Boekverslag: De ijzeren maagd
Samenvatting
Het is 2002
In een dorpje aan de zee wonen: Tim, Joris en Jaouad.
Tim, Joris en Jaouad zijn al vrienden sinds de brugklas.
Nu Anouk bij hun in de klas is gekomen praat Joris nergens anders over, hij is helemaal verliefd.
Om een cadeautje te kunnen kopen voor Anouk gaan de jongens bloemen verkopen.
Met het geld kopen ze een cd voor Anouk, helaas vind ze het helemaal niks en wil niets te maken hebben met Joris.
Als Tim thuis komt vertelt zijn moeder dat er een meisje heeft gebeld, en dat ze om half vijf weer terug belt.
Als de telefoon gaat neemt Tim meteen op en hoort dat het Anouk is, ze vertelt dat ze haar wiskunde boek op een rare manier is vergeten en vraagt of hij vanavond dan samen met haar wil leren i.v.m. het proefwerk dat ze de volgende dag hebben.
Als Tim bij Anouk aan komt ziet hij een prachtig huis met een hoop herrie van de eerste verdieping.
Hij belt aan en Anouk doet meteen open, ze lopen meteen door naar boven en gaat aan het werk.
Na een uurtje gaan ze naar beneden en nemen pauze.
De deurbel gaat, haar moeder doet open en laat een Marokkaanse jongen binnen.
Jaouad kijkt verbaast naar Tim terwijl hij verteld aan Anouk dat hij haar wiskunde boek had gevonden in de aula.
De volgende dag staat Tim te wachten op het afspreekpunt van hem en Joris, maar Joris komt niet dus fietst Tim alleen naar school.
Op school zeggen de drie vrienden niet veel tegen elkaar Joris is boos op Tim omdat hij gister bij Anouk was en Jaouad is boos op Joris omdat hij een racistische opmerking maakte.
Hun vriendschap gaat steeds verder kapot.
Tijdens de lessen trekken Anouk en Tim steeds meer met elkaar op ze fietsen iedere dag samen naar school en gaan samen huiswerk maken.
Nu moet Tim ook gaan toegeven dat hij verliefd aan het worden is op Anouk.
Op vrijdag gaan Tim en Anouk naar het huis van Anouk waar ze de opdracht krijgen om even langs Ruth de tante van Anouks vader te gaan om even wat schroeven en een schroevendraaier te brengen.
Als ze bij Ruth aankomen is het maar stil in de kamer en Anouk wil ook zo snel mogelijk gaan.
Als Anouk weg loopt, wil Tim achter haar aanlopen maar Ruth houd hem tegen ze vraagt of hij volgende week terug wil komen en hij krijgt er ?10,- per uur voor.
Hij gaat naar buiten en hij zegt niets tegen Anouk over de afspraak.
De volgende vrijdag gaat Tim langs bij Ruth, ze vraagt allerlei vragen over zijn oma en de rest van zijn familie.
Tim verteld over zijn oma die 3 jaar geleden is overleden, dat ze te vondeling is gelegd in de oorlog en dat ze joods is en dat haar naam Sarah is.
Zonder dat Tim het weet denkt Ruth aan vroeger, wat ze heeft meegemaakt in de oorlog. Toen ze 13 jaar was moest ze afscheid nemen van haar moeder, ze moest onderduiken maar kon niet bij haar moeder blijven. Ze kwam in een gastgezin terecht waar ze moest helpen met het huishouden en sliep op een
klein kamertje, waar ze ook een nieuwe naam kreeg Rosa.
Op en dag gaat het hele gezin behalve Ruth naar de kerk, Ruth mocht niet mee omdat ze niet gezien mocht worden.
Ze zit aan de eettafel en hoort de deur, zijn ze nu al terug vraagt ze zich af de klok van de kerk is toch nog niet gegaan.
Dan ziet ze een man in de kamer staan, hij komt op haar aflopen en gaat voor haar staan.
