Samenvatting: Islam(memo)
1. Het verleden van de Islam.
1.1
570 → geboorte profeet Mohammed in Mekka.
↓
Familie van koerasji: machtigste in Mekka.
↓
Beschermer van de plaats Haram daar stond de Ka?Ba.
Ka?Ba → zwarte meteorietsteen die door alle stammen werd vereerd.
Mekka was handelsknooppunt.
Mohammed trouwde met Chadiedja voor wie hij een handelskaravaan naar Syri? had geleid. Tijdens die tocht kwam hij in contact met joden en Christenen en kwam hij in contact met tegenstellingen tussen rijk en arm.
In de bergen van Mekka: Mo kreeg visioenen, de engel Gabri?l zou hem de boodschap van God hebben verteld. ↓
Allah is enig en almachtige God, hij heeft de mens geschapen en hem goede zaken gegeven, God heeft Sjarie?a(wet) gemaakt.
God vraagt aan mens dankbaarheid:
-Salaat:gebed
-Zakaat: zorg voor armen
Islam → overgave aan God.
Koran → hierin staan alle boodschappen van God vastgelegd.
Mohammed had al snel veel volgelingen maar ook tegenstand van vooral hoge leiders door regels als solidariteit met de zwakkeren.
622→ Mohammed voelde zich gedwongen de stad te verlaten en vertrok met 70 volgelingen naar Medina. Dit noemt men de Hidjra(migratie) en hier begint de Islamitische jaartelling.
Inwoners van Medina hoopten dat Mo een einde kon maken aan de stammentwisten → hij vormde hier de 1e gemeenschap: de Oemma.(leden van deze gemeenschap zouden elkaar verdedigen bij conflicten met niet-moslims en ruzies zouden worden voorgelegd aan de profeet.)
De stichting van de Oemma was een belangrijke ontwikkeling: Nieuwe politieke eenheid die stammenstructuur doorbrak.
Mo realiseerde dat nieuwe geloof ten dode was opgeschreven zonder bekering van de machtige leiders → Moslims startten vanuit Medina Djihaad(heilige oorlog) om Mekka te veroveren.
↓
Bondgenootschappen aangaan met stammen uit de omgeving en het overvallen van handelskaravanen om Mekka te verzwakken.
Na jaren van strijd geven de Mekkanen zich over.
Soenna → levenswijze en uitspraken Mohammed.
1.2
Door toenemende bevolkingdruk ging men op zoek naar vruchtbaarder gebied onder leiding van de Kalief. Ze gingen naar Syri?, Egypte(Byzantijnse rijk), Irak en Iran(Perzische rijk)
De 2 rijken waren met elkaar in oorlog.
Doorveel onderdrukking was het niet mogelijk om de bevolking te veroveren.
In het begin verschil tussen Arabieren en niet-Arabieren alleen zuivere Arabieren konden hoge posities bekleden, ook werd het niet gedwongen taal en geloof aan te nemen maar het werd wel gestimuleerd door bijv. lagere belasting voor moslims.
Op en duur begonnen de volkeren de Islam en de taal over te nemen.
Arabische taal kreeg goddelijk karakter omdat het heilige schrift in het Arabisch was.
In Iran en Noord-Afrika ging de overname van taal niet zo snel.
Hoogste leiderschap in islamitische wereld in handen van Kalief.
↓
Voornaamste taak was het ordenen van de samenleving volgens de regels van de Sjarie?a en de welvaart bevorderen.
Kalief mocht zelf regels afkondigen zolang die niet in strijd waren met de Sjarie?a.
Het enorme rijk bleek niet door een persoon bestuurde te kunnen worden → vanaf de 10e eeuw kwamen er militaire dynastie?n.(vaak hingen zij afwijkende religieuze denkbeelden aan)
1258 → Mongoolse en niet-moslim(uit centraal Azi?) stammen maakten een einde aan het kalifaat.(grote verwoestingen) Deze periode wordt door de Moslims beschouwd als de donkere periode.
Uit C- Azi? waren ook Turkssprekende stammen gekomen met een goed leger de Osmanen, deze konden de politieke eenheid in het Islamitisch gebied herstellen.
In 1453 veroverden ze Constantinopel en noemde het Istanbul.
