Boekverslag: Momo
2. Momo (Hafid Bouazza)
2.1. Opdrachten
2.1.1. Ervaring
Kun je je goed inleven in het verhaal? Wat helpt daarbij of wat verhindert juist je
meeleven?
Het boek trok me meteen mee in het verhaal. Je kunt je gemakkelijk inleven, je herkent vooral het overbeschermende personage van moeder. Je krijgt dan ook onmiddellijk medelijden met de vader, met Momo en met zowat iedereen die met moeder praat. Het begrijpen van de figuur van Momo was dan weer heel wat moeilijker, omdat hij abnormaal is, het onbegrijpelijke. Dat is nu juist het element dat het boek interessant maakt.
Soms kwam je in het boek rare opmerkingen tegen, iemand die commentaar levert, maar je begrijpt helemaal niet wie. Later begin je te beseffen dat het de ?spookjes? zijn die Momo ziet, en waarmee hij onlosmakend verbonden is. Op een bepaald moment kreeg je zelfs afwisselend de beschrijving van de gebeurtenissen en de commentaar van de ?geestjes?. Dit zorgde er wel voor dat het wat moeilijker was om te volgen. Maar ik vond het erg leuk om te kunnen speculeren over wie die kanttekeningen in het verhaal maakte.
Het boek is geschreven met een aparte, maar ingewikkelde stijl, dit maakte het soms lastig om mee te zijn. Ik ga dan ook helemaal akkoord met Coen Peppelenbos: ?De stijl die Bouazza hanteert kun je bloemrijk noemen, waarbij ik af en toe het idee heb dat hij koketteert met kennis van in onbruik geraakte Nederlandse woorden?(1). Bouazza maakt vaak onnodig gebruik van moeilijke woorden, soms geeft het iets speciaals aan het verhaal, maar vaak is het vervelend. Ik vraag me dan af, of er echt geen betere manier is om op te vallen tussen het enorme aanbod van boeken, met wel een normaal taalgebruik. Bouazza zegt zelf dat hij de woorden speciaal opzoekt, om ze dan zo te kunnen gebruiken in zijn verhaal. Als hij zelf de woorden niet kent en niet gebruikt, dan begrijp ik niet wat hij wil bereiken door ze in zijn boeken te verwerken.
Waar zit, volgens jou, het boeiendste aspect van de roman: in de gebeurtenissen, in de
psychologie van de personages, in de manier van schrijven ?? Motiveer kort.
Ik persoonlijk, word het meest aangetrokken door de bizarre figuur van Momo. Zijn gedachten, zijn fantasiewereldje, zijn soort van onmenselijkheid. Momo ontsnapt aan de werkelijkheid via zijn fantasie, daar kan niemand, zelfs zijn moeder niet, hem storen. En het lijkt me nu ook juist zo fantastisch, als je dat kan. Iedereen wil op sommige momenten wel eens verlost zijn van de beslommeringen van de realiteit.
De gebeurtenissen zijn van minder belang. Het verhaal schetst eerder een situatie: een overbeschermende moeder en een onderdanige vader, die soms momenten van lichte rebellie kent. Het hele verhaal is rond Momo opgebouwd. In het begin lijkt hij een in zichzelf gesloten, maar gewone jongen, in een al bij al gewoon gezin. Maar naarmate het verhaal vordert kom je tot het besef dat Momo toch niet zo normaal is, en je leest alsmaar meer over zijn ?krachten? en zijn gedachten.
Ik ben altijd al een fan geweest van open einden, en ik vond de mysterieuze verdwijning van Momo dan ook erg leuk. Hoe hij op een bovennatuurlijke manier ?oplost? samen met de ?wezentjes? is het perfecte slot op dit bizarre verhaal.
2.1.2 Analyse
Hoe bekijkt de buitenwereld Momo?s gezin? Ga dat na voor verschillende personen:
a) de buurman:
Hij leidt een eenzaam bestaan en stelt zijn rust op prijs. Hij woont net naast het gezin, en kan zowat al hun gesprekken horen. Hij is enorm ge?ntrigeerd door Momo, en probeert steeds met hem in contact te komen. Momo is echter wat schuw, en ontwijkt hem een beetje.
De buurman koestert een diepe haat tegenover moeder. Hij vindt haar een zagend machtsziek kreng. Maar dit is wederzijds, moeder moet helemaal niets weten van haar onverzorgde dikke buur.
Vader krijgt heel wat medelijden van de buurman. Op een bepaald moment, wanneer vader in opstand komt tegen moeder, gaat hij speciaal naar de buurman, omdat hij weet dat moeder hem niet apprecieert. Samen vormen ze een, weliswaar tijdelijk, front tegen moeder.
b) de mensen van de school:
Momo wordt gepest door zijn klasgenootjes, omdat hij ?anders? is. Hierdoor gaat hij zich nog meer in zichzelf terugtrekken. Hij wordt vaak afgeranseld door een roodharige jongen en zijn vrienden.