Dan gaat de man aan haar zitten hij streelt haar over haar wangen en andere lichaamsdelen hij trekt haar kleren uit en verkracht haar.
Ruth weet niet wat haar overkomt en sluit haar ogen en doet of ze dit droomt. Als hij klaar is zit ze helemaal onder het bloed en zegt niets.
De man verlaat het huis met een waarschuwing, hij zegt ?Als je dit ooit tegen iemand zegt?PANG!? en maakt een gebaar van een pistool en gaat weg.
Ruth rent naar boven en valt in een diepe slaap.
Als het donker begint te worden vraagt Tim aan Ruth of hij nog iets moet doen voor hij gaat.
Hij hoefde niets te doen het enige wat ze van hem wou is een goed gesprek, ze pakt haar portemonnee en geeft hem ?10,-. dan vertrekt hij.
Hij vind het allemaal maar raar van Ruth.
De klusjes man van het rusthuis waar Ruth zit hangt voor haar ?het zilveren kokertje?op, in dat kokertje zit een stukje haar van haar moeder en een stuk Hebreeuws perkament.
Dit had ze gekregen van haar moeder toen ze afscheid van elkaar namen.
Op dinsdag komt Lisa de verzorgster van Ruth langs voor haar boterham ze ziet Ruth in haar stoel zitten ver met haar gedachtes weg.
Ze moet aan vroeger denken aan de geboorte van haar kindje haar kleine Sarah die ze moest afstaan toen ze 14 was.
Als Lisa Ruth aanspreekt vraagt Ruth aan haar of ze een notaris wil bellen, en of ze kan regelen dat er een DNA test gedaan kan worden.
Ook wil ze het zilveren kokertje wat aan de deurpost hangt hebben. Het moet gebeuren, eindelijk komt de waarheid boven water.
Het is 2002
In een dorpje aan de zee wonen: Tim, Joris en Jaouad.
Tim, Joris en Jaouad zijn al vrienden sinds de brugklas.
Nu Anouk bij hun in de klas is gekomen praat Joris nergens anders over, hij is helemaal verliefd.
Om een cadeautje te kunnen kopen voor Anouk gaan de jongens bloemen verkopen.
Met het geld kopen ze een cd voor Anouk, helaas vind ze het helemaal niks en wil niets te maken hebben met Joris.
Als Tim thuis komt vertelt zijn moeder dat er een meisje heeft gebeld, en dat ze om half vijf weer terug belt.
Als de telefoon gaat neemt Tim meteen op en hoort dat het Anouk is, ze vertelt dat ze haar wiskunde boek op een rare manier is vergeten en vraagt of hij vanavond dan samen met haar wil leren i.v.m. het proefwerk dat ze de volgende dag hebben.
Als Tim bij Anouk aan komt ziet hij een prachtig huis met een hoop herrie van de eerste verdieping.
Hij belt aan en Anouk doet meteen open, ze lopen meteen door naar boven en gaat aan het werk.
Na een uurtje gaan ze naar beneden en nemen pauze.
De deurbel gaat, haar moeder doet open en laat een Marokkaanse jongen binnen.
Jaouad kijkt verbaast naar Tim terwijl hij verteld aan Anouk dat hij haar wiskunde boek had gevonden in de aula.
De volgende dag staat Tim te wachten op het afspreekpunt van hem en Joris, maar Joris komt niet dus fietst Tim alleen naar school.
Op school zeggen de drie vrienden niet veel tegen elkaar Joris is boos op Tim omdat hij gister bij Anouk was en Jaouad is boos op Joris omdat hij een racistische opmerking maakte.
Hun vriendschap gaat steeds verder kapot.
Tijdens de lessen trekken Anouk en Tim steeds meer met elkaar op ze fietsen iedere dag samen naar school en gaan samen huiswerk maken.
Nu moet Tim ook gaan toegeven dat hij verliefd aan het worden is op Anouk.
Op vrijdag gaan Tim en Anouk naar het huis van Anouk waar ze de opdracht krijgen om even langs Ruth de tante van Anouks vader te gaan om even wat schroeven en een schroevendraaier te brengen.
