Boekverslag: De reuzenperzik
(A)
1 titel: James and the Giant Peach
2 Auteur: Roald Dahl
3 Uitgever: Puffin
4 Aantal bladzijden: 156
(B)
5.
Het boek speelt zich op verschillende plaatsen af. Het begint in het bouwvallige huis van tante Spons en tante Spijker op een heuvel in Engeland. Vervolgens rol je met de perzik mee door het Engelse landschap. Langs een dorpje met een chocoladefabriek, langs loodsen, koeienstallen, varkenshokken. Dan rolt de perzik over beroemde Engelse rotsen de Atlantische Oceaan in. Door zeemeeuwen wordt hij de lucht ingetrokken en vliegt zo over de Atlantische Oceaan. Hij landt op de Empire State Building in New York en krijgt daar een rondrit door de stad. James gaat in de pit wonen in Central Park. Vanaf de groei van de perzik speelt het verhaal zich af waar de perzik zich bevindt. Zowel erin als op het dek.
6&7.
Wanneer het verhaal zich afspeelt is niet bekend. Het is een fantasie verhaal dat zich ver buiten de realiteit afspeelt.
De vertelde tijd (zonder inleiding) is een aantal dagen.
In het boek is geen sprake van een opvallende tijdversnelling of tijdvertraging.
Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld.
Er zijn een paar flashbacks. De grootse twee zijn als Juffrouw Spin tweemaal terugdenkt aan de gruwelijke moord op een paar van haar familieleden door tante Spons.
8 a,b&c
James Henry Trotter is de hoofdpersoon. Het is een jongetje van zeven jaar. Dat de laatste drie jaar van zijn prille jeugd door moet brengen bij tante Spons en tante Spijker. Door hen is hij gekleineerd en behandelt als oud vuil. Ze waren hem dan ook liever kwijt dan rijk. Hij is niet verlegen en durft ook alles aan zijn tantes te vragen. Wel is hij erg eenzaam en verlangt hij naar vriendjes om mee te spelen. Hij zit vol briljante idee?n die op het eerste moment niet door iedereen als briljant worden aanvaard. Aan het einde van het verhaal is hij niet meer eenzaam en kan hij iedere dag met vele vriendjes spelen.
Tante Spons is een van de twee vreselijke tantes van James. Samen met tante Spijker probeert ze een slaatje uit de perzik te slaan en behandelt James als oud vuil. Zelf denkt ze dat ze heel knap is, maar in werkelijkheid is ze zo lelijk als de nacht. Ze is enorm dik en klein. Ze had kleine varkensoogjes, een ingevallen mond en zo slap wit gezicht dat eruitziet alsof het gekookt is. Ze is net een grote, kleffe, te gaar gekookt witte kool. Als James van de heuvel verdwenen is en zij platgedrukt is onder de perzik, wordt er van haar niets meer vernomen.
Tante Spijker is de andere vreselijke tante. Qua karakter is ze hetzelfde als tante Spons maar qua uiterlijk zijn ze elkaars absolute tegenpolen. Ze is lang, mager en benig en droeg een bril met een stalen montuur die op het puntje van haar neus zat vastgeklemd. Ze had een schreeuwerige stem en lange, natte, samengeknepen lippen en altijd wanneer ze kwaad werd of opgewonden raakte, spietsen er kleine druppeltjes speeksel uit haar mond.
9.
De insecten zijn geen echte personen, maar hebben wel een belangrijke invloed in het boek.
De Duizendpoot is het ijdelste insect. Elke dag moeten zijn 42schoenen aan en uit worden gedaan en netjes op een rijtje gezet. Qua karakter is hij niet onaardig, maar heeft wel vaak ruzie met de Regenworm. Als hij uit de perzik komt wordt hij vice-president van een schoenenfabriek.
