten, veel watervogels en slijkspringers. Mangroveoesters groeien aan de wortels van de mangrovebomen.
Gambia heeft zes nationale parken en reservaten die samen 3,7% van het Gambiaanse grondgebied beslaan.