Momo was al van de allereerste schooldag gefascineerd door een blond meisje uit zijn klas. Zij kwam hem altijd troosten, als hij alweer slaag had gekregen. Na een incident aan zee, moest het meisje echter niets meer van Momo weten, en sloot ze hem, net zoals de hele klas, buiten.
De lerares van Momo vindt hem een doodgewoon en lichtjes vervelend jongetje, ze apprecieert hem absoluut niet. Het is precies alsof Momo lucht voor haar is, alsof hij niet bestaat. Dit is dan ook te merken tijdens het schooluitstapje waar ze hem vergeet. Als ze alle kinderen in de autobus telt, zegt ze ?achtentwintig, klopt, niemand vergeten!?, terwijl ze enkele uren daarvoor nog met negenentwintig waren. De wereld gaat verder, zonder Momo.
Moeder brengt geregeld een bezoekje bij de directeur om te praten over Momo. Ze is zo ontzettend bang dat haar kind abnormaal is, dat ze ten rade gaat bij hem. Hij vertelt haar echter dat haar bezorgdheid ongegrond is. Er is niets mis met Momo, hij is hoogstens een beetje schuw. De directeur komt wellicht vaker in contact met overbeschermende mama?s, en vindt moeder dan ook erg vervelend.
c) de dokter:
Ook bij de dokter gaat moeder vaak langs, steeds met de vraag of het gedrag van Momo wel normaal is. Hij is er echter van overtuigd dat Momo volkomen gewoon is. De dokter is verveeld met de bezoekjes, en hij vindt moeder erg onaangenaam en saai.
Op een bepaald moment gaat de dokter met vakantie. Alles doet vermoeden dat hij de stress van zijn werk, maar dan wel voornamelijk de druk uitgeoefend door Momo?s moeder, niet meer aankon.
2.2. Bibliografie
BOUAZZA, H., Momo. Amsterdam, Uitgeverij PBO, 1998, 93 blz.
www.boekentoppers.be
www.scholieren.com/boekverslagen/15854
www.xs4all.nl/~ace/Literaria/bouazza.html
2.1. Opdrachten
2.1.1. Ervaring
Kun je je goed inleven in het verhaal? Wat helpt daarbij of wat verhindert juist je
meeleven?
Het boek trok me meteen mee in het verhaal. Je kunt je gemakkelijk inleven, je herkent vooral het overbeschermende personage van moeder. Je krijgt dan ook onmiddellijk medelijden met de vader, met Momo en met zowat iedereen die met moeder praat. Het begrijpen van de figuur van Momo was dan weer heel wat moeilijker, omdat hij abnormaal is, het onbegrijpelijke. Dat is nu juist het element dat het boek interessant maakt.
Soms kwam je in het boek rare opmerkingen tegen, iemand die commentaar levert, maar je begrijpt helemaal niet wie. Later begin je te beseffen dat het de ?spookjes? zijn die Momo ziet, en waarmee hij onlosmakend verbonden is. Op een bepaald moment kreeg je zelfs afwisselend de beschrijving van de gebeurtenissen en de commentaar van de ?geestjes?. Dit zorgde er wel voor dat het wat moeilijker was om te volgen. Maar ik vond het erg leuk om te kunnen speculeren over wie die kanttekeningen in het verhaal maakte.
Het boek is geschreven met een aparte, maar ingewikkelde stijl, dit maakte het soms lastig om mee te zijn. Ik ga dan ook helemaal akkoord met Coen Peppelenbos: ?De stijl die Bouazza hanteert kun je bloemrijk noemen, waarbij ik af en toe het idee heb dat hij koketteert met kennis van in onbruik geraakte Nederlandse woorden?(1). Bouazza maakt vaak onnodig gebruik van moeilijke woorden, soms geeft het iets speciaals aan het verhaal, maar vaak is het vervelend. Ik vraag me dan af, of er echt geen betere manier is om op te vallen tussen het enorme aanbod van boeken, met wel een normaal taalgebruik. Bouazza zegt zelf dat hij de woorden speciaal opzoekt, om ze dan zo te kunnen gebruiken in zijn verhaal. Als hij zelf de woorden niet kent en niet gebruikt, dan begrijp ik niet wat hij wil bereiken door ze in zijn boeken te verwerken.
Waar zit, volgens jou, het boeiendste aspect van de roman: in de gebeurtenissen, in de
psychologie van de personages, in de manier van schrijven ?? Motiveer kort.
