Overige: [Uiteenzetting] De fiets
De fiets
De fiets wordt in Nederland veel gebruikt. Vooral ook onder studenten is de fiets een veel gebruikt vervoersmiddel in de drukke steden van ons land. De fiets kent dan ook vele varianten, maar de fiets wordt niet alleen als vervoersmiddel gebruikt. Ook zijn er veel soorten fietsen die gebruikt worden voor de fietssport.
De fiets is al heel lang geleden ontstaan, en is in de loop van de geschiedenis steeds verder ontwikkeld. De verschillende soorten fietsen die wij tegenwoordig kennen waren er niet zomaar van de ??n op de andere dag. Daar ging vele andere fietsen aan vooraf.
Een fiets is een voertuig voor een of meer personen, dat door spierkracht wordt voortgedreven. Tot 1966 was de wettelijke term in Nederland rijwiel. In Zuid-Nederland is ook het woord velo bekend. Meestal bestaat een fiets uit twee wielen, een frame, een zadel, een stuur, een fietsketting en een trapas met pedalen.
Geschiedenis van de fiets
Baron Karl von Drais bedacht de loopfiets. Deze bestond uit een houten frame, houten wielen met een ijzeren velg, een zeer primitief zadel, een primitief stuur en een soort van rem op het achterwiel. Deze fiets had geen trappers; de fietser kwam vooruit door zich af te zetten tegen de grond. Het eerste exemplaar ontstond in 1816. Deze fiets werd velocipede genoemd.
Rond 1870 ontstond de hoge Bi (bi van bicyclette, tweewieler), een fiets met een zeer groot voorwiel en een klein achterwiel. Het balanceren op zo'n hoge fiets was niet gemakkelijk en bij obstakels op de weg schoot de berijder over zijn voorwiel. De Hoge Bi die gezien wordt als de start van het Hoge Bi tijdperk was de Ariel, gebouwd door James Starley in 1871. Het was een stalen fiets (geen houten wielen) met radiaal geplaatste spaken, die op spanning gebracht werden door een ingenieus mechanisme dat de spaken in een keer allemaal aanspande.
In 1868 werd de eerste fiets met een kettingaandrijving gebouwd. De trappers zaten nu niet meer aan het wiel, maar aan het frame. Aanvankelijk werd deze aandrijving op driewielers toegepast. In 1885 bouwde John Kemp Starley de Rover, een fiets met een kettingaandrijving, en een frame uit stalen buizen. De beide wielen waren vrijwel even groot. Dit type fiets werd safety genoemd.
In 1888 vroeg John Dunlop patent aan op luchtgevulde fietsbanden, die de banden van massief rubber vervingen. Daarmee was de ontwikkeling van de fiets vrijwel voltooid. Het patent moest hij later weer intrekken, omdat Thomson hem in 1845 al voor was geweest. Hij behield het patent op het ventiel.
Problemen met de fiets
De komst van de fiets bracht natuurlijk ook problemen met zich mee. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan: verkeersongevallen, diefstallen, en vandalisme. Een fietser is een erg kwetsbaar persoon, die niet op kan tegen een auto. Kijk daarom altijd extra goed uit als je bij een drukke straat fietst, of dicht bij een vrachtwagen.
Diefstallen en vandalisme komen vooral voor bij trein- en busstations. Doordat dit plaatsen zijn waar altijd veel fietsen geplaatst worden is het een erg aantrekkelijke plek om te gaan zoeken naar een fiets, en deze mee te nemen.
Zorg dus altijd dat je fiets goed op slot staat!
Wettelijke eisen voor een fiets
koplamp straalt wit of geel licht uit
zijreflectie op beide wielen
goed werkende rem
bel hoorbaar op 25 meter
pedalen voorzien van stroef oppervlak
gele reflectoren op zijkanten van de pedalen
stuur dient goed vast te zitten
handvatten moeten goed vast zitten
rode achterreflector
de fiets mag niet breder zijn dan 75 centimeter
achterlicht straalt rood licht uit
De fiets wordt in Nederland veel gebruikt. Vooral ook onder studenten is de fiets een veel gebruikt vervoersmiddel in de drukke steden van ons land. De fiets kent dan ook vele varianten, maar de fiets wordt niet alleen als vervoersmiddel gebruikt. Ook zijn er veel soorten fietsen die gebruikt worden voor de fietssport.
