Albert Camus
Camus was naast Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir een van de leidende figuren van het existentialisme. Zijn denken verschilt echter van dat van Sartre waar het de aard van het bestaan betreft: bij Camus staat veel meer het lichamelijke centraal, waar Sartre zich op het intellectuele bestaan toelegde.
Albert Camus werd geboren in een Frans-Algerijns (pied noir) gezin. Zijn moeder was van Spaanse afkomst. Vader Lucien, stierf in de Slag bij de Marne in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog. Camus leefde in armoedige omstandigheden tijdens zijn jeugd in Algiers
In 1923 werd Camus toegelaten tot een lyceum en uiteindelijk tot de Universiteit van Algiers. Maar hij kreeg tuberculose in 1930, wat een eind maakte aan zijn voetbalcarrière (hij was keeper van het universiteitsteam) en hem dwong zijn studies in deeltijd voort te zetten. Hij nam allerlei baantjes aan, waaronder priv?leraar, automonteur, en bij het Meteorologisch Instituut. Hij volbracht zijn licence de philosophie in 1935; in mei 1936 presenteerde hij succesvol zijn stelling op Plotinus, N?o-Platonisme et Pens?e Chr?tienne voor zijn dipl?me d'?tudes sup?rieures.
Camus werd lid van de Franse Communistische Partij in 1934, waarschijnlijk te meer omdat hij bezorgd was over de politieke situatie in Spanje (die uiteindelijk zou leiden tot de Spaanse Burgeroorlog) dan dat hij de Marxistisch-Leninistische doctrine verdedigde. De onafhankelijk-denkende Algerijnse Communistische Partij (PCA) werd in 1936 opgericht. Camus deed mee met de activiteiten van Le Parti du Peuple Alg?rien, waardoor hij in de problemen kwam met zijn metgezellen van de communistische partij. Het resultaat hiervan was dat hij een Trotskist werd genoemd, wat hem niet geliefd maakte bij het communisme.
Hij trouwde in 1934 met Simone Hie, maar dat huwelijk werd be?indigd door toedoen van Simone's verslaving aan morfine. In 1935 richtte hij Th??tre du Travail (hernoemd Th??tre de l'Equipe, in 1937) op, welke standhield tot 1939. Van 1937 tot 1939 schreef hij voor een socialistische krant, Alger-Republicain, en zijn werk bevatte ook een stuk over de armoedige woonomstandigheden van de Arabieren die in Kabyles leefden, wat hem waarschijnlijk zijn baan kostte. Van 1939 tot 1940 schreef hij kort voor een vergelijkbare krant, Soir-Republicain. Hij was uit het Franse leger gezet vanwege zijn ziekte.
In 1940 trouwde Camus met Francine Faure en begon hij te werken voor het tijdschrift Paris-Soir. In de eerste fase van de Tweede Wereldoorlog, was Camus een pacifist. Hij was echter getuige in Parijs van de overname van de Wehrmacht. Op 19 december 1941 was Camus getuige van de executie van Gabriel Peri, een gebeurtenis waarvan Camus later zei dat het zijn opstandigheid tegen de Duitsers kristalliseerde. Daarna verhuisde hij met de rest van de werknemers van Paris-Soir mee naar Bordeaux. In dit jaar voltooide hij zijn eerste werken, De vreemdeling en De mythe van Sisyphus. Hij keerde kort daarna voor kort terug naar Oran, Algerije in 1942.