Met hun militaire heerschappij wisten zij grote delen van de Balkan te bezetten tot aan Wenen dit rijk heet het Osmaanse/ Ottomaanse/Turkse rijk.
↓
Beheerst door een sultan.
Vanaf de 17e eeuw kreeg het Osmaanse rijk te maken met opkomende Europese mogendheden.(Turkse rijk begon militair en economisch achter te raken)
Rusland, Frankrijk en Engeland probeerden toen meer invloed in het Ottomaanse rijk uit te kunnen oefenen. Nadat het rijk in de WO 1 de verkeerde kant van de As-mogendheden had gekozen was het definitief afgelopen met de staatkundige eenheid van de Islamitische wereld.
1.3
Omdat leden van de Mekkaanse elite op hoog beklede functies terecht kwamen, kwamen de vroege bekeerlingen in protest, dit zou in strijd zijn met de regels van Mohammed. Deze groep vond hun leider in Ali, de neef en schoonzoon van Mohammed.
Van 656 tot 661 beklede hij de functie van kalief: gelijkheid van alle gelovigen. Vooral aanhang in Zuid-Irak: Sji?ietische stroming.(Sji?at Ali)
Toen Ali werd vermoord door tegenstanders → Oemajjadendynastie kreeg de macht.
Binnen de Sji?ietische stroming ontstonden verschillende richtingen: de grootste was de twaalversji?ieten, zij beschouwden een reeks van 12 kaliefen/imams met Ali als eerste de leiders van de Islam. De laatste Imam verdween in 874 maar hij zou weer terugkeren, intussen moeten gekwalificeerde godsdienstgeleerden als zijn vertegenwoordigers dienen.
De Sji?ieten waren een minderheid maar in de 16e eeuw werd het een staatsgodsdienst in Iran.
Soennieten → kalief vertegenwoordige hen, geloof gebaseerd op Koran, Soenna .
Verschillen tussen Soennieten en Sji?ieten heeft te maken met de invulling van het leiderschap.
Afvalligen → sektarische bewegingen die sociale onvrede uitte in religieuze termen, zij werden vervolgd.
Christenen en Joden werden door de Moslims beschouwd als volkeren van het boek, omdat zij in een God geloofden. Deze andere gelovigen namen een aparte status aan: Dhimmi: verbond tussen het Islamitische bestuur en de niet-moslim gemeenschappen. Hierin erkenden Joden of Christenen de superieure positie van de islam in het land waar zij woonden en aanvaardden zij een wettelijk bepaald ondergeschikte positie, zij betaalden een speciale hoofdelijke belasting en hadden te maken met een paar maatschappelijke verboden:
-Niet optreden als getuige in rechtbank
-Niet trouwen met moslimvrouwen
-Herkenningsteken
-Geen paard rijden(allen ezels)
-Kerken mochten niet hoger zijn dan Moskee?n
Ook voordelen:
-Veiligheid
-Geloof behouden
-Vastgelegde regels
In de Ottomaanse periode konden Joden en Christenen een belangrijke rol spelen bij contacten met Europa als bijv. koopman of diplomaat. In de 19e eeuw werd contact maken steeds meer nodig maar de Joden en Christenen waren steeds minder bereid dit te doen.(door opkomend nationalisme) Ze werden door Europa gesteund om autonoom te worden en dat zorgde voor spanningen tussen Europen en het Ottomaanse rijk → 1915 (ramp) Christelijke Armeni?rs werden gedeporteerd.
2. De Islam en de moderne natie.
2.1
19e eeuw → nationalisme vooral onder Joden, de Joden gingen naar Palestina en streefde naar een eigen staat.(zionisme)
Pelgrimstochten mochten wel maar, emigreren van joden naar Palestina werd door de heersers van het Ottomaanse rijk verboden → veel havenbeambten en overheidsfunctionarissen werden omgekocht waardoor er zich toch Joden konden vestigen.
De in Palestina aangekomen Joden kochten grond om bouwkolonies te vestigen. De Arabieren verloren hun pachtrecht en kwamen in dienst bij de Joden. Veel onenigheid tussen Joden en Arabieren door verschillende normen en waarden en gebruiken.
