Boekverslag: Le blesse du parking
Chapitre 1
Claude Michel luistert naar zijn autoradio. Het komt een nieuwsbericht. Er is weer een agent vermoord. Er zijn al vier agenten vermoord in een paar weken. Er wordt elke keer een agent vermoord op een parkeerplaats. Claude Michel gaat in restaurant ?Le Modern? eten met zijn vrienden. Hij parkeert zijn auto (Renault Clio) ver van het restaurant af, onder een boom, omdat daar veel schaduw is. De 24 jarige Claude Michel stapt uit zijn auto en ziet iets verschrikkelijks. Er ligt een man voor zijn auto op de grond met zijn ogen gesloten. Zijn gezicht is bebloed en Claude Michel vraagt zich af of hij vermoord is. De man draagt joggingkleren met de letters: C.S.P.V. er op gedrukt. Claude Michel schrikt, want C.S.P.V. betekent: Club Sportif de la Police de Villeneuve. Het is een politieagent! Er komen allerlei gedachten bij hem op. Hij denkt dat als hij nu weg zou rijden, men denkt dat hij hem heeft aangereden en dat hij de misdadiger is en in de gevangenis moet. Claude rent zijn benen uit zijn lijf naar het restaurant. Hij rent naar de telefoon en belt naar het politiebureau. Claude vertelt aan de commissaris wat hij heeft gezien en de commissaris vraagt zijn adres en woonplaats. Ze hangen daarna op.
Chapitre 2
Binnen enkele minuten is de politie en de ambulance ter plaatse. De politie identificeert al snel de gewonde. Het is de agent Pierre Nicaud van het politiebureau Villeneuve-Noord. Ze nemen foto?s van onder andere de gewonde en de auto van Claude. Claude zijn vrienden kijken naar Claude achter het raam van het restaurant. Claude gaat naar het restaurant om te eten. Claude vraagt zich af of het een ongeluk is en hij vraagt zich af of hij er iets mee te maken heeft. Claude krijgt zijn voorgerecht: ganzenleverpastei, en hij begint te eten. Op dat moment komen er twee mannen van de politie binnen. De inspecteur Charvin: 40 jaar, klein, mager en de commissaris Bouvier: 50-55 jaar, groot, dik en sympathiek. Ze gaan een aantal vragen stellen aan Claude over de gewonde politieagent. Charvin denkt dat Claude te hard heeft gereden en de agent heeft aangereden. Bouvier is het daar niet mee eens. Ze hebben wel slipsporen gevonden, maar daar is nog niks mee bewezen. Claude is boos, omdat Charvin denkt dat hij het gedaan heeft.
Er komt later een agent aan en die zegt tegen de commissaris dat hij een bericht op de radio heeft ontvangen. De drie mannen overleggen met zachte stem.
De commissaris laat Claude nog even duidelijk weten dat een valse getuigenis hem wel duur gaat kosten. De commissaris zegt dat hij er achter komt of Claude de man verwond heeft of niet, want hij gaat het morgen aan de verwonde politieagent vragen. Claude wordt verzocht om morgenochtend negen uur op het politiebureau te zijn.
Chapitre 3
Het is 10 uur. Julien H?bert staat op. Hij heeft uitgeslapen. Het is vandaag woensdag. Julien is 16 jaar en hij zit nog in de derde. Hij is namelijk 2x blijven zitten. Vandaag had Julien in de ochtend Engels en Duits, maar hij houdt niet van die vakken, hij houdt helemaal niet van school! Julien is een slechte leerling, maar hij heeft ook kwaliteiten! Hij is knutselaar en hij repareert kleine reparaties thuis, zoals de kraan en elektrische apparaten. Julien houdt erg van spelletjes op de PC. Als Julien vragen heeft over de computer kan hij altijd bij zijn vader terecht, want zijn vader is directeur van een computerbedrijf, dus zijn vader weet er wel wat vanaf. Julien is alleen thuis, want zijn ouders zijn weg. Hij gaat ontbijten. Julien is verwend, want zijn moeder heeft heel zijn ontbijt klaargemaakt.
Julien is ongerust, want hij heeft zijn moeder gezien met de directeur van de school. Zijn vader heeft ook al gepraat met de directeur, want hij moest naar school komen. De directeur vertelde dat het niet goed op school ging met Julien en dat hij vindt dat Julien daarom maar wat bijles moet nemen. Hij zegt dat twee oud-leerlingen van de school die nu student zijn, hem bijles willen geven in wiskunde en natuur/scheikunde en Frans. Julien zal dan geen Paasvakantie hebben, want hij zal dan in de vakantie bijles krijgen. Julien en 10 tot 12 andere leerlingen hebben dan woensdagmiddag tot zes uur ?s avonds les en in het weekend maken ze thuis huiswerk.
