Boekverslag: Anne frank
Tijd en tijdvolgorde
Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld: Anne schrijft op, wat ze in het achterhuis meemaakt. De vertelde tijd in het dagboek zelf, is ongeveer twee jaar, namelijk van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944.
Plaats/ruimte
Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in het achterhuis, waar Anne ondergedoken is. Het pand staat in Amsterdam. In het eerste deel is ze nog niet ondergedoken. Daarin vertelt ze onder andere over de gebeurtenissen op haar school. Dit deel speelt zich ook in Amsterdam af.
Karakterbeschrijving en -ontwikkeling
Anne Frank:
Anne Frank is in het begin van het verhaal 13 jaar oud. Ze heeft een zus, Margot. Ze is geboren in Duitsland en gevlucht naar Amsterdam. Ze ontwikkelt zich gedurende de onderduikperiode tot een zelfstandige jonge vrouw met een meer diepzinnig karakter. Ze wordt verliefd op Peter, de zoon van de familie Daans, terwijl ze hem eerst maar een saaie jongen vond. Ze wordt door de andere onderduikers gezien als een vervelend kind en ze kan niet goed met de anderen overweg. Wel heeft ze een goede band met haar vader. Anne heeft grote plannen voor de toekomst, ze is zeer ambitieus en wil schrijfster en journaliste worden. Op 1 augustus 1944 schrijft ze echter haar laatste tekst, niet lang daarna gaat ze haar dood tegemoet in de concentratiekampen. Zij is een rond karakter.
Otto Frank:
Otto Frank is de vader van Anne. Door de andere onderduikers wordt hij Pim genoemd. Hij is zorgzaam en ondernemend. In Amsterdam begint hij verschillende bedrijven, maar hij moet deze opgeven, omdat hij als jood gevaar loopt. Tijdens het onderduiken helpt hij Anne bij het studeren. In het dagboek is hij een vlak karakter.
Moeder Frank:
Over de moeder van Anne is niet veel bekend. Anne kan niet goed met haar opschieten en heeft het idee, dat haar moeder Margot voortrekt. Ze is een vlak karakter.
Margot Frank:
Margot is de oudere zus van Anne. Anne wordt vaak vergeleken met haar zus, vooral wanneer ze iets fout doet. Margot is altijd de verstandigste in de ogen van haar ouders. Zij is een vlak karakter.
Peter Daans:
Peter is de zoon van de familie Daans. In werkelijkheid heten ze Van Pels. Peter is iets ouder dan Anne. Anne vindt hem eerst een slome slungel, maar door hun eenzaamheid en hun behoefte om met iemand te praten, groeien ze naar elkaar toe. Peter is een vlak karakter.
Mevrouw Daans:
Mevrouw Daans is de moeder van Peter. Anne kan absoluut niet met haar overweg. Ze is een vlak karakter.
Meneer Daans:
Meneer Daans is de vader van Peter. Over hem is weinig bekend. Ook met deze man kan Anne niet goed overweg. Hij is een vlak karakter.
Albert Dussel:
Albert Dussel is een tandarts, die door de andere onderduikers Pfeffer wordt genoemd. Anne moet haar kamer met hem delen. Hij heeft alleen maar kritiek op haar. Hij is een vlak karakter.
Elli Vossen (Bep Voskuijl), Miep van Santen (Miep Gies), Kraler (Kugler) en Koophuis (Kleiman) zijn de mensen die de onderduikers van eten voorzien. Ze nemen ook lectuur mee en vertellen over de gebeurtenissen in de buitenwereld. In de loop van het verhaal hebben deze helpers steeds minder mogelijkheden om de mensen in het achterhuis van proviand te voorzien. Bij de inval worden de beide heren door de Duitsers meegenomen. Zij zijn allen vlakke karakters.
Geloofwaardigheid van het verhaal
...
Thematiek
Oorlog
Door de Tweede Wereldoorlog is het leven van Anne Frank totaal veranderd. Ze schrijft in haar dagboek over de dingen die haar bezighouden. Zo vertelt ze over haar relatie tot de andere onderduikers. Haar ontwikkeling van een klein meisje tot een jonge vrouw vormt een belangrijk onderdeel van het boek. Tijdens het lezen wordt deze ontwikkeling goed duidelijk.
Motto
Geen.
Taalgebruik
Anne Frank gebruikt een levendige stijl van vertellen. Ze vertelt zeer realistisch wat er allemaal in het achterhuis gebeurt.
Opdracht
Geen.
Vertelsituatie
Ik-vertelsituatie.
Perspectief
Ik-perspectief.
Verhaalopbouw
Het boek is opgebouwd uit brieven aan Kitty, de denkbeeldige vriendin van Anne. De eerste tekstdelen zijn aantekeningen. Dit geheel wordt voorafgegaan door een inleiding van mevrouw Annie Romein-Verschoor. Zij is historicus. Aan het eind van het boek is een slotwoord geplaatst, waarin verteld wordt hoe het met Anne is afgelopen en wat de Anne Frank Stichting doet.