In de steden vonden de Arabieren de Joden een bedreiging(concurrentie). Deze spanningen begonnen een politieke betekenis te krijgend door de tweeslachtige houding van de Britten in WO 1:
1.De leider van de Arabieren Hoessein kreeg van Engeland de belofte dat het na de oorlog een grote onafhankelijke staat zou krijgen, de Arabieren dachten dat ook Palestina erbij hoorde.
2. De zionisten zouden een nationaal tehuis in Palestina krijgen.
3. De Fransen en de Britten hadden zelf ook een verdrag gesloten. Sykes-Picot → Frankrijk zou het mandaat over: Syri? en Libanon krijgen. Engeland zou: Irak en Palestina krijgen.
De Arabieren voelde zich verraden door deze afspraak en waren bang voor Joodse overheersing.
1922 → Britten schermen gebied ten Oosten van Jordani? af als Transjordani?. Toch bleven er spanning en dat kwam geregeld tot woedeacties op elkaar en op de Britten.
1947 → Britten vragen VS om een oplossing, opnieuw kwam er een delingsplan maar de Arabische landen bleven de plannen afwijzen en dreigde met militaire acties. De zionisten accepteerden het plan wel.
Toen de Britten in 1948 Palestina verlieten riep David Ben Goerion de staat Isra?l uit.
↓
Arabieren vielen Isra?l aan en de oorlog werd in 1948 gewonnen door Isra?l.
Door de totstandkoming van Isra?l:
-Helft van de Arabische wereld vertrok naar Libanon, Syri?, Jordani?, Egypte en naar het aan de Arabieren toegekende deel van Palestina.
Doordat de bewoners van Palestina onderdrukt werden werd de PLO opgericht: Palestinian Liberation Organization onder leiding van Yasser Arafat.
2.2
Ontwikkelingen in Palestina hadden grote gevolgen voor de politieke situatie in de rest van de Arabische wereld.
Na WO 1:
Turkije werd onafhankelijk onder leiding van Atat?rk/ Mustafa Kemal.
Iran Constitutionele Monarchie onder leiding van: vorst Shah.
Arabische gebied in Midden Oosten en Noord Afrika in handen tijdelijk van Brits en Frans leger. Deze landen weren ingericht naar Westers model: koning, grondwet, parlement en leger ook was een groot deel van de wetgeving gebaseerd op het Europese.
1952 → Gamel Abdel Nasser pleegde met zijn beweging van vrije officieren staatsgreep omdat hij het niet eens was met de corruptie en sociale ongelijkheid.
↓
Koning Faroek werd afgezet en Egypte werd een republiek.
Nasser voerde grote veranderingen door, grootlintbezitters moesten land geven aan kleine boeren en op internationaal niveau wilde Nasser de Europese overheersing afschaffen en onafhankelijk worden.(Arabisch nationalisme)→ grootste resultaat was onderwijs voor alle lagen van de bevolking.
Alle goede idee?n leken niet uitvoerbaar en er kwamen al snel oppositiegroepen.
2.3
In de jaren 80 → Islamitische fundamentalisten: ideologie?n gebaseerd op Islamitische wetten en leefregels.
1979 → Ayatollah Khomeini(sji?ieten verwierp het regime van Shah → Iran werd Islamitische republiek.
Deze machtsovername bracht veel fundamentalisten op het idee dat politieke overwinning mogelijk was. De regeringen konden geen voorzieningen treffen voor de groeiende bevolking. De Fundamentalisten gingen zich daarom richten op sociaal werk(arme mensen aan een huis helpen) hierdoor kregen mensen vertrouwen in ze. De rijke mensen die wel een goede baan hadden werden door de oliecrisis op straat gezet en gingen ook achter de fundamentalisten aan die gek werden van al die corruptie.
Men ging zich heel erg vasthouden aan strenge naleving van de Islamitische voorschriften om te laten zien dat ze niet van culturele invloeden gediend waren.
Vanaf begin jaren 90 → meer politiek vrijheid in een aantal Arabische landen: dit kwam door de druk van de groeiende bevolking en de sociale onvrede.
1991 → verkiezingen in Algerije, gewonnen door fundamentalisten, zittende regime was bang om de macht te verliezen en verklaarde uitslag ongeldig → aanslagen van fundamentalisten. Als reactie op de aanslagen begon de regering een grote politieactie met als doel de fundamentalisten uit te roeien → er werden hele dorpen uitgeroeid.
Corruptie en vriendjespolitiek is grootste obstakel bij vorming democratie.