De fiets is al heel lang geleden ontstaan, en is in de loop van de geschiedenis steeds verder ontwikkeld. De verschillende soorten fietsen die wij tegenwoordig kennen waren er niet zomaar van de ??n op de andere dag. Daar ging vele andere fietsen aan vooraf.
Een fiets is een voertuig voor een of meer personen, dat door spierkracht wordt voortgedreven. Tot 1966 was de wettelijke term in Nederland rijwiel. In Zuid-Nederland is ook het woord velo bekend. Meestal bestaat een fiets uit twee wielen, een frame, een zadel, een stuur, een fietsketting en een trapas met pedalen.
Geschiedenis van de fiets
Baron Karl von Drais bedacht de loopfiets. Deze bestond uit een houten frame, houten wielen met een ijzeren velg, een zeer primitief zadel, een primitief stuur en een soort van rem op het achterwiel. Deze fiets had geen trappers; de fietser kwam vooruit door zich af te zetten tegen de grond. Het eerste exemplaar ontstond in 1816. Deze fiets werd velocipede genoemd.
Rond 1870 ontstond de hoge Bi (bi van bicyclette, tweewieler), een fiets met een zeer groot voorwiel en een klein achterwiel. Het balanceren op zo'n hoge fiets was niet gemakkelijk en bij obstakels op de weg schoot de berijder over zijn voorwiel. De Hoge Bi die gezien wordt als de start van het Hoge Bi tijdperk was de Ariel, gebouwd door James Starley in 1871. Het was een stalen fiets (geen houten wielen) met radiaal geplaatste spaken, die op spanning gebracht werden door een ingenieus mechanisme dat de spaken in een keer allemaal aanspande.
In 1868 werd de eerste fiets met een kettingaandrijving gebouwd. De trappers zaten nu niet meer aan het wiel, maar aan het frame. Aanvankelijk werd deze aandrijving op driewielers toegepast. In 1885 bouwde John Kemp Starley de Rover, een fiets met een kettingaandrijving, en een frame uit stalen buizen. De beide wielen waren vrijwel even groot. Dit type fiets werd safety genoemd.
In 1888 vroeg John Dunlop patent aan op luchtgevulde fietsbanden, die de banden van massief rubber vervingen. Daarmee was de ontwikkeling van de fiets vrijwel voltooid. Het patent moest hij later weer intrekken, omdat Thomson hem in 1845 al voor was geweest. Hij behield het patent op het ventiel.
Problemen met de fiets
De komst van de fiets bracht natuurlijk ook problemen met zich mee. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan: verkeersongevallen, diefstallen, en vandalisme. Een fietser is een erg kwetsbaar persoon, die niet op kan tegen een auto. Kijk daarom altijd extra goed uit als je bij een drukke straat fietst, of dicht bij een vrachtwagen.
Diefstallen en vandalisme komen vooral voor bij trein- en busstations. Doordat dit plaatsen zijn waar altijd veel fietsen geplaatst worden is het een erg aantrekkelijke plek om te gaan zoeken naar een fiets, en deze mee te nemen.
Zorg dus altijd dat je fiets goed op slot staat!
Wettelijke eisen voor een fiets
koplamp straalt wit of geel licht uit
zijreflectie op beide wielen
goed werkende rem
bel hoorbaar op 25 meter
pedalen voorzien van stroef oppervlak
gele reflectoren op zijkanten van de pedalen
stuur dient goed vast te zitten
handvatten moeten goed vast zitten
rode achterreflector
de fiets mag niet breder zijn dan 75 centimeter
achterlicht straalt rood licht uit