Julien is snel klaar met zijn ontbijt en gaat achter zijn PC zitten voor het huiswerk voor morgen te maken. Hij gaat wiskunde doen. Hij leest pagina 75 uit het wiskundeboek een paar keer door en kijkt dan al weer naar buiten en luistert naar de geluiden van straat komen. Julien is lui, maar ook intelligent! Die middag heeft hij zijn eerste bijles wiskunde. Julien kleedt zich aan en gaat naar de garage. Hij pak zijn brommer en duwt hem uit de garage op straat. Christian, Chris (zoals hij wordt genoemd) kan elk moment komen. Chris is de beste vriend van Julien. Hij is even oud als Julien, maar hij zit in de vijfde klas, want hij is nooit blijven zitten. Julien maakt een kleine ronde met zijn brommer in de buurt. Hij gaat maar naar Chris die 100 meter van Julien af woont. Chris zijn moeder zegt dat hij niet thuis is en Julien is teleurgesteld. Hij rijdt nog een rondje met zijn brommer en gaat naar huis.
Terwijl hij zijn brommer in de garage zet, ziet hij de rode Peugeot 605 van zijn vader staan.
Zijn vader heeft de auto blijkbaar vandaag niet naar zijn werk meegenomen. Zijn vader heeft maar vijf of zes lessen gehad voor het autorijden. Hij is nu gewend aan de 605. Julien wil in de auto van zijn vader gaan rijden.
Chapitre 4
Julien gaat in de auto van zijn vader rijden. De auto staat in de richting van de weg, dus hij hoeft niet te keren. Hij start de auto en rijdt heel langzaam op de weg. Hij veroorzaakt een file, dus gaat hij harder rijden. In twee minuten is hij in de Lafayettestraat waar zijn vriendin woont. Zijn vriendin heet Pauline en ze is mooi, leuk en altijd in een goed humeur. Ze is 17 jaar en zit bij Chris in de klas. Zij is de intellectuele van het stel. Julien komt langs ?Modern? en parkeert de auto. Hij kijkt op de klok en hij heeft nog ruim een uur om samen met Pauline in de auto te rijden, want zijn ouders komen dan pas thuis. Hij belt aan en haar moeder doet open. Ze zegt dat Pauline er niet is, want ze is huiswerk aan het maken bij haar vriendin Sylvie. Ze komt pas vanavond thuis, want ze gaat daar ook eten. Julien is boos en teleurgesteld en gaat weg. Hij ziet dat de auto van zijn vader klem is gezet door een wit bestelbusje. Hij kan niet goed weg komen en vraagt iemand te hulp. Hij probeert steeds uit te parkeren. Het is een dollemansrit en Julien rijdt bijna tegen een boom. Julien rijdt achteruit en rijdt tegen een cementen paal. Als Julien thuis komt zal zijn vader woedend zijn als hij de deuk ziet. Julien stapt uit en ziet iets verschrikkelijks. Er ligt een gewonde man in een jogging pak naast de auto. Zijn gezicht is bebloed en hij heeft zijn ogen dicht. Julien begint te huilen, want hij heeft ook nog een man vermoord. Julien rijdt weg en gaat naar huis, naar zijn kamer. Hij denkt na wat hij heeft gedaan. Hij denkt dat het beter is om naar het politiebureau te bellen. Hij belt en als ze zijn naam vragen, hangt hij op.
Chapitre 5
Het is tien over drie. Pierre Nicaud wordt wakker. Hij komt erachter dat zijn arm in het gips zit en dat er wonden op zijn voorhoofd en wangen zitten. Hij kijkt om zich heen en komt erachter dat hij in het ziekenhuis ligt. Er wordt op de deur geklopt en er komt een man van ongeveer 40 jaar binnen. Het is dokter Martin en hij vraagt aan Nicaud hoe het gaat. Hij zegt dat Nicaud een dubbele breuk in zijn rechterarm heeft wat geopereerd zal moeten worden. Hij vraagt ook hoe het komt dat hij zo verwond is geraakt. Komt het door degene die vier politieagenten heeft vermoord (?het parkeermonster?)? Een paar minuten later komt inspecteur Charvin binnen. Hij heeft Claude Michel ondervraagd. Hij gaat nu Nicaud ondervragen. Na twee minuten is Nicaud in staat te antwoorden. Hij vertelt dat er een vliegend voorwerp op hem afkwam met grote snelheid en dat hij daarna niets meer zag.
Charvin gelooft hem niet helemaal en hij zegt dat Nicaud ijlt. De verpleegster zegt dat hij meteen moet stoppen. Nicaud sluit zijn ogen weer en Charvin gaat weg uit de kamer.