Als ze bij Ruth aankomen is het maar stil in de kamer en Anouk wil ook zo snel mogelijk gaan.
Als Anouk weg loopt, wil Tim achter haar aanlopen maar Ruth houd hem tegen ze vraagt of hij volgende week terug wil komen en hij krijgt er ?10,- per uur voor.
Hij gaat naar buiten en hij zegt niets tegen Anouk over de afspraak.
De volgende vrijdag gaat Tim langs bij Ruth, ze vraagt allerlei vragen over zijn oma en de rest van zijn familie.
Tim verteld over zijn oma die 3 jaar geleden is overleden, dat ze te vondeling is gelegd in de oorlog en dat ze joods is en dat haar naam Sarah is.
Zonder dat Tim het weet denkt Ruth aan vroeger, wat ze heeft meegemaakt in de oorlog. Toen ze 13 jaar was moest ze afscheid nemen van haar moeder, ze moest onderduiken maar kon niet bij haar moeder blijven. Ze kwam in een gastgezin terecht waar ze moest helpen met het huishouden en sliep op een
klein kamertje, waar ze ook een nieuwe naam kreeg Rosa.
Op en dag gaat het hele gezin behalve Ruth naar de kerk, Ruth mocht niet mee omdat ze niet gezien mocht worden.
Ze zit aan de eettafel en hoort de deur, zijn ze nu al terug vraagt ze zich af de klok van de kerk is toch nog niet gegaan.
Dan ziet ze een man in de kamer staan, hij komt op haar aflopen en gaat voor haar staan.
Dan gaat de man aan haar zitten hij streelt haar over haar wangen en andere lichaamsdelen hij trekt haar kleren uit en verkracht haar.
Ruth weet niet wat haar overkomt en sluit haar ogen en doet of ze dit droomt. Als hij klaar is zit ze helemaal onder het bloed en zegt niets.
De man verlaat het huis met een waarschuwing, hij zegt ?Als je dit ooit tegen iemand zegt?PANG!? en maakt een gebaar van een pistool en gaat weg.
Ruth rent naar boven en valt in een diepe slaap.
Als het donker begint te worden vraagt Tim aan Ruth of hij nog iets moet doen voor hij gaat.
Hij hoefde niets te doen het enige wat ze van hem wou is een goed gesprek, ze pakt haar portemonnee en geeft hem ?10,-. dan vertrekt hij.
Hij vind het allemaal maar raar van Ruth.
De klusjes man van het rusthuis waar Ruth zit hangt voor haar ?het zilveren kokertje?op, in dat kokertje zit een stukje haar van haar moeder en een stuk Hebreeuws perkament.
Dit had ze gekregen van haar moeder toen ze afscheid van elkaar namen.
Op dinsdag komt Lisa de verzorgster van Ruth langs voor haar boterham ze ziet Ruth in haar stoel zitten ver met haar gedachtes weg.
Ze moet aan vroeger denken aan de geboorte van haar kindje haar kleine Sarah die ze moest afstaan toen ze 14 was.
Als Lisa Ruth aanspreekt vraagt Ruth aan haar of ze een notaris wil bellen, en of ze kan regelen dat er een DNA test gedaan kan worden.
Ook wil ze het zilveren kokertje wat aan de deurpost hangt hebben. Het moet gebeuren, eindelijk komt de waarheid boven water.
Bobje Goudsmit werd geboren in Leiden maar verhuisde na haar geboorte naar Zwolle. Ze volgde het Gymnasium in Zwolle. Ze studeerde Nederlands in Leiden en Nijmegen en is werkzaam als lerares Nederlands sinds 1976. Ze heeft 4 kinderen waar haar boeken ook deels op gebaseerd zijn. De titels Afscheidsbrief en Waanzinnig verliefd werden genomineerd door de Jonge Jury.
Boek informatie
- De ijzeren maagd
- Bobje Goudsmit
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Bobje Goudsmit