Ik persoonlijk, word het meest aangetrokken door de bizarre figuur van Momo. Zijn gedachten, zijn fantasiewereldje, zijn soort van onmenselijkheid. Momo ontsnapt aan de werkelijkheid via zijn fantasie, daar kan niemand, zelfs zijn moeder niet, hem storen. En het lijkt me nu ook juist zo fantastisch, als je dat kan. Iedereen wil op sommige momenten wel eens verlost zijn van de beslommeringen van de realiteit.
De gebeurtenissen zijn van minder belang. Het verhaal schetst eerder een situatie: een overbeschermende moeder en een onderdanige vader, die soms momenten van lichte rebellie kent. Het hele verhaal is rond Momo opgebouwd. In het begin lijkt hij een in zichzelf gesloten, maar gewone jongen, in een al bij al gewoon gezin. Maar naarmate het verhaal vordert kom je tot het besef dat Momo toch niet zo normaal is, en je leest alsmaar meer over zijn ?krachten? en zijn gedachten.
Ik ben altijd al een fan geweest van open einden, en ik vond de mysterieuze verdwijning van Momo dan ook erg leuk. Hoe hij op een bovennatuurlijke manier ?oplost? samen met de ?wezentjes? is het perfecte slot op dit bizarre verhaal.
2.1.2 Analyse
Hoe bekijkt de buitenwereld Momo?s gezin? Ga dat na voor verschillende personen:
a) de buurman:
Hij leidt een eenzaam bestaan en stelt zijn rust op prijs. Hij woont net naast het gezin, en kan zowat al hun gesprekken horen. Hij is enorm ge?ntrigeerd door Momo, en probeert steeds met hem in contact te komen. Momo is echter wat schuw, en ontwijkt hem een beetje.
De buurman koestert een diepe haat tegenover moeder. Hij vindt haar een zagend machtsziek kreng. Maar dit is wederzijds, moeder moet helemaal niets weten van haar onverzorgde dikke buur.
Vader krijgt heel wat medelijden van de buurman. Op een bepaald moment, wanneer vader in opstand komt tegen moeder, gaat hij speciaal naar de buurman, omdat hij weet dat moeder hem niet apprecieert. Samen vormen ze een, weliswaar tijdelijk, front tegen moeder.
b) de mensen van de school:
Momo wordt gepest door zijn klasgenootjes, omdat hij ?anders? is. Hierdoor gaat hij zich nog meer in zichzelf terugtrekken. Hij wordt vaak afgeranseld door een roodharige jongen en zijn vrienden.
Momo was al van de allereerste schooldag gefascineerd door een blond meisje uit zijn klas. Zij kwam hem altijd troosten, als hij alweer slaag had gekregen. Na een incident aan zee, moest het meisje echter niets meer van Momo weten, en sloot ze hem, net zoals de hele klas, buiten.
De lerares van Momo vindt hem een doodgewoon en lichtjes vervelend jongetje, ze apprecieert hem absoluut niet. Het is precies alsof Momo lucht voor haar is, alsof hij niet bestaat. Dit is dan ook te merken tijdens het schooluitstapje waar ze hem vergeet. Als ze alle kinderen in de autobus telt, zegt ze ?achtentwintig, klopt, niemand vergeten!?, terwijl ze enkele uren daarvoor nog met negenentwintig waren. De wereld gaat verder, zonder Momo.
Moeder brengt geregeld een bezoekje bij de directeur om te praten over Momo. Ze is zo ontzettend bang dat haar kind abnormaal is, dat ze ten rade gaat bij hem. Hij vertelt haar echter dat haar bezorgdheid ongegrond is. Er is niets mis met Momo, hij is hoogstens een beetje schuw. De directeur komt wellicht vaker in contact met overbeschermende mama?s, en vindt moeder dan ook erg vervelend.
c) de dokter:
Ook bij de dokter gaat moeder vaak langs, steeds met de vraag of het gedrag van Momo wel normaal is. Hij is er echter van overtuigd dat Momo volkomen gewoon is. De dokter is verveeld met de bezoekjes, en hij vindt moeder erg onaangenaam en saai.
Op een bepaald moment gaat de dokter met vakantie. Alles doet vermoeden dat hij de stress van zijn werk, maar dan wel voornamelijk de druk uitgeoefend door Momo?s moeder, niet meer aankon.
2.2. Bibliografie
BOUAZZA, H., Momo. Amsterdam, Uitgeverij PBO, 1998, 93 blz.
www.boekentoppers.be
www.scholieren.com/boekverslagen/15854
www.xs4all.nl/~ace/Literaria/bouazza.html
Hij is een Marokkaans-Nederlandse schrijver. Bouazza behoort samen met Moses Isegawa en Abdelkader Benali tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de zogeheten 'migrantenliteratuur'.
Boek informatie
- Momo
- Hafid Bouazza
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Hafid Bouazza