1.1
570 → geboorte profeet Mohammed in Mekka.
↓
Familie van koerasji: machtigste in Mekka.
↓
Beschermer van de plaats Haram daar stond de Ka?Ba.
Ka?Ba → zwarte meteorietsteen die door alle stammen werd vereerd.
Mekka was handelsknooppunt.
Mohammed trouwde met Chadiedja voor wie hij een handelskaravaan naar Syri? had geleid. Tijdens die tocht kwam hij in contact met joden en Christenen en kwam hij in contact met tegenstellingen tussen rijk en arm.
In de bergen van Mekka: Mo kreeg visioenen, de engel Gabri?l zou hem de boodschap van God hebben verteld. ↓
Allah is enig en almachtige God, hij heeft de mens geschapen en hem goede zaken gegeven, God heeft Sjarie?a(wet) gemaakt.
God vraagt aan mens dankbaarheid:
-Salaat:gebed
-Zakaat: zorg voor armen
Islam → overgave aan God.
Koran → hierin staan alle boodschappen van God vastgelegd.
Mohammed had al snel veel volgelingen maar ook tegenstand van vooral hoge leiders door regels als solidariteit met de zwakkeren.
622→ Mohammed voelde zich gedwongen de stad te verlaten en vertrok met 70 volgelingen naar Medina. Dit noemt men de Hidjra(migratie) en hier begint de Islamitische jaartelling.
Inwoners van Medina hoopten dat Mo een einde kon maken aan de stammentwisten → hij vormde hier de 1e gemeenschap: de Oemma.(leden van deze gemeenschap zouden elkaar verdedigen bij conflicten met niet-moslims en ruzies zouden worden voorgelegd aan de profeet.)
De stichting van de Oemma was een belangrijke ontwikkeling: Nieuwe politieke eenheid die stammenstructuur doorbrak.
Mo realiseerde dat nieuwe geloof ten dode was opgeschreven zonder bekering van de machtige leiders → Moslims startten vanuit Medina Djihaad(heilige oorlog) om Mekka te veroveren.
↓
Bondgenootschappen aangaan met stammen uit de omgeving en het overvallen van handelskaravanen om Mekka te verzwakken.
Na jaren van strijd geven de Mekkanen zich over.
Soenna → levenswijze en uitspraken Mohammed.
1.2
Door toenemende bevolkingdruk ging men op zoek naar vruchtbaarder gebied onder leiding van de Kalief. Ze gingen naar Syri?, Egypte(Byzantijnse rijk), Irak en Iran(Perzische rijk)
De 2 rijken waren met elkaar in oorlog.
Doorveel onderdrukking was het niet mogelijk om de bevolking te veroveren.
In het begin verschil tussen Arabieren en niet-Arabieren alleen zuivere Arabieren konden hoge posities bekleden, ook werd het niet gedwongen taal en geloof aan te nemen maar het werd wel gestimuleerd door bijv. lagere belasting voor moslims.
Op en duur begonnen de volkeren de Islam en de taal over te nemen.
Arabische taal kreeg goddelijk karakter omdat het heilige schrift in het Arabisch was.
In Iran en Noord-Afrika ging de overname van taal niet zo snel.
Hoogste leiderschap in islamitische wereld in handen van Kalief.
↓
Voornaamste taak was het ordenen van de samenleving volgens de regels van de Sjarie?a en de welvaart bevorderen.
Kalief mocht zelf regels afkondigen zolang die niet in strijd waren met de Sjarie?a.
Het enorme rijk bleek niet door een persoon bestuurde te kunnen worden → vanaf de 10e eeuw kwamen er militaire dynastie?n.(vaak hingen zij afwijkende religieuze denkbeelden aan)
1258 → Mongoolse en niet-moslim(uit centraal Azi?) stammen maakten een einde aan het kalifaat.(grote verwoestingen) Deze periode wordt door de Moslims beschouwd als de donkere periode.
Uit C- Azi? waren ook Turkssprekende stammen gekomen met een goed leger de Osmanen, deze konden de politieke eenheid in het Islamitisch gebied herstellen.
In 1453 veroverden ze Constantinopel en noemde het Istanbul.
Met hun militaire heerschappij wisten zij grote delen van de Balkan te bezetten tot aan Wenen dit rijk heet het Osmaanse/ Ottomaanse/Turkse rijk.