Eigen mening
...
Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld: Anne schrijft op, wat ze in het achterhuis meemaakt. De vertelde tijd in het dagboek zelf, is ongeveer twee jaar, namelijk van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944.
Plaats/ruimte
Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in het achterhuis, waar Anne ondergedoken is. Het pand staat in Amsterdam. In het eerste deel is ze nog niet ondergedoken. Daarin vertelt ze onder andere over de gebeurtenissen op haar school. Dit deel speelt zich ook in Amsterdam af.
Karakterbeschrijving en -ontwikkeling
Anne Frank:
Anne Frank is in het begin van het verhaal 13 jaar oud. Ze heeft een zus, Margot. Ze is geboren in Duitsland en gevlucht naar Amsterdam. Ze ontwikkelt zich gedurende de onderduikperiode tot een zelfstandige jonge vrouw met een meer diepzinnig karakter. Ze wordt verliefd op Peter, de zoon van de familie Daans, terwijl ze hem eerst maar een saaie jongen vond. Ze wordt door de andere onderduikers gezien als een vervelend kind en ze kan niet goed met de anderen overweg. Wel heeft ze een goede band met haar vader. Anne heeft grote plannen voor de toekomst, ze is zeer ambitieus en wil schrijfster en journaliste worden. Op 1 augustus 1944 schrijft ze echter haar laatste tekst, niet lang daarna gaat ze haar dood tegemoet in de concentratiekampen. Zij is een rond karakter.
Otto Frank:
Otto Frank is de vader van Anne. Door de andere onderduikers wordt hij Pim genoemd. Hij is zorgzaam en ondernemend. In Amsterdam begint hij verschillende bedrijven, maar hij moet deze opgeven, omdat hij als jood gevaar loopt. Tijdens het onderduiken helpt hij Anne bij het studeren. In het dagboek is hij een vlak karakter.
Moeder Frank:
Over de moeder van Anne is niet veel bekend. Anne kan niet goed met haar opschieten en heeft het idee, dat haar moeder Margot voortrekt. Ze is een vlak karakter.
Margot Frank:
Margot is de oudere zus van Anne. Anne wordt vaak vergeleken met haar zus, vooral wanneer ze iets fout doet. Margot is altijd de verstandigste in de ogen van haar ouders. Zij is een vlak karakter.
Peter Daans:
Peter is de zoon van de familie Daans. In werkelijkheid heten ze Van Pels. Peter is iets ouder dan Anne. Anne vindt hem eerst een slome slungel, maar door hun eenzaamheid en hun behoefte om met iemand te praten, groeien ze naar elkaar toe. Peter is een vlak karakter.
Mevrouw Daans:
Mevrouw Daans is de moeder van Peter. Anne kan absoluut niet met haar overweg. Ze is een vlak karakter.
Meneer Daans:
Meneer Daans is de vader van Peter. Over hem is weinig bekend. Ook met deze man kan Anne niet goed overweg. Hij is een vlak karakter.
Albert Dussel:
Albert Dussel is een tandarts, die door de andere onderduikers Pfeffer wordt genoemd. Anne moet haar kamer met hem delen. Hij heeft alleen maar kritiek op haar. Hij is een vlak karakter.
Elli Vossen (Bep Voskuijl), Miep van Santen (Miep Gies), Kraler (Kugler) en Koophuis (Kleiman) zijn de mensen die de onderduikers van eten voorzien. Ze nemen ook lectuur mee en vertellen over de gebeurtenissen in de buitenwereld. In de loop van het verhaal hebben deze helpers steeds minder mogelijkheden om de mensen in het achterhuis van proviand te voorzien. Bij de inval worden de beide heren door de Duitsers meegenomen. Zij zijn allen vlakke karakters.
Geloofwaardigheid van het verhaal
...
Thematiek
Oorlog
Door de Tweede Wereldoorlog is het leven van Anne Frank totaal veranderd. Ze schrijft in haar dagboek over de dingen die haar bezighouden. Zo vertelt ze over haar relatie tot de andere onderduikers. Haar ontwikkeling van een klein meisje tot een jonge vrouw vormt een belangrijk onderdeel van het boek. Tijdens het lezen wordt deze ontwikkeling goed duidelijk.
Motto
Geen.
Taalgebruik
Anne Frank gebruikt een levendige stijl van vertellen. Ze vertelt zeer realistisch wat er allemaal in het achterhuis gebeurt.
Opdracht
Geen.
Vertelsituatie
Ik-vertelsituatie.
Perspectief
Ik-perspectief.
Verhaalopbouw
Het boek is opgebouwd uit brieven aan Kitty, de denkbeeldige vriendin van Anne. De eerste tekstdelen zijn aantekeningen. Dit geheel wordt voorafgegaan door een inleiding van mevrouw Annie Romein-Verschoor. Zij is historicus. Aan het eind van het boek is een slotwoord geplaatst, waarin verteld wordt hoe het met Anne is afgelopen en wat de Anne Frank Stichting doet.
Eigen mening
...