Chapitre 6
Een taxi stopt voor het huis van Julien. Meneer H?bert (Julien zijn vader) stapt uit en is zeer vermoeid. Hij heeft veel over gewerkt. Vandaag is het jaarlijkse medische onderzoek, en de dokter onderzoekt hem. Na het onderzoek gaat H?bert meteen weer naar zijn werk en neemt zijn auto, de 605. Hij ziet de deuk in de linkervleugel van de auto en gaat meteen weer naar huis. Hij vraagt aan zijn vrouw of zij vanmiddag gereden heeft, maar ze zegt van niet. H?bert vertelt dat er een deuk in de linkervleugel van de auto zit. Op dat moment komt Julien en de student Frans van de trap af. De student neemt afscheid en Julien wordt ondervraagd waar hij was en wat hij heeft gedaan. Julien blijft toegeven dat hij thuis was en verder niets met de auto heeft gedaan. Meneer H?bert vindt het vreemd, want hij heeft de auto gisteren richting de weg geparkeerd en nu staat de auto andersom. H?bert wordt boos en zegt heel de avond niets.
Chapitre 7
Het is negen uur. Claude Michel arriveert op het politiebureau Villeneuve-Zuid. De commissaris vertelt dat hij buiten verdenking is. De commissaris laat Claude foto?s zien van de plaats van het ongeval. Hij vertelt dat op het joggingpak van de politieagent rode verf zat en de auto van Claude is wit. Ook de remsporen zijn niet van de auto van Claude, maar misschien wel van het ?parkeermonster?. Er is een anoniem telefoontje binnengekomen van een jongen van ong. 17 ? 18 jaar. Toen ze zijn naam vroegen hing hij op. Hij heeft over het ongeluk verteld. De commissaris excuseert zich voor de ondervraging van gisteren en Claude Michel gaat weg. Inspecteur Charvin komt binnen met een man. Hij zegt dat hij dringend met de commissaris moet spreken. De commissaris laat hem binnen en ze gaan zitten. De man ziet er erg vreemd uit. Hij heeft oude kleren aan en ziet eruit als een zwerver. De commissaris vraagt zich af of hij een alcoholist is of een drugsverslaafde. De man vertelt dat hij de moorden op de parkeerplaatsen heeft gepleegd. Dat hij het ?parkeermonster? is, zoals de journalisten hem noemen. De commissaris weet opeens wie de man is. Het is Luc Grandjean, de eigenaar van een koekjesfabriek. Grandjean vertelt aan de commissaris hoe het komt dat hij de agenten heeft vermoord. Het was herfst ergens in november. Hij was met zijn vrouw en zijn negen jarige zoon. Hij parkeerde zijn auto op een parkeerplaats, ze stapten uit en zijn vrouw en zijn zoon werden overreden door een politieagent. Zijn zoon was op slag dood en zijn vrouw overleed later in het ziekenhuis. Grandjean ging drinken en zijn koekjesfabriek ging failliet. Het ging steeds slechter met Grandjean en hij werd uiteindelijk ondergebracht in een psychiatrische inrichting. Na ongeveer anderhalve maand is Grandjean ontsnapt uit de inrichting en heeft wraak genomen. Grandjean heeft al vier agenten op een parkeerplaats vermoord. Hij heeft een maatschappelijk werkster nodig.
Chapitre 8
Het is tien uur. Julien ligt nog op bed. Zijn moeder staat altijd al om zeven op, maar Julien niet, hij is te vermoeid. Hij heeft slecht geslapen, want hij heeft een nachtmerrie gehad. De nachtmerrie ging over een man in een joggingpak. Met een bebloed gezicht en een gebroken arm riep hij moordenaar naar Julien. Julien moet steeds maar weer denken aan gisteren en besluit het aan zijn moeder te vertellen. Hij verteld het verhaal en zijn moeder en zij pakt de krant waar een artikel over in staat. De man is niet dood maar gewond. Mevrouw H?bert belt meteen naar haar man. Een uur later staan de H?berts bij het politiebureau van en ze vertellen het verhaal aan Bouvier. Commissaris Bouvier vraagt aan Julien of hij de man met de auto heeft geraakt, maar Julien heeft alleen de cementen paal geraakt, dus hoe moet de man dan zo verwond zijn geraakt? De commissaris zegt dat meneer H?bert verantwoordelijk is voor wat zijn zoon heeft gedaan, omdat Julien minderjarig is.
Chapitre 9
Het is ??n uur ?s middags. Meneer en mevrouw Chaudric zitten aan tafel met hun twee kinderen: S?bastien, 12 jaar en Sandrine, 8 jaar, om te eten. S?bastien en Sandrine maken ruzie. Sandrine wil iets over gisteren vertellen, maar S?bastien onderbreekt haar en zegt dat ze haar mond moet houden. Toch wil Sandrine over gisteren vertellen en gaat door. Ze vertelt dat ze met S?bastien op een parkeerplaats met een vlieger aan het spelen waren. De vlieger vloog met een hoge snelheid richting een boom en kwam in het gezicht van een man die een joggingpak droeg. De man viel heel hard op de parkeerplaats. Zijn gezicht was bebloed en hij lag met gesloten ogen op de grond. De twee kinderen raapten de kapotte vlieger op en zagen dat de rode verf, die hun vader erop had geverfd, er voor een deel af was.
Boek informatie
- Le blesse du parking
- Jan A. Verschoor
- 9780821910306
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Jan A. Verschoor