Opstel: Het verdronken land van seaftinge
Inleiding
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een getijdengebied aan de uiterste oostkant van Zeeuws-Vlaanderen op de grens met Belgi? enkele kilometers stroomafwaarts van Antwerpen in het estuarium van de Schelde. Het gebied heeft een oppervlakte van 3484 hectare dat grenst aan het water van de Westerschelde. Ongeveer 70% van dat oppervlak is begroeid met schorplanten. De rest bestaat uit zandplaten, slikken en geulenstelsels.
Saeftinghe is een Zeeuws natuurmonument van grote klasse en tegelijk ook een soort van open lucht tentoonstelling: nergens anders meer in West-Europa is op zo'n grote schaal te zien en te ervaren hoe het Deltagebied is ontstaan en is geboetseerd uit de elementen schor, slik en zand.
Ieder tij overspoelt het brakke water een groot deel van het gebied. De flora is hieraan geheel aangepast en uniek. Voor duizenden vogels is Saeftinghe een gebied van internationaal belang. Niet alleen als broedgebied, maar ook als overwinterings- en rustgebied.
vraag 1:Waarneer was de stormramp?
antwd 1: Die was in 1570
Door de dagelijkse werking van eb en vloed slibt het schor steeds hoger op. De Vlaamse monniken beginnen vanaf de dertiende eeuw de schorren te bedijken. Al in de veertiende eeuw bereikt Het Land van Saeftinghe zijn grootste omvang. De mensen wonen in de dorpen Saeftinghe, Casuwele, Namen of Sint Laureins. Landbouw, veeteelt en handel in turf (gedroogd veen) en zout bieden genoeg inkomsten. Er heerst een zekere voorspoed. Trots torent het slot Saeftinghe boven het omringende land uit. De slotheer int tol van schepen die op weg zijn naar Antwerpen.
Maar de zee is nog niet volledig bedwongen. Regelmatig beuken de stormvloeden de dijken stuk en verdwijnt een deel van het achterland weer onder de golven. Maar dat is meestal niet van lange duur. Met vereende krachten worden de dijken gedicht en herneemt het gewone leven zijn loop. Hoewel er in 1570 en in 1574 flinke overstromingen waren, is het niet alleen de natuur die van het land een verdronken land maakt. Dat wordt mede door de mens zelf veroorzaakt.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een getijdengebied aan de uiterste oostkant van Zeeuws-Vlaanderen op de grens met Belgi? enkele kilometers stroomafwaarts van Antwerpen in het estuarium van de Schelde. Het gebied heeft een oppervlakte van 3484 hectare dat grenst aan het water van de Westerschelde. Ongeveer 70% van dat oppervlak is begroeid met schorplanten. De rest bestaat uit zandplaten, slikken en geulenstelsels.
Saeftinghe is een Zeeuws natuurmonument van grote klasse en tegelijk ook een soort van open lucht tentoonstelling: nergens anders meer in West-Europa is op zo'n grote schaal te zien en te ervaren hoe het Deltagebied is ontstaan en is geboetseerd uit de elementen schor, slik en zand.
Ieder tij overspoelt het brakke water een groot deel van het gebied. De flora is hieraan geheel aangepast en uniek. Voor duizenden vogels is Saeftinghe een gebied van internationaal belang. Niet alleen als broedgebied, maar ook als overwinterings- en rustgebied
De woningen zagen er ongeveer zo uit, rieten dak, een soort paddenstoel.
Door de dagelijkse werking van eb en vloed slibt het schor steeds hoger op. De Vlaamse monniken beginnen vanaf de dertiende eeuw de schorren te bedijken. Al in de veertiende eeuw bereikt Het Land van Saeftinghe zijn grootste omvang. De mensen wonen in de dorpen Saeftinghe, Casuwele, Namen of Sint Laureins. Landbouw, veeteelt en handel in turf (gedroogd veen) en zout bieden genoeg inkomsten. Er heerst een zekere voorspoed. Trots torent het slot Saeftinghe boven het omringende land uit. De slotheer int tol van schepen die op weg zijn naar Antwerpen.
Maar de zee is nog niet volledig bedwongen. Regelmatig beuken de stormvloeden de dijken stuk en verdwijnt een deel van het achterland weer onder de golven. Maar dat is meestal niet van lange duur. Met vereende krachten worden de dijken gedicht en herneemt het gewone leven zijn loop. Hoewel er in 1570 en in 1574 flinke overstromingen waren, is het niet alleen de natuur die van het land een verdronken land maakt. Dat wordt mede door de mens zelf veroorzaakt.
Floris was 12 toen hij voor het eerst mee mocht gaan jagen, hij was helemaal opgewonden,
daar gingen ze dan, allemaal grote mannen, en floris liep en huppelend bij.
Ineens stond hij stil, wouw!! roept hij! Alle mannen staan ook stil en lopen verrast naar floris toe.
Wat heb je daar? Vroeg een van de jagers. Floris geeft een teken van: Kom maar zachtjes dichterbij.
Iedereen komt heel zachtjes naar floris toe. Floris heeft een heel groot hert ontdekt. Ze vangen het hert en lopen fluitend terug naar het kamp, iedereen krijgt een stuk vlees, maar floris krijgt de grootste,
want hij heeft het hert nou eenmaal gevangen!
foto’s:
met dit wapen jaagden de mannen, zelf gemaakte wapens.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een getijdengebied aan de uiterste oostkant van Zeeuws-Vlaanderen op de grens met Belgi? enkele kilometers stroomafwaarts van Antwerpen in het estuarium van de Schelde. Het gebied heeft een oppervlakte van 3484 hectare dat grenst aan het water van de Westerschelde. Ongeveer 70% van dat oppervlak is begroeid met schorplanten. De rest bestaat uit zandplaten, slikken en geulenstelsels.
Saeftinghe is een Zeeuws natuurmonument van grote klasse en tegelijk ook een soort van open lucht tentoonstelling: nergens anders meer in West-Europa is op zo'n grote schaal te zien en te ervaren hoe het Deltagebied is ontstaan en is geboetseerd uit de elementen schor, slik en zand.
Ieder tij overspoelt het brakke water een groot deel van het gebied. De flora is hieraan geheel aangepast en uniek. Voor duizenden vogels is Saeftinghe een gebied van internationaal belang. Niet alleen als broedgebied, maar ook als overwinterings- en rustgebied.
vraag 1:Waarneer was de stormramp?
antwd 1: Die was in 1570
Door de dagelijkse werking van eb en vloed slibt het schor steeds hoger op. De Vlaamse monniken beginnen vanaf de dertiende eeuw de schorren te bedijken. Al in de veertiende eeuw bereikt Het Land van Saeftinghe zijn grootste omvang. De mensen wonen in de dorpen Saeftinghe, Casuwele, Namen of Sint Laureins. Landbouw, veeteelt en handel in turf (gedroogd veen) en zout bieden genoeg inkomsten. Er heerst een zekere voorspoed. Trots torent het slot Saeftinghe boven het omringende land uit. De slotheer int tol van schepen die op weg zijn naar Antwerpen.
Maar de zee is nog niet volledig bedwongen. Regelmatig beuken de stormvloeden de dijken stuk en verdwijnt een deel van het achterland weer onder de golven. Maar dat is meestal niet van lange duur. Met vereende krachten worden de dijken gedicht en herneemt het gewone leven zijn loop. Hoewel er in 1570 en in 1574 flinke overstromingen waren, is het niet alleen de natuur die van het land een verdronken land maakt. Dat wordt mede door de mens zelf veroorzaakt.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is een getijdengebied aan de uiterste oostkant van Zeeuws-Vlaanderen op de grens met Belgi? enkele kilometers stroomafwaarts van Antwerpen in het estuarium van de Schelde. Het gebied heeft een oppervlakte van 3484 hectare dat grenst aan het water van de Westerschelde. Ongeveer 70% van dat oppervlak is begroeid met schorplanten. De rest bestaat uit zandplaten, slikken en geulenstelsels.
Saeftinghe is een Zeeuws natuurmonument van grote klasse en tegelijk ook een soort van open lucht tentoonstelling: nergens anders meer in West-Europa is op zo'n grote schaal te zien en te ervaren hoe het Deltagebied is ontstaan en is geboetseerd uit de elementen schor, slik en zand.
Ieder tij overspoelt het brakke water een groot deel van het gebied. De flora is hieraan geheel aangepast en uniek. Voor duizenden vogels is Saeftinghe een gebied van internationaal belang. Niet alleen als broedgebied, maar ook als overwinterings- en rustgebied
De woningen zagen er ongeveer zo uit, rieten dak, een soort paddenstoel.
Door de dagelijkse werking van eb en vloed slibt het schor steeds hoger op. De Vlaamse monniken beginnen vanaf de dertiende eeuw de schorren te bedijken. Al in de veertiende eeuw bereikt Het Land van Saeftinghe zijn grootste omvang. De mensen wonen in de dorpen Saeftinghe, Casuwele, Namen of Sint Laureins. Landbouw, veeteelt en handel in turf (gedroogd veen) en zout bieden genoeg inkomsten. Er heerst een zekere voorspoed. Trots torent het slot Saeftinghe boven het omringende land uit. De slotheer int tol van schepen die op weg zijn naar Antwerpen.
Maar de zee is nog niet volledig bedwongen. Regelmatig beuken de stormvloeden de dijken stuk en verdwijnt een deel van het achterland weer onder de golven. Maar dat is meestal niet van lange duur. Met vereende krachten worden de dijken gedicht en herneemt het gewone leven zijn loop. Hoewel er in 1570 en in 1574 flinke overstromingen waren, is het niet alleen de natuur die van het land een verdronken land maakt. Dat wordt mede door de mens zelf veroorzaakt.
Floris was 12 toen hij voor het eerst mee mocht gaan jagen, hij was helemaal opgewonden,
daar gingen ze dan, allemaal grote mannen, en floris liep en huppelend bij.
Ineens stond hij stil, wouw!! roept hij! Alle mannen staan ook stil en lopen verrast naar floris toe.
Wat heb je daar? Vroeg een van de jagers. Floris geeft een teken van: Kom maar zachtjes dichterbij.
Iedereen komt heel zachtjes naar floris toe. Floris heeft een heel groot hert ontdekt. Ze vangen het hert en lopen fluitend terug naar het kamp, iedereen krijgt een stuk vlees, maar floris krijgt de grootste,
want hij heeft het hert nou eenmaal gevangen!
foto’s:
met dit wapen jaagden de mannen, zelf gemaakte wapens.