↓
Beheerst door een sultan.
Vanaf de 17e eeuw kreeg het Osmaanse rijk te maken met opkomende Europese mogendheden.(Turkse rijk begon militair en economisch achter te raken)
Rusland, Frankrijk en Engeland probeerden toen meer invloed in het Ottomaanse rijk uit te kunnen oefenen. Nadat het rijk in de WO 1 de verkeerde kant van de As-mogendheden had gekozen was het definitief afgelopen met de staatkundige eenheid van de Islamitische wereld.
1.3
Omdat leden van de Mekkaanse elite op hoog beklede functies terecht kwamen, kwamen de vroege bekeerlingen in protest, dit zou in strijd zijn met de regels van Mohammed. Deze groep vond hun leider in Ali, de neef en schoonzoon van Mohammed.
Van 656 tot 661 beklede hij de functie van kalief: gelijkheid van alle gelovigen. Vooral aanhang in Zuid-Irak: Sji?ietische stroming.(Sji?at Ali)
Toen Ali werd vermoord door tegenstanders → Oemajjadendynastie kreeg de macht.
Binnen de Sji?ietische stroming ontstonden verschillende richtingen: de grootste was de twaalversji?ieten, zij beschouwden een reeks van 12 kaliefen/imams met Ali als eerste de leiders van de Islam. De laatste Imam verdween in 874 maar hij zou weer terugkeren, intussen moeten gekwalificeerde godsdienstgeleerden als zijn vertegenwoordigers dienen.
De Sji?ieten waren een minderheid maar in de 16e eeuw werd het een staatsgodsdienst in Iran.
Soennieten → kalief vertegenwoordige hen, geloof gebaseerd op Koran, Soenna .
Verschillen tussen Soennieten en Sji?ieten heeft te maken met de invulling van het leiderschap.
Afvalligen → sektarische bewegingen die sociale onvrede uitte in religieuze termen, zij werden vervolgd.
Christenen en Joden werden door de Moslims beschouwd als volkeren van het boek, omdat zij in een God geloofden. Deze andere gelovigen namen een aparte status aan: Dhimmi: verbond tussen het Islamitische bestuur en de niet-moslim gemeenschappen. Hierin erkenden Joden of Christenen de superieure positie van de islam in het land waar zij woonden en aanvaardden zij een wettelijk bepaald ondergeschikte positie, zij betaalden een speciale hoofdelijke belasting en hadden te maken met een paar maatschappelijke verboden:
-Niet optreden als getuige in rechtbank
-Niet trouwen met moslimvrouwen
-Herkenningsteken
-Geen paard rijden(allen ezels)
-Kerken mochten niet hoger zijn dan Moskee?n
Ook voordelen:
-Veiligheid
-Geloof behouden
-Vastgelegde regels
In de Ottomaanse periode konden Joden en Christenen een belangrijke rol spelen bij contacten met Europa als bijv. koopman of diplomaat. In de 19e eeuw werd contact maken steeds meer nodig maar de Joden en Christenen waren steeds minder bereid dit te doen.(door opkomend nationalisme) Ze werden door Europa gesteund om autonoom te worden en dat zorgde voor spanningen tussen Europen en het Ottomaanse rijk → 1915 (ramp) Christelijke Armeni?rs werden gedeporteerd.
2. De Islam en de moderne natie.
2.1
19e eeuw → nationalisme vooral onder Joden, de Joden gingen naar Palestina en streefde naar een eigen staat.(zionisme)
Pelgrimstochten mochten wel maar, emigreren van joden naar Palestina werd door de heersers van het Ottomaanse rijk verboden → veel havenbeambten en overheidsfunctionarissen werden omgekocht waardoor er zich toch Joden konden vestigen.
De in Palestina aangekomen Joden kochten grond om bouwkolonies te vestigen. De Arabieren verloren hun pachtrecht en kwamen in dienst bij de Joden. Veel onenigheid tussen Joden en Arabieren door verschillende normen en waarden en gebruiken.
In de steden vonden de Arabieren de Joden een bedreiging(concurrentie). Deze spanningen begonnen een politieke betekenis te krijgend door de tweeslachtige houding van de Britten in WO 1:
1.De leider van de Arabieren Hoessein kreeg van Engeland de belofte dat het na de oorlog een grote onafhankelijke staat zou krijgen, de Arabieren dachten dat ook Palestina erbij hoorde.
2. De zionisten zouden een nationaal tehuis in Palestina krijgen.
3. De Fransen en de Britten hadden zelf ook een verdrag gesloten. Sykes-Picot → Frankrijk zou het mandaat over: Syri? en Libanon krijgen. Engeland zou: Irak en Palestina krijgen.
De Arabieren voelde zich verraden door deze afspraak en waren bang voor Joodse overheersing.
1922 → Britten schermen gebied ten Oosten van Jordani? af als Transjordani?. Toch bleven er spanning en dat kwam geregeld tot woedeacties op elkaar en op de Britten.
1947 → Britten vragen VS om een oplossing, opnieuw kwam er een delingsplan maar de Arabische landen bleven de plannen afwijzen en dreigde met militaire acties. De zionisten accepteerden het plan wel.
Toen de Britten in 1948 Palestina verlieten riep David Ben Goerion de staat Isra?l uit.
↓
Arabieren vielen Isra?l aan en de oorlog werd in 1948 gewonnen door Isra?l.
Door de totstandkoming van Isra?l:
-Helft van de Arabische wereld vertrok naar Libanon, Syri?, Jordani?, Egypte en naar het aan de Arabieren toegekende deel van Palestina.
Doordat de bewoners van Palestina onderdrukt werden werd de PLO opgericht: Palestinian Liberation Organization onder leiding van Yasser Arafat.
2.2
Ontwikkelingen in Palestina hadden grote gevolgen voor de politieke situatie in de rest van de Arabische wereld.
Na WO 1:
Turkije werd onafhankelijk onder leiding van Atat?rk/ Mustafa Kemal.
Iran Constitutionele Monarchie onder leiding van: vorst Shah.
Arabische gebied in Midden Oosten en Noord Afrika in handen tijdelijk van Brits en Frans leger. Deze landen weren ingericht naar Westers model: koning, grondwet, parlement en leger ook was een groot deel van de wetgeving gebaseerd op het Europese.
1952 → Gamel Abdel Nasser pleegde met zijn beweging van vrije officieren staatsgreep omdat hij het niet eens was met de corruptie en sociale ongelijkheid.
↓
Koning Faroek werd afgezet en Egypte werd een republiek.
Nasser voerde grote veranderingen door, grootlintbezitters moesten land geven aan kleine boeren en op internationaal niveau wilde Nasser de Europese overheersing afschaffen en onafhankelijk worden.(Arabisch nationalisme)→ grootste resultaat was onderwijs voor alle lagen van de bevolking.
Alle goede idee?n leken niet uitvoerbaar en er kwamen al snel oppositiegroepen.
2.3
In de jaren 80 → Islamitische fundamentalisten: ideologie?n gebaseerd op Islamitische wetten en leefregels.
1979 → Ayatollah Khomeini(sji?ieten verwierp het regime van Shah → Iran werd Islamitische republiek.
Deze machtsovername bracht veel fundamentalisten op het idee dat politieke overwinning mogelijk was. De regeringen konden geen voorzieningen treffen voor de groeiende bevolking. De Fundamentalisten gingen zich daarom richten op sociaal werk(arme mensen aan een huis helpen) hierdoor kregen mensen vertrouwen in ze. De rijke mensen die wel een goede baan hadden werden door de oliecrisis op straat gezet en gingen ook achter de fundamentalisten aan die gek werden van al die corruptie.
Men ging zich heel erg vasthouden aan strenge naleving van de Islamitische voorschriften om te laten zien dat ze niet van culturele invloeden gediend waren.
Vanaf begin jaren 90 → meer politiek vrijheid in een aantal Arabische landen: dit kwam door de druk van de groeiende bevolking en de sociale onvrede.
1991 → verkiezingen in Algerije, gewonnen door fundamentalisten, zittende regime was bang om de macht te verliezen en verklaarde uitslag ongeldig → aanslagen van fundamentalisten. Als reactie op de aanslagen begon de regering een grote politieactie met als doel de fundamentalisten uit te roeien → er werden hele dorpen uitgeroeid.
Corruptie en vriendjespolitiek is grootste obstakel bij vorming democratie.