De Regenworm is de vijand van de Duizendpoot. Ze lopen altijd met elkaar te kibbelen over de meest onzinnige dingen. De Regenworm is een zware pessimist, altijd ziet hij wel een probleem. Het valt voor hem ook niet mee dat hij niet kan zien. Wel heeft hij een mooie roze huis en komt later in dienst bij een firma in gezichtscr?mes.
De Oude-Groene-Sprinkhaan is de oudste en wijste van het stel. Hij kan prachtig viool spelen en word ook lid van het New Yorkse Symfonieorkest.
De Glimworm is een verlegen exemplaar, maar kan wel de hele perzik verlichten en later ook de toorts van het vrijheidsbeeld.
Juffrouw Spin lijkt met haar angstaanjagende uiterlijk niet echt aardig, maar is dat wel. Ze kan goed garen spinnen en samen met de Zijderups begint ze een koordenfabriek voor koorden van koorddansers.
De Zijderups ligt het liefst de hele dag te slapen en wordt alleen wakker als ze iets moet spinnen, hetgeen zij heel goed kan. Ze begint niet voor niks een koordenfabriek.
Het Lieveheerbeest is heel lief en zacht. Ze heeft vierhonderd kindertjes en negen stippen op haar rug. Ze is heel bang dat haar kindertjes verbranden en word daarom commandant van de New Yorkse brandweer.
In de lucht leven ook Wolkenmannen. Het zijn woeste mannen die voor het weer zorgen. Ze verven de regenboog, maken hagel. In hun stad boven in de lucht wonen ze samen met vrouwen en kinderen. Wolkenmannen zien er heel eng uit. Ze zijn soms wel vier meter lang en hebben lange uitgelopen gezichten met alleen ogen en een mond. Ze zijn gemaakt van wolken.
10 a samenvatting:
James Henry Trotter groeit heel vrolijk op met zijn ouders in een huisje aan zee. Daar wordt echter een wreed einde aan gemaakt als zijn ouders op een zekere dag, als James vier jaar oud is, naar Londen gaan en midden op straat worden opgegeten door een hongerige neushoorn, die uit de Londense Zoo was ontsnapt. Hij moet bij z’n tante Spons en tante Spijker in een bouwvallig huis op een heuvel gaan wonen. Het leven daar is een stuk minder rooskleurig. Hij moet hard werken en mag nooit spelen.
Als James op een dag hout aan het hakken is verschijnt er een oud mannetje bij hem. Hij geeft hem een paar zaadjes. Als hij deze zaadjes opeet zal hij heel gelukkig worden. Hij laat ze echter op de grond bij de dode perzikboom vallen. Binnen een paar dagen groeit er een gigantische perzik.
Tante Spons en Spijker proberen er hun slaatje uit te slaan. Een bezoekje aan de perzik wordt duur betaald. Als James ’s nachts het afval op moet gaan ruimen ontdekt hij een gat in de perzik.
In de perzik wonen een zevental reuzeninsecten. Ze hebben op James gewacht om de heuvel te verlaten.
De volgende ochtend is het zover, ze verlaten de heuvel. Ze rollen overal overheen en belanden uiteindelijk bij zee. Ze storten naar beneden. De zee in. Alles lijkt voor de wind te gaan, maar dan komen er haaien die de perzik op willen eten. James komt op het idee om Juffrouw Spin en de Zijderups zijde te laten spannen en die zijde om de koppen van zeemeeuwen heen te gooien en zo op te stijgen. Het gebeurt.
In de lucht gaat echter ook niet alles voor de wind. Ze worden lastig gevallen door Wolkenmannen. Zij gooien met hagel, verf van de regenboog en nog veel meer.
Maar de perzik blijft in de lucht en er komt land in zicht: New York. De New Yorkers denken dat er het een bom is en verschuilen zich in de schuilkelders. Ze willen dat de Duizendpoot steeds een draad doorsnijdt, maar een vliegtuig vliegt dwars door alle draden heen en de perzik stort precies neer op de top van de Empire State Building.
Met James? ongelukkige leven is het gedaan. Hij gaat in de perzikenpit wonen en heeft elke dag vriendjes om mee te spelen. De insecten krijgen ook voorname banen in hun nieuwe vaderland en zoeken James nog dikwijls op.
10 Het verhaal begint met een inleiding. De eerste vier (gelukkige) jaren en de dood van James’ ouders wordt verteld.
Probleem en afloop.
Het belangrijkste probleem is: komt de perzik veilig aan land? Een ander probleem wat ook erg speelt is: wordt James gelukkig?
Het boek heeft een goede afloop. De perzik komt veilig aan land en James kan zich een van de gelukkigste kinderen op aarde noemen.
Het boek heeft een gesloten einde. Alle problemen zijn opgelost en iedereen is blij. Hoe het echter met tante Spons en tante Spijker afloopt is onduidelijk.
Het verhaal is absoluut niet realistisch. Maar dat valt ook te verwachten van de schrijver. Al vanaf de eerste bladzijde weet je: dit kan niet waar zijn!
11 genre:
het is een avonturenverhaal, een dierenverhaal en een fantasieverhaal
12. a Titel. Welke betekenis heeft de titel?
Het boek heet de Reuzenperzik omdat het over een heel grote perzik gaat. In of op deze perzik beleven de hoofdpersonen de meeste avonturen.
12b de titel van het verhaal is ook het onderwerp dus daarom zal de schrijver het wel hebben gekozen.
Beoordeling
13 a&b
Ik vond het een leuk boek, maar niet echt spannend. Het was ook vrij voorspelbaar. Het begin vond ik vooral leuk, in dat stuk zat de leukste humor. toen het eind in zicht was werd het langdradiger. Het gedeelte met de Wolkenmannen vond ik het minst leuk. Het was een beetje saai en vaag. Het was een leuk boek doordat het absoluut niet realistisch was. Er stonden ook leuke plaatjes in.
14a: ik vond het een tamelijk goed boek
14 b ik zou dit boek aanraden aan kinderen die niet van spannende verhalen houden,
maar wel van verhalen met een beetje humor houden
1 titel: James and the Giant Peach
2 Auteur: Roald Dahl
3 Uitgever: Puffin
4 Aantal bladzijden: 156
(B)
5.
Het boek speelt zich op verschillende plaatsen af. Het begint in het bouwvallige huis van tante Spons en tante Spijker op een heuvel in Engeland. Vervolgens rol je met de perzik mee door het Engelse landschap. Langs een dorpje met een chocoladefabriek, langs loodsen, koeienstallen, varkenshokken. Dan rolt de perzik over beroemde Engelse rotsen de Atlantische Oceaan in. Door zeemeeuwen wordt hij de lucht ingetrokken en vliegt zo over de Atlantische Oceaan. Hij landt op de Empire State Building in New York en krijgt daar een rondrit door de stad. James gaat in de pit wonen in Central Park. Vanaf de groei van de perzik speelt het verhaal zich af waar de perzik zich bevindt. Zowel erin als op het dek.
6&7.
Wanneer het verhaal zich afspeelt is niet bekend. Het is een fantasie verhaal dat zich ver buiten de realiteit afspeelt.
De vertelde tijd (zonder inleiding) is een aantal dagen.
In het boek is geen sprake van een opvallende tijdversnelling of tijdvertraging.
Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld.
Er zijn een paar flashbacks. De grootse twee zijn als Juffrouw Spin tweemaal terugdenkt aan de gruwelijke moord op een paar van haar familieleden door tante Spons.
8 a,b&c
James Henry Trotter is de hoofdpersoon. Het is een jongetje van zeven jaar. Dat de laatste drie jaar van zijn prille jeugd door moet brengen bij tante Spons en tante Spijker. Door hen is hij gekleineerd en behandelt als oud vuil. Ze waren hem dan ook liever kwijt dan rijk. Hij is niet verlegen en durft ook alles aan zijn tantes te vragen. Wel is hij erg eenzaam en verlangt hij naar vriendjes om mee te spelen. Hij zit vol briljante idee?n die op het eerste moment niet door iedereen als briljant worden aanvaard. Aan het einde van het verhaal is hij niet meer eenzaam en kan hij iedere dag met vele vriendjes spelen.
Tante Spons is een van de twee vreselijke tantes van James. Samen met tante Spijker probeert ze een slaatje uit de perzik te slaan en behandelt James als oud vuil. Zelf denkt ze dat ze heel knap is, maar in werkelijkheid is ze zo lelijk als de nacht. Ze is enorm dik en klein. Ze had kleine varkensoogjes, een ingevallen mond en zo slap wit gezicht dat eruitziet alsof het gekookt is. Ze is net een grote, kleffe, te gaar gekookt witte kool. Als James van de heuvel verdwenen is en zij platgedrukt is onder de perzik, wordt er van haar niets meer vernomen.
Tante Spijker is de andere vreselijke tante. Qua karakter is ze hetzelfde als tante Spons maar qua uiterlijk zijn ze elkaars absolute tegenpolen. Ze is lang, mager en benig en droeg een bril met een stalen montuur die op het puntje van haar neus zat vastgeklemd. Ze had een schreeuwerige stem en lange, natte, samengeknepen lippen en altijd wanneer ze kwaad werd of opgewonden raakte, spietsen er kleine druppeltjes speeksel uit haar mond.
9.
De insecten zijn geen echte personen, maar hebben wel een belangrijke invloed in het boek.
De Duizendpoot is het ijdelste insect. Elke dag moeten zijn 42schoenen aan en uit worden gedaan en netjes op een rijtje gezet. Qua karakter is hij niet onaardig, maar heeft wel vaak ruzie met de Regenworm. Als hij uit de perzik komt wordt hij vice-president van een schoenenfabriek.
De Regenworm is de vijand van de Duizendpoot. Ze lopen altijd met elkaar te kibbelen over de meest onzinnige dingen. De Regenworm is een zware pessimist, altijd ziet hij wel een probleem. Het valt voor hem ook niet mee dat hij niet kan zien. Wel heeft hij een mooie roze huis en komt later in dienst bij een firma in gezichtscr?mes.
De Oude-Groene-Sprinkhaan is de oudste en wijste van het stel. Hij kan prachtig viool spelen en word ook lid van het New Yorkse Symfonieorkest.
De Glimworm is een verlegen exemplaar, maar kan wel de hele perzik verlichten en later ook de toorts van het vrijheidsbeeld.
Juffrouw Spin lijkt met haar angstaanjagende uiterlijk niet echt aardig, maar is dat wel. Ze kan goed garen spinnen en samen met de Zijderups begint ze een koordenfabriek voor koorden van koorddansers.
De Zijderups ligt het liefst de hele dag te slapen en wordt alleen wakker als ze iets moet spinnen, hetgeen zij heel goed kan. Ze begint niet voor niks een koordenfabriek.
Het Lieveheerbeest is heel lief en zacht. Ze heeft vierhonderd kindertjes en negen stippen op haar rug. Ze is heel bang dat haar kindertjes verbranden en word daarom commandant van de New Yorkse brandweer.
In de lucht leven ook Wolkenmannen. Het zijn woeste mannen die voor het weer zorgen. Ze verven de regenboog, maken hagel. In hun stad boven in de lucht wonen ze samen met vrouwen en kinderen. Wolkenmannen zien er heel eng uit. Ze zijn soms wel vier meter lang en hebben lange uitgelopen gezichten met alleen ogen en een mond. Ze zijn gemaakt van wolken.
10 a samenvatting:
James Henry Trotter groeit heel vrolijk op met zijn ouders in een huisje aan zee. Daar wordt echter een wreed einde aan gemaakt als zijn ouders op een zekere dag, als James vier jaar oud is, naar Londen gaan en midden op straat worden opgegeten door een hongerige neushoorn, die uit de Londense Zoo was ontsnapt. Hij moet bij z’n tante Spons en tante Spijker in een bouwvallig huis op een heuvel gaan wonen. Het leven daar is een stuk minder rooskleurig. Hij moet hard werken en mag nooit spelen.
Als James op een dag hout aan het hakken is verschijnt er een oud mannetje bij hem. Hij geeft hem een paar zaadjes. Als hij deze zaadjes opeet zal hij heel gelukkig worden. Hij laat ze echter op de grond bij de dode perzikboom vallen. Binnen een paar dagen groeit er een gigantische perzik.
Tante Spons en Spijker proberen er hun slaatje uit te slaan. Een bezoekje aan de perzik wordt duur betaald. Als James ’s nachts het afval op moet gaan ruimen ontdekt hij een gat in de perzik.
In de perzik wonen een zevental reuzeninsecten. Ze hebben op James gewacht om de heuvel te verlaten.
De volgende ochtend is het zover, ze verlaten de heuvel. Ze rollen overal overheen en belanden uiteindelijk bij zee. Ze storten naar beneden. De zee in. Alles lijkt voor de wind te gaan, maar dan komen er haaien die de perzik op willen eten. James komt op het idee om Juffrouw Spin en de Zijderups zijde te laten spannen en die zijde om de koppen van zeemeeuwen heen te gooien en zo op te stijgen. Het gebeurt.
In de lucht gaat echter ook niet alles voor de wind. Ze worden lastig gevallen door Wolkenmannen. Zij gooien met hagel, verf van de regenboog en nog veel meer.
Maar de perzik blijft in de lucht en er komt land in zicht: New York. De New Yorkers denken dat er het een bom is en verschuilen zich in de schuilkelders. Ze willen dat de Duizendpoot steeds een draad doorsnijdt, maar een vliegtuig vliegt dwars door alle draden heen en de perzik stort precies neer op de top van de Empire State Building.
Met James? ongelukkige leven is het gedaan. Hij gaat in de perzikenpit wonen en heeft elke dag vriendjes om mee te spelen. De insecten krijgen ook voorname banen in hun nieuwe vaderland en zoeken James nog dikwijls op.
10 Het verhaal begint met een inleiding. De eerste vier (gelukkige) jaren en de dood van James’ ouders wordt verteld.
Probleem en afloop.
Het belangrijkste probleem is: komt de perzik veilig aan land? Een ander probleem wat ook erg speelt is: wordt James gelukkig?
Het boek heeft een goede afloop. De perzik komt veilig aan land en James kan zich een van de gelukkigste kinderen op aarde noemen.
Het boek heeft een gesloten einde. Alle problemen zijn opgelost en iedereen is blij. Hoe het echter met tante Spons en tante Spijker afloopt is onduidelijk.
Het verhaal is absoluut niet realistisch. Maar dat valt ook te verwachten van de schrijver. Al vanaf de eerste bladzijde weet je: dit kan niet waar zijn!
11 genre:
het is een avonturenverhaal, een dierenverhaal en een fantasieverhaal
12. a Titel. Welke betekenis heeft de titel?
Het boek heet de Reuzenperzik omdat het over een heel grote perzik gaat. In of op deze perzik beleven de hoofdpersonen de meeste avonturen.
12b de titel van het verhaal is ook het onderwerp dus daarom zal de schrijver het wel hebben gekozen.
Beoordeling
13 a&b
Ik vond het een leuk boek, maar niet echt spannend. Het was ook vrij voorspelbaar. Het begin vond ik vooral leuk, in dat stuk zat de leukste humor. toen het eind in zicht was werd het langdradiger. Het gedeelte met de Wolkenmannen vond ik het minst leuk. Het was een beetje saai en vaag. Het was een leuk boek doordat het absoluut niet realistisch was. Er stonden ook leuke plaatjes in.
14a: ik vond het een tamelijk goed boek
14 b ik zou dit boek aanraden aan kinderen die niet van spannende verhalen houden,
maar wel van verhalen met